Lesbrief Vervoer H 6.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het prijs- of marktmechanisme Deel II
Advertisements

Vraag en aanbod.
Vandaag.
Hoe sterk reageert de vraag op een prijsverandering
Goedemorgen …….en.
Marketing 1.2 de consument 19 november 2012.
Hoofdstuk 5: Rekeningrijden
Agenda  Les 13  wkn 13 2 e  hs 2.4 overige kosten  bestuderen tb 32 tm 47 maken 2.15 tm 2.20 (wb tm 84)
stijging van het algemeen prijspeil
Vraag en aanbod H1. Vraag van de consument Over het algemeen geldt dat consumenten minder gaan kopen van een product als de prijs hoger wordt. Er bestaat.
Kleding, hoofdstuk 2 Elasticiteiten.
Agenda  Les 15  wkn 14 2e  hs 2.6 winst & verlies
Elasticiteiten Prijselasticiteit van de vraag Kruislingse elasticiteit
Elasticiteiten Klik om verder te gaan.
Elasticiteiten.
§1.4 Waar kies je voor? In deze PowerPoint-presentatie leer je over:
Hoofdstuk 3 Prijsbeleid
Hoofdstuk 5.
Micro-economie (week 4)
Ev = - 1,2Elastische vraag +10% prijs verhoging-12% vraag (10 x -1,2) -5% prijs+6% vraag (-5 x - 1,2) Ev = - 0,5inelastische vraag +10% prijs verhoging-5%
Hoe sterk reageert de vraag op een prijsverandering
Basisboek Marketing Hoofdstuk 9 Prijs.
Prijselasticiteit van de vraag
Prijs elasticiteit. Prijsstijging van ‘n product heeft gevolg voor de afzet van het product: door prijsstijging beetje minder afzet door prijsstijging.
J. de Lange ECONOMIE HOE KUN JE DAT NOU MAKEN?. Marktaandeel Ex-BTW en In-BTW Arbeidsproductiviteit Belangrijk PROGRAMMA:
Antwoorden proeftoets H4, h6 en h7 1 t/m 3. Jaren Schuldrest begin van het jaar InterestAflossing Schuld einde van het jaar Belasting- voordeel Lasten.
Schitteren in Zijn licht De markt van “de big mac” PrijsQVQAAanbodoverschot /tekort € 4,- € 3,50 € 3,- € 2,50 € 2,- € 1,50 € 1,-
Hoofdstuk 5 Markt.
Prijs- en Productmix 1e klas Ron Weijens.
Prijs- en Productmix ALLEEN OP NEERGEKLAPTE STOELEN GAAN ZITTEN.
Wat gaan we vandaag doen?  Voorbereiding op toets 17 mei 2016 lesuur 7  Eerst luister je / noteer je wat er in de toets komt. Vervolgens mag je:  Naar.
Prijs- en Productmix 1e klas Ron Weijens.
Rekenvaardigheid Procenten. Absoluut, relatief, cumulatief Absolute getallen: aantal stuks of eenheden Relatieve getallen: als deel van een groter geheel.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
Prijs- en Productmix 1e klas Ron Weijens.
Prijs- en Productmix ALLEEN OP NEERGEKLAPTE STOELEN GAAN ZITTEN.
Samenvatting Lesbrief Vraag en aanbod Hoofdstukken 1-6.
Hoofdstuk 6 Productie en markt.
Lesbrief Verdienen en Uitgeven
Lesbrief Markt en overheid
Ingrijpen in de prijs minimum- en maximumprijzen
Lesbrief Vervoer H2.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
H1 & H2: Hoe werkt de markt, vraag en aanbod
Hoe sterk is het verband tussen twee (procentuele) veranderingen.
Lesbrief Vervoer H 4.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Hoofdstuk 9 M&O + in groepjes Havo3 iPad.
Hoofdstuk 5 Les 2: Markten.
inkomenselasticiteit
Welkom havo 3..
Hoofdstuk 5 Les 6: Markten.
Samenvatting Lesbrief Vraag en aanbod
Welkom havo 3..
Welkom havo 3..
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Welkom VWO 5..
Welkom 4 Havo..
Prijselasticiteit Hoofdstuk 5 markt havo 3 & vwo 3.
Hoofdstuk 5 Les 3: Markten.
Kruiselingse prijselasticiteit
Vraag en aanbod.
Optimale welvaart bij volledige mededinging
Prijszetter binnen grenzen
Externe effecten Verzonken kosten Berovingsprobleem.
Vraag en aanbod.
Havo 4 Hoofdstuk 2 Consumentengedrag
een onbetaalde rekening?
Transcript van de presentatie:

Lesbrief Vervoer H 6

Hoe ontstaat het broeikaseffect? Klimaattop Hoe ontstaat het broeikaseffect? Wie betaalt voor de gevolgen van het broeikaseffect? Hoe autorijden verminderen? 1 T 2 A 3 K Effect schatkist ? Effect TVK en TCK eigenaar auto

Par. 6.1. negatieve externe effecten
Kosten van productie en/of consumptie die negatief zijn voor de welvaart van anderen en die niet verrekend zijn in de prijs van het product. Bijv. milieuvervuiling positief extern effect
Opbrengsten van productie en/of consumptie die positief zijn voor de welvaart van anderen en die niet verrekend zijn in de prijs van het product. Bijv. gezondheidswinst door inentingen tegen ziekten, onderwijs

Maatschappelijke opbrengsten: Private opbrengsten + …………… externe effecten Maatschappelijke kosten: Private kosten + …………… externe effecten

Par.6.3 Elasticiteiten Hoe sterk reageert de vraag naar een product als de prijs verandert? Bijv. als de pizza 10% duurder wordt verkoopt het restaurant dan ook 10% mindert pizza’s of 2% minder of zelfs 20% minder? De sterkte van de reactie geven we een getal: de prijselasticiteit van de vraag: Ev

Par. 6.3 Formules Ev

Par.6.3 Sterke reactie=prijselastisch sterke reactie op prijsveranderingen: de vraag Qv reageert %ueel meer dan de %uele prijsverandering Prijsinelastisch: zwakke reactie op prijsveranderingen: de vraag Qv reageert %ueel minder dan de %uele prijsverandering

Par.6.3 Oefenopgave Vb. In eerste instantie is de prijs € 60,-. De vraag is dan 100.
De producent verlaagt zijn prijs naar € 50,-. Daardoor stijgt de vraag naar 150 stuks. % verandering prijs= (50-60)/50 x 100%= - 16,7% % verandering vraag q=(150-100)/100 x 100%=50%

Par.6.3 Ev meestal negatief getal Waarom is de EV meestal een negatief getal? Als de prijs daalt zal de vraag qv meestal ….. Een + getal delen door een min getal geeft een…… Als de prijs stijgt zal de vraag qv meestal ….. min getal delen door + getal geeft een …..

Par.6.3 Waarde Ev afhankelijk van 1 Zijn er substitutieproducten? 2 Is het product een noodzakelijk goed? Noodzakelijke goederen zijn prijsinelastisch 3 DE tijd waarover je het bekijkt

Par.6.4 Ev en omzet bij prijsinelast Prijsinelastische vraag Als de prijs verandert reageert de qv relatief zwakker Omzet = p x q Prijs stijgt x% , q daalt minder dan x%: omzet stijgt Prijs daalt x% , q stijgt minder dan x%: omzet daalt

Par.6.4 Ev en omzet bij prijselastische vraag Als de prijs verandert reageert de qv relatief sterker Omzet = p x q Prijs stijgt x% , daalt meer dan x%: omzet daalt Prijs daalt x% , stijgt meer dan x%: omzet stijgt

Par.6.5. Kruislingse elasticiteit

Ek bij substitutiegoederen

Par.6.5 Complementaire goederen en Ek

Par.6.4 Substitutiegoederen en Ek

Par.6.6 Inkomenselasticiteit Inkomenselasticiteit= Ei Formule

Ei en inferieure goederen inferieur goed
Product waarvan de vraag afneemt als het inkomen stijgt. De Ei is dus altijd negatief

Ei en luxe of noodzakelijke goederen normaal goed
Product waarvan de vraag toeneemt als het inkomen stijgt. Luxe en noodzakelijke goederen zij samen normale goederen. De Ei is positief. Bij noodzakelijke goederen 0 < Ei < 1 Bij luxe goederen Ei > 1 Luxe goederen worden pas gekocht vanaf een drempelinkomen: inkomen waaronder een luxe goed niet wordt gekocht

Schema inkomenselasticiteit