Parlementaire democratie

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
De eerste 10 Nederlandse grondrechten (bron: Schooltv)
Advertisements

Staatsinrichting 1 Veranderingen herkennen/ beschrijven die in 1848 werden doorgevoerd in het kiesrecht door de liberalen o.l.v. Thorbecke.
Het Landsbestuur 4.1 Regering 4.2 Parlement 4.3 Provincie en gemeente
Politiek, diverse zaken aan de orde
4.1: Het parlement is baas boven baas
Leven in een rechtsstaat
Maatschappijleer 1 Nadya Karim
QUIZ Katern Politiek.
4.1: Het parlement is baas boven baas
Het Politiek Systeem Civitas Hoofdstuk 8
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
19de eeuw(1.5 en 4.2) In 1813 komt de zoon van Willem V terug als soeverein vorst(na nederlaag Napoleon) als koning Willem I Er komt een nieuwe grondwet.
Staatsinrichting van Nederland
Staatsinrichting van Nederland
Staatsinrichting van Nederland
Hoofdstuk 6 Democratisering
Europese Samenwerking
De staatsinrichting van Nederland.
Parlementaire democratie
Historisch overzicht paragraaf 6.2
Staatsinrichting van Nederland
4.2: De geschiedenis van de NL democratie
Liberalisme en socialisme
Politiek.
Herhaling Staatsinrichting
4.1: Het parlement is baas boven baas
Rechtsstaat 22 april Rechtsstaat 22 april 2008.
Inleiding politieke stromingen
Evenwicht in de machtsindeling
Politiek-juridische dimensie
Het Volk 2e Kamer 150 leden 1e Kamer 75 leden Directe verkiezingen
Analyse maatschappelijk vraagstuk
Hoofdstuk 3: Parlementaire democratie
§2: politieke stromingen en partijen:
Waarom stemde de Nederlanders, voor WOII, niet op de NSB
De tijd van burgers en stoommachines H10 Politieke strijd en emancipatie Vroegmoderne tijd 19 e eeuw Paragraaf 10.1 ‘Conservatisme en liberalisme’
Staatsinrichting Wie is de baas van Nederland? ©Tom Verbeek sep 2010.
Staatsinrichting van Nederland (deel 2)
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de Nederland en Europa
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Politieke Stromingen”.
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Politieke Stromingen”.
3.1 Kiesrecht 3.2 Soorten partijen
Blok 2 Vrijheid in Nederland
Tijd van burgers en stoommachines 1800 – 1900
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen
Thema 2: De rechtsstaat.
Democratie in Nederland
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de Knelpunten in de politiek.
Wie bestuurt Nederland
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de Nederland; rechts-staat en democratie De powerpoint bevat de basisstof die je moet kennen om het centraal.
Burgers en stoommachines 4.3 Politieke stromingen - Ismen
Les kiezen, politieke stromingen en partijen
Blok 2 Vrijheid in Nederland
Examen ma2 N.a.v. het SE P7.
Politiek Paragraaf 1-3.
HOOFDSTUK 1 NEDERLAND VAN 1848 TOT 1914
1.1 DE NEDERLANDSE STAATSINRICHTING NU
Het Koninkrijk der Nederlanden
Hoofdstuk 1 Wat is politiek?
PowerPointpresentatie Algemene staatsinrichting
Cursus 6.3 : Europese Eenwording 2 KGT Lesweek 3
Het parlement Hoofdstuk 6 ‘Politiek.
Kabinet en Regering Hoofdstuk 5.
Regering en parlement Regering en parlement Machten… Machten…
Gemeente en Provincie Hoofdstuk 7.
Democratie en Dictatuur
3.1 Kiesrecht 3.2 Soorten partijen
H5 Wie bestuurt Nederland?
Politieke veranderingen in het bindingsvraagstuk
Politieke veranderingen in het verhoudingsvraagstuk
Transcript van de presentatie:

Parlementaire democratie Maatschappijleer hoofdstuk 1

Wie lost onze problemen op?

