Geld 10c + 50c + 20c = 10c + 10c + 50c = 20c + 20c + 20c =

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Weetjesquiz over geld Grote Rekendag Dag 2009.
Advertisements

KLOKLEZEN Wat wil je oefenen ? Klik op jouw keuze UUR HALF UUR
PSD Basisstructuren programmeren.
Welk geld zie je hier? Klik op de goede antwoorden!
Autheur: Peter Zijsling
Activity-based job costing
Weetjesquiz over geld Grote Rekendag Dag In welk jaar is de euro ingevoerd? Vraag 1.
Doortje Laarhoven Groep 8 18 maart.
Samenvatting Wat moet je leren/ oefenen? Heel hoofdstuk 2
Deze geldbeugels willen muntstukken.
Massa’s en massaverhoudingen bij een chemische reactie
1 van 8 Bernoulli-stochasten & Binomiale stochasten © CI 2003.
Kassabon controleren en tellen
De omtrek van een cirkel
Ongelijke verdeling 2 Als de som en de verhouding gegeven zijn.
Vraagstukken: intrest
§ 2.1 Hoe betaal jij? Als je naar het buitenland gaat, kun je soms met euro’s betalen, soms niet. Voor landen waar vreemde valuta gebruikt worden, moet.
§2.1 Hoe betaal je? In deze PowerPoint-presentatie leer je over:
Een Romeinse munt. Een "heldenverhaal" uit het oude Rome kan natuurlijk niet ontbre- ken op een voorwerp dat altijd een propagandamiddel bij uitstek is.
Rekenen met verdeelsleutels
Vermenigvuldigen met breuken
Geschiedenis van het geld
Toepassingen 5L week 2: ‘Vakantieherinneringen’ Ik bereken het gemiddelde: 1.Ik tel alle waarden op. 2.Ik deel dat door het totaal aantal waarden. 3.Het.
Indexcijfers Meervoudig indexcijfer Gewogen indexcijfer.
 Drie soorten opgaven: ◦ vanuit de prijs exclusief btw ◦ vanuit een btw-bedrag ◦ vanuit de prijs inclusief btw.
Op zoek naar antwoord.
DKA4-model In 4 stappen naar het antwoord.. DKA4-model. Delen, keer antwoord op het 4 e getal. Teken een tabel De getallen die bij elkaar horen, onder.
W ISSELKOERS. V IDEO 1: T HEORIE WISSELKOERS Begrip wisselmarkt  Alle vragers en aanbieders van 2 bepaalde valuta  Wisselmarkt dollars en euro’s.
Vraag en Aanbod van financiële middelen & nominale en reële rente
Rekenen.
Les 8 Meten en meetkunde in huis
Beste ath 4..
Hoofdstuk 7.2 Les 1.
Beste Havo 4..
Geld Inleiding.
Les 4 : rekenen met tabellen
“Bad money always drives out good money.”
De somkrachten Er zijn drie manieren voor het bereken van een som-, netto-, resultante-kracht. 1 Parallellogram methode 2 Pythagoras 3 Tangens Alleen bij.
Beste ath 4..
Indexcijfers Vaak moet je een reeks getallen (bijvoorbeeld de omzet van een bedrijf in de periode 2008 t/m 2011) met elkaar vergelijken.
In het secretariaat worden alle
Op sneeuwklas in Zwitserland
Spaargeld Onderwerp 16 Wat gaan ons leer? • persoonlike spaargeld • die doel van spaargeld • die geskiedenis van banke • die rol van banke • dienste wat.
Onderwerp 8 Begrotings Wat gaan ons leer? • definisie van ’n begroting • inkomste • uitgawes • ’n persoonlike begroting • ’n besigheidsbegroting.
Vermenigvuldig net die tellers met mekaar en
Die geskiedenis van geld
Hoofdstuk 15 geld. Hoofdstuk 15 geld Paragraaf 15.1 Euro’s.
Kategese 5 November 2010 NG Wierdapark.
FOKUS.
VOEGWOORDE (WOORDORDE IN AFRIKAANS) ME. J. VAN ZYL
Voor de chocoladefabriek hebben we meer gegevens verzameld
Wat van die res van jou lewe?
Ongelijke verdeling 2 Als de som en de verhouding gegeven zijn.
Project Bijbaan Havo 3.
In het secretariaat worden alle
In het secretariaat worden alle
Versekering | Finansiële Beplanning | Aftrede | Beleggings | Welvaart
Versekering | Finansiële Beplanning | Aftrede | Beleggings | Welvaart
Bybel Speletjies Dissipels van Jesus.
Bekering.
Als de som en het verschil gegeven zijn.
Geheimen delen Bron: The Royal Institute of Great Brittain (
In het secretariaat worden alle
Vermenigvuldig net die tellers met mekaar en
Hartlik welkom in die Erediens!
duurzame productiemiddelen
Verder rekenen met kommagetallen
Basis 8 geld. Basis 8 geld Paragraaf B8.1 Euro’s.
Johannes 6 Hierna het Jesus na die oorkant van die See van Galilea toe gegaan, wat ook die See van Tiberias genoem word. 'n Groot klomp mense het agter.
Transcript van de presentatie:

Geld 10c + 50c + 20c = 10c + 10c + 50c = 20c + 20c + 20c = 50c + 50c + 50c + 50c = 50c + 20c + 10c + 20c = 50 + 50c + 20c + 10c + 10c = 10c + 5c + 20c + 20c = 50c + 5c + 5c + 20c =

Geld R2 + R2 + R2 + R2 = R5 + R5 + R5 = R10 + R10 + R10 + R10 = R20 + R20 + R20 + R20 = R50 + R20 + R10 = R10 + R10 + R20 + R20 = R5 + R2 + R2 + R1 = R20 + R10 + R10 + R50 =

Geld R80 – R10 = R90 – R20 = R100 – R50 = R70 – R30 = R80 – R60 = R100 – R20 = R50 – R40 = R90 – R70 =

Geld R10 – R5= R40 – R20 = R50 – R5 = R70 – R10 = R80 – R5 = R10 – R2 = R40 – R10 =

Geld Wat is die waarde van vyf 5c-munte? _____ Wat is die waarde van sewe 5c-munte? _____ Wat is die waarde van drie R2-munte? _____ Wat is die waarde van nege R5-munte? _____ Bereken die som van al hierdie bedrae: R_____________

_______________________________ Geld Hoeveel R1-muntstukke is daar in die raam? _______________________________ Wat is die waarde van die R1-munte? Wat is die waarde van al die 10c-munte? Hoeveel 5c-muntstukke sien jy?