Met woorden in de weer In het hooggebergte
Eeuwige sneeuw Hoog in de bergen vind je de eeuwige sneeuw. Dit is de sneeuw die altijd blijft liggen, ook in de zomer.
Gletsjer De eeuwige sneeuw verandert langzaam in ijs. Een gletsjer is een dikke laag ijs in de bergen die langzaam naar beneden schuift.
gletsjer
smeltwater Hoe lager de gletsjer naar beneden glijdt, hoe warmer het wordt op de berg. Het ijs gaat smelten en verandert in water. Dit noem je smeltwater. Zo ontstaan er rivieren.
In het hooggebergte In het hooggebergte vind je de eeuwige sneeuw. Deze eeuwige sneeuw ligt op de toppen van de hoogste bergen en verdwijnt niet. Eeuwig betekent ook voor altijd, dus sneeuw voor altijd. Vandaar de naam eeuwige sneeuw. Zelfs in de zomer als het heel warm is blijft de eeuwige sneeuw altijd liggen. De eeuwige sneeuw verandert langzaam in ijs. Deze ijslaag, die dus ontstaan is uit de eeuwige sneeuw, schuift langzaam naar beneden. Dit noem je en gletsjer. Een gletsjer is dus eigenlijk een rivier van ijs. Een gletsjer kan heel breed zijn. Sommige mensen gaan skiën op een gletsjer. Op de gletsjer vind je vaak diepe spleten in het ijs, zo diep dat je er de bodem soms niet van kunt zien. Er zijn ook mensen die op de gletsjer gaan wandelen. Je moet dan altijd een gids meenemen die de weg weet, anders is het levensgevaarlijk op de gletsjer. Als de gletsjer heel langzaam de berg afzakt en het warmer wordt in het dal, gaat de gletsjer smelten. Het water dat van de gletsjer afkomt noem je dus smeltwater. Dit smeltwater kan terecht komen in de zee of op het land. Als het smeltwater op het land terechtkomt, ontstaat er een rivier. Deze rivier van smeltwater begint klein, maar wordt steeds groter en breder. Er zijn verschillende smeltwater riviertjes en die komen vaak samen. De Rijn die door ons land stroomt, is ook ontstaan door smeltwater.