Onderwijsachterstandenbestrijding. Schakelklassen, NT2 en VVE Dr. Geert Driessen TOV – OAB overleg Oss, 30 september 2013
Achterstandsbestrijding: maatregelen en effecten Opbrengsten Gewichtenregeling ? ICO / Burgerschapskunde OETC / OET / OALT - / ? NT2 + / - VVE Schakelklassen + Klassenverkleining + / ? Gemengde scholen Brede scholen Jonger beginnen Zittenblijven - Weekendscholen Zomerscholen Verlengde schooldag Dagarrangementen Methods
Schakelklassen Varianten: - voltijds - deeltijd (≥ 8u p/w) - verlengde schooldag (≥ 100u p/j) Typen: - voetklas; extra taalonderwijs groep 1-2 - extra taalonderwijs groep 3-7 - extra voorbereiding op V.O.; kopklas na groep 8 - neveninstromersprojecten Methods
Schakelklassen Effecten: - onderbouwschakelklas: positief effect; ebt eerst weg, daarna weer inhaalslag - bovenbouwschakelklas en kopklas: positief effect; geen terugval; houden inhaalslag vast Aanbevelingen: - beschouw schakeljaar als onderdeel van integrale aanpak gedurende hele schoolloopbaan - geef ook ná het schakeljaar nog extra begeleiding - niet alleen woordenschat, ook grammatica Methods
NT2 Sinds jaren ’80: aanbod NT2-leermiddelen aandacht in opleiding verschuiving specifiek, all. lln. → geïntegreerd, taalzwakke lln. (incl. aut. lln.) Effectenonderzoek: specifieke zorg all. lln. onderbouw: meer differentiatie en maatwerk kwaliteitsverschillen scholen en lkrn.: verdere professionalisering lkrn. Methods
NT2 Pilots taalbeleid onderwijsachterstanden: ≥ 50% doelgroeplln. extra financiële middelen extra ondersteuning experts taal en rekenen Effectenonderzoek: m.n. effectief bij kleuters heldere doelen, toetsen, opbrengstgericht werken lkrn. omgaan met verschillen tussen lln. taalcoördinator/IB-er: inzichtelijk en bespreekbaar maken resultaten Methods
VVE-programma’s Doelgroep: jonge kinderen uit lagere sociaal-economische milieus Doel: preventie onderwijsachterstanden Inhoud: ontwikkeling, taal Methods
Onderzoeksvragen Hoe wordt VVE geïmplementeerd wat betreft: de definitie van de doelgroep werving en toeleiding kinderen (en ouders) programma’s de doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschoolse fase kwalificatie personeel ouderparticipatie samenwerking, knelpunten en oplossingen Methods
De organisatie van VVE Decentralisatie Gemeenten Schoolbesturen VVE 2,5 4 6 Leeftijd Kleutergroepen ba.s. Kinderdagverblijven Peuterspeelzalen
Decentralisatie Beleid: autonomie en vrijheid Partners doorgaans sterk gemotiveerd Enorme variatie qua implementatie van VVE; verschillen tussen en binnen gemeenten (instellingen)
Doelgroepen / indicatoren Kinderdagverblijven/peuterspeelzalen: - feitelijke ontwikkelingsachterstanden - psychosociale problemen van het kind - opleiding ouders - etnische achtergrond ouders - thuistaal - psychosociale problemen ouders - wijksamenstelling Scholen: Geen betrouwbare en valide screeningsinstrumenten Geen continuïteit Menging achterstands- en zorgperspectief
Werving en toeleiding kinderen en ouders consultatiebureaus (signalering wordt verplichting?) informatiebijeenkomsten in kdv, psz en scholen huisbezoek allochtone consulenten, eigen taal, eigen wijk immigrantenorganisaties, moskeeën Doelgroep vaak allochtone achtergrond: specifieke benadering kan zinvol zijn Zijn CBs toegerust m.b.t. signalering vanuit achterstandsperspectief?
Personeel vroegschoolse fase: veel lkrn. hebben aan programma’s gekoppelde cursus gevolgd, zijn gecertificeerd voorschoolse fase: veel leidsters hebben onvoldoende scholing op pedagogisch en didactisch gebied en beheersen het Nederlands onvoldoende Niveau leidsters peuterspeelzalen en kinderdag- verblijven is groot probleem aangezien de kern van VVE is stimulering Nederlandse taal en ontwikkeling
VVE-programma’s home-based en center-based (combinatie, ouders) commercieel en lokaal ontwikkeld (eclectisch, pragmatisch, maatwerk, kosten, compromissen/historie) verschillende benaderingen en ontwikkelingsdomeinen (sociaal-emotioneel + cognitief) continuïteit (tussen instellingen, over de tijd) geen programma is ‘evidence-based’ Geen bewijs dat programma’s werken N
Ouderparticipatie schort veel aan het ontbreekt vaak aan beleid van gemeenten en instellingen de intake van ouders en kind is vaak onduidelijk, geen protocol vaak geen actieve stimulering van het kind thuis (m.n. allochtonen) Veel (samen)werk aan de winkel
Implicaties Er is al veel werk verzet, MAAR: veel meer samenwerking en op één lijn brengen nodig stop het steeds opnieuw uitvinden van het wiel ontwikkel en gebruik evidence-based instrumenten en programma’s (kennis vergaren en verspreiden) (daarvoor) deels recentralisatie nodig meer actieve betrokkenheid van allochtone ouders. Meer efficiëntie, betere kwaliteit en kostenbesparing