Prof. N. Van Den Noortgate UZ Gent – dienst Geriatrie

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
PIJN in de palliatieve fase
Advertisements

Aanpak van slapeloosheid door de eerste lijn.
Kanker gerelateerde vermoeidheid
PIJN Door: Elly Oudemans pijnverpleegkundige St Jansdal ziekenhuis
P R E K L I N I S C H O N D E R Z O E K
Rianne Esselink Neuroloog UMC St. Radboud
Sedatie in het veld bij het Paard
Anorexia en Boulimia Nervosa
Clinic 2010 Bas Bertina Dik Snijdelaar
Behandeling van doorbraakpijn
Verslavingsproblematiek: cannabis
Psychiatrische stoornissen bij patiënten met een lichamelijke aandoening Hanne Claeys.
Duikveiligheid Symposium Frank Tofield Duikerarts
Jezelf bewegen…… De ander bewegen……
Medicijnen.
Presentatie Wat is angst (wetenschappelijk?)
Palliatieve sedatie Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn
Palliatieve sedatie Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn
Delier in de palliatieve fase
Anesthesie bij abdominale chirurgie
CAT Mariëlle Vlooswijk
Regionale samenwerkingsafspraken palliatieve pijnbestrijding
Stervensfase Symptoombestrijding..
Medicamenteuze pijnbestrijding
Mag het ietsjes warmer? Onderkoeling en pijn
De puzzel van chronische pijn !
pijnbestrijding Literatuur: farmacotherapeutisch kompas 2007
Diagnose en behandeling
Pijn en bewegen in relatie tot cognitie en gedrag bij dementie
Het staken van geneesmiddelen: evidence
“Tijdig spreken over levenseinde”
Depressie bij ouderen.
Wat doet Parkinson met mij? Een inleiding
Is premedicatie bij de tandarts nog wel van deze tijd?
Nierdialyse bij geriatrische patiënten Voordracht voor Maatschappelijk werkenden Catharina Ziekenhuis Eindhoven,
S YMPTOMEN EN BEHANDELING VAN OUDERE PALLIATIEVE PATIËNTEN MET KANKER Van Lancker, A., Beeckman, D., Van Den Noortgate, N., Verhaeghe, S., Van Hecke, A.
Plasma NT-proBNP en predictie van cardiovasculaire morbiditeit, mortaliteit, en veranderingen in functionele status, bij de oudste ouderen: de Leiden.
SPC ONDERZOEKS- INFORMATIE VOETNOTEN SPC ONDERZOEKS- INFORMATIE VOETNOTEN SUPERIORITEIT aangetoond in de preventie van CVA/ SYSTEMISCHE EMBOLIE vs. warfarine.
Lokale anesthesie.
Zorg op maat voor depressieve ouderen van levensbelang. Hannie Comijs.
H2 antagonisten dé behandeling van wratten!?
DM wat vertel je de patiënt? S. Tamis 5 november 2015.
Optimale farmaceutische zorg voor patienten met M.Parkinson Wereld Parkinsondag 2015 Nieuwegein.
Chronische pijn bij ouderen
Rachel Hellemans 24 april 2014 Bijscholing voor huisartsen van Antwerpen.
Doseren van antibiotica bij ouderen Dr. R ter Heine, ziekenhuisapotheker-klinisch farmacoloog.
Pijn meten bij ouderen Alène Verheyen Verpleegkundig pijnspecialist.
Diabetes mellitus. 1.Case-management 2.Structureren diabeteszorg in de praktijk.
Delier en opioiden Marleen van der Kaaij, 27 mei 2014.
Het hoe, wanneer, waarom wel en waarom niet.  Soorten  Werkingsmechanisme  Effecten, indicaties  Neveneffecten  Besluit.
Documentnr, datum Angst in de palliatieve fase. Marjan de Gruijter, specialist ouderengeneeskunde Zorgspectrum Het Zand, Zandhove, Zwolle
POP poli Traumatische partus
Scholing V&V Pijn bij kanker.
ProtonpomPinhibitoren – langdurig gebruik
Geneesmiddelen en PIJN
PIJN EN PIJNMEDICATIE Mede namens Bernarda Heslinga, Kees Huttenga,
Voor meer informatie zie hartfalen.nl
Hoofdstuk 3. Werking, dosering en vergoeding
Project geneesmiddelenkennis doktersassistentenopleiding
Behandelen van maligne pijn en andere symptomen Back to basics Deel 1
PIJN- en SYMPTOOMCONTROLE - ALGEMENE PRINCIPES
Hoofdstuk 4. Pijnstillers
Casus 4: De geriatrische patiënt
Geneesmiddelen.
Lokale anesthesie.
Brugge-Heidehuis 18 november 2017
Inleiding geneesmiddelenkennis
HET GEBRUIK VAN MORFINE Paul Heuberger, huisarts
Polyfarmacie.
Opleiding diabetes educatoren LMN Vlaamse Ardennen, maart 2019
Transcript van de presentatie:

Prof. N. Van Den Noortgate UZ Gent – dienst Geriatrie Pijn en ouderen Prof. N. Van Den Noortgate UZ Gent – dienst Geriatrie

Inhoud Inleiding Veranderingen in pijnperceptie Behandeling van pijn Pijn is een belangrijk probleem Veranderingen in pijnperceptie Behandeling van pijn Evaluatie van pijn Medicamenteuze behandeling

Vergrijzing van de bevolking in België 2007 2020 2040 2060 0 tot 14 jaar 1 797 729 17.0% 1 980 774 17.2% 1 938 956 15.9% 1 996 643 15.8% 15 tot 39 jaar 3 413 273 32.2% 3 530 974 30.6% 3 577 994 29.3% 3 629 843 28.7% 40 tot 64 jaar 3 563 470 33.7% 3 806 418 33.0% 3 656 356 29.9% 3 710 070 65 tot 79 jaar 1 326 423 12.5% 1 582 592 13.7% 2 017 726 16.5% 2 012 453 80 jaar en ouder 483 639 4.6% 637 574 5.5% 1 036 283 8.5% 1 313 752 10.4% Totale bevolking 10 584 534 11 538 332 12 227 315 12 662 761 www.statbel.fgov.be/studies/paper10_nl.pdf

Inleiding: pijn bij ouderen is een belangrijk probleem Incidentie 25-50 % zelfstandig wonende ouderen van 70 jaar en ouder 45-80 % bewoners van verzorgings- en verpleegtehuizen

Prevalentie van pijn bij ouderen met dementie in thuissituatie Shega et al, JAGS 2006: 1892-7

Gevolgen van chronische pijn bij ouderen? Verminderde levenskwaliteit Toename van kosten/ van gebruik gezondheidszorg Onbehandelde pijn

Onderbehandeling van pijn: ouderen met chronische (niet-maligne) pijn In een recentere studie bij de oudere met niet kanker gerelateerde pijn bemerken we zowiezo een lager gebruik van analgetica in de hoogbejaarde groep maar proportioneel ook een lager gebruik van sterke analgetica Landi et al.: Arch Int Med 2001; 161: 2721-24

Onderbehandeling van pijn: ouderen met maligne pijn Wanneer we de studie van Bernabei bekijken, naar het gebruik van opiaten in een oudere populatie met kanker, dan zien we nog duidelijker een hoog gebruik aan zwakke opiaten dan in de jongere populatie en een lager gebruik aan sterke opiaten Bernabei et al.: JAMA 1998; 279: 1877-82

Onderbehandeling van pijn: ouderen met dementie Shega et al, JAGS 2006: 1892-7

Onderbehandeling van pijn: redenen Problemen in communicatie Zintuiglijke, cognitieve en psychische problemen Terughoudendheid om hulp te zoeken. pijnklachten behoren bij verouderen angst voor belastende onderzoeken en behandelingen. Ontbreken van sociale steun Woordarmoede Veranderingen in pijnperceptie

Inhoud Inleiding Veranderingen in pijnperceptie Behandeling van pijn Evaluatie van pijn Medicamenteuze behandeling

Verouderen en pijn Verhoogd risico op chronische pijn Belangrijke cellulaire en neurochemische veranderingen in het nociceptieve systeem Pijndrempel is verhoogd voor korte, beperkte stimuli en stimuli ter hoogte van de extremiteiten Perceptie voor acute pijn idem verhoogde secundaire hyperalgesie, tragere resolutie van pijngewaarwording Verhoogd risico op chronische pijn

Alzheimer-dementie en pijn Pijn bij normale ouderen (wit) en Alzheimer-patiënten (zwart) Benedetti et al.: Pain 1999; 80: 377-382

Alzheimer-dementie en pijn Correlatie MMSE-score en pijntolerantie Benedetti et al.: Pain 1999; 80: 377-382

