Livius, vertel eens: hoe bouw je een verhaal? Herken de narratieve structuur van Livius’ verhalen en zie daarmee welke inhoudelijke accenten hij legt.
Herken je verschillende stappen in het verhaal?
Model Labov (1967) Narratieve structuur Narratieve functie ‘Synopsis’ ‘Oriëntatie’ ‘Ontwikkeling’ ‘Hoogtepunt’ ‘Nasleep’ ‘Afsluiting’ ‘Evaluatie’
Model Labov (1967) Narratieve structuur Narratieve functie ‘Synopsis’ aankondiging van het verhaal, waarin alvast een samenvatting van de belangrijkste gebeurtenissen gegeven wordt
Model Labov (1967) Narratieve structuur Narratieve functie ‘Synopsis’ aankondiging van het verhaal, waarin alvast een samenvatting van de belangrijkste gebeurtenissen gegeven wordt ‘Oriëntatie’ noemen van de tijd, plaats, omstandigheden en hoofdpersonen
Model Labov (1967) Narratieve structuur Narratieve functie ‘Synopsis’ aankondiging van het verhaal, waarin alvast een samenvatting van de belangrijkste gebeurtenissen gegeven wordt ‘Oriëntatie’ noemen van de tijd, plaats, omstandigheden en hoofdpersonen ‘Ontwikkeling’ begin van de gebeurtenissen, opbouwen van de spanning
Model Labov (1967) Narratieve structuur Narratieve functie ‘Synopsis’ aankondiging van het verhaal, waarin alvast een samenvatting van de belangrijkste gebeurtenissen gegeven wordt ‘Oriëntatie’ noemen van de tijd, plaats, omstandigheden en hoofdpersonen ‘Ontwikkeling’ begin van de gebeurtenissen, opbouwen van de spanning ‘Hoogtepunt’ climax, beslissende moment, ‘conflict’
Model Labov (1967) Narratieve structuur Narratieve functie ‘Synopsis’ aankondiging van het verhaal, waarin alvast een samenvatting van de belangrijkste gebeurtenissen gegeven wordt ‘Oriëntatie’ noemen van de tijd, plaats, omstandigheden en hoofdpersonen ‘Ontwikkeling’ begin van de gebeurtenissen, opbouwen van de spanning ‘Hoogtepunt’ climax, beslissende moment, ‘conflict’ ‘Nasleep’ uitkomst, resultaat
Model Labov (1967) Narratieve structuur Narratieve functie ‘Synopsis’ aankondiging van het verhaal, waarin alvast een samenvatting van de belangrijkste gebeurtenissen gegeven wordt ‘Oriëntatie’ noemen van de tijd, plaats, omstandigheden en hoofdpersonen ‘Ontwikkeling’ begin van de gebeurtenissen, opbouwen van de spanning ‘Hoogtepunt’ climax, beslissende moment, ‘conflict’ ‘Nasleep’ uitkomst, resultaat ‘Afsluiting’ brug naar het hier en nu van de verteller
Model Labov (1967) Narratieve structuur Narratieve functie ‘Synopsis’ aankondiging van het verhaal, waarin alvast een samenvatting van de belangrijkste gebeurtenissen gegeven wordt ‘Oriëntatie’ noemen van de tijd, plaats, omstandigheden en hoofdpersonen ‘Ontwikkeling’ begin van de gebeurtenissen, opbouwen van de spanning ‘Hoogtepunt’ climax, beslissende moment, ‘conflict’ ‘Nasleep’ uitkomst, resultaat ‘Afsluiting’ brug naar het hier en nu van de verteller ‘Evaluatie’ commentaar van de verteller
En nu: Livius! Probeer de narratieve structuur van Livius’ verhaal (oefening 1) te ontdekken: noteer je indeling in de rechterkolom markeer de tekstuele signalen waarop je je indeling baseert Let op: 1.) verhaal in een verhaal; 2.) niet alle stappen zijn aanwezig
Analyse Liv. 1.16.5-8 Narratieve structuur Synopsis et consilio etiam unius hominis addita [esse] rei dicitur fides. Oriëntatie namque Proculus Iulius, sollicita civitate desiderio regis et infensa patribus, Ontwikkeling gravis, ut traditur, quamvis magnae rei auctor in contionem prodit. Hoogtepunt inquit … [directe rede] … inquit … Evaluatie en Afsluiting mirum [est] quantum illi viro nuntianti haec fides fuerit, quamque desiderium Romuli apud plebem exercitumque facta fide immortalitatis lenitum sit.
… gravis … quamvis magnae rei auctor …. Oriëntatie Narratieve structuur Synopsis … gravis … quamvis magnae rei auctor …. Oriëntatie ‘Romulus, ’ [inquit] ‘Quirites, parens urbis huius , prima hodierna luce Ontwikkeling caelo repente delapsus se mihi obvium dedit. Cum perfusus horrore venerabundusque adstitissem petens precibus ut contra intueri fas esset, Hoogtepunt “abi, nuntia” inquit “Romanis, caelestes ita velle ut mea Roma caput orbis terrarum sit; proinde rem militarem colant sciantque et ita posteris tradant nullas opes humanas armis Romanis resistere posse.” Nasleep haec’ [inquit] ‘locutus sublimis abiit.
