Bezittelijk voornaamwoord Functie: geeft aan van wie iets is. voorbeeld Dat is mijn moeder. C’est ma mère. Nederlands: één vorm per persoonlijk voornaamwoord
Frans: drie vormen per persoonlijk voornaamwoord voor een mannelijk woord voor een vrouwelijk woord voor een woord in het meervoud je mon ma mes tu ton ta tes il/elle son sa ses nous notre nos vous votre vos ils/elles leur leurs
Welke vorm moet je kiezen? Kijk naar het zelfstandig naamwoord (het woord dat er achter staat). Let op! In het Nederlands kijk je naar de bezitter (van wie is het), in het Frans kijk je alleen naar het zelfstandig naamwoord.
voorbeeld zijn vader son père haar vader son père zijn moeder sa mère haar moeder sa mère
Let op! Als het zelfstandig naamwoord in het enkelvoud staat en begint met een klinker of stomme h (klinkerbotsing), dan krijg je de mannelijke vorm (mon/ton/son)! voorbeeld Stephanie is jouw vriendin. Stephanie est ton amie.