Business of the Next Generation Student: Juulke Seegers 3V Inlever datum: 18 juni 2010 Docent: Ad Havermans Business of the Next Generation College verwerking: Duurzame ontwikkeling
College 1: People, planet, profit Prosperity Performance People Planet Microkrediet Resources De drie begrippen people, planet & profit moeten in evenwicht zijn. De problemen bij de eerder genoemde drie begrippen staan altijd met elkaar in relatie. Voorbeelden van problemen kunnen zijn: Profit: andere economie People: onderontwikkeling Planet: biodiversiteit. Oplossingen (gedrag): - Groene stroom - Carpoolen - Kilometerheffing - Keurmerken
College 2 & 3: Systemen Oude & Nieuwe visie Oude visie: People en planet waren onderdeel van profit. Nieuwe visie: Natuur is de randvoorwaarde voor people & profit
systeem Planet People klimaat deelsysteem Profit Zee-stroom component Kenmerken van een systeem: Inter relaties (wederkering, beïnvloed elkaar) Complexe samenhang (complex= onbekend/ lastig in te schatten/ lastig of niet voorspelbaar) Dynamiek (verandering. Als er één component verandert, veranderd alles. Mee- en terugkoppelen (mee=positieve feedback – brengt systemen uit evenwicht(lijdt tot groei of krimp), terug=negatieve feedback- streeft naar evenwicht) Als meekoppelingen gaan ontwikkelen is er risico van het op hol slaan overschrijdingsdrempelwaarden. (tippingpoints, bijv. de ijstijd, meestal negatief) Vertragingen in ruimte en tijd (vertraging in tijd te laat reageren (Co2 in de zee: klimaatverandering) Elke actie heeft doorwerking in het hele systeem. Profit Zee-stroom component * Elke actie heeft doorwerking in het hele systeem
College 4 Kenmerken Onderontwikkeling Inkomen Onderwijs en alfabetisering Gezondheid en ziekte Bevolkingsgroei en ontwikkeling Honger en ondervoeding Wanbestuur en corruptie Onderdrukking en schending van mensenrechten Spanningen en conflicten Ontwikkelingstheorieën
Ontwikkelingstheorieën 50-60’er jaren: Moderniseringstheorieën 60-70’er jaren: Afhankelijkheidstheorieën 80-90’er jaren: Self relience/ontwikkeling van onderop 90’er jaren: Neoliberalisme Heden: tekortkomingen marktdenken/globalisering Moderniseringstheorieën - ’50 en ’60 Redenering: Probleem? Binnen de arme landen zijn er structurele problemen (endogene oorzaken) Oplossing? Arme landen moderniseren. Moeten dezelfde on.twikkeling doorlopen als Westerse landen hebben gedaan. Afhankelijkheidstheorieën - ’60 en ’70. Redenering Probleem? Ontwikkelingsproblemen ontstaan door wereldorde en wereldeconomie waarin arme landen afhankelijk en ondergeschikt zijn (exogene oorzaken) Oplossing? Maak arme landen onafhankelijk. Voor zichzelf gaan zorgen om daarmee ontwikkeling op gang brengen. Self relience en ontwikkeling van onderop - ’80 en ’90 Probleem? Aan endogene en aan exogene oorzaken is op grote schaal weinig te doen. Dus anders. Oplossing? Daal af naar de armsten. Zorg voor kleinschalige projecten. Schakel NGO’s in. Maak niet afhankelijk van rijke landen; dop zoveel mogelijk je eigen boontjes. Neoliberalisme - ’90. Probleem: Overheid bemoeit zich te veel met de economie. Te veel bescherming van eigen economie, te veel overheidsbedrijven enz. Daardoor te weinig concurrentie Oplossing? Veel meer overlaten aan het bedrijfsleven. De grenzen opengooien en handel stimuleren. De overheid moet terugtreden. Globalisering! Heden Tekortkomingen markt (globalisering) compenseren (anders- en anti globalisten) Ecologische economie Private sector alleen biedt geen oplossing; behoefte regulering (kredietcrisis) Samenwerking publiek, privaat en ngo’s Sachs: Kleinschalig beginnen (Millennium village-aanpak) en dat opschalen Discussie over andere aanpak ontwikkelingshulp
College 5: Biodiversiteit Wat bepaalt biodiversiteit? E(nergy) - zonne-energie S(tability) - rust & stabiliteit A(rea) - Grootte van het oppervlak E.Wilson Oorzaken afname: Indirect - ecologische voetafdruk Direct - wijziging grondgebruik Mens is deel van het geheel
College 6: MVO & Mantelzorg Mantelzorg is de zorg voor chronisch zieken, gehandicapten en hulpbehoevenden door naasten: familieleden, vrienden, kennissen en buren. Kenmerkend is de reeds bestaande persoonlijke band tussen de mantelzorger en zijn of haar naaste. Daarnaast gaat het om langdurige zorg die onbetaald is. In Nederland zijn er 3,7 miljoen mensen die voor een ander zorgen.