Experiment Neem het blaadje op je tafel. Maak er een propje van. Probeer, zittend vanaf je eigen plaats, het propje in de prullenmand op de tafel van de docent te gooien. Wie dit lukt, zal het gedurende dit jaar makkelijker hebben bij de lessen maatschappijleer.

Experiment Wie protesteren harder tegen de voorwaarden van dit experiment, leerlingen voor, midden of achter in het lokaal? Van wat in onze samenleving is dit experiment een voorbeeld? Waarom is het belangrijk je hier bewust van te zijn? Hoe los je dit ‘probleem’ op? Wat heb je daar voor nodig en wie heb je daarbij nodig?

Maatschappelijk probleem Gaat altijd over groepen mensen Het hangt samen met, of is het gevolg van maatschappelijke veranderingen Waarover verschillen in mening ontstaan over de aanpak van en de oorzaak van het maatschappelijk probleem Het vraagt om een gemeenschappelijke oplossing. Of door de betrokken partijen of door een instantie die het namens de betrokken partijen oplost. Geef aan de hand van de bovenstaande kenmerken aan of het zojuist gedane klassenexperiment een voorbeeld is van een maatschappelijk probleem. (5 min denktijd)

Welke schoolregels vloeien hieruit voort? Normen & waarden Waarde: een principe dat belangrijk (waardevol) wordt gevonden Norm: een verwachting hoe iemand zich behoort te gedragen afgeleid uit een waarde Regel: een vertaling van de norm in geschreven (schoolregels, wet, spelregels) en ongeschreven afspraken. Welke waarde hooft bij het experiment dat wij zojuist hebben gedaan? Bedenk er minstens 1 (3 minuten bedenktijd) Welke norm(en) behoren hierbij (op school)? Bedenk er minstens twee (2 minuten bedenktijd) Welke schoolregels vloeien hieruit voort?

Belangen Welk voordeel hebben mensen ergens bij? Belangen zijn soms tegengesteld Wat zijn voorbeelden van tegengestelde belangen bij het experimenten dat wij zojuist hebben uitgevoerd? (overlegtijd 5 minuten)

Maatschappelijk probleem…? https://www.youtube.com/watch?v=7MTl6wzBZnU Zoek 3 andere bronnen over dit onderwerp Welk maatschappelijk probleem wordt hier besproken? Leg uit aan de hand van de vier kenmerken? Welke waard(en) spelen hierbij een rol? Welke normen en welke regels? Wat zijn de tegengestelde belangen?

“In je eentje bereik je weinig” Plato De Staat Er zijn bijna 200 staten in de wereld 3 kenmerken: Een staat beschikt over een omgrensd grondgebied Het grondgebied wordt bewoond door een groep mensen: Een (het) volk De staat heeft de hoogste macht: de soevereiniteit over dat gebied en bevolking Voldoet Nederland aan de drie kenmerken van een staat en op welke manier dan? (2 minuten overleg tijd) De staat heeft binnen zijn grenzen een geweldsmonopolie. Dat wil zeggen: de staat is de enige die legitiem geweld mag gebruiken.

Taken van de staat Interne en externe veiligheid Openbare orde Veiligheid tegen externe bedreigingen Ontwikkeling van de samenleving bevorderen Taken coordineren (zorg, openbaar vervoer) (her)verdeling van goederen Nachtwakersstaat Verzorgingsstaat

Politiek Definitie: “Het beleid van de overheid, de totstandkoming van dat beleid en de effecten daarvan” Overheidsbeleid: welke doelen de overheid nastreeft, welke middelen zij gebruiken om dit te behalen en hoe lang ze hierover denken te doen. Bij het tot stand komen en uitvoeren van beleid zijn er verschillende belangen en opvattingen van verschillende actoren waar de politiek rekening mee moet houden. Actoren zijn individuen of groepen die invloed proberen uit te oefenen op het politieke besluitvormingsproces. Welke actoren spelen er een rol bij de casus over comazuipen? (3 minuten overlegtijd)

Macht Macht: het vermogen van een persoon/organisatie om invloed uit te oefenen Machtsbases: factoren waarop deze macht is gebaseerd (kennis, functie, geld, ervaring) Invloed: uiteindelijke resultaat van het gebruik van macht Gezag: gelegitimeerde macht Geef een voorbeeld van gelegitimeerde macht op school en leg uit wat hierbij de machtsbases is. (3 minuten denktijd)

Beslissen we zelf?

