Spelling Niveau 4.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Redekundig ontleden Over waarom, wat en hoe....
Advertisements

Spelling en Schrijven en formuleren hoofdstuk 1,2&3
Overige spellingregels
Spelling Puntkomma 3 vmbo.
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
Taalbeschouwing 2 Taalleesboek 1 53 t/m 55. een enkelvoudig zelfstandig naamwoord (als onderwerp van een zin) krijgt een enkelvoudig gezegde 1=1 een meervoudig.
Verdeel het woord in lettergrepen
KOMMAGEBRUIK.
Spelling college 3.
Thema 1 Het landje is van ons.
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
Spelling college 4.
WERKWOORDSPELLING Hoe doe je dat ?.
Toets periode 2 4 havo.
Brugklas Werkwoordspelling.
Vandaag gaan we werken aan spelling.
QUIZ hoofdstuk 1.
Beschouwing – De Laatste Tips
Samenvatting Havo 5.
Leestekens 5 vwo.
Overige spellingsregels
Overige spellingsregels
Tussenletters in samenstellingen
samenstellingen, aan elkaar of los, trema
Spelling Blok 1 t/m Kader 3.
DAG VAN HET LEREN Hoe komt zo'n taal eigenlijk in je hoofd? door Henk Wolf.
Nederlands Woensdag 6 januari 2va.
VRIJDAG 4 MAART NEDERLANDS. PROGRAMMA 15 minuten lezen Herhalen hoofdstuk 4 Oefeningen maken (TEST of oefenen op de site NN)
Woordjes leren.
Werkwoordspelling -d of –t?
Hoe maak je een werkstuk? Begin op tijd!!. Kies een leuk onderwerp  Denk aan een hobby, sport, beroep, stad of onderwerp uit een van de lesboeken van.
Samengestelde zin + Tussenletters in samenstellingen.
TAAL BIJ TOETSEN Extra uitleg bij een aantal lastige kwesties.
Grammatica zinsdelen H1 t/m H6
De tussenklank in samenstellingen spelling
Hoofdstuk 2 Spelling Hoofdletters. Een zin begint met een hoofdletter. Let op! -Begint de zin met een afkorting of verkort woord dan krijgt het eerste.
KOPPELTEKEN TREMA EN APOSTROF NA-APEN REÜNIE `S AVONDS,
HOTTENTOTTENTENTENTENTOONSTELLING Aan elkaar of los?
SPELLING BLOK Uitleg en voorbeelden Basis leerjaar 4.
Uitleg en voorbeelden Basis leerjaar 4
De vraag is je beste vriend
Standaard briefmodel (briefconventies)
Spellingregels G1.
Taalverzorging Voorbereiding toets.
Onvoltooid deelwoord/bijvoeglijk gebruikt deelwoord
Woordbenoemen Groep 6 en 7.
Taalverzorging Voorbereiding toets.
Regels en uitzonderingen
Lesplanning Eerste 5 minuten: maak de opdracht die je op papier gekregen hebt (leestekens invullen) Daarna: theorie en opdracht bespreken Opdrachten maken.
Tussenletters in samenstellingen
De tussenklank in samenstellingen
Hoofdletters en leestekens
Tekstverbanden en signaalwoorden
Hoe schrijf je een recensie?
Hoofdletters en leestekens
Hoofdstuk 3 Grammatica en spelling
Recensie schrijven Klas 1e , RSFN.
Tussenletters in samenstellingen
Aan elkaar of los? Schrijven zonder fouten
Spelling Niveau 4.
Grammatica en spelling 4.3 en 4.4
Spelling Niveau 4.
incongruentie en dat/als constructie
Bijvoeglijk gebruikt deelwoord hoofdlettergebruik
Een (informatief) Artikel schrijven
Punten en komma’s Valt onder leestekens.
Spelling.
Hoofdstuk 4 Taalverzorging
Grammatica en spelling 4.1 en 4.2
Woordbenoemen Zelfstandig naamwoord, eigennaam, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, telwoord.
Transcript van de presentatie:

Spelling Niveau 4

Planning Interpunctie Spelling Doel: - interpunctie gebruiken tijdens het schrijven. - teksten beter begrijpen door interpunctie. Bij teksten zonder interpunctie is de kans groot dat er verwarring ontstaat. Interpunctie pas je toe om er zeker van te zijn dat mensen jouw woorden lezen zoals jij ze hebt bedoeld. Spelling Doel: - woorden goed kunnen spellen a.d.h.v. regels;

Interpunctie Interpunctie pas je toe om er zeker van te zijn dat mensen jouw woorden lezen zoals jij ze bedoelt. Voorbeeld: Pas op, Piet! Pas op Piet! Ik houd van je, lieve vriendin. Ik houd van je lieve vriendin. 1. We gingen op reis met de kinderen, die het leuk vonden. Alle kinderen gingen op reis en vonden het leuk. 2. We gingen op reis met de kinderen die het leuk vonden. Alleen de kinderen die het leuk vonden gingen mee op reis.