People; Social, Well-being, Equity Sociaal / maatschappelijk Welzijn / gezondheid Gerechtigheid / rechtvaardigheid
College 7: Wintergasten Film Rozen uit Naivasha
Vragen, Wintergasten enkele voorbeelden van vragen die gesteld zijn. Doet Nederland iets aan deze ontwikkelingen in Kenia, of importeren ze zonder enige vorm van bewustwording van het milieu de bloemen uit Kenia? Waarom wordt er ontwikkelingshulp geboden, terwijl Nederland wel op de goedkoopste manier aan haar producten wil komen. Is dat niet dubbel, hypocriet en a waist of money? Een andere belangrijke sector nabij de bloemenkwekerij is de visserij. Vroeger was de kwaliteit van het meer erg hoog en was er vrije toegang. Met de komst van de bloemenkwekerij is de kwaliteit (chemicaliën) en het waterniveau van het meer erg achteruit gegaan. Dit vormt een bedreiging voor de visserij. Wat voor oplossing kunt u hiervoor aandragen? Overige vragen wintergasten: Eerste reactie op het fragment in relatie tot duurzaamheid. Is telen in Kenia beter (i.v.m. CO2-uitstoot etc.)? en op gebied van milieu en duurzaamheid, voor de bevolking rond het Naivasha meer? Is de toename van (directe en afgeleide) werkgelegenheid een wenselijke ontwikkeling? Zonder middenklasse zal onvoldoende afgeleide werkgelegenheid worden gecreëerd. Weegt het verweer dat dit alles werkgelegenheid schept op tegen de nadelige milieueffecten? Geeft onze te lage voedselprijs in het westen niet een duurzaamheidprobleem? Slechte arbeids- en sociale omstandigheden. Zou het niet beter bekend moeten zijn welke bedrijven de verbetering van deze omstandigheden negeren zodat die te treffen zijn met een kopersboycot? Is het wel verantwoord bloemen te importeren uit Kenia? Want wat je eigenlijk doet is het schaarse water uit Kenia in een andere vorm transporteren naar Nederland. Scheve machts- en rijkdomverhoudingen. De winst die overblijft wordt effectief omgesluisd naar een beperkte groep mensen en de meerderheid heeft het nakijken. Moet ook niet vanuit dit perspectief naar Naivasha gekeken worden? Voedseltekorten. Dragen de bloemen uit Kenia niet bij aan armoede en honger elders? Stellen wij ook niet onze eigen voedselproductie veilig door op grote schaal grond op te kopen in Afrika? Voedselimperia waarbij geen rekening gehouden wordt met de regionaal sociaal economische situatie en ecologisch onduurzaam producten worden geteeld voor de Noord-Amerkiaanse en West-Europese markt. Geen profijt voor lokale bevolking. Hit and run bedrijven. Speelt dit ook in Kenia? Hoe kijkt u tegen deze problematiek aan? Waarom bestaan deze hit and run bedrijven? Waarom zorgen ze niet beter voor de grond en milieu zodat ze er langer profijt van hebben? Toont het voorbeeld ook niet duidelijk dat duurzaamheid toch vooral een probleem van rijk-arm/ontwikkelingspolitiek is? En een ethisch probleem? In het fragment komt duidelijk naar voren dat de rozenteelt schadelijk is voor de gezondheid en dat de lonen erg laag zijn (er kan geen huur van betaald worden). Wat kan hieraan gedaan worden? Hoe denkt u dat Nederland bij kan dragen aan betere omstandigheden voor de bloementeelt in Kenia?
College 8: Gedrag en transitiemanagement Cultuur- (consumentisme) en gedragsverandering/ transitiemanagement Gedrag kun je niet veranderen als de cultuur niet mee veranderd.