Democratie of dictatuur? Een persoon of een kleine groep heeft het voor het zeggen. Als er al verkiezingen zijn, mag meestal maar een partij daaraan deelnemen Er is geen vrije pers (Politieke) tegenstanders van het regime belanden vaak zonder proces in de gevangenis of ontvluchten het land. Bevolking heeft invloed op het beleid, en de macht van de overheid is beperkt. Er zijn vrije en geheime verkiezingen De grondrechten van de burger zijn in de grondwet vastgelegd. Er is een onafhankelijke rechterlijke macht die geen verantwoording aan de overheid hoeft af te leggen. INFORMEEL: de overheid en burgers tonen respect voor minderheden en zijn tolerant ten opzichte van andersdenkenden. Leg aan de hand van deze kenmerken uit of Frankrijk een democratie of dictatuur is. Doe hetzelfde voor China

Trias politica De scheiding der machten: de drie machten zijn gescheiden en controleren elkaar Zo toets de onafhankelijke rechterlijke macht of de wetgevende macht bij het opstellen van nieuwe wetten niet de grondwet schaad.. Eerste en Tweede Kamer Wetgevende macht Regering (ministers + Koning) De rechters Rechtelijke macht Uitvoerende macht

Hoe democratisch is Nederland? Indirecte democratie: Wij kiezen vertegenwoordigers die namens ons beslissingen nemen. Staten Generaal: Eerste en Tweede kamer (parlement/volksvertegenwoordiging) blz 17!! Vertrouwensregel: Bestuur moet verantwoording afleggen aan het parlement en moet daarbij het vertrouwen van de meerderheid hebben. Directe democratie: volk stemt over alle te nemen besluiten. (denk aan een referendum. De meeste referenda in Nederland zijn slechts adviserend.)

Nederland als gedecentraliseerde eenheidsstaat Rijk Provincie Gemeente

Nederland als gedecentraliseerde eenheidsstaat: het rijk Regering: Koning + ministers Bestaat uit Wetgevende macht Verantwoording Controle vertrouwen Staten-Generaal = Parlement Bestaat uit Kiezen Tweede Kamer (150 leden) Eerste Kamer (75leden) Provinciale Staten Kiezen 1x per 4 jaar Nederlanders 18 of ouder Kiezen 1x per 4 jaar

Nederland als gedecentraliseerde eenheidsstaat: de provincie Regering Benoemt Commissaris van de Koning Dagelijks Bestuur Bestaat uit Gedepudeerde Staten Eerste Kamer (75leden) Kiest Controleert Algemeen Bestuur Provinciale Staten Kiest Kiest Nederlanders 18 of ouder

Nederland als gedecentraliseerde eenheidsstaat: de gemeente Regering Benoemt Burgermeester Dagelijks Bestuur Bestaat uit Wethouders Kiest Controleert Algemeen Bestuur Gemeenteraad Kiest Nederlanders 18 of ouder

De gekozen burgermeester? De burgermeester Voorzitter van het college van Burgermeester en Wethouders Mag een demonstratie verbieden (om openbare orde en veiligheid te beschermen) Zit in de bestuur van de brandweer- en politieregio Democratisch? De gekozen burgermeester?

Kiezen we voor meer vrijheid of meer gelijkheid?

Gelijkheid in de Grondwet GW Art. 1: Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Vrijheid in de Grondwet GW art. 6 1 Ieder heeft het recht zijn godsdienst of levensovertuiging, individueel of in gemeenschap met anderen, vrij te belijden, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. 2 De wet kan ter zake van de uitoefening van dit recht buiten gebouwen en besloten plaatsen regels stellen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. .

