Schakelklassen, zomerscholen en onderwijstijdverlenging Een inventarisend onderzoek
G37 bijeenkomst 5 oktober 2017 Karin Hoogeveen
Vraag van OCW Representatief beeld van aard en omvang van onderwijstijdverlengingsprogramma’s in het primair onderwijs in Nederland, waar ook inzicht in geldstromen en doelen deel van uitmaken. Beschrijving van voorbeelden van kwalitatief goede aanpakken. Overzicht van behoeften van gemeenten en schoolbesturen bij het opzetten en uitvoeren van onderwijstijdverlengingsprogramma’s.
Onderzoeksaanpak Kwantitatief (landelijk dekkend, representatief) Telefonische inventarisatie onder alle 341 Nederlandse gemeenten met GOAB Vragenlijst per vorm OTV onder gemeenten Vragenlijst per vorm OTV onder uitvoerende scholen/organisaties Kwalitatief Goede voorbeelden o.b.v. werkzame elementen 10 bezoeken aan OTV-projecten Portretten
Welk percentage van de gemeenten heeft OTV? Toelichting: Onze inventarisatie laat zien dat OTV: In 100% van de G4 voorkomt In ongeveer 80% van de G37 In ongeveer 60% van de G86 En in minder dan 10% van de overige gemeenten. Totaal: in 99 gemeenten, dat is ongeveer 30% (van de 315 gemeenten die we spraken) Ca. 80% van de GOAB-middelen gaat naar VVE. OTV komt in 99 gemeenten voor en dan vooral in de grote gemeenten: in alle G4 en in ongeveer 80% van de G37.
Percentage van de G37 met een bepaalde voorziening Van meest naar minst voorkomend: Schakelklas Verlengde schooldag Weekendschool Zomerschool Kopklas Toelichting: Van de G37 heeft 79% een schakelklas etc. Meest voorkomend in de G37 zijn dus schakelklassen, gevolgd door verlengde schooldag in ongeveer de helft van de gemeenten. Zomerscholen, weekendscholen en kopklassen komen minder vaak voor: in minder dan een derde van de gemeenten.
Aantal vormen OTV in G37 Toelichting: Er is veel variatie in de G37 in het aantal vormen otv dat er in de gemeente is. Belangrijk: Het gaat hier om gemeenten die hebben aangegeven OTV te hebben, en niet om de gemeenten zonder OTV. Sommige gemeenten hebben 1 vorm, andere gemeenten 6. In de G4 zijn de meeste vormen van otv tegelijkertijd aanwezig (5 of 6). Het meest voorkomend is drie vormen van otv. Hoe groter de gemeente, hoe meer projecten Onderscheiden vormen: schakelklas, verlengde schooldag, kopklas, zomerschool, weekendschool
Schakelklassen Meest voorkomende variant OTV In 89 gemeenten (alle G4, 75% G33, 50% G86) Deeltijdvariant meest voorkomend, daarna voltijd en VSD Bijna altijd voor nieuwkomers én niet-nieuwkomers Focus op taal Leerpotentie vaak selectiecriterium Gefinancierd uit OAB-budget, aangevuld met middelen schoolbestuur
Kopklassen In 11 gemeenten, bovenschools georganiseerd Specifieke doelgroep Focus op taal, met als doel hoger uitstroomniveau Leerpotentie belangrijk criterium Relatief duur: zo’n 40.000 euro per klas Gefinancierd uit OAB en middelen van schoolbesturen
Verlengde schooldag In 1 op de 12 gemeenten (met name G4 en G33) Grootste deel is schoolgebonden Deelname meestal vrijwillig Selectie op taal en leerpotentie, maar doelen vaak ook op sociaal-emotioneel gebied en vergroten kennis van de wereld In tegenstelling tot schakelklas wordt minder vaak van methode gebruik gemaakt Gemeente belangrijkste financier
Zomerscholen In 1 op de 12 gemeenten (alle G4, 40% van G33) Vrijwel altijd bovenschools georganiseerd Vaak bedoeld voor bovenbouwleerlingen Aandacht voor taal, meestal gecombineerd met excursies In meeste gevallen mede gefinancierd uit OAB
Weekendscholen In 13 gemeenten (met name G4 en G33) Bovenschools georganiseerd Vaak voor groep 6 en 7 Minder focus op taal, meer op beroepsoriëntatie, sociale vaardigheden, kunst en cultuur Gastdocenten in plaats van leerkrachten Sponsoren en bedrijfsleven belangrijke financiers
Voorzieningen vergeleken Schakelklassen en VSD schoolgebonden, zomer/weekendscholen en kopklassen bovenschools Schakelklassen deeltijd/voltijd vaker voor onderbouw; VSD, zomerschool en weekendschool vaker voor bovenbouw Focus op taal sterkst bij schakelklassen, minst sterk bij weekendscholen. Evaluatie altijd naar proces en globale opbrengsten, bij schakelklassen en kopklassen het vaakst ook leerlingprestaties Gemeente vaak belangrijkste financier, aangevuld met middelen schoolbesturen. Bij weekendscholen ook vaak sponsoren en bedrijfsleven.
Samenvattende conclusies OTV vooral in grote gemeenten Schakelklassen veruit grootste groep Helft van gemeenten stelt geen gemeentelijke doelen Doorgaans weinig afstemming tussen voorzieningen Kleine groepen (max. 15) Professionele aanpakken Deskundige professionals Monitoring en evaluatie van leeropbrengsten het minst voorkomend
Reflectie o.b.v. kenmerken effectief onderwijs Duidelijke, realistische en haalbare doelen: op gemeentelijk niveau verbeterpunt Homogene doelgroep: wel voor verplichte OTV, minder voor vrijwillige Motivatie bij leerlingen: speelt vaak een rol Deskundige leerkrachten: expertise taalonderwijs, ervaren leerkracht, communicatief, vakkennis (bij VSD, zomerschool), NT2? Doorgaande lijn is aandachtspunt Continuïteit is probleem (financiering)
Weet u dat Sardes ook ruimtes verhuurt voor bijeenkomsten en vergaderingen?