Scherder et al. Lancet neurol 2003; 2: 677-86

Alzheimer-dementie en pijn Scherder et al.: BMJ 2005; 330: 461-464

Alzheimer-dementie en pijn Stimulusdetectie en pijndrempel zijn niet gecorreleerd met cognitieve status en verminderde hersenactiviteit bewaarde sensorisch-discriminatieve component Anticipatie en reactie op pijn is wel afhankelijk van de cognitieve status verminderde affectieve-emotionele component Benedetti et al.: Pain 2004; 111: 22-29

Alhoewel …. Recente controverse

(A) Mean pain sensitivity thresholds recorded for a group of patients with Alzheimer's disease (solid bars) and an age-matched cognitively intact control group (unfilled bars) following mechanical pressure stimulation Cole, L. J. et al. Brain 2006 129:2957-2965; doi:10.1093/brain/awl228 Copyright restrictions may apply.

Regional increases in BOLD signal activity during the experience of MP compared with innocuous pressure stimulation Cole, L. J. et al. Brain 2006 129:2957-2965; doi:10.1093/brain/awl228 Copyright restrictions may apply.

Alzheimer-dementie en pijn? Geen verandering in nociceptieve informatie Wel verandering in cognitieve mogelijkheden om sensatie en gevolgen van pijn in te schatten, wat het gevoel van onbehagen kan doen toenemen

Pijn en andere vormen van dementie Experimentele en klinische resultaten Aandoening Motivationele-affectieve component van pijn Aanwezigheid of intensiteit van pijn Alzheimer verminderd idem Vasculair toegenomen Nvt Frontotemporaal Parkinson (niet-cognitief) Scherder et al.: BMJ 2005; 330: 461-464

Inhoud Inleiding Veranderingen in pijnperceptie Behandeling van pijn Evaluatie van pijn Medicamenteuze behandeling

(cf. concept totale pijn) Optimale behandeling? De sleutel tot een optimale behandeling van pijn bij ouderen ligt in de globale evaluatie en aanpak van chronische pijn (cf. concept totale pijn)

Evaluatie van pijn Pijnanamnese Globale evaluatie Fysieke functies ADL- en IADL-functies; mobiliteits/activiteitsgraad; slaap; eetlust; pijnintensiteit Psychosociale functies Gemoedsstemming; sociale interacties/gedrag Cognitieve functies Mentaal functioneren Klinisch onderzoek Aanvullend onderzoek Vitamine D bij musculoskeletale aandoeninen Etiologisch gericht (enkel zo therapeutische gevolgen)

Pijnanamnese en pijnschalen Eenvoudige vraag: Hebt u pijn? Self-assessment scales Intensiteit van pijn Observational rating scales Mogelijke aanwezigheid van pijn Geen intensiteit

Pijnschalen ~ cognitie Normale tot milde cognitieve beperkingen (GDS st 5 of 6): Eenvoudige vragen, aangevuld door self-assessment schaal Eventueel aan vullen door observationele schaal slechts matige correlatie met self-assessment AGS-panel over chronische pijn bij oudere personen JAGS 2002; 50: S 205-224 Pautex et al. J Gerontology 2005;60A:524-529

Pijnschalen: self-assessment/intensiteit 1. Numerische Score Schaal of VAS 0 – 10 schaal Horizontale Verticale

Pijnschalen: self-assessment/intensiteit 2. Verbale Beschrijving Schaal (Feldt, 2000) Vandermeulen & Van Aken, 1994 Geen Matige Ernstige Onhoudbare pijn Wary & Doloplus-groep, 1998 Geen Lichte Hinderlijke Uitgesproken Vreselijke pijn

Pijnschalen: self-assessment/intensiteit Gelaat-schalen Bieri, 1990

Pautex et al. J Gerontology 2005;60A:524-529 Pijnschalen Pautex et al. J Gerontology 2005;60A:524-529

Pijnschalen ~ cognitie Ernstige dementie en niet-verbale ouderen: Gebruik maken van self-assessment of intensiteit schalen (~ 25%) Observatieschalen: Symptomen die uiting kunnen zijn van aanwezigheid van pijn Gelaatsuitdrukking, taalgebruik, geluiden, lichaamshouding en bewegingen, omgang met anderen, activiteitenpatroon, gemoedstoestand

