VROEG MODERNE TIJD HET RATIONEEL OPTIMISME EN HET VERLICHT DENKEN IN GODSDIENST, POLITIEK, ECONOMIE EN SOCIALE VERHOUDINGEN.
Wetenschappelijke revolutie Kritisch nadenken in 16e eeuw Nieuwe manier van denken en kijken krijgt in de 17e eeuw een theoretisch kader Wetenschappelijke revolutie Rationalisme Empirisme 18E Eeuw Verlichting Vertrouwen op eigen verstand / Ratio Gebruiken geen argumenten op basis van traditie, geloof en schrijvers uit de oudheid
Verlichte denkers stellen vragen bij “vanzelfsprekendheden” Verlichting Verlichte denkers stellen vragen bij “vanzelfsprekendheden” Geloof ? Samenleving ? Bestaan van God en de rol van de kerk in de samenleving Absolute macht van de koning
Vertrouwen op eigen verstand (ratio) Verlichting Vertrouwen op eigen verstand (ratio) Geloof Geloof is niet logisch is te verklaren, toch blijven verlichters geloven. Wereld is machine die door God is ontworpen en in werking is gezet. God speelt geen rol in verloop van dagelijkse gebeurtenissen. Combinatie van rationalisme met een mechanisch wereldbeeld. Deisme: God is geen persoon maar bestaat in natuurlijke processen.
Vertrouwen op eigen verstand (ratio) Verlichting Vertrouwen op eigen verstand (ratio) Samenleving: Mensen opvoeden en scholen tot rationele burgers Europees superioriteitsgevoel Rechtspraak Lijfstraffen zijn onbetrouwbaar en irrationeel Geschiedenis proces van voortuitgang. Primitieve volken zijn onderontwikkeld.
Samenleving Taak: mensen opvoeden en scholen tot rationele burgers John Locke: Jean Jacques Rousseau Montesquieu Sociaal Contract. Contract tussen volk en regering. Bij misstanden mag het volk in opstand komen Volkssoevereiniteit Trias Politica. Scheiding der machten Regering is uitvoerder van de gezamenlijke wil van de burgers. Om machtsmisbruik te voorkomen moet de macht worden verdeeld over 3 organen. Wetgevende Uitvoerende Rechtsprekende Alle mensen hebben van nature rechten: Leven Bezit Vrijheid