Klein vaarbewijs 5e bijeenkomst
manoeuvreren Soorten aandrijving Roerwerking Soorten schroeven Schroefwerking Schroefwerking bij een noodstop Draaien en draaicirkel Dubbelschroefs schip Aankomen en (af)wegvaren
Soorten aandrijving Soorten motoren: benzine, diesel, electrisch Energie gaat naar de schroef door een aandrijfas of schroefas Buitenboordmotor: geen roer nodig Hekdrive: geen roer hekdrive draait Vaste schroefas, met vaste schroef, klapschroef of verstelbare bladen
Roerwerking Geen stroming is geen roerdruk Grote stroming veel druk BB roer, roerblad naar BB SB roer, roerblad naar SB Wat doe je met een helmstok?
intermezzo Loef/Lij Bovenwinds/Benedenwinds Lagerwal/Hogerwal Stuurboord/bakboord Helmstok Roerblad Bakboordroer/stuurboord roer
Schroeven Vaste schroef met roer Hekdrive of buitenboordmotor Vorm, schroefbladen etc. Stuwdruk, hoe groter de schroef hoe meer stuwdruk? Spoed Klapschroef Boegschroef en hekschroef
Schroefwerking Linkse en rechtse schroef Wieleffect, meer lucht aan de bovenkant Schroefwerking bij een noodstop
Keren in een breed vaarwater Schroefwerking. draaicirkel
Keren in een beperkte ruimte Je moet nu een keer achteruitslaan Over welke boeg kan ik dat het beste doen Let op de wind Begin met een lage snelheid Begin aan de goede kant van het vaarwater Met buitenboordmotor /heldrive heb je geen last van het wieleffect.
Aankomen en afvaren Landvasten, spring/tros Dubbel vast leggen met een “sliptros” Gebruik voldoende stootwillen
Aankomen SB met linkse schroef Vaar langzaam naar de Sb zijde van het vaarwater Sla achteruit Wat gebeurt er?
Aankomen bb zijde met linkse schroef Vaar naar de bb zijde Stuur evenwijdig aan de wal Sla achteruit, (wat gebeurt er) Gebruik de voorspring Manoeuvreer langszij.
Stroom en wind Wind of stroom tegen: Naar de afmeerplek Vaar de wind/stroom dood Manoeuvreer schuin naar de plek Evenwijdig aan de wal Voortros vast Achterspring vast Voorspring en achter tros
Wind en stroom Van achteren Langzaam naar de plek Evenwijdig aan de wal Achtertros naar de wal Achteruit slaan en achtertros slippend houden
Of bij stroom/wind van achteren Vaar achteruit naar de wal Leg het schip stil bij de wal Achtertros uit Dan voortros en voorspring vast.
Aankomen aan lagerwal Vaar langzaam naar de wal Houdt op enige afstand van de wal stil Laat je naar de wal drijven terwijl je evenwijdig blijft Afhankelijk hoe de wind staat eerst voor of achtertros (bovenwinds)
wegvaren Stroom en wind van voren Achtertros weg Voorspring weg Voortros weg Draaien op de achterspring Vooruit wegvaren terwijl je de spring weg haalt
Wegvaren 2 Achteruit Voortros weg Achterspring weg Achtertros weg Wind of stroom van achteren Hogerwal Lagerwal met veel wind Voortros weg Achterspring weg Achtertros weg Draaien op de voorspring Achteruit wegvaren voorspring binnen halen