Pijnschalen: niet-verbale oudere PACSLAC Beste score bruikbaarheid, goede psychometrische eigenschappen Itemreductie gewenst - 24 items versie PAINAD Goede psychometrische eigenschappen Lagere scores bruikbaarheid DOLOPLUS-2 Meer complex in gebruik Psychometrische eigenschappen zijn acceptabel Zwakhalen et al, Pain 2006; 126: 210-220 Zwakhalen et al, 2007;J adv Nursing

Instrumenten ter evaluatie van pijn bij ouderen met ernstige dementie Meer en uitgebreidere informatie op: www.cityofhope.org

Behandeling? ?? Weiner D. JAGS 2004;52:1020-22

Behandeling Niet-farmacologische behandeling

Niet-farmacologische behandeling Contra-indicaties Warmtetherapie Acute inflammatie; oedeem; bloedingen; circulatiestoornissen; maligniteit; Cognitieve en communicatiestoornis Koudetherapie Verminderde sensitiviteit; arteriële insufficiëntie; cryopathies, cryoglobulinemie, cognitieve en communicatiestoornissen TENS Cognitieve en communicatiestoornissen Pacemaker/ cardiale defibrillator

Medicamenteuze behandeling: nociceptieve pijn Uitgangspunten: Start laag, ga traag Tijdschema (24 uur) Titratie met inachtneming van doelstelling therapie Combinatie van geneesmiddelen (neuropathische pijn) Waakzaamheid en voortdurende controle bijwerkingen Houd rekening met farmacokinetische veranderingen Volg richtlijnen WGO ook bij chronische pijn

WGO-ladder Morphine Fentanyl Oxycontin Buprenorfine Codeïne Tramadol Hydromorfone Buprenorfine Codeïne Tramadol Paracetamol Acetylsalicylacid NSAID

Central Nervous System Modulating neurons Descending inhibitory tract Tractus Spinothalamicus Central Nervous System Cognition – somatosensorial cortex Stress – hypothalamus Emotion – Limbic system Reaction – Prefrontal cortex Periaquaductal Grey matter Spinal ganglion A σ-afferent fiber C afferent fiber Commissura anterior Prostaglandine Histamine Bradykinine Endorfine, enkefaline Serotonine, adrenaline Substance P Nucleus dorsale raphe Dorsal horn Nociceptors Mechanical Thermal Chemical

Farmacokinetische veranderingen Vier mogelijkheden voor verandering Absorptie (oraal) Distributie Metabolisme (lever) Excretie (nieren)

Farmacokinetische veranderingen Absorptie (oraal) Kleine veranderingen Analgetisch: Veranderingen in pH (alkalose) - acetylsalicylzuur Atrofie van maagslijmvlies Gastroparese Distributie Toename van vrij vetweefsel Groter distributievolume voor lipofiele geneesmiddelen - lagere plasmaconcentratie in begin; langere eliminatietijd (fentanyl, diazepam) Afname in vrij water en bindingsproteïnen Kleiner distributievolume voor hydrofiele geneesmiddelen - hogere plasmaconcentratie (hydromorfon)

Farmacokinetische veranderingen Metabolisme Lever (krimpende microsomale enzymsystemen) Lagere perfusie van lever Lagere klaring voor geneesmiddelen met “first pass”-effect (morfine tot 35 %) Uitscheiding Nieren (verminderde GFR bij 2 op 3 personen) Dosisverlaging (codeïne, morfine)

Farmacodynamische veranderingen Veranderde gevoeligheid van receptoren, vooral degene die centraal en in het cardiovasculaire stelsel werkzaam zijn Verhoogde gevoeligheid: opioïden, dopamine-agonisten, antidepressiva, benzodiazepines Verlaagde gevoeligheid: ß-blocker; insuline

WHO-trap 1: Niet-opoïden Middel* Dosering Maximale dagdosis Aandachtspunten PARACETAMOL 300 tot 500 mg per gift, (4 à 6 giften p.d.) oraal: 4000 mg parenteraal: 4000 mg Dosisreductie bij leverfunctiestoornissen of excessief alcoholgebruik. NSAID’S Diclofenac Naproxen Ibuprofen 50 à 150 mg pd (aantal giften ~ galenische vorm) 220 à 275 mg/ gift (2 à 4 giften p.d.) 200 tot 400 mg/ gift (3 giften p.d.) 150 mg 880 à 1100 mg 1200 mg Mogelijke gastrointestinale bijwerkingen (risico op bloeding 5à8x hoger): vermijd hoge doses en langdurig gebruik; associeer protonpompinhibitor. Voorzichtigheid bij arteriële hypertensie, hartfalen en nierfalen. Geen meerwaarde te weerhouden voor gebruik van cox-2 inhibitoren in oudere populatie

AGS statement langdurig gebruik van opioïdanalgetica lager risico op levensbedreigende bijwerkingen dan langdurig en dagelijks gebruik van hoge dosis niet-selectieve NSAID’s.