De leestekens Punt . Komma , Puntkomma ; Dubbele punt : ‘Enkele aanhalingstekens’ “Dubbele aanhalingstekens” Uitroepteken ! Vraagteken ? Hoofdletters

De punt Aan het einde van een zin. Bij het gebruik van bijv. afkortingen. (d.m.v, z.o.z., a.d.h.v.)

De komma Bij zinnen die uit meerdere zinnen bestaan, plaats je vaak een komma, waardoor je een pauze hoort. In deze zin gebruik je ook een komma, want er staat een voegwoord in deze zin. Andere voegwoorden waar je een komma voor zet, zijn: maar, of, omdat, daardoor, waardoor, dat, dus, terwijl, zodat, totdat, nadat, etc. Extra informatie, die je weg kunt laten, staat ook tussen komma’s. Bij opsommingen van mooie, grappige, lange, korte en moeilijke bijvoeglijke naamwoorden. Tussen twee persoonsvormen: Als komma’s tussen persoonsvormen staan, begrijp je de zin beter. Beste lezer, Piet, draai eens om.

De puntkomma Om verwarring bij opsommingen te vermijden. Rood, wit, blauw; drie, acht, negen; maandag, zaterdag, zondag. Een punt geeft een duidelijke scheiding aan tussen zinnen. Een komma geen een kleine scheiding aan en een puntkomma zit daar tussenin. Iedereen is welkom op mijn verjaardag; ik hoop echter dat mijn neef wegblijft. Het eerste jaar ligt achter ons; 2016 ligt achter ons.

De dubbele punt De dubbele punt wordt gebruikt om iets aan te kondigen. Dat kan van alles zijn: een opsomming, conclusie, citaat, uitleg, verklaring, etc. Opsomming Deze foto heeft verschillende kleuren: rood, groen, bruin, geel en blauw. Conclusie Daarom besluiten wij: verbied het jagen op ganzen. Citaat Net zoals vader dat eens zei: “Dat is een verrekt goed idee!” Toelichting Een lama moet je niet uitdagen: dan spuugt hij misschien.

De enkele aanhalingstekens http://dewerelddraaitdoor.vara.nl/media/321477 (04:50) Gebruik je als je ‘zogenaamd’ iets bedoelt. Mijn buurman heeft het altijd ‘druk’.

De dubbele aanhalingstekens Gebruiken bij citaten. “Wat een gedoe!” zei de directeur. Soms heb ik het gevoel snikte ze dat je me niet begrijpt eindigde ze. “Soms heb ik het gevoel”, snikte ze, “dat je me niet begrijpt”, eindigde ze.

Het uitroepteken Nee! Stop! Houd op!

Het vraagteken Wordt gebruikt aan het eind van een vraag. Wil je nog een kopje thee? Waar kom jij zo laat vandaan?

Hoofdletters Eerste woord van de zin Persoonsnamen: Jan Jan Vries Jan de Vries de heer De Vries Mevrouw Jansen-De Vries Eigennamen: Europese Unie, Campina. Aardrijkskundige namen: Nederland, Leidseplein, Zuid-Afrika. Namen van talen/dialecten en bevolkingsgroepen: Frans, Fries, Duitsers. Namen van officiële feestdagen en historische gebeurtenissen, behalve bij samenstellingen! Pasen, maar paasnacht Hemelvaart, maar hemelvaartsdag. Onderscheidingen, evenementen, boektitels en heilige boeken. Personen en zaken die als heilig worden beschouwd, ook in samenstellingen: het Opperwezen, God, Mariabeeld.

Spelling

Spelling Meervoudsvormen Samenstellingen Verkleinwoorden Aan elkaar of los? Getallen Sommige(n)

Meervoudsvormen Meervoud met –en Meervoud met –s Mens – mensen, maan – manen, mes – messen. Als een woord eindigt op een onbeklemtoonde –ik, -es of –et, dan verdubbelt de laatste medeklinker niet! Havik – haviken, dreumes – dreumesen. Woorden die eindigen op –ie, krijgen –en in het meervoud als de klemtoon op de laatste lettergreep valt: melodie – melodieën. In alle andere gevallen krijgen de woorden alleen een –n: kolonie – koloniën. Meervoud met –s Als de uitspraak juist blijft, komt er een –s aan het eind: hotels, orgels, horloges. Als de uitspraak niet juist blijft, komt er een ‘s aan het eind: taxi’s, paraplu’s. Ezelsbruggetje: Ik hOU vAn Y’s.