Vrijheid in de Grondwet GW art. 7 1 Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. 2 De wet stelt regels omtrent radio en televisie. Er is geen voorafgaand toezicht op de inhoud van een radio- of televisieuitzending. 3 Voor het openbaren van gedachten of gevoelens door andere dan in de voorgaande leden genoemde middelen heeft niemand voorafgaand verlof nodig wegens de inhoud daarvan, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. De wet kan het geven van vertoningen toegankelijk voor personen jonger dan zestien jaar regelen ter bescherming van de goede zeden. 4 De voorgaande leden zijn niet van toepassing op het maken van handelsreclame

Vrijheid in de Grondwet GW art. 8 Het recht tot vereniging wordt erkend. Bij de wet kan dit recht worden beperkt in het belang van de openbare orde. GW art. 9 1 Het recht tot vergadering en betoging wordt erkend, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. 2 De wet kan regels stellen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden. GW art. 13 1 Het briefgeheim is onschendbaar, behalve, in de gevallen bij de wet bepaald, op last van de rechter. 2 Het telefoon- en telegraafgeheim is onschendbaar, behalve, in de gevallen bij de wet bepaald, door of met machtiging van hen die daartoe bij de wet zijn aangewezen. Verder: GW art. 10, GW art. 11, GW art. 12, GW art. 14, GW art. 16…..

Politieke stromingen: Liberalisme Dateert uit de 18e eeuw: verzet tegen de macht van de koningen en regenten Pleidooi voor vastleggen van de rechten van het individuen de emancipatie van de burger Franse Revolutie, Russische Revolutie, Amerikaanse Revolutie Klassiek Liberalisme: Vrijheid van het individu Economisch: vrije markt (Adam Smith: de onzichtbare hand die de maatschappij/economie stuurt) Overheid is verantwoordelijk voor veiligheid en orde, moet zich zo min mogelijk met de burger bemoeien Iedereen is in de eerste plaats verantwoordelijk voor zichzelf Klassiek liberalisme wordt vaak RECHTS ingedeeld (VVD) Sociaal Liberalisme: Vrijheid hoog in het vaandel maar op sommige gebieden (zoals onderwijs) is overheidsbemoeienis gewenst. D66

Politieke Stromingen: Socialisme Reactie op op de uitwassen van het kapitalisme van de 19e eeuw Overheid moet de burgers beschermen (tegen gaan van kinderarbeid) en gelijkheid staat hoog in het vaandel Particulier bezit van productiemiddelen moet worden afgeschaft (in staatshanden) Bevat vele varianten, waaronder het communisme (Marx, Sovjet Unie) Sociaal Democratie Meer rechtvaardigheid en gelijkheid via de parlementaire democratie Inkomensverschillen verkleinen, solidariteit tussen arm-rijk, jong-oud, ziek-gezond (verzorgingsstaat) Politiek vaak LINKS (GroenLinks, Socialistische Partij, Partij van de Arbeid)

Politieke stromingen: christendemocratie In de verzuiling was de christendemocratie opgedeeld in o.a. de protestante, katholieke en gereformeerde stromingen. Nederlands is de laatste vijftig jaar sterk geseculariseerd, toch kennen we partijken die hun fundament hebben in de Bijbel Centrale waarden: naastenliefde (mensen zorgen voor elkaar, pas als het in de omgeving niet lukt mag de overheid zich ermee bemoeien) en rentmeesterschap (we moeten als goed rentmeester met de schepping van God omgaan –natuurbehoud bv.- . CDA Daarnaast als christelijke stroming: CU en SGP

Politieke Stromingen: Populisme Komt in alle stromingen voor en is meer een politieke stijl dan een stroming Populisme speelt in op onvrede bij het volk en heeft vaak een afkeer van de elite Speelt in op ‘onderbuik gevoelens’ zoals angst voor migratiestromen, Europa etc LPF, PVV FvD zijn voorbeelden van populistische partijen

Conservatief vs. Progressief We kijken hiervoor naar de standpunten van partijen op de volgende onderwerpen: Rolverdeling man-vrouw Medezeggenschap Ethische thema’s zoals: homohuwelijk, euthanasie, abortus, Zwarte Piet Europa Progressief: tradities doorbreken (individuele vrijheid, autonomie etc.) Conservatief: vasthouden aan traditionele waarden en normen

Kruistabel vs Hoefijzermodel

Wie heeft de macht?