WHO Trap 2: Zwakke opioïden Analgetisch plafond daarboven enkel bijwerkingen Plafond-dosis bij ouderen? Synergistische werking met paracetamol en NSAID Dosisreductie Nierfalen (gezien verhoogde plasmaconcentratie) Leverfalen (minder conversie naar metaboliet)

WHO Trap 2: Zwakke opioïden Gecontraindiceerde preparaten Dextropropoxyfeen (Depronal®,Yamalen®) Neurotoxiciteit/ataxie/duizeligheid Pethidine (Dolantine®) accumulatie Pentazocine (Fortal®) (kappa-agonist en µ-antagonist) neurotoxiciteit/hallucinaties Tilidine-naloxone (Valtran®) Geen gegevens in oudere populatie Niet aan te raden gezien verslaving en probleem bij overschakelen naar sterke µ-agonist Codïne en morfine dienen te worden gemetaboliseerd voor hun actief product

The use of opioid analgesics for persistent noncancer pain is becoming more acceptable AGS panel on Persistent Pain in Older Persons JAGS 2002;50:S205-S224

Buprenorfine partiële µ-agonist in hoge (niet klinische) dosis; kappa-antagonist Plafondeffect? SL: max 0.4 mg/6 uur (Temgesic®) transdermaal: 70 à 140 µg/uur (Transtec®) – werkingsduur 72h bijwerkingen: nausea, braken, duizeligheid Plaats in neuropathische pijn (ORL-1 receptoren) Oudere (> 70jaar) Goed verdragen Identisch veiligheidsprofiel Geen dosisaanpassing bij nierinsufficiëntie, wel bij leverfalen Griessinger et al. Curr med research 2005;21:1147-56

WHO trap 3: Sterke opioïden Morfine Fentanyl Hydromorfone Oxycodone

Morfine Zuivere µ-agonist Geen analgetisch plafond Farmacokinetische veranderingen: Duidelijk verhoogde initiële en maximale plasmaconcentratie in de oudere Toegenomen orale beschikbaarheid Renale insufficiëntie Vertraagde eliminatie van M-6-glucuronide; penetratie CSF en toegenomen risico bijwerkingen CNS Hepatische insufficiëntie Farmacodynamische veranderingen: Verhoogde gevoeligheid receptoren

Morfine Per orale vorm = morfinehydrochloride kortwerkende vormen: werkingsduur: 4 uur dwz in optimale omstandigheden 6x/d doseren; werkt ongeveer dertig minuten na toediening Cave: nier- en leverlijden: verlengde duur Bij ouderen 4x/dag vaak voldoende indicatie dosis-finding na trap II (start met 2,5 à 5 mg/dosis, op te drijven met 25 à 50% van de dagdosis) doorbraakpijn bij langwerkende preparaten (1/6 à 1/10 dosis)

Morfine Per orale vorm = morfinehydrochloride langwerkende vormen-vertraagde vrijstelling werken 12 uur Cave verlengde duur bij mensen met NI nadeel: niet te pletten – geen toediening via voedingssonde rectale toediening (magistraal bereide suppo’s)

Morfine Parenterale toediening van morfinehydrochloride werkingsduur: 4 à 6 uur (vaak continue toediening IV, SC-Grasebypomp) beschikbare ampulles standaard concentratie: 10 mg/ml op markt : max concentratie 30 mg/ml

Morfine Equivalentie van verschillende toedieningsvormen rectaal = oraal subcutaan = oraal/ 2 intraveneus = oraal/ 3 epiduraal = oraal/ 15 intrathecaal = oraal/ 50 à 100

Fentanyl Zuiver µ-agonist Lipofiel Farmacokinetische veranderingen Steady state na 2 à 3 pleisters Ideaal voor chronische stabiele pijn Niet ideaal in terminale fase Verhoogde biobeschikbaarheid van transdermale vorm Opgelet bij koorts; cachexie Fentanyl 12 µg met 30 à 60 mg morfine/d