Model Labov: linguïstische & narratologische kenmerken in het Latijn (naar Kroon e.a.) Narratieve structuur Narratieve functie Linguïstische en narratologische kenmerken tijd ‘Synopsis’ aankondiging & samenvatting verhaal ‘Oriëntatie’ noemen van de tijd, plaats, omstandigheden en hoofdpersonen ‘Ontwikkeling’ opbouwen van de spanning ‘Hoogtepunt’ climax, beslissende moment, ‘conflict’ ‘Nasleep’ uitkomst, resultaat ‘Afsluiting’ brug naar hier en nu van de verteller ‘Evaluatie’ commentaar van de verteller
Model Labov: linguïstische & narratologische kenmerken in het Latijn (naar Kroon e.a.) Narratieve structuur Narratieve functie Linguïstische en narratologische kenmerken tijd ‘Synopsis’ aankondiging & samenvatting verhaal perf.; praes.; fut. ‘Oriëntatie’ noemen van de tijd, plaats, omstandigheden en hoofdpersonen impf.; plqpf. ‘Ontwikkeling’ opbouwen van de spanning praes. hist.; perf., afgewisseld met impf./plqpf. ‘Hoogtepunt’ climax, beslissende moment, ‘conflict’ praes. hist.; inf. hist. ‘Nasleep’ uitkomst, resultaat perf. ‘Afsluiting’ brug naar hier en nu van de verteller ‘Evaluatie’ commentaar van de verteller
Model Labov: linguïstische & narratologische kenmerken in het Latijn (naar Kroon e.a.) Narratieve structuur Narratieve functie Linguïstische en narratologische kenmerken narratief ritme ‘Synopsis’ aankondiging & samenvatting verhaal ‘Oriëntatie’ noemen van de tijd, plaats, omstandigheden en hoofdpersonen ‘Ontwikkeling’ opbouwen van de spanning ‘Hoogtepunt’ climax, beslissende moment, ‘conflict’ ‘Nasleep’ uitkomst, resultaat ‘Afsluiting’ brug naar hier en nu van de verteller ‘Evaluatie’ commentaar van de verteller
Model Labov: linguïstische & narratologische kenmerken in het Latijn (naar Kroon e.a.) Narratieve structuur Narratieve functie Linguïstische en narratologische kenmerken narratief ritme ‘Synopsis’ aankondiging & samenvatting verhaal ‘Oriëntatie’ noemen van de tijd, plaats, omstandigheden en hoofdpersonen vertraging & pauze ‘Ontwikkeling’ opbouwen van de spanning versnelling ‘Hoogtepunt’ climax, beslissende moment, ‘conflict’ ‘scene’ (verteltijd = vertelde tijd) ‘Nasleep’ uitkomst, resultaat ‘samenvatting’ (verteltijd < vertelde tijd) ‘Afsluiting’ brug naar hier en nu van de verteller ‘Evaluatie’ commentaar van de verteller
Narratieve structuur Narratieve functie Linguïstische en narratologische kenmerken andere linguïstische/ narratologische kenmerken ‘Synopsis’ aankondiging & samenvatting verhaal ‘Oriëntatie’ tijd, plaats, omstandigheden en hoofdpersonen ‘Ontwikkeling’ opbouwen van de spanning ‘Hoogtepunt’ climax, beslissende moment, ‘conflict’ ‘Nasleep’ uitkomst, resultaat ‘Afsluiting’ brug naar hier en nu van de verteller ‘Evaluatie’ commentaar van de verteller
Narratieve structuur Narratieve functie Linguïstische en narratologische kenmerken andere linguïstische/narratologische kenmerken ‘Synopsis’ aankondiging en samenvatting verhaal 1e pers. verwijzingen; partikels die interactie met de lezer markeren ‘Oriëntatie’ tijd, plaats, omstandigheden en hoofdpersonen is, hic en qui ‘Ontwikkeling’ opbouwen van de spanning complexe zinnen, met bijv. participium-constructies; igitur, nam ‘Hoogtepunt’ climax, beslissende moment, ‘conflict’ niet-complexe zinnen; (in)directe rede; visuele details; afwezigheid van partikels die interactie met de lezer markeren ‘Nasleep’ uitkomst, resultaat ‘Afsluiting’ brug naar hier en nu van de verteller 1e pers. verwijzingen; partikels die interactie met de lezer markeren; recapitulerende elementen ‘Evaluatie’ commentaar van de verteller woorden die waardeoordeel uitdrukken (o.a. superlativa)
En nu: de meesterproef (hoogtepunt?)! Maak een analyse van de narratieve structuur van Livius’ verhaal (oefening 2): noteer je indeling in de rechterkolom markeer de tekstuele signalen waarop je je indeling baseert probeer te verklaren waarom de verteller het hoogtepunt juist op dit punt in het verhaal gelegd heeft wissel je resultaten uit met een ander persoon/duo Let op: 1.) ‘oriëntatie ‘in tweeën’’; 2.) 2x ‘ontwikkeling’ en ‘hoogtepunt’
Afsluiting en evaluatie Herken je de narratieve structuur van (twee van) Livius’ verhalen en zie je (daarmee) welke inhoudelijke accenten hij legt? Bij ons verkrijgbaar: leerlingopdrachten voor in de klas (Adema 2015-2016)