1… 2... 1
I k (Nahum 1, 2-3) b e n 2
I J k a (Nahum 1, 2-3) h b w e e n h 3
Waarom een wrekende God? 4
Waarom een wrekende God? Nahum: dat betekent troost. 5
Waarom een wrekende God? Nahum: dat betekent troost. God kan en mag een wreker zijn. 6
Waarom een wrekende God? Nahum: dat betekent troost. God kan en mag een wreker zijn. Zie Ninevé: 7
Waarom een wrekende God? Nahum: dat betekent troost. God kan en mag een wreker zijn. Zie Ninevé: eerst door God begenadigd 8
Waarom een wrekende God? Nahum: dat betekent troost. God kan en mag een wreker zijn. Zie Ninevé: eerst door God begenadigd, dan toch demonisch wreed. 9
1… 2... 3… 10
Geef jij God hardop gelijk? 11
Geef jij God hardop gelijk? Nahum niet: een anonieme profeet. 12
Geef jij God hardop gelijk? Nahum niet: een anonieme profeet. -kende z’n cultuur 13
Geef jij God hardop gelijk? Nahum niet: een anonieme profeet. -kende z’n cultuur -ambtenaar van (foute) Manasse 14
Geef jij God hardop gelijk? Nahum niet: een anonieme profeet. -kende z’n cultuur -ambtenaar van (foute) Manasse -toen de vijand sterk was 15
Geef jij God hardop gelijk? 16
Geef jij God hardop gelijk? Ninevé vandaag = Mekka? 17
Geef jij God hardop gelijk? Ninevé vandaag = Mekka? Ninevé = je grootste angst erkennen. 18
Geef jij God hardop gelijk? Ninevé vandaag = Mekka? Ninevé = je grootste angst erkennen - en toch zeggen: God is groter. 20
1… 2... 3… 4… … 20
Nahum 1, 3-7: A… B… C… (1, 2, 3…) 21
Nahum 1, 7: halverwege afgebroken Nahum 1, 3-7: A… B… C… (1, 2, 3…) Nahum 1, 7: halverwege afgebroken 22
Nahum 1, 7: halverwege afgebroken Jahwe de Wreker… Nahum 1, 3-7: A… B… C… (1, 2, 3…) Nahum 1, 7: halverwege afgebroken Jahwe de Wreker… 23
Nahum 1, 7: halverwege afgebroken Jahwe de Wreker… is vooral goed. Nahum 1, 3-7: A… B… C… (1, 2, 3…) Nahum 1, 7: halverwege afgebroken Jahwe de Wreker… is vooral goed. 24
Nahum 1, 7: halverwege afgebroken Jahwe de Wreker… is vooral goed. Nahum 1, 3-7: A… B… C… (1, 2, 3…) Nahum 1, 7: halverwege afgebroken Jahwe de Wreker… is vooral goed. ‘Hij kent wie bij Hem schuilen.’ 25
Nahum 1, 7: halverwege afgebroken Jahwe de Wreker… is vooral goed. Nahum 1, 3-7: A… B… C… (1, 2, 3…) Nahum 1, 7: halverwege afgebroken Jahwe de Wreker… is vooral goed. ‘Hij kent wie bij Hem schuilen.’ ‘Maar zijn vijanden…’ 26
Nahum 1, 7: halverwege afgebroken Jahwe de Wreker… is vooral goed. Nahum 1, 3-7: A… B… C… (1, 2, 3…) Nahum 1, 7: halverwege afgebroken Jahwe de Wreker… is vooral goed. ‘Hij kent wie bij Hem schuilen.’ ‘Maar zijn vijanden…’ Halverwege de tijd kwam Christus. 27
Nahum 1, 7: halverwege afgebroken Jahwe de Wreker… is vooral goed. Nahum 1, 3-7: A… B… C… (1, 2, 3…) Nahum 1, 7: halverwege afgebroken Jahwe de Wreker… is vooral goed. ‘Hij kent wie bij Hem schuilen.’ ‘Maar zijn vijanden…’ Halverwege de tijd kwam Christus. Gods boodschap, onze boodschap. 28
6… 7... 8… … 29