DO Problemen Politiek Complex Subsystemen Langere termijn Korte termijn (4 jaar) Structureel - systeemveranderen Incrementeel – kleine stapjes in bestaand systeem Holistisch Monodisciplinair Transitiemanagement
College 9: Problemen en oplossingen Naar een nieuwe, duurzame en faire economie Problemen en oplossingen - Techniek
College 10: Creativiteit en innovatie Peter Senge 5 disciplines (organisaties): Systeemdenken (reikwijdte bij D.O.) Persoonlijk meesterschap Mentale modellen Gemeenschappelijke visie (visie is interne besmettelijke droom; missie is extern) Teamleren
Twee vormen van creativiteit : 1. Creativiteit om verbeteringen te realiseren, binnen kaders. Adaptief 2. Creativiteit om doorbraken te realiseren, buiten kaders. Generatief 4 Fasen (SDCA)
College 11: Begrippen Begrip 1: Fairtrade Bevordert de duurzame ontwikkeling in de internationale handel, met name bij de export van arme landen naar rijke Westerse landen. Boeren krijgen dus een eerlijke prijs voor hun exportproducten. Een prijs die in verhouding staat tot de werkelijke productiekosten, en niet een prijs die wordt bepaald door de verhoudingen op de internationale markt.
Oxfam Twee miljard mensen moeten dagelijks rondkomen van minder dan twee dollar per dag. Oxfam geeft mensen de mogelijkheid een zelfstandig bestaan zonder armoede op te bouwen. Met campagnes oefent Oxfam Novib druk uit op overheden en bedrijven om rekening te houden met de armste. Ook stimuleren ze het Nederlandse publiek achter hun acties te staan en eerlijk te consumeren http://vimeo.com/3983264
Begrip 2: End of pipe oplossingen Methoden om de reeds gevormde verontreinigingen te verwijderen uit een stroom van lucht, water, afval, een product of iets dergelijks. Deze technieken zijn zogenaamde "end-of-pipe ', zoals ze normaal zijn geïmplementeerd als een laatste fase van een proces voordat de stroom wordt verwijderd of geleverd. Een typisch voorbeeld hiervan is een autokatalysator, die schadelijke stoffen afbreekt net voor ze de uitlaat verlaten.
College 12: Communicatie & Duurzaamheid Er volgt nu een presentatie gegeven tijdens dit college Waarom duurzaam communiceren? Keurmerken Voorbeelden
Waarom ‘duurzaam’ communiceren?
Keurmerken FSC Milieukeur Fair trade MKB ok Green Key
Dit is het einde van de presentatie duurzaamheid & communicatie Dit is het einde van de presentatie duurzaamheid & communicatie. Nu volgt college innovatie
Innovatie Innovatie Marktinnovatie ontsluiten van de markt voor duurzame producten en diensten Procesinnovatie energie besparen kan intern en extern gericht zijn (b to b) Productinnovatie nieuw product op de markt brengen. (blackberry) Bedrijfsmodelinnovatie Manier waarop je geld verdient
Systeeminnovatie ketenmanagement Sociale innovatie Gericht op gedragsverandering (publiekscampagne Mantelzorg) Innovatieproces 0. ideegeneratie; opties openhouden, geen tunnelvisie Selectie Ontwikkeling diffusie Rebound effect: Mensen rijden meer kilometers in een hybride auto dan een ‘gewone’ auto omdat ze denken dat het minder slecht is voor het milieu. Maar feit is; wanneer je meer kilometers gaat rijden in een hybride auto dan je eerst deed omdat er gedacht wordt dat het in een hybride auto minder schadelijk is, heeft toch een negatief effect op het milieu. Je rijdt tenslotte meer dan dat je eerst deed. Incrementeel: stap voor stap een product verbeteren. Radicaal: In eens één grote stap zetten.
