H3-7 De overheidsfinanciën Economisch bekeken Mavo 4
Overschot of tekort In 2017 verwacht de overheid meer uit te geven dan dat er binnenkomt De overheid heeft dan een begrotingstekort In 2017 is dat tekort €1,3 miljard
Het gevolg van een begrotingstekort Een begrotingstekort zorgt ervoor dat de overheid geld moet lenen Hierdoor wordt de overheidsschuld groter In 2017 is de overheidsschuld in totaal €440 miljard
Mag dat zomaar? Helaas! De EU staat niet toe dat het begrotingstekort en de staatsschuld te hoog zijn Ze koppelen dat aan de productie in Nederland, het BBP Het begrotingstekort mag niet hoger zijn dan 3% van dat BBP De staatsschuld mag niet hoger zijn dan 60% van dat BBP In 2017 zal Nederland daar weer voor het eerst in vele jaren aan voldoen
Wat kan een overheid doen als ze niet aan de EU-regels voldoen? Simpel! Minder uitgeven en/of meer binnenkrijgen Minder uitgeven betekent bezuinigen, dus lagere uitkeringen en minder goede overheidsvoorzieningen Meer binnenkrijgen betekent belastingen omhoog, dus hogere lasten voor de burgers en bedrijven Of ervoor zorgen dat het BBP stijgt Maar dat gaat niet als er minder uitgegeven kan worden door de burger en bedrijven
Andere inkomsten van de overheid De andere inkomsten heten niet-belastingmiddelen Ze bestaan onder andere uit: Verkoop van ons aardgas Verkeersboetes Winst uit bedrijven in handen van de overheid (b.v. ABN Amro) Producten en diensten van het Rijk: paspoorten, rijbewijzen, bouwvergunningen enzovoort
Beginselen van belastingheffen Sociale verzekeringen = solidariteitsbeginsel Belastingheffing met progressieve tarieven = draagkrachtbeginsel Bijdrage vragen bij gebruik overheidsvoorzieningen = profijtsbeginsel progressieve belastingheffing = oplopende belastingpercentages naarmate het inkomen stijgt proportionele belastingheffing = belasting met een vast percentage