Samenstellingen Tussenklank –s- -e(n)- Hoofdregel: als je een s-klank hoort, dan schrijf je hem ook: Verkeersbord, dorpsgek Als het tweede deel van de samenstelling met een s-klank begint, probeer je eerst een andere combinatie te vinden. Dorpsstraat?  Dorpsgek. -e(n)- Als het eerste deel van de samenstelling een meervoudsvorm op –en heeft, dan komt dit terug in de samenstelling: Boek  boeken, dus: boekenkast.

Uitzonderingen! 1. Zelfstandig naamwoorden met twee meervouden krijgen alleen een –e. Groenten/groentes, gedachten/gedachtes, seconden/secondes Groentewinkel, gedachtegoed, secondewijzer. 2. Als het eerste deel van de samenstelling geen meervoud kent, krijgt het woord alleen een –e. Tarwe – tarwebrood, rijst – rijstebrij. 3. Als het eerste deel van de samenstelling uniek is. Er is er maar één van. Koninginnedag, zonnestraal, maneschijn. 4. Als het eerste deel van de samenstelling het tweede deel versterkt en het geheel een bijvoeglijk naamwoord is. Beresterk, apetrots, boordevol.

Schema tussenletter

Verkleinwoorden Korte klanken worden in een verkleinwoord soms lang: Vat – vaatje, glas – glaasje. Bij woorden die op een klinker eindigen, wordt de klinker bij het verkleinwoord verdubbeld: Paraplu – parapluutje, menu – menuutje, Afkortingen krijgen een apostrof: Wc’tje, tv’tje.

Aan elkaar of los?

Aan elkaar of los? De volgende woorden schrijf je aan elkaar: Samenstellingen van twee of drie woorden: Koffiefilterhouder, veelzeggend. Getallen tot duizend (in letters) en samenstelling met honderd en duizend: Achtendertig, vijftienduizend. Voornaamwoordelijke bijwoorden: Eronder, erover, hiermee, etc.

Aan elkaar of los? Je gebruikt een koppelteken in de volgende gevallen: In samenstellingen met uitspraakproblemen: Radio-omroep, ski-jack. In de naam van gehuwde vrouwen: Mevrouw A. de Wit-de Vries Tussen samenstellingen waarin het ene deel begint met niet-, ex-, anti-, Sint, etc. Niet-roker, Sint-Eustatius, ex-man. In combinaties van titels en beroepen: chef-kok, secretaris-generaal. In samengestelde aardrijkskundige namen: Zuid-Spanje, Noord-Groningse. In samenstellingen met cijfers, afkortingen en symbolen: wc-bril, AOW-trekker, 30+- magazine. Op de plaats waar een deel van een woord is weggelaten: Keel-, neus- en oorarts, binnen- en buitenkant.

Getallen Letters en geen cijfers voor de getallen een tot en met twintig. Letters voor tientallen en getallen als honderd, duizend en miljoen: Tien, twintig, veertig, tachtig; 65 honderd kilo; achttien miljoen dollar, 122 duizend euro. Cijfers voor getallen boven de twintig en voor maten en gewichten, bedragen, etc. 33 kilo, 7 januari.

Sommige of sommigen? Alleen met -n als personen bedoeld worden én als ze niet eerder in dezelfde zin worden genoemd! Vb: Sommigen hadden een onvoldoende voor de eerste toets. Anderen waren snellen klaar dan ik. Ouderen hebben meer zorg nodig. Vb: Sommige leerlingen hadden een onvoldoende en enkele een voldoende.

Sommige of sommigen? Voorbeeldzinnen: Er komen steeds meer drugsverslaafde(n) in ons land. Veel spelers kwamen met de auto, slechts enkele(n) waren met de fiets. De volwassene(n) kregen een drankje. Van de bevrijde aapjes waren er enkele(n) onder invloed, maar de meeste(n) waren gezond. Ik kijk altijd naar het journaal voor dove(n) en slechthorende(n). Van de leerlingen hadden alleen de ijverigste(n) de schitterende filmpjes bekeken.

Incongruentie Getal onderwerp is gelijk aan getal persoonsvorm: De juf schrijft op het bord. De juffen schrijven op het bord. Congruentie = onderwerp en persoonsvorm congrueren (=komen overeen).

Incongruentie Enkelvoud Meervoud Een aantal, een stel, een kudde, etc. Een groot aantal mensen kon niet naar binnen. Een reeks artikelen is uitverkocht. Vroom & Dreesman is failliet gegaan. Meervoud Bij meervoudige landen en instellingen (ook bij afkorting): De Verenigde Staten hebben besloten om de vergadering te verzetten. De Nederlandse Antillen zijn prachtig.