Executieve functies versterken middels denkspellen. Waalwijk, 9 mei 2017 Nicole Smits Locatieleider/Intern begeleider Athena
Het is als een kist vol goed gereedschap. Cognitieve capaciteiten kunnen benutten vraagt om een aantal praktische vaardigheden. Het is als een kist vol goed gereedschap. Daar heb je pas iets aan als: je een plan kunt maken voor je klus, je ertoe kunt zetten om aan de klus te beginnen, je kunt bepalen welk gereedschap je nodig hebt en je lang genoeg doorwerkt om de klus af te maken. Deze vaardigheden, die gedrag en leren beïnvloeden, noemen we EXECUTIEVE FUNCTIES.
Tien principes bij het versterken van de executieve functies: Een vaardigheid aanleren is beter dan afwachten of het kind het vanzelf leert. Houd rekening met het ontwikkelingsniveau van het kind. Ga van buiten naar binnen. Begin dus met iets dat buiten de leerling is, en trek je geleidelijk terug als de vaardigheid geïnternaliseerd is. Bij het veranderen van externe factoren gaat het om de omgeving, de taak of de interactie. Gebruik intrinsieke motivatie van de leerling om iets te leren beheersen.
Zorg dat taken passen bij het inspanningsvermogen van de leerling. Zorg voor aanmoediging. Geef de leerling precies genoeg steun om succes te behalen. Steun net zo lang totdat de leerling succes heeft. Als je stopt met steun en beloningen, doe dat geleidelijk en niet abrupt.
Wat zijn de executieve functies Wat zijn de executieve functies? Hoe kunnen we executieve vaardigheden versterken? Welke denkspellen kunnen we daar voor inzetten?
Welke executieve vaardigheden kennen we? Respons-inhibitie Werkgeheugen Emotieregulatie Volgehouden aandacht Taakinitiatie Planning/prioritering Organisatie Timemanagement Doelgericht gedrag Flexibiliteit Metacognitie
Respons-inhibitie Het vermogen om na te denken voor je iets doet. Als de leerling erin slaagt de neiging te weerstaan om meteen iets te zeggen of te doen, heeft hij de tijd om een oordeel te vormen over een situatie en de invloed daarvan op zijn of haar gedrag.
Werkgeheugen De vaardigheid om informatie in het geheugen te houden bij het uitvoeren van complexe taken. Daarbij gaat het erom eerder geleerde vaardigheden of ervaringen toe te passen in een actuele of toekomstige situatie.
Emotieregulatie Het vermogen om emoties te reguleren. Om doelen te realiseren, taken te voltooien of gedrag te controleren.
Volgehouden aandacht De vaardigheid om aandacht te blijven schenken aan een situatie of taak, ondanks afleiding, vermoeidheid of verveling.
Taakinitiatie Het vermogen om zonder dralen aan een taak te beginnen, op tijd en op een effectieve wijze.
Planning/prioritering De vaardigheid om een plan te maken om een doel te bereiken of een taak te voltooien. Het gaat hierbij ook om dat de leerling in staat is beslissingen te nemen over wat belangrijk is en niet belangrijk is.
Organisatie Het vermogen om een systeem te ontwikkelen en te onderhouden. Om op de hoogte te blijven van informatie en benodigde materialen.
Timemanagement De vaardigheid om in te schatten hoeveel tijd je hebt, hoe je deze het beste kunt verdelen en hoe je een deadline kunt halen. Het besef dat tijd belangrijk is.
Doelgericht gedrag Het vermogen om een doel te formuleren, dat te realiseren en daarbij niet afgeleid of afgeschrikt te worden door tegengestelde belangen.
Flexibiliteit De vaardigheid om plannen te herzien als zich belemmeringen of tegenslagen voordoen, zich nieuwe informatie aandient of fouten gemaakt worden. Het gaat daarbij om aanpassingen aan veranderende omstandigheden.
Metacognitie Het vermogen een stapje terug te doen om jezelf en de situatie te overzien, om te bekijken hoe je een probleem aanpakt. Het gaat daarbij om zelfmonitoring en zelfevaluatie (door je bijvoorbeeld af te vragen: ‘Hoe breng ik het ervan af?’ Of ‘Hoe heb ik het gedaan?’).
Literatuur Bijsterveld van, S. Handleiding denkspellen inzetten in de klas, Eduforce, Drachten Dawson, P. & Guar, R. (2010) Slim maar… Help kinderen hun talenten benutten door hun executieve functies te versterken, Hogrefe Uitgevers, Amsterdam