Cultuur van de kerk
Cultuur van de kerk: 1000 -1400 Samenleving Kerk Kloosters Muziek Theater Beeldende kunst Vermaak
Samenleving Christelijke geloof Feodaal stelsel met leenheren Meeste mensen waren arm en analfabeet, leefden op het platteland Kerk bepaalde het dagelijkse leven Gelovigen moesten hun leven richten op het hiernamaals Vervolging van andersdenkenden
Samenleving Angst voor rampen (straf van God) zoals de pest zorgt voor een sterk geloof Kruistochten, zorgde voor contact en uitwisseling met andere culturen Vanaf begin ME ontstaat economische bloei Vakmanschap en gilden
Kerk Scholing ( in de Bijbel) is in handen van de kerk Omdat de meeste mensen analfabeet waren, gebeurde scholing door middel van beelden en toneelspel De kerk was een belangrijke opdrachtgever voor kunst, muziek, kerk bouw
Kerk bouw Romaans : ongeveer van 1000 tot 1200 Horizontaal, dragende muren, kleine ramen, rondboog venster Gotiek: ongeveer van 1140 tot 1500 Verticaal, licht, spitsbogen, steunberen, kruisribgewelf, muren niet meer dragend, veel beeldhouwkunst
Het Romaans
Romaanse bouwelementen: - Rondboog - Koepel
Gothische bouwkunst Ontstaan De kathedraal en de stad Het gebouw Kenmerken Bouwwijze De bouwers
Ontstaan Eerste gotische bouwmeester: abt Suger in Saint-Denis Saint-Denis was de begraafplaats van de Franse koningen Suger was ondanks zijn nederige afkomst opgeklommen tot abt van het belangrijke klooster van St. Denis, de begraafplaats van de heilige Dionysius en de Franse koningen. Hij had zelfs enige tijd als vervanger van de Franse koning de feitelijke macht In Frankrijk. De Royal Abby Kerk in St. Denis, vlak bij Parijs, is het eerste echte voorbeeld van gotische architectuur. Het herontwerpen van het gebouw was het werk van Sugar, die aan de kerk was verbonden. Sugar heeft het gehele gebouw vernieuwd om de inval van het licht te bevorderen. Lichtinval moest het gebed stimuleren en de atmosfeer verbeteren.
Plattegrond heeft de vorm van een Latijns kruis
Kloosters Verschillende ordes Benedictijner orde, Cluny, Cisterciënzers Plaats voor scholing, kunst, muziek, ziekenhuis, landbouw Ontstaan van muzieknotatie Liturgie (= alles wat bij de eredienst hoort) was leidend in het kloosterleven
Muziek Belangrijkste muziek is de kerkmuziek: het gregoriaans
Wortels van het gregoriaans Oudste muziek van West-Europa Deze muziek van de christenen heeft haar wortels in de Joodse, Griekse en Latijnse liturgische muziek. Rond 400 werd de kerk van Christus de staatskerk van Rome Geschoolde zangers zorgden voor snelle verspreiding van de melodieën.
De Rol van Paus Gregorius Binnen Romeinse rijk waren diverse mondelinge liturgische tradities gegroeid in de 5e en 6e eeuw. Paus Gregorius I de Grote, (590-604) brengt eenheid in de gezongen teksten. Hij heeft zelf geen vinger uitgestoken naar de melodieën. Zijn naam blijft voor eeuwig verbonden met het gregoriaans. De duif (de H.Geest) fluistert Gregorius wijze teksten in (hij was ook schrijver!) De secretaris (rechts) noteert. Waarom Gregorius de Grote? Twee eeuwen na zijn dood werd hij zo genoemd. De ‘Grote’ omdat hij zeveel vvor Rome en de Rooms-katholieke kerk heeft gedaan. verstevigen van de macht vanuit Rome Zowel van de kerk als van de wereldlijke politiek Vernieuwen van de infrastructuur van Rome (wegen en aquaducten) Ontwikkelen van een maatschappelijk systeem van liefdadigheidsinstellingen en ziekenhuizen Opzetten nieuw belastingstelsel Herzien wetten en strafrecht Natuurlijk de verbreiding van het geloof Eigenlijk wìlde hij helemaal geen paus worden. Hij probeerde nog uit Rome te ontsnappen in een ton op de rug van een ezel, maar ze wisten hem te vinden: op 3 september van het jaar 590 werd Gregorius de Grote de nieuwe paus; tegen wil en dank. In Ornamenta ecclesiae, een