Leven vanuit Gods troon JAARTHEMA 2017-2018

De troon en de tijd Laten wij dan met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip. Hebr. 4:16

De verloren zoon Ex. 20:12 Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de Here, uw God, u geven zal. Lucas 15:11-32 Deut. 21:18-21 Wanneer een man een weerbarstige, weerspannige zoon heeft, ... … dan zullen alle mannen van zijn stad hem stenigen, zodat hij sterft.

De vreemde vader Neemt ‘m niet mee naar de poort, maar Geeft hem schoenen - vrijheid Geeft hem zijn ring - kapitaal Geeft hem zijn mantel - autoriteit Waarom? De zoon: ‘valt op zijn knieën’ De zoon zegt: ‘Vader ...’ De zoon zegt: ‘Ik ben niet waard ...’

De Hemelse Vader De vader van deze zoon vertrouwt hem alles toe Zo vertrouwt God ons alles toe: Jullie zijn mijn vrienden, als je doet, wat Ik je opdraag. Ik noem je niet meer slaven, want de slaaf weet niet, wat zijn heer doet; maar jullie heb Ik vrienden genoemd, omdat Ik alles, wat Ik van mijn Vader gehoord heb, aan jullie heb bekend gemaakt. Joh. 15:14-15

Alles is van God in bruikleen Ps. 24:1-2 Van de Heer is de aarde en haar volheid ... Ps. 50:9-10 … want Mij behoort al het gedierte van het woud, het vee op bergen ... Ps. 115:16 De hemel is de hemel van de Heer, maar de aarde heeft Hij aan de mensenkinderen gegeven. Gen. 1:28 En God zei: … vervul de aarde en onderwerp haar ... Mat. 25:19 Na lange tijd kwam de heer van die slaven en hield afrekening …

De 10 geboden Gebod 6 – niet doodslaan; rentmeesters van het leven! Gebod 7 – niet echtbreken; rentmeesters over het gezin! Gebod 8 – niet stelen; rentmeesters over spullen! Gebod 9 – niet vals spreken; rentmeesters over waarheid! Gebod 10 – niet begeren; rentmeesters over GENOEG! Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de Here, uw God, u geven zal. Ex. 20:12

De Zoon eren! En dit is het getuigenis: God heeft ons eeuwig leven gegeven en dit leven is in zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet. 1 Joh. 5:11-12 Wat zullen wij dan van deze dingen zeggen? Als God vóór ons is, wie zal tegen ons zijn? Hoe zal Hij, die zelfs zijn eigen Zoon niet gespaard, maar voor ons allen overgegeven heeft, ons met Hem ook niet alle dingen schenken? Rom. 8:31-32