Hydromorfone µ-agonist Sterk hydrofiel Verhoogde piek- en plasmaconcentratie Opioid te overwegen voor rotatie zo Onvoldoende pijnstillend effect onder morfine Veel bijwerkingen onder morfine (in 70% van de gevallen beterschap) Opgelet bij ernstige nierinsufficiëntie (neurotoxiciteit) Hydromorfone 4mg komt overeen met morfine 30 mg

Oxycodon µ en Қ – agonist Farmacokinetiek Equivalentie tov morfine Minder schommeling in biodisponibiliteit Weinig beïnvloed door leeftijd Equivalentie tov morfine Morfine 1.5 mg is 1 mg oxycodon Geen cross-tolerantie Weinig CNS bijwerkingen

Bijwerkingen opioïden Gezien farmacokinetiek en – dynamie van opiaten hebben ouderen een groter risico op bijwerkingen Deze kansop bijwerkingen is grosso modo identisch voor alle opiaten ofzij nu behoren tot de klasse van sterke of zwakke opiaten

Bijwerkingen opioïden Aandachtspunten Sedatie Meestal spontaan verdwijnend na 3-4 dagen Indien geen spontane resolutie: dosisvermindering opioïd-rotatie Voorzichtig met gelijktijdig gebruik van anxiolytica Verminderde cognitieve functie (hallucinaties/verwardheid) Soms gevolg van pijn (geen contra-indicatie) Dosisreductie als de pijn onder controle is Overweeg andere toedieningsvorm/ opioïd-rotatie Vermijd indien mogelijk medicamenteuze interacties: benzodiazepines tricyclische antidepressiva ciprofloxacine NSAID’s anticholinergica Schrijf zo nodig antipsychoticum voor (haloperidol)

Bijwerkingen opioïden Aandachtspunten Constipatie Neem preventieve maatregelen (dieet, laxantia) Nausea / braken Vaak spontane resolutie na enkele dagen Gecombineerd mechanisme: R/ domperidon (gastroparese) en/of haloperidol (stimulatie chemoreceptor trigger zone) Urinaire retentie Controleer regelmatig op globus Verhoogd risico op vallen Neem voorzorgsmaatregelen: informeer patiënt, familie en hulpverleners zorg waar nodig voor een (extra) hulpmiddel

Behandeling van bijwerkingen Dosis reductie van opioid Niet-opioide analgesie Adjuvante analgesie Oorzakelijke therapie Regionale anesthesie of neuroablative interventies Specifieke therapie gericht op bijwerkingen Laxativum Gastrokineticum; lage-dosis neuroleptica Veranderingen in toedieningswijze Opioid switch (rotatie)

Opioid switch Equianalgetische dosis Reductie van totale dosis van nieuw opioid tot 50-75% ; zo nog aanwezige pijn: 75 – 100% Doorbraakpijn : 1/6 van totale dosis Frequente producten: Morfine/ oxycodone/fentanyl/ hydromorfone

De angst voor gewenning Wat is gewenning en wat niet? Verslaving geneesmiddelenzoekend gedrag compulsief gebruik Misbruik bron van zelfverminking gebruik voor andere indicatie Lichamelijke ontwenningsverschijnselen afhankelijkheid bij plotselinge stopzetting Gewenning stijgende dosis vereist om initieel effect te bewerkstelligen

Gewenning? - Kankerpatiënten Doelstellingen Studie omtrent gratis terbeschikkingstelling met speciale nadruk op oudere patiënten met kanker Resultaten Verhoging dosis werd het vaakst gezien tijdens de eerste maanden Geen gewenning op lange termijn Dosis FTD µg/u Behandelingsduur (maanden) J. Menten et al.: Current Medical Research and Opinion, 2002

Gewenning? - Chronische pijn Doelstellingen Studie over 12 maanden met behandeling van patiënten met chronische niet-maligne pijn Resultaten Geen gewenning op lange termijn Gemiddelde Durogesic-dosis in de tijd µg/u Behandelingsduur (w = week; m = maand) Milligan et al.: Journal of Pain, 2001

Pseudo-gewenning Mogelijke oorzaken Progressie van onderliggende aandoening Begin van bijkomende nieuwe aandoeningen Meer lichaamsbeweging Gebrek aan therapietrouw Verandering van toedieningsvorm opioïd Wisselwerking tussen geneesmiddelen