College 13: Voedsel Opdracht: Haal de kern uit de artikelen van Jan Douwe van der Ploeg, geef een beschrijving van oorzaken en oplossingen. Volgens Jan Douwe van der Ploeg is de verdeling van de opbrengst van landbouw niet eerlijk. Hij stelt dat de grote voedselimperia alle winst opstrijken en de kleine boeren in de derde wereldlanden het nakijken hebben. Dat dit nog plaats vindt is natuurlijk heel raar, maar er is geen overheid die daar iets aan doet. Voor de uitwerking van de opdracht verwijs ik u naar de notities die bij deze dia zijn toegevoegd. Oorzaken Veel mensen denken dat er een voedseltekort is op de wereld, maar volgens Van der Ploeg is dat niet zo. Volgens hem staan we aan het begin van de derde voedselcrisis. De oorzaken hiervan zijn als eerste dat de boerenlandbouw wereldwijd decennia lang verwaarloosd is. Men denkt nog steeds dat voedsel geproduceerd kan worden volgens de regels van de wereldmarkt. Dat leidt tot afbraak van landbouwpolitieke stelsels, de tweede belangrijke reden. Landen die zich tegen de wereldmarkt proberen te verzetten door hun interne markt te beschermen, worden door middel van het stopzetten of niet verstrekken van leningen hard gecorrigeerd door het Internationaal Monetair Fonds (IMF). De derde reden is de razendsnelle opkomst en groei van voedselimperia - grote multinationale bedrijven die wereldwijd boerenbedrijven en voedselproducenten opkopen. De razendsnelle expansie wordt gefinancierd met geleend geld, zodat ze vaak evenveel bezit hebben als schulden. Bij veel voedselimperia leidt die schuldenlast ertoe dat de wereld wordt afgegraasd naar de goedkoopste productielocaties. Het produceren voor een zo laag mogelijke prijs leidt ter plekke vaak tot vernietiging van de sociaal-economische structuur: de lokale boeren krijgen nauwelijks meer betaald en alle winsten vloeien naar het buitenland. Tegelijk wordt de grond ecologisch verwoest. Ook is veel grond niet langer beschikbaar om te produceren voor de lokale markt, maar wordt er alleen verbouwd voor export naar het rijke Westen. Het is in feite een hit-and-run-tactiek: zo lang de productie goedkoop is, wordt er verbouwd en als de gevolgen zichtbaar worden verhuizen de voedselimperia weer naar elders. De opkomst van de voedselimperia leidt op alle fronten tot een enorme kaalslag. De macht van zo’n voedselimperia is enorm. In feite hebben zij een lokaal monopolie. Voedselimperia hebben de lokale afzetkanalen, overslagbedrijven, kredietverstrekkers en waterdistributeurs onder controle. Neoliberale opvattingen schrijven voor dat men alles aan de markt moeten overlaten, maar in de praktijk leidt dit ertoe dat er steeds minder marktwerking is en er steeds meer monopolies ontstaan. De monopolies zijn in staat om iedere vorm van concurrentie uit te schakelen. Boerenlandbouw is juist erg belangrijk voor de economie. De emancipatie van een lokale, agrarisch ingestelde bevolking valt samen met een groei in de landbouw. De een is vaak de motor van de ander. De wereld telt anderhalf miljard peasant units, een enorme capaciteit wereldwijd dus. Een groot deel van die capaciteit blijft op dit moment onbenut als gevolg van oude lokale problemen, zoals watervoorziening en gebrek aan geld om te investeren. Maar er zijn dus ook de nieuwe problemen als de opkomst van de voedselimperia en het marktgerichte beleid van westerse landen. Op dit moment kunnen de ‘kleine’ boeren dus niks, zeker niet concurreren tegen de grote imperia, terwijl meestal het geval is dat tien kleine boeren meer op kunnen leveren dat één grote. Het ironische is dat deze twee punten wel de oplossing zouden moeten zijn om de landbouwproductie wereldwijd op te voeren. Een derde punt is het in stand houden van de wereldmarkt. Boerenlandbouw terugdringen betekent dat kleine boeren plaats moeten maken voor grote ondernemingen, die minder kunnen produceren dan de kleine boeren. Voedselimperia zorgen ervoor dat producten ergens worden geproduceerd waar het zo goedkoop mogelijk is, ongeacht de consequenties. Dat de lokale boeren nu geen werk meer hebben, of dat het milieu geheel wordt vernield is blijkbaar niet belangrijk. Het derde punt was de wereldmarkt in stand houden. Een wereldmarkt