Toekomst van box 3 Ruud van den Dool

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoofdstuk 5: Arbeidsmarkt in de EU
Advertisements

Overzicht Inkomen en armoede bij Belgische ouderen, vergeleken met hun leeftijdsgenoten in buurlanden Niet-monetaire indicatoren van de levensstandaard.
Begrotingscontrole 2013 Federale Overheidsdienst FINANCIEN De Minister van Financiën Koen Geens.
Welke keuzemogelijkheden zijn er m.b.t. pensionering? Vele medewerkers kiezen er niet voor om met 62 jaar met pensioen te gaan, maar overwegen een eerdere.
Bilanx Financial Planners B. V
Hypotheekvormen Er zijn diverse hypotheekvormen mogelijk. Elke vorm met z'n eigen kenmerken en z'n eigen voordelen. Het hangt dus van uw omstandigheden.
Een financiële uitwerking van de zonnepanelen.
Boxenstelsel.
Overheid beleid.
Overheidsfinanciën College 3, 20 mei 2008 Robert Inklaar
Welvaart Hoofdstuk 4.
Chapter Five 1 A PowerPoint  Tutorial to Accompany macroeconomics, 5th ed. N. Gregory Mankiw Mannig J. Simidian ® CHAPTER FIVE The Open Economy.
Het Ondernemersbegrip
Nederlandse belastingstelsel ‘Boxenstelstel’
De Nederlandse levensloopregeling: ervaringen en lessen
Welvaart Hoofdstuk 4.
Jullie hebben lef... .
Jezelf bewegen…… De ander bewegen……
Inkomen 22 Begrippen H7.
HAVO 5 Inkomen en groei Hoofdstuk 4: Inkomensverdelingen
Pensioenverzekeren over de grens
Stelling 1 Een winstbox doet alleen recht aan de bijzondere functies van winstinkomen voor zover daarin winst wordt belast die niet rechtstreeks door de.
De laatste nieuwstjes uit Den Haag
Arbeidsmarkt en CAO College voor Arbeidszaken Dick Voortman Gemeentebeurs 7 december 2006.
Wat is inkomstenbelasting
Inkomstenbelasting en belasting op vermogen
De invloed van een erfenis op een tegemoetkoming
Pag 65 t/m 77. Wat gaan we doen vandaag? Korte herhaling Kortingen op de belastingen Extra aftrekposten voor ondernemers Ondernemendheid voor Dummies:
De economische effecten van belastinghervormingen
VERSCHUIVING VAN LASTEN OP ARBEID NAAR KAPITAAL? PROF. DR. PETER KAVELAARS / ERASMUS SCHOOL OF ECONOMICS TILBURG UNIVERSITY, 11 SEPTEMBER 2015.
Lastenverlichting op arbeid: geen gratis lunch Paul de Beer UvA-AIAS & De Burcht.
Discretionair vermogensbeheer
Mechanismen van tweedeling Over verarming en verrijking in Nederland.
SpaarBV presentatie november 2015 Algemeen telefoonnummer:
© GfK 2014 | AFM Consumentenmonitor | Juni AFM Consumentenmonitor voorjaar 2014 Beleggers Juni 2014.
Pensioenactualiteiten Buitenlandse Zaken Den Haag, S. Jongbloed, Bestuursbureau ABP.
Discussienota Bouwgrondprijs voorbereidende raadsvergadering 22 juni 2010.
Challenge the future Delft University of Technology Huurregulering in perspectief van woonbeleid Woonbeleid in diverse landen Prof. Marja Elsinga, Housing.
Informatieavond oud papier Welkom en inleiding programma.
FISCALE ACTUALITEITEN VOOR DE DGA 26 november 2013.
GRP VI ( ) Gemeentelijk Rioleringsplan. Gemeentelijke zorgplicht watertaken: Zorgen voor een doelmatige inzameling en een doelmatig transport.
Naar een aanbodbeleid op de Vlaamse private huurmarkt? Erik Buyst Steunpunt Ruimte en Wonen.
Hoofdstuk 1(3.1- 8%) De kandidaat kan voor een beschreven situatie motiveren of een medewerker gebruik kan maken van in het verleden opgebouwde rechten.
MISBRUIK VAN RECHT Een nationaal, internationaal en unierechtelijk perspectief Discussiebijdrage Koen Verburg 12 mei 2016 Vereniging voor Belastingwetenschap.
Inkomstenbelasting en belasting op vermogen. Box 1 Box 2 Box 3 Inkomstenbelasting Schijventarief Vennootschapsbelasting 20% over de eerste € winst.
MISBRUIK VAN RECHT Een nationaal, internationaal en unierechtelijk perspectief Bespreking Rapport Commissie Misbruik van recht Amsterdam, 12 mei 2016.
GRENSWERKERS IN EUROPA Prof. dr. Peter Kavelaars 28 juni 2017
Een zegen of een gevaarlijke verleiding?
een oude dag die moeilijk te financieren lijkt
Rabobank Hart van Brabant
Intro.
Economische groei Hfst 20 Hfst 26.
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Belasting en wetgeving
WONEN EN WERKEN IN DUITSLAND
Belangrijkste belastingwijzigingen per 1 januari 2018
Welkom 4 Havo..
Hfst 5 Sparen of lenen? Concept: Ruilen over de tijd
Het belastingstelsel In Nederland.
Consumenten/producenten/overheid
Beoordeling investeringen
Economische kringloop
Vicieuze cirkel Economie: buitenland.
Tips en trucs en de belangrijkste veranderingen in 2018
Je hebt niet altijd geld te besteden
een oude dag die moeilijk te financieren lijkt
Hein Koning Klantenavond 9 januari 2019
EPN Actualiteitendag WETSWIJZIGINGEN PER Prof. dr. Frans Sonneveldt
Financiële planning, met het oog op de toekomst Estate Planning
Transcript van de presentatie:

Toekomst van box 3 Ruud van den Dool Met de invoering van box 3 is sprake van een vrijstelling van vermogensinkomsten in de inkomstenbelasting en werd volstaan met een vermogensbelasting over een deel van het vermogen. Noch reguliere voordelen (de vruchten) noch de waardestijging wordt belast. Wel heeft deze vermogensbelasting het jasje van een inkomstenbelasting gekregen door een vast tarief te vermenigvuldigen met een vast forfaitair rendement. En via dat forfaitaire rendement wordt verondersteld het onderliggende inkomen op eenvoudige wijze te zijn bepaald. Er wordt gebastraheerd van de daadwerkelijke individuele inkomsten. Een belangrijke reden voor een laag tarief ligt bij de kapitaalmobiliteit. Dat laatste argument is alleen maar sterker geworden en dit impliceert dat kapitaalinkomen lager moet worden belast. Een hoger tarief leidt tot weglekken van kapitaal, waardoor de kapitaalkosten stijgen en die komen dan op arbeid te rusten. In de vorm van lagere lonen. Andere discussie betreft primaat voor de woonstaat of voor de bronstaat. Bij een exclusieve woonstaatheffing, is het voor de inwoners irrelevant waar zij investeren; de belasting over binnenlands- of buitenlands inkomen is voor hen gelijk. Zij zoeken daarom het hoogste brutorendement in de wereld en dat is de zogenoemde kapitaalexportneutraliteit. De locatiekeuze van de investering wordt niet beïnvloed door de belasting van de inwoner. Bij een zuivere bronstaatheffing daarentegen zoeken investeerder in een land de locatie waar het netto-rendement het hoogste is, de zogenoemde kapitaalimportneutraliteit. Bij KIN is het uiteindelijk het te behalen netto-rendement overal gelijk is. Vanuit welvaartsperspectief is dat te preferen zo blijkt uit onderzoek. Nadeel is evenwel dat belastingplichtigen overall ter wereld belastingplichtig zijn en progressieve belastingheffing niet is te realiseren. Ook leidt het tot belastingconcurrentie tussen staten, maar dat is tegenwoordig relatief beperkt omdat die ook bij toepassing van het woonplaatsbeginsel bestaat door emigratiebewegingen. En die laatste zijn eenvoudiger geworden. Daar zit ook een aandachtspunt. Voorheen werd aangenomen dat KEN tot gevolg had dat door de bronheffing het kapitaalaanbod in een staat zou dalen, maar door de toegenomen emigreerbewegingen kan dit ook bij een woonstaatheffing gebeuren. Met andere woorden: linksom of rechtsom dient een uniformering tot stand te komen om de kapitaalbewegingen tot stilstand te brengen. Uiteindelijk wordt aangenomen dat KEN is te preferen vanuit productieperspectief; derhalve dat toepassing van het woonstaatbeginsel te prefereren is. Daarvan uitgaande zou een system van bronheffingen zonder nadere inkomstenbelastingheffing niet de voorkeur verdienen. Wel zou men kunnen overwegen een nationale maar lage bronheffing op rente en dividend in te voeren met een laag tarief en vervolgens in de lijn van Rijkers een inkomstenbelasting vanaf een bepaald vermogen, eveneens met een laag tarief. Nadeel daarvan is dat de bronheffing ook drukt op buitenlandse investeerders en daar zou kapitaaluitvoer door kunnen ontstaan. Anderzijds zou die bronheffing ook ten laste van de grote institutionele beleggers komen, i.c. pensioenfondsen en op die manier zou het thans onbelaste pensioenkapitaal indirect worden belast. Enkele andere te benoemen aspecten. De vermogensverdeling blijkt in Nederland redelijk stabile te blijven, zij het dat vermogenswinsten daarin niet door het CBS worden meegenomen. Den Haag, 25 januari 2018 Vereniging voor Belastingwetenschap 2018