Gewenning: onderzoeksresultaten De dosis van het toegediende opioïd kan ook belangrijk zijn, aangezien studies bij ratten en mensen hebben aangetoond dat gewenning zich sneller ontwikkelt als grote doses worden toegediend. Adriaensen et al.: Acta Anaethesiologica Belgica, 2003

Type pijn en palliatieve zorg

Neuropathische pijn Vaak combinatie van farmaca Anticonvulsiva Tricyclische antidepressiva Opioïden Zwakke (Tramadol, Buprenorfine) Sterke Opgelet voor centraal nerveuze bijwerkingen

Welke opioïden zijn doeltreffend? oxycodon tramadol fentanyl Morfine Buprenorfine andere?

Neuropathische pijn ( Carbamazepine) Gabapentine* Pregabaline* Middel Startdosering Gebruikelijke effectieve dagdosis (maximale dagdosis) Titratie Aandachtspunten ANTICONVULSIVA ( Carbamazepine) Gabapentine* Pregabaline* 100 mg per gift (2 giften p.d.) 100 à 200 mg/gift (1 gift op dag 1, op te drijven tot 3 giften over drie dagen) 75 mg per gift (2 giften pd) 200 mg (3 à 4 giften p.d.; 2 giften voor CR) 200-600 mg per gift (3 giften p.d. afhankelijk van nierinsufficiëntie) 75-300 mg na 3-7 dagen na 6 na 3-5 Enkel registratie bij trigeminusneuralgie. Leverfuncties, electrolyten (hyponatriëmie). Registratie voor polyneuritis bij diabetes en postherpetische neuralgie. Let op duizeligheid, slaperigheid, acute verwardheid. Tabellen voor dosisaanpassing in functie van nierinsufficiëntie ter beschikking. Let op duizeligheid, slaperigheid, hyponatriëmie. *zijn onderworpen aan specifieke criteria voor terugbetaling

Neuropathische pijn Middel Startdosering Gebruikelijke effectieve dagdosis (maximale dagdosis) Titratie Aandachtspunten TRICYCLISCHE ANTIDEPRESSIVA Desipramine Nortryptiline Amitriptyline 25 mg (1 à 2 giften p.d.) 25 mg per gift (1 à 2 giften liefst ’s avonds) 10 à 25 mg (1 gift ’s avonds) 50-100 mg (2 giften p.d.) 50 – 100 mg 25 à 75 mg diffucaps na 3-5 dagen Aanzienlijke risico’s op bijwerkingen bij oudere patiënten, w.o. anticholinergische effecten en cardiovasculaire bijwerkingen. Enkel amitryptiline heeft een registratie voor chronische pijn. OVERIGE Baclofen 5 mg per gift (2 à 3 giften p.d.) 5-20 mg per gift Let op spierzwakte en mictiefunctie; vermijd abrupt stoppen vanwege effecten op het centrale zenuwstelsel.

Conclusie Pijn is een belangrijk probleem Hoge incidentie Belangrijke gevolgen Weinig argumenten dat belangrijke veranderingen plaatsvinden in de perceptie van pijn bij ouderen Oudere met dementie: verandering in de cognitieve mogelijkheden om gevolgen in te schatten Goede evaluatie van pijn en de gevolgen is noodzakelijk

Conclusie Volg de WGO pijnladder Gebruik van opïoiden kan, ook bij chronische niet maligne pijn Ken de veranderingen in farmacodynamie en -kinetiek voor de door u gebruikte farmaca Ken en observeer de bijwerkingen Angst voor gewenning is zelden gewettigd Hou dosis zo laag mogelijk

Casus vrouw 86j Medische antecedenten Arteriële hypertensie met RRsyst 130 en RRdiast 70 onder ACE-I, thiazide en calciumantagonist Diabetes mellitus type 2 – HbA1c 7.2% onder glurenorm sinds 10-tal j Chronische complicatie Nefro-angiosclerose : creat 45 ml/min Beginnend dementieel beeld Osteoporose met reeds indeukingsfractuur waarna Calcium/vit D en bifosfonaat Arthrose waarvoor pijnstillende therapie met dafalgan 3x500mg

Casus Accidentele val (struikelt over looprek) Hevige pijn in de lage rug Klinisch onderzoek: Drukpijn thv L3-L5 Zeer pijnlijke mobilisatie Diagnose Recidief indeukingsfractuur

Casus Verder beleid bij deze dame?

Dank u voor de aandacht