Examen Vinoloog van de Wijnacademie©
Stichting Dranken Examens Normering niveau eisen niveau 4, vastgesteld door de SDEN Stichting Dranken Examens Normering website: sden.nl
niveau eisen invloed van omgevingsfactoren (bodem, klimaat) en wijnbouw op wijn invloed van vinificatie en opvoeding op wijn kennis van wijnstreken wereldwijd met indelingen en kwaliteitssystemen kennis van wijnstreken in relatie tot wijntypen (wit, rood, mousseux, versterkt etc.)
wetgeving (EU, nationaal, internationaal) niveau eisen wetgeving (EU, nationaal, internationaal) wijn- en druivenproductie, wijnmarkt wijnadvies (horeca, retail, inkoop), wijn-spijs beschrijven van wijn, proefnotitie
voorbeeld SDEN 4, wijnbouw, kennis van wijnstokziekten en de kwaliteit van de oogst oorsprong en bestrijding van ziekten (schimmels, parasieten (Phylloxera), virussen en gebreksziekten (chlorose) conventionele en biologische bestrijdingswijzen, beredeneerde gewasbescherming
voor wie bedoeld voor hen die beroepsmatig wijnen beoordelen die daar kwaliteit en waarde van kunnen bepalen en die deskundig kunnen adviseren op uiteenlopende gebieden (leiding, uitvoering)
examenruimte
examenruimte
examenruimte
opbouw examen 3 theoretische module-examens van elk 50 multiple-choice vragen (totale duur 2,5 uur) Feitelijke kennis (feiten en procedures): herinneren en herkennen Kennis op basis van inzicht (begrippen) eventueel toelichten dat het lastig is om 3 modules, 150 vragen dus, in 2,5 uur goed te kunnen beantwoorden
opbouw examen module 1 Frankrijk, wijnbouw en wijnbereiding module 2 overige landen van Europa module 3 wijnlanden buiten Europa, regelgeving, gastronomie, gezondheid, marketing, het proeven van wijn er zijn uiteraard overlappingen; een vraag over vinificatie (Sherry, Port, Madeira) in module 2 is goed mogelijk. wijnbouw en wijnbereiding 40 à 50 %, Frankrijk 50 à 60%
proefmodule M4 bevat 18 vragen beoordeling theoriemodule (M1, M2, M3) bevat elk 50 vragen, cesuur is gesteld op 35 vragen goed = voldoende proefmodule M4 bevat 18 vragen minimaal 12 vragen goed = voldoende, mits minimaal 8 van de 12 wijnen goed zijn over het bijstellen van de norm voor de theoretische modules M1 M2 en M3
Voorbeeldvraag Module 1 Welk van de onderstaande gebieden heeft de hoogste gemiddelde temperatuur gedurende het groeiseizoen? A Bordeaux. B Central Valley van Californië. C Verona. B
Voorbeeldvraag Module 1 Wat bevordert het optreden van valse meeldauw? A Hoge luchtvochtigheid en warmte. B Lage luchtvochtigheid en windstil weer. C Neerslag en wind. A
Voorbeeldvraag Module 1 Op wat voor gesteenten heeft de bodem van de Haut-Beaujolais zich gevormd? A Op metamorfe gesteenten. B Op sedimentaire gesteenten. C Op stollingsgesteenten. C Haut-Beaujolais > graniet > stollingsgesteenten
Voorbeeldvraag Module 1 Welk van de onderstaande productiegebieden levert uitsluitend rode wijn? Côtes de Bordeaux-Castillon Côtes de Bourg Entre Deux Mers A
Voorbeeldvraag Module 1 Voor welke type wijn(en) mag de AOP/AOC Jurançon worden gebruikt ? A Mousserende wijn en witte wijn B Rode en witte wijn C Witte wijn C
Voorbeeldvraag Module 2 Uit welk gedeelte van Italië komt de DOC wijn Orvieto? A Centraal Italië. B Noordoost Italië. C Noordwest Italië. A
Voorbeeld uit de oefenvragen Welke uitspraak is juist? A Bij de fermentation malolactique ontstaat een weinig extra alcohol. B De fermentation malolactique vindt plaats door bacteriën. C Melkzuur is een frisser zuur dan appelzuur. B maar dit soort uitspraakvragen doen we niet vaak meer; staan nog vooral in de oefenvragen dus beschouw de oefenvragen dan ook vooral om te begrijpen over welke zaken vragen gesteld kunnen worden.
Voorbeeld uit de oefenvragen Welke van de volgende beweringen is of zijn juist? Men kan door het kiezen van de juiste onderstam de productiviteit van de wijnstok beïnvloeden. 2 Rotsachtige, stenige en weinig vruchtbare bodems zijn geschikt voor kwaliteitswijnen. C aangeven dat dit type vraag niet meer voorkomt (stellingvragen met meerdere invalshoeken), maar wel geschikt om te studeren. A Alleen 1 is juist. B Alleen 2 is juist. C 1 en 2 zijn juist. D 1 en 2 zijn niet juist.
Hoe de syllabus te bestuderen? om duidelijk te maken hoe je tabellen kunt bestuderen; dus in grote lijnen iets over oppervlaktes weten (Rheinhessen en Pfalz zijn het grootst in Duitsland; Ahr, Sachsen zeer klein) vervolgens bekijken waar witte druivenrassen overheersen (Mosel en Rheingau) en waar rode (Württemberg en Ahr) en tot slot in welke gebieden bepaalde druivenrassen (zeer) dominant zijn (Riesling in de Mosel en Rheingau, Spätburgunder in de Ahr).
opbouw examen Proeftechnisch deel : module 4 12 wijnen: stille wijnen (rood, wit, rosé), mousserende, parelende wijnen, likeurwijnen, dessertwijnen 12 vragen over deze wijnen theorie vragen m.b.t. deze wijnen tijd: 1 uur en 15 minuten 12 vragen over deze wijnen: hoofdzakelijk herkomst, soms ook jaartal of een ander aspect 6 theorie vragen over zuur, restsuiker, rijping, houtgebruik
Voorbeeldvraag Module 4 Welke wijn zit in glas 4 ? A 2015 Sonoma County, Chardonnay B 2015 Marlborough, Sauvignon Blanc C 2015 Stellenbosch, Chenin Blanc Alle proefexamens van de afgelopen jaren zijn bekend
wijze van testen: multiple choice handige tips op de website van de Leidse Universiteit http://www.studietips.leidenuniv.nl/mctent/index.html de presentatie staat op de website, dus de links zijn eenvoudig over te nemen
EXAMENCOMMISSIE VINOLOOG VAN DE WIJNACADEMIE SUCCES met het examen! EXAMENCOMMISSIE VINOLOOG VAN DE WIJNACADEMIE