Neutraliteit, belastingen mogen niet verstoren Verschillende dimensies liggen ter toetsing voor Neutraliteit in fiscale behandeling beleggingsobjecten (of meer algemeen alle bezittingen en schulden) Neutraliteit in Financieringswijze Vervreemdingsmogelijkheden niet belemmeren (inkomstengenererende versus waardegenererende beleggingen) Inflatoire resultaten buiten de heffing houden Verliesverrekening Gelijkheid tussen belastingplichtigen  Draagkracht?

Consumptiekeuze Eenvoudig rekenmodel X verdient in jaar 1 en jaar 2 € 1000 netto per jaar aan arbeidsinkomen, consumeert alles in zowel jaar 1 als jaar 2 Y verdient eveneens € 1000 in jaar 1, maar consumeert € 600 en spaart € 400. In jaar 2 wederom € 1000 verdienen, maar alles inclusief gespaarde bedrag consumeren. Gespaarde bedrag wordt risicoloos gespaard. Discontovoet is 2% NCW consumptie X = € 1980,39 NCW consumptie Y = € 1980,39 Zonder belastingen is netto-consumptie X en Y gelijk

Consumptiekeuze (2) Eenvoudig rekenmodel, nu met belastingen van 30% NCW consumptie X = € 1980,39, hij heeft niets gespaard Y spaart € 400, rendement 2% minus 30%, totaal € 405,60 Y verdient € 1000, dus consumptie jaar 2 = € 1405,60 NCW consumptie Y = € 1978,03 Door te sparen is Y slechter af!! Kapitaalinkomen belasten is dus onverstandig omdat sparen wordt ontmoedigd