Rechten van het parlement Tweede Kamer Eerste Kamer Recht van initatief Recht van amendement Budgetrecht Recht van parlementaire enquête Recht om Kamervragen te stellen Recht van interpellatie Spoeddepat (dertigledendebat) Recht van motie Verkapt amendement Budgetrecht Recht om Kamervragen te stellen Recht van motie

De Regering en het kabinet De Koning: “Het Koningschap wordt erfelijk vervuld door de wettige opvolgers van Koning Willem I, Prins van Oranje-Nassau’ Ministers: Benoemd door de Koning. Ministers + Koning = Regering Minister President: Primus inter parus (eerste onder zijn gelijken) Ministers + staatssecretarissen = Kabinet Staatssecretaris = ‘eerste ambtenaar’ op het ministerie

Taken Koning Macht van de Koning wordt door de Grondwet beperkt Nederland is een constitutionele monarchie Tekent wetten Leest de troonrede voor op Prinsjesdag Wekelijks overleg met de minister-president Ceremoniële functies: Staatsbezoeken Openingen van gebouwen/tentoonstellingen Aanwezigheid bij nationale feestdagen/nationale rouw

Wat gebeurt er na de Tweede Kamer verkiezing? Nieuwe leden van de Tweede Kamer worden beëdigd Start van het formatieproces voor een nieuwe regering en kabinet Benoeming van een informateur (dit deed vroeger de Koning, nu wordt dit door de Tweede Kamer gedaan). De informateur voert gesprekken met de verschillende partijen, wint advies in en kijkt naar de mogelijkheden voor een nieuwe kabinet. Als helder is welke partijen samen willen werken kan er een regeerakkoord worden opgesteld: de afspraken wat ze de komende vier jaar willen doen Tweede Kamer benoemt een formateur. Deze zoekt kandidaten voor de ministersposten en de staatssecretarissen. Portefeuilles worden verdeeld Beëdiging van de nieuwe bewindslieden (ministers) door de koning Als de formatie rond is: minister president (premier) legt regeringsverklaring af in de Tweede Kamer (de kamer krijgt de plannen te horen van het nieuwe kabinet).

Coalitie en oppositie Coalitie is het samenwerkingsverband tussen partijen in de Tweede Kamer. Er is in Nederland nog nooit één politieke partij geweest met een absolute meerderheid in de kamer: om plannen van de regering doorgant te laten vinden moeten de partijen samenwerken. De coalitie wordt meestal gevormd door de partijen die ministers voor de regering hebben geleverd + de partijen die de regering steunen. Oppositie zijn alle partijen die geen deel uitmaken van de colalitie Een kabinet dat een meerderheid van de zetels in de Tweede (en Eerste) Kamer achter zich heeft wordt ook wel een meerderheidskabinet genoemd

Verantwoordelijkheid van de regering “De Koning is onschendbaar, de ministers zijn verantwoordelijk” De koning hoeft hiermee geen verantwoording aan de Kamers af te leggen, de ministers zijn verantwoordelijk. We noemen dit ministeriele verantwoordelijkheid. Dit geld ook voor alles wat de ambtenaren van de minister doen én wat in het verleden binnen de ministerie is gebeurd. De staatssecretaris (eerste ambtenaar) helpt de minister bij het aansturen van zijn ministerie met daarin de andere ambtenaren.

Dualisme of monisme? Dualisme: Een minister of staatssecretaris mag niet óók lid zijn van het parlement. Er hoort sprake te zijn van een scheiding der machten, waarbij het parlement een controlerende taak uitvoert ten opzichte van de regering. In de praktijk: meer monistisch De partijen die de regering heeft geleverd willen blijven regeren. Daarom ondersteunen ze over het algemeen de plannen van de regering Ze zijn minder kritisch omdat ze willen dat het regeerakkoord wordt uitgevoerd. Daarnaast: regering heeft met zijn omvangrijke ambtenaren apparaat meer informatie tot zijn beschikking dan de Kamerleden met hun kleine groep assistenten.