tentoonstellingscatalogus (Keulen, 1985), staan drie middeleeuwse portretten van Gregorius. De situatie is steeds dezelfde: hij peinst. Naast hem zit een secretaris met een Schoevers-opleiding, die zijn dictaat snel kan notuleren. Op de schouder van Gregorius zit een witte duif: de Heilige Geest die hem inspireert. Het merkwaardige is echter dat tussen Gregorius en de secretaris een gordijn hangt, en dat de secretaris,letterlijk de ‘geheimschrijver’, daarin een gaatje prikt. Wat dat gordijn betekent, dat weten de kunsthistorici van Ornamenta Ecclesiae blijkbaar niet, want ze verklaren veel maar niet dat gordijn. Ik vond de oplossing in de Gulden legende, Jacob van Voragine's verzameling heiligenlegenden uit de dertiende eeuw. Gregorius was een merkwaardige man: hij wilde ook al geen schrijver worden, en toch schreef hij belangrijke boeken en honderden (bewaard gebleven) brieven. Toen een correspondent Gregorius' commentaren op het bijbelboek Job prees, antwoordde hij na een paar maanden (dus per kerende post) dat hij geen prijs stelde op zulke lovende recensies. De briefschrijver kon maar beter het werk van de heilige Augustinus lezen; zoiets als het boekenweekgeschenk van die tijd. Terecht zijn in de legendevorming een aantal wonderen die zich rond de persoon van Gregorius voltrokken hebben, in verband gebracht met zijn liefde voor het boek en de pen. Hij zou bijvoorbeeld een geëxcommuniceerde monnik uit de hel gered hebben door op diens dode lichaam een brief te leggen: een verzoek aan God om clement te zijn. De monnik verscheen later aan Gregorius om hem te bedanken. Ook als lezer had hij een reputatie. De paus had hem op missie gestuurd om de Engelsen te gaan kerstenen, maar het Romeinse volk eiste zijn terugkeer. De achtervolging werd ingezet, maar Gregorius had een schier onoverbrugbare voorsprong van drie dagreizen. Door een wonder werden toen de zwaluwen ingeschakeld, en die haalden hem in. Hij zat te lezen. (Waarin? In Augustinus natuurlijk.) De zwaluwen zongen dat hij daarmee maar lekker moest voortgaan, en Gregorius las drie dagen lang, met als gevolg dat zijn achtervolgers hem konden inhalen. Hij wilde niet, maar hij ging toch terug naar Rome. Gregorius heeft twee biografen. De laatste heette Jan, en Jan kreeg, in de negende eeuw, tijdens het schrijven van zijn biografie bezoek van een verschijning: de duivel, wie anders. Satan schopte Jan z'n schrijflamp uit, en probeerde onder dekking van de duisternis het manuscript te roven. Maar gelukkig verschenen toen Gregorius zelve en Sint Nicolaas, in zijn tijd een gekende vechtersbaas. Dat liep slecht af voor de duivel. Onze prenten met het gaatje in het gordijn laten echter niet Jan zien, maar Gregorius' eerste biograaf, Petrus Lombardus. Na de dood van Gregorius (604) hebben kritici namelijk roddels over hem verspreid, en in Rome gingen stemmen op om zijn werken te herwaarderen met de brandstapel. Toen heeft Petrus Lombardus het geheim van de secretaris geschonden. Hij bekende dat hij, letterlijk, mocht doodvallen, als hij niet méér dan eens gezien had hoe tijdens Gregorius' dictaten een duif was nedergedaald, die bij Gregorius de heilige teksten in het oor fluisterde. Gregorius had nooit gewild dat hij, Petrus, dat geheim zou onthullen, maar nu het toch op boekverbranding aankwam, had hij geen keuze meer en luidde hij de klok. Het gordijn, dat stelt het geheim voor. De pen van Lombardus onthult het door er een gaatje in te prikken. De legende eindigt prachtig. Petrus wìlde uiteraard niet doodvallen, maar hij viel: dood. Afspraak is afspraak. En toch werden Gregorius' boeken niet verbrand. Want zie: Petrus viel dood, maar er daalde een vogel neder, een duif die zijn ziel op pikte en naar de hemel bracht. Dat zegt de legende. Ik denk dat het een zwaluw was.