Redenen om wel te belasten Doelmatigheid Rechtvaardigheid Belastingen op arbeid zijn verstorend en door kapitaalinkomen te belasten, kan die arbeidsverstoring worden getemperd Biedt meer verdelingsmogelijkheden omdat kapitaalinkomen niet slechts bestaat uit gespaard arbeidsinkomen. Geen verstoring op arbeid, kapitaalinkomen belasten verhoogt arbeidsaanbod en investering in menselijk kapitaal, fiscaal constrcuctiewerk met bv’s wordt voorkomen. Als mensen gemiddeld over hun leven meer kapitaalinkomen hebben, gaan ze gemiddeld minder werken. Om het gemiddelde aanbod en met name op latere leeftijd te verhogen, zou kapitaalinkomen moeten worden belast. Door meer kapitaalinkomen te belasten, gaan mensen meer investeren in scholing. De relatieve belastingdruk op de meerinkomsten uit scholing worden hoger en daardoor wordt scholing aantrekkelijk. Door kapitaalinkomen te belasten voorkomen je dat mensen die weinig kunnen lenen, gaan sparen. Een ander merkwaardig argument betreft het tegengaan van voorzorgsparen: als men spaart zal men minder werken en door besparingen te belasten gaat men meer werken. Mensen gaan meer en langer werken en investeren meer in scholing. Uiteraard is de vraag of de mindere verstoring in de arbeidsmarkt opweegt tegen de toegenomen verstoring in de kapitaalmarkt. Maar via de rechtvaardigheidsbenadering kan dit worden gerechtvaardigd.

Consumptiekeuze, nuancering Meer risico, hopelijk meer rendement Eenvoudig rekenmodel, nu met belastingen van 80% NCW consumptie X = € 1980,39, hij heeft niets gespaard Y spaart € 400, rendement 10% minus 80%, totaal € 408 Y verdient € 1000, dus consumptie jaar 2 = € 1408 NCW consumptie Y = € 1980,39 Ondanks 80% heffing is consumptie X en Y gelijk  Hoog tarief niet bezwaarlijk Kapitaalinkomen belasten hoeft niet bezwaarlijk te zijn.

Voorwaarde: Risicovrije rendement wordt niet belast! De “ondernemersrent” mag volledig worden belast (in voorbeeld is die 8% en die wordt ‘toevallig’ volledig belast, terwijl NCW van de consumptie niet wordt verlaagd tov de ‘verbrasser’.  Huidige systeem stimuleert ‘verbrassen’ bij de risicomijdende belegger  Stimuleert ook risicomijdende belegger risicovoller te beleggen  Schending neutraliteit

Hoogte forfaitair rendement Rendement berekend obv AEX herbeleggingsrendement Moneyview

Overig Financieringswijze in box 3 (los van drempel) irrelevant Boxoverschrijdende verschillen, tarief en grondslag (inclusief financieringswijze) Gebrek aan verliesverrekening (tussen boxen, maar ook in opvolgende jaren in box 3) Eigen woning (Ondernemerswoning?)

Hoe scoort box 3? Aspect Score Neutraliteit consumptiekeuze (tijd) -/-/- Neutraliteit beleggingsobject Financieringswijze - Vervreemdingsmogelijkheid Inflatieresultaat belast Neutraliteit tov andere boxen Budgettaire en stabiele opbrengst +/+/+ Eenvoud Draagkracht (zowel juridisch als economisch)

Voorstel Vermogensaftrek in box 3, direct in te voeren en ook bij systeemaanpassing handhaven Hoogte gelijk aan (meerjarig gemiddelde?) risicovrije rendement Heffing over reë(e)l(er) rendement Indien vermogensaftrek, dan eventueel hoger tarief om tariefsgelijkheid met box 1 en box 3 te bereiken  Duaal systeem? Opmerking over successiewet. Indien betere en hogere inkomensheffing op kapitaalinkomen, dan geen erfbelasting. Een schenkbelasting ware nog te overwegen. Anderzijds zou men de erfbelasting ook kunnen zien als een eindafrekening vanwege een lage inkomstenbelasting op kapitaal. Maar dan wel heffen ten laste van de erflater. Hier zit eventueel wel een emigratieprobleem.

Moneyview cijfers Index: MoneyView (v/h CBS) Index Algemeen Jaar Rendement Herb. rend. 2001 -21,1 -19,2 2002 -34,7 -32,8 2003 5,1 9,2 2004 4,5 8,4 2005 25,9 31,1 2006 12,4 16,2 2007 1,7 5,7 2008 -49,5 -47,2 2009 29,6 35,2 2010 9,3 13,1 2011 -8,3 -5,1 2012 8,2 13,9 2013 15,7 19,3 2014 6,9 10,3 2015 3,4 6,6 2016 7,0 11,6 2017 15,0 19,1