De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Studie vaardigheden Thema 3: Jouw brein.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Studie vaardigheden Thema 3: Jouw brein."— Transcript van de presentatie:

1 Studie vaardigheden Thema 3: Jouw brein

2 Het brein

3 Je hersenen Blijven zich ontwikkelen; Zelfs als je slaapt werken ze!

4 Hoe train je je hersenen?
Door te ‘sporten’! Nieuwe dingen doen met je hersenen.

5 oefening Neem als je straks naar huis gaat eens een andere weg. Daar leren je hersenen van!

6 Je hersenen: Wegen ongeveer 1,5 kilo;
Bestaan uit ongeveer 100 miljard neuronen (zenuwcellen of hersencellen).

7 Wat zijn neuronen? Neuronen kunnen berichten ontvangen en doorgeven;
Het zijn de telefoonkabels van je lichaam. Bijvoorbeeld: Als je wilt dat je benen gaan lopen, dan sturen je neuronen een berichtje naar je spieren in je benen die dan gaan bewegen.

8 Je brein Is eigenlijk een supercomputer!

9 Wist je dat? Als je nooit lacht, dan weten je hersenen niet meer hoe dat moet! Als je vaak lacht, dan maak je juist verbindingen aan waardoor je steeds makkelijker lacht. Zeur je altijd? Dan wordt je steeds beter in zeuren!

10 Werken je (kleine) hersenen goed?
Ga achter je stoel staan; Doe je ogen dicht; Steek je rechterwijsvinger omhoog en probeer je neus te raken; Ga nu op je rechterbeen staan en steek je linkerbeen omhoog; Steek je linkerarm opzij en probeer het weer.

11 Moeilijk he?

12 Je hersenen zijn in ontwikkeling
Tot je 21ste ontwikkelen je hersenen zich! Je geheugen ontwikkelt zich zelfs je hele leven lang.

13 Wat betekent dat? Je functioneert nog niet optimaal…

14 Breinwerkzaam-heden In de pubertijd ontwikkelen bepaalde delen van je hersenen zich verder, vooral delen die te maken hebben met: Je meer bewust worden van jezelf; Logisch denken; Aandacht en concentratie; Kunnen bepalen wat belangrijk is en wat niet; Verbanden zien tussen dingen; Motivatie en het maken van keuzes; Het maken van een langetermijnplanning;

15 Breinwerkzaam-heden (vervolg)
Gevolgen van je eigen gedrag kunnen inschatten; Impulsen beheersen: stop tegen jezelf kunnen zeggen als je domme dingen doet; Sociale vaardigheden, zoals het herkennen van emoties in gezichtsuitdrukkingen en je kunnen invoelen in anderen.

16 Emoties in gezichten Zijn moeilijk te herkennen voor een puber!
Vooral het verschil tussen angst en verbazing (vooral bij jongens).

17 Wat kun je doen? Vooral veel slapen!

18 Pubers zijn moe! Kom je ook moeilijk in slaap? Het slaaphormoon melatonine gaat later werken dan eerst… Sta je ook moeilijk op? De melatonine neemt ‘s morgens ook later af, dus je bent langer moe.

19 Opdracht Het lokaal wordt verdeeld in twee helften. Je gaat aan de linkerkant staan als je moeilijk uit bed kunt komen. Je staat aan de rechterkant als je makkelijk je bed uit komt. De mensen aan de rechterkant geven tips aan de mensen aan de linkerkant.

20 Wat zijn de beste tips?

21 Waarom is het zo belangrijk om uitgeslapen te zijn?
Je voelt je beter; Je presteert beter; Je bent aangenamer in de omgang!

22 discussie De stelling: ‘School moet een uur later beginnen.’

23 Wat vindt de meerderheid?


Download ppt "Studie vaardigheden Thema 3: Jouw brein."

Verwante presentaties


Ads door Google