Step #1: Limiting the field of diagnostic choices Chapter 14 Section III: using the DSM-5 to arrive at a personality diagnosis Step #1: Limiting the field of diagnostic choices Step #2: Actively expanding the diagnostic criteria for a specific diagnosis Verifying the validity of patient-reported diagnostic traits
Step #1: Limiting the field of diagnostic choices Passively scouting for clues to personality dysfunction Signal signs (fig. 14.1 p. 593) Observeerbaar gedrag en interactiestijl suggestief voor persoonlijkheidsstoornissen Vaak eerste 5-8 minuten Bv. “process comments” (commentaar op interview of interviewer) cluster B Bv. “unwarranted complaint” gekoppeld aan al dan niet subtiele eisen NAR-P, BOR-P, PAR-P, ANT-P Bv. “seksueel getinte (subtiele) opmerkingen” ANT-P (vooral bij ↑ onkuisheid), THE-P, NAR-P Bv. “dramatische dikdoenerij”: opvallende of provocatieve kledij; drama in gedrag (huilen/druk gesticuleren) THE-P, BOR-P Bv. “kinds en hulpeloos”: onderdanigheid en oprechte poging interviewer te plezieren AFH-P, soms ook THE-P en BOR-P. Bv. “openlijk manipulatief”: poging dat arts verzoek inwilligt of afkeurende t.o.v. andere arts BOR-P, THE-P, NAR-P of passief-agressieve kenmerken Signal symptoms (fig. 14.2 p. 593) Gerapporteerde klachten, spontaan door pt Bv. “automutilatie of frequent suïcidaal gedrag” BOR-P Bv. “extreme perfectionisme” OBS-P Bv. “aanvaringen wet” ANT-P Bv. “boosheid en evt. fysiek geweld” ANT-P, BOR-P, (PAR-P, NAR-P, THE-P) Bv. “↓↓ zelfwaardegevoel” AFH-P, VER-P, SCHIZT-P, BOR-P Bv. “Langdurige intense angst” OBS-P, AFH-P, VER-P Bv. “Weinig empathie” ANT-P, THE-P, SCH-P, NAR-P Bv. “Frequent micropsychotic breaks” BOR-P, SCHIZT-P, PAR-P
Step #1: Limiting the field of diagnostic choices Actively limiting the diagnostic field with probe questions Stel “probe questions” aangaande specifieke stoornis Antwoorden inconsistent? Stop stoornis te verkennen Antwoorden consistent? Verder stoornis verkennen Lijst met “probe questions” m.b.t. persoonlijkheidsstoornissen p. 596-598 Illustration of a clinician limiting the field of diagnostic possibilities (p. 599-602) Dialoog sociale anamnese (veel signal symptoms en probe questions)
Step #2: Actively expanding the diagnostic criteria for a specific diagnosis Verken actief de meest waarschijnlijke diagnose Pathologisch persoonlijkheidsgedrag manifest sinds adolescentie? Gerapporteerd gedrag valide? Kent arts specifieke criteria in DSM-5? Is het gedrag ernstig genoeg pathologisch? Illustration of a clinician expanding the diagnostic criteria of a specific diagnosis (p. 603-606) Borderline PS -> diverse kenmerken verzameld om te voldoen aan eisen in DSM-5
Verifying the validity of patient-reported diagnostic traits Enhancing validity by maintaining engagement Oprecht luisteren, natuurlijke flow van vragen stellen, flexibel in gesprek, geen checklist afvinken Betere engagement = pt meer geneigd specifieke info te delen = meer valide Techniques for verifying historical persistency Valide criterium indien consistent en persistent aanwezig “Merk je al sinds de middelbare schooltijd dat…” “Terugkijkend op je leven van je adolescentie tot nu, is het typisch voor jou om…” Techniques for ruling out state dependency Is gedragsprobleem gevolg van pathologisch persoonlijkheidskenmerk of toestandsbeeld (manie, schizofrenie, …)? Bv. “Nu voel je je depressief, maar hoe was het toen je je nog je normale zelf voelde, kon je toen ook regelmatig boos worden?” Maak duidelijk aan pt over welke periode het gaat! = meer valide Verifying pathological severity Is persoonlijkheidskenmerk zo frequent, ernstig en rigide aanwezig dat het significante schade veroorzaakt aan pt en/of anderen? = pathologisch. Anders NIET Tapping for epiphenomena = interview strategie Gebruik “generic epiphenomena questions” als pt “ja” antwoord op probe question (bv. “Hoe merk je dat?” “Geef daar eens een voorbeeld van?” Gebruik ”specific epiphenomena questions” indien pathologische ernst nog niet duidelijk (bv. “krijg je klachten dat je veel te lang over taken doet?” bij kenmerk over-perfectionisme)
Chapter 14 Section IV: future diagnostic systems of personality dysfunction and the usefulness of dimensionality today Dimensionality: a note of caution and The power of dimensionality in the initial interview DSM-V naast standaard categoriaal model ook alternatief dimensionaal model (25 persoonlijkheidstrekken) Pro: gedetailleerd klinisch beeld (belangrijke persoonlijkheidstrekken die pathologisch of sterktes kunnen zijn; aanleiding tot behandelplan; …) Con: Tijdrovend (min. 1 uur) Entrance questions for exploring personality traits Tabel 14.1 p. 617-620 Differential diagnosis of personality disorders: a glimpse into the future Building upon the DSM-5 categorical system Toevoegen van exploreren van (bepaalde) dimensionale trekken als optie (bij tijd of in latere sessies) Overschakelen van criteria naar “prototypisch diagnostisch systeem” (bv. SWAP-II) narratieve omschrijving hoe iemand met bepaalde persoonlijkheidsstoornis zich gedraagt, overkomt, voelt en denkt. (meer validiteit i.v.m. criterion-based categorische systemen)