Twee soorten gezang Syllabisch = elke lettergreep één toon Melismatisch = meerdere tonen per lettergreep http://www.youtube.com/watch?v=ISs6BaJP4JE
Kenmerken van het gregoriaans (1) DE TEKST gregoriaans is vóór alles tekst Ontstaan uit het voorlezen van liturgische teksten Aanvankelijk gereciteerd, later steeds meer versierd Voorlezen ontwikkelde zich tot zeer rijke muziek Verstaanbaarheid tekst blijft eerste vereiste
Kenmerken van het gregoriaans (2) DE TAAL Kerklatijn of middeleeuws Latijn Latijn was voertaal binnen de kerk De tekst is het belangrijkst, dus zangers moeten weten waarover ze zingen Teksten afkomstig uit bijbel Er zijn slechts een zeer klein aantal Griekse gezangen waaronder het bekende: “Kyrie eleison”
Kenmerken van het gregoriaans (3) HET RITME een vrije ritmiek Geen maatstructuur Een op- en neergaande beweging (vgl. eb en vloed) Woordritme en woordaccent zijn belangrijk.
Kenmerken van het gregoriaans (4) DE MELODIE aanvankelijk éénstemmig Later veel rijkere melodieën
Beeldende kunst Voornamelijk in kerken Beeldhouwkunst, schilderkunst, muurschilderingen en glas-in-lood, boekverluchtiging Alles vertelt het bijbel verhaal in beelden Beeldhouwkunst - in de kerk - aan de buitenzijde: beelden en het timpaan
Beeldende kunst Romaanse kunst is onpersoonlijker, anatomie klopt niet, stijve houding van beelden In gotiek krijgen beelden meer een individuele uitstraling, worden beweeglijker en ruimtelijker/plastischer
Laatste oordeel Het laatste oordeel is een belangrijk element uit het bijbel verhaal dat vaak verbeeld wordt
Romaanse beeldhouwkunst
Veranderingen in de kunst vanaf 1150 Geloof kreeg vanaf de Gotiek een menselijker karakter, herkenbaarder voor de gewone mens.
Behoefte aan meer menselijke voorstelling van religieuze thema’s Christus en Maria werden als mens afgebeeld: Maria met kind De lijdende Christus aan het kruis Geboorte van Christus (Franciscus bouwde de eerste kerststallen)
Veranderingen in de kunst Moeder en kind reageren op elkaar, interactie Giovanni Pisano, Madonna, 1315 Giovanni, de zoon van Nicolo Pisano, maakte rond 1315 dit beeld van de Madonna met kind voor de kathedraal van Prato. In dit beeld is te zien hoe de elegante hoofse stijl vanuit Frankrijk ook doorgedrongen is in Italië. Ook dit beeld laat, met name aan de achterkant, het ‘gotische zwevende’ zien, en daarmee een neiging naar het onstoffelijke. Net als bij de Maagd van Parijs, is ook hier een realistische observatie van de interactie tussen moeder en kind weergegeven
theater Liturgisch drama Wordt te werelds Moet vanuit de kerk naar buiten Ontstaan van het wereldlijk toneel Ook nog: mirakelspelen, mysteriespelen
Mirakelspel en mysteriespel Groots opgezet theater op straten en pleinen buiten de kerk Mirakelspelen verbeelden verhalen waarin op wonderbaarlijke wijze het leven van een zondaar ten goede keert Door tussenkomst van Maria of andere heilige Mysteriespel behandelt een geloofsgeheim MIRAKELSPELEN EN WAGENSPELEN
Passie spel Onderwerp: Lijden en sterven van Christus Gaat vaak gepaard met theatrale effecten (om aardbevingen, branden en overstromingen zo echt mogelijk uit te beelden) Duurde soms dagen Vaak honderden spelers
wagenspelen Variant op mirakel- en passiespelen Decors op boerenwagens Wagens trekken in processie/optocht langs het publiek Weinig samenhang tussen verschillende scenes Wagens gemaakt door gilden (veel competitie!) Mariken van Nieumeghen is mirakelspel dat vaak als wagenspel opgevoerd is
Vermaak Voor de adel: riddertoernooien, muziek, hofdans, troubadours Voor het volk: vaganten, volksmuziek, volksdansen