en wereld handel die geordend worden met behulp van de neoliberale fictie kunnen niet anders dan ecologische wanorde, verspilling van energie en een permanente turbulentie opleveren. Kortom, de wereldmarkt in stand houden is voor de Westerse wereld van belang, maar de rest van de wereld heeft er juist last van. Oplossingen Gelukkig zijn er alternatieven, die ervoor zorgen dat de wereld wat beter maakt. De politiek kan bijvoorbeeld een tegenmonopolie ontwikkelen. Eigenlijk is dit taboe, maar er is er al een ontwikkeld, namelijk Fair Trade. Groepen van boeren uit derdewereldlanden bundelden hun krachten en die producten werden tegen een eerlijke prijs verkocht op westerse markten. Het de voorkeur geven aan Fair Trade producten boven reguliere producten is een nadrukkelijke interventie. Als overheden zoiets doen, dan weten ze in ieder geval zeker dat rijkdommen terechtkomen in de Derde Wereld. Daarmee zou de landbouw dan ook echt een enorme impuls krijgen. De VN zou hier ook in rol bij kunnen spelen. Met een verdrag zouden ze ervoor kunnen zorgen dat wereldwijd landen hun eigen voedselsoevereiniteit voorop stellen. Een tweede optie is om de zogenaamde oplossingen om de landbouwproductie op te voeren als echte oplossingen te formuleren. De boerenlandbouw moet niet worden teruggedrongen, maar juist worden gestimuleerd. Het landbouwbeleid moet beter en verstandiger worden gevoerd en een eerlijke en duurzame ordening van de internationale handelsstromingen. De bio-energie kan ook verstandig worden aangepakt, bijvoorbeeld door een gedecentraliseerd en flexibel systeem dat steunt op meerledige energieopwekking op het boerenbedrijf of in groepen van samenwerkende boerenbedrijven. Maar landen moeten eerst in gaan zien dat dit niet marktverstorend is, maar juist marktbevorderend. Nieuwe voedselimperia is duidelijk niet de oplossing. Met de term `neoliberalisme` wordt verwezen naar de opleving van het economisch liberalisme die begon in de jaren tachtig. Het richtte zich vooral op de privatisering van overheidsbedrijven, het openbaar vervoer en de posterijen en telefonie. De politieke stroming gaat er vanuit dat de vrije markt in staat is zaken beter te regelen dan organisaties Peasant units: mensen die werken in de landbouw. Voedselsoevereiniteit betekent dat een land het recht en de plicht heeft om op z'n minst een deel van de voedselvoorziening in te richten voor de eigen bevolking en dat niet over te laten aan vreemde mogendheden. Jan Douwe van der Ploeg Artikelen: Geloof niet in het gevaar van bio-energie of andere ficties rondom de voedselcrisis. - Interview, Onze wereld.
College 14: Bedrijven en duurzaamheid Nu volgt mijn presentatie over Nestlé. Voor deze presentatie heb ik één actueel voorbeeld gebruikt wat duidelijk laat zien dat Nestlé duurzaam aan het ondernemen is.
Aktie Greenpeace Actie tegen Nestlé die palmolie van het Indonesische bedrijf Sinar kopen. Dit bedrijf zorgt ervoor dat tropisch regenwoud en veenmoeras verwoest wordt. Dit tropisch regenwoud in Indonesië is één van de nog weinige leefgebieden van de Orang- Oetang.
Verandering Vevey, 17 mei 2010 Een stap verder in haar toewijding om grote kwesties als ontbossing tegen te gaan, is Nestlé een samenwerking aangegaan met The Forest Trust (TFT). TFT, een wereldwijde non-profit organisatie, zal Nestlé helpen haar verantwoordelijke supply chain verder op te bouwen door het identificeren en aanpakken van sociale en milieukwesties. Nestlé is het eerste wereldwijde consumentengoederen bedrijf dat lid wordt van TFT.
Doel De acties van Nestlé richten zich op de systematische identificatie en uitsluiting van bedrijven - die hoge risico plantages bezitten of beheren - of boerderijen gelieerd aan ontbossing. Nestlé heeft zich tot doel gesteld om tegen 2015 100% palmolie afkomstig van duurzame bronnen te gebruiken. Het bedrijf heeft een sterke vooruitgang geboekt richting dit doel; 18% van haar palmolie aankopen in 2010 is afkomstig van duurzame bronnen en naar verwachting groeit dit tot 50% tegen het einde van 2011.
Dit is het einde van de presentatie bedrijven & duurzaamheid.
Dit is het einde van de van de powerpoint ‘lesverwerking Duuzame ontwikkeling’ Juulke Seegers 3V