Netwerkondersteuning in buurt en wijk Perspectief van de cliënt Alie Velvis, Msc en Alke Haarsma-Wisselink, Msc
Agenda Introductie Presentatie onderzoek en resultaten Ervaringsdeskundige Wilma Batterink World Café Terugkoppelen en vooruitblikken
Voorstellen Alke Haarsma-Wisselink en Alie Velvis: onderzoekers Centrum voor Samenlevingsvraagstukken/Werkplaats Sociaal Domein; VIAA Wilma Batterink: Ervaringsdeskundige RIBW GO
Thema workshop Inclusieve samenleving en opbouwen infomeel sociaal netwerk: ook de wens van de cliënt? Wat betekent het (moeten) aangaan van sociale contacten buiten de bekende cirkel voor mensen met een beperking? Hoe kom je als professional achter de wens van de cliënt? Hoe ga je vervolgens om met aan de ene kant de sterke wens vanuit beleid om netwerkgericht te werken en aan de andere kant misschien wel andere wensen van de cliënten zelf? Vorm: ontwikkelbijeenkomst
Kennismaking Stel: je bent op een congres waar je niemand kent. - Hoe voel je je en hoe gedraag je je? Welke rol neem je aan? Wat helpt je over een mogelijke drempel?
Agenda Terugkoppelen en vooruitblikken Introductie Presentatie onderzoek en resultaten Ervaringsdeskundige Wilma Batterink World Café Terugkoppelen en vooruitblikken
Netwerkondersteuning in buurt en wijk Wat hebben mensen met een verstandelijke beperking of psychiatrische achtergrond nodig om een informeel sociaal netwerk op te bouwen, uit te breiden en te behouden in hun buurt of wijk, dat er aan bijdraagt dat ze naar vermogen kunnen deelnemen aan de samenleving?
agenda
Vier onderzochte netwerkondersteunende plekken Wijksteunpunt ‘t Noaberhuus in Dalfsen
Wijkmoestuin De Slinger in Steenwijk
Dag,- werk- en leercentrum De Ontmoeting in Zwartsluis
Wijkboerderij De Klooienberg in Zwolle
Theoretische concepten Wederkerigheid, gezamenlijkheid en begrenzing; de ingrediënten voor duurzaam contact op buurtniveau Wederkerigheid gaat over de mate waarin mensen binnen een relatie aan elkaar geven en van elkaar ontvangen, en de mate waarin hier een bepaalde balans bestaat. Belangrijk is dat erkenning en waardering bestaat voor wat ieder geeft en ontvangt, het geven en nemen hoeft niet perse in balans te zijn of kan tijdelijk niet in balans zijn. Omdat wederkerigheid een voorwaarde is voor het voortbestaan van sociale contacten en omdat het gelijkwaardigheid tussen mensen bevordert, hebben we in dit onderzoek gekeken naar wederkerigheid van de plekken en de mensen onderling, en hoe dit door de professional wordt benadert. De plekken op zich zijn wederkerig; er is bijv. sprake van geven: er worden groenten verbouwd en die worden verkocht in de buurt. Of de ruimte kan gebruikt worden door de buurt bijvoorbeeld. Gezamenlijkheid ‘Iets samen hebben’. Bijv. het delen van een gemeenschappelijke interesse of hobby, of ook om het delen van een vergelijkbare achtergrond. Gezamenlijkheid gaat over de aanleiding van het contact, een reden om contact aan te gaan, een onderwerp om over te praten. Door samen iets te ondernemen kan er contact ontstaan. Dat is een eerste stap. Begrenzing Dit biedt een bepaalde zekerheid die zowel voor mensen met als zonder beperking prettig is en veiligheid biedt. Veiligheid is een belangrijke voorwaarde voor mensen met een beperking om zich prettig te voelen en contacten aan te gaan. Maar ook voor mensen zonder beperking, voor buren. Het is makkelijker ergens heen te gaan als je weet wat je daar gaat doen en hoe lang het duurt. Ook kunnen rollen begrenzing geven; als vrijwilliger zijn bijv. dit en dat mijn taken.
Resultaten Sociale netwerken worden niet uitgebreid buiten de plek: Mensen willen lichte ontmoetingen op publieke plekken, ‘burgervriendschap’ (Machielse, 2016) “Ontmoeten jullie elkaar ook wel eens buiten de Klooienberg?” “Nee, nee. Ik vind namelijk wel dat ik mijn grenzen mag en moet stellen. Anders houd ik geen privé over.” (ZB) Nadruk ligt op fijne sfeer en ‘er bij horen’: collectief Gezelligheid is het belangrijkst “Het gaat vooral over leuke dingen. Niet teveel over de thuissituatie, je mag wel iets, maar niet te veel”(ZB) “Gesprekken, lekker eten, kortom gezelligheid” (MB) Wat ontstaat op de plek is herkenbaar in wat Machielsen (2016) beschrijft als ‘burgervriendschap’: een bepaalde welwillendheid die mensen ervaren ten opzichte van elkaar in het publieke domein. Dit is geen intieme vriendschap, maar het is wel een relatie waar de betrokkenen plezier aan beleven. Mensen zijn betrokken op elkaar, gemotiveerd om rekening met elkaars belangen en kwetsbaarheden te houden. Mensen lijken er dus tevreden mee te zijn dat het contact zich beperkt tot de ontmoetingen op de plek en in de publieke ruimte. Ze komen niet naar de plek om het netwerk uit te breiden en individuele contacten op te doen. Mensen komen en blijven komen omdat het gezellig is en ze iets kunnen bijdragen aan de plek. Op collectief niveau en niet perse in één op één contacten (individuele wederkerigheid).