In het stemhokje is iedereen gelijk. Maar daarbuiten?

Persvrijheid in de Grondwet GW art. 7 1 Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. 2 De wet stelt regels omtrent radio en televisie. Er is geen voorafgaand toezicht op de inhoud van een radio- of televisieuitzending. 3 Voor het openbaren van gedachten of gevoelens door andere dan in de voorgaande leden genoemde middelen heeft niemand voorafgaand verlof nodig wegens de inhoud daarvan, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. De wet kan het geven van vertoningen toegankelijk voor personen jonger dan zestien jaar regelen ter bescherming van de goede zeden. 4 De voorgaande leden zijn niet van toepassing op het maken van handelsreclame

Functies van massamedia Amusementsfunctie Informatieve functie (verschaft informatie) Meningsvormende functie (geeft ruimte aan verschillende visies op politiek handelen en maatschappelijke problemen) Agendafunctie (kaart maatschappelijke problemen aan) Waakhondfunctie (controlle op de politiek)

Social Media en democtractie Wikileaks Documenten delen via google Contact onderhouden via social media Terugkijken via youtube Fake news? https://www.youtube.com/watch?v=FOZ0irgLwxU

Hoe kun jij invloed uitoefenen? Lid worden van een politieke partij Jezelf verkiesbaar stellen Een burgerinitatief Je moet 40.000 handtekeningen verzamelen van mensen die het voorstel steunen. Hiermee kun je maatschappelijk probleem of voorstel op de agenda van de Tweede Kamer plaatsen Belangengroepen & actiegroepen: onderhandelen met kamerleden en ambtenaren = pressiegroepen Zo genoemd omdat ze druk willen uitoefenen op de politiek om hun belangen vertegenwoordigd te zien Overheidsbureaucratie als vierde macht: de ambtenaren horen onpartijdig te zijn. Maar omdat zij vaak al lang op een ministerie werken oefenen zij vaak druk uit op nieuwe (onervaren) ministers

Meer of minder Europa?

Souvereiniteit Kunnen we alle probelmen op nationaal niveau oplossen? Vluchtelingen  Millieu Voedsel- en energietekorgen Oorlog Voor sommige maatschappelijke problemen is internationale samenwerking nodig denk hierbij aan de VN en NAVO Voor andere maatschappelijkeproblemen is een supernationaal gezag nodig: een staat boven de staten (EU)

"Nooit meer oorlog" Na WOII zorgt het credo "Nooit meer oorlog" voor een samenwerkingsverband tussen verschillende nationale staten in Europa. Hierbij speelt de dreigende oorlog (Koude Oorlog) tussen Oost en West een belangrijke rol Daarnaast moeten veel landen zich herstellen na de verwoestingen van WOII 1951: Frankrijk, BDR, Italie, Belgie, Nederland en Luxemburg richten de EGKS op 1957: FA, BDR, IT, BE, NL, LUX richten Euratom (atoomenergiegemeenschap) en EEG (Europese Economische gemeenschap) op. Het laatste regelt vrij verkeer van goederen en personen. EU groeit uit tot 28 landen

De machten in Europa Europese Comissie Raad van de EU 28 commesarissen die elk verantwoordelijk zijn voor een eigen beleidsterein. Leden van de comissie worden voorgedragen door de regeringen van de lidstaten Raad van de EU Ministers van de verschillende lidstaten Het is een intergouvermenteel orgaan: ze behartigen de belangen van hun eigen landen Voor de meeste besluiten: minimaal 15 landen, die ten misten 65% van de bevolking van Europa vertegenwoordigen moeten instemmen Europees Parlement Volksvertegenwoordiging van de EU 750 zetels + voorzitter Fracties zijn leden van verschillende landen georganiseerd naar politieke overtuiging Europese Raad: Regeringsleiders van de lidstaten Intergouvermenteel

Hof van Justitie van de EU 28 rechters, uit elke lidstaat 1 Rechterlijke macht Ziet er op toe dat Europese wetgeving overal hetzelfde wordt toegepast Regelt jurridische geschillen tussen nationale regeringen en EU instellingen