Ik doe niet mee! Opdracht: 1 Korintiërs 12:14-16 & 18 "Een lichaam bestaat niet uit één deel, maar uit veel verschillende delen. Stel dat de voet zegt: ‘Jammer, ik hoor niet bij het lichaam, want ik ben geen hand.’ Dat kan de voet wel zeggen, maar een voet hoort toch echt bij het lichaam! Of stel dat het oor zegt: ‘Jammer, ik hoor niet bij het lichaam, want ik ben geen oog.’ Dat kan het oor wel zeggen, maar een oor hoort toch echt bij het lichaam! God heeft elk deel van het lichaam een eigen taak gegeven. Precies zoals hij dat wilde." Opdracht: Hier liggen allemaal spulletjes. Je krijgt 1 minuut de tijd om zoveel mogelijk van deze spullen in de mand te krijgen. Eén probleem! Je handen doen niet mee! Wie krijgt de meeste spullen in de mand in 1 minuut? Vragen om door te praten: Hoe was het om deze opdracht te doen? Zou het makkelijk zijn geweest als jouw handen wel hadden meegedaan? Waarom zou Paulus tegen de kerk van de Korintiërs hebben gezegd dat ze alle lichaamsdelen nodig hebben. Dus alle leden van de kerk?