Resultaten Nieuwe focus: Maar wat leveren deze contacten op de plek dan wel op en welke voorwaarden zijn eraan verbonden?: Oefenen met rollen (normalisering) Verkrijgen van en spelen met sociale identiteit Wat doet de fysieke plek: gebouw, locatie, activiteiten Voorwaarden voor Safe places (Hall, 2004): Plekken moeten open genoeg zijn voor ontmoeting en veilig genoeg dat dit contact prettig is. Voorwaarden en afwegingen Nieuwe focus: het hebben van een rol/functie: belangrijk ook als basis van sociaal contact. Wel goed begrensd zijn. Mensen met een beperking willen veilige plekken, mensen raken snel overprikkeld, geïrriteerd of zijn bang of verlegen i.v.m. onverwachts gedrag: Hoe opener de plek, hoe onveiliger het aan kan voelen voor mensen met een beperking. Maar, hoe minder open, hoe minder uitnodigend voor buurtbewoners. Men is soms deelnemer, cliënt, vrijwilliger, buur… Doordat de rollen diffuus zijn, kan er geoefend worden met verschillende sociale rollen en identiteit (Fincher & Iveson, 2008) Mensen met beperking willen sociale rol vervullen (Milner & Kelly, 2009) ‘Het zijn gewoon collega’s van mij. Het zijn de mensen die hier ook horen. Het is niet meer en niet minder.’ MB ‘Ik help mee met eten koken en brunch voorbereiden. (…) Dan vragen ze me ook om boodschappen te doen en dan krijg ik geld mee. Dat was een hele nieuwe ervaring want dat had ik nog nooit eerder gedaan’. (MB) Safe places, third places, microspaces: plekken in publieke ruimte waarin gelegenheid is tot ontmoeting, maar toch meer begrensd dan gewone openbare plekken (zoals een bieb, een hondenuitlaatplein, een supermarkt). Het moet open genoeg zijn dat er nieuwe ontmoetingen kunnen ontstaan, maar veilig genoeg dat dit contact met vreemden prettig is.
Kortom… … stel geen al te grootse doelen en verwachtingen aan buurtprojecten … zet niet in op warm en emotioneel contact … organiseer afgebakende activiteiten en geef mensen hierin duidelijke taken … heb aandacht voor wat mensen met een beperking willen in het contact
Kortom… Veel resultaten m.b.t. hoe netwerkgericht te werken Maar: is het wel altijd wenselijk om netwerkgericht te werken? Vertrokken vanuit de veronderstelling: een inclusieve samenleving is wenselijk; vanwege overheidsbeleid, minder zorg. Is dit een manier om te zorgen voor opbouw van informeel sociaal netwerk. Minder gericht op: is het uberhaubt wel de wens van de MB om een netwerk op te bouwen?
Uitkomsten ontwikkelbijeenkomst Er wordt wel indirect gevraagd naar behoefte aan sociale contacten: Eerst vertrouwen opbouwen Laagdrempelig maken: tijdens activiteit Regelmatig: helpen bij het verwoorden, maar niet sturen/beslissen Professional: fijngevoelig zijn, niet sturen Behoefte van cliënt op activiteitenniveau: basis laten zijn van aangaan contacten. Werken vanuit een functie. Dilemma: als de cliënt geen behoefte heeft aan het opbouwen/onderhouden van een sociaal netwerk: in hoeverre de cliënt dan motiveren, eventuele sociale angst wegnemen, sociale vaardigheden cursus aanbieden e.d.?
Agenda Introductie Presentatie onderzoek en resultaten Ervaringsdeskundige Wilma Batterink World Café Terugkoppelen en vooruitblikken
Wilma Batterink Ervaringsdeskundige RIBW GO Werkzaam o.a. bij de Klooienberg
Agenda Introductie Presentatie onderzoek en resultaten Verhaal van ervaringsdeskundige Wilma Batterink World Café Terugkoppelen
Thema In hoeverre is er zicht op de behoefte van de cliënten zelf om een informeel sociaal netwerk op te bouwen met mensen zonder beperking? Wat betekent het (moeten) aangaan van sociale contacten buiten de bekende cirkel voor mensen met een beperking? Positief en negatief Hoe kom je achter de wens van de cliënt? Hoe ga je vervolgens om met aan de ene kant de sterke wens vanuit beleid om netwerkgericht te werken en aan de andere kant misschien wel andere wensen van de cliënten zelf?
Stelling Het opbouwen van een stevig informeel sociaal netwerk is voor iedereen belangrijk: dus ook voor mensen met beperking die dat eigenlijk niet willen opbouwen. Bij onwil is het de taak van professionals om deze onwil weg te nemen: cliënten te motiveren en het (leren) aangaan van contacten een onderdeel te maken van het leertraject.
Samen aan de slag: World Café 3 groepen Per groep: 1 stamgast Op iedere tafel; 1 vraag 10 minuten om erover te praten, brainstormen, discussiëren. Stamgast: schrijft de bevindingen op en deelt eerdere bevindingen met volgende groep 3 rondes a 10 minuten
Samen aan de slag Plenair: presenteren van de uitkomsten Vragen en feedback
Terugkoppeling Wat spreekt aan? Wat is bruikbaar, hoe benut je deze kennis in de praktijk?
Bedankt! Voor meer informatie: Alie Velvis: a.velvis@viaa.nl Alke Haarsma: a.haarsma@viaa.nl Informatie en publicaties Netwerkondersteuning: https://www.viaa.nl/centrum-voor-samenlevingsvraagstukken/onderzoekslijn-netwerkondersteuning/