Deel 4: Spreken en gesprekken

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
‘Van moeten naar willen!’
Advertisements

Competentie 04 Het informatieve gesprek
Communicatie met de klant
Lotgenotencontact.
Hoe ga je te werk bij aardrijkskunde?
Negen soorten vragen.
User Centred Development
Medialandschap Blok 2, week 4 College #3.
TRAINING SOCIALE VAARDIG-HEDEN
PRESENTATIES IN A NUTSHELL.
De doelstelling van deze workshop is niet om u iets nieuws te leren.
Communicatiehandvatten Blijf in contact
Over erkenning geven en Luisteren,Samenvatten,Doorvragen
Dienstverlening voor integere en geweldloze communicatie Presentatie door R.R. Annema.
Modellen adviesvaardigheden 13 februari 2015
Patiënten kunnen… Praktische tips Zaterdag 13 dec
Thema 3 communicatie Gesprekken voeren..
voor familie en vrienden van
Presenteren en communiceren
INTERVIEW Spreken/kijken/luisteren h1. Het interview Een goede manier om ergens achter te komen is: vragen stellen! In een interview stelt iemand vragen.
Liefde en relaties.
Communicatie 2 – kw 2 Les 3. Wat gaan we doen? Herhaling vorige week Feiteninterview Stagegesprekken Opdracht voor volgende week.
Luisteren en feedback Hoofdstuk 15 VP15 Begeleidingskunde
Week 3  Inleiding attitude interview  Oefenen met attitude interview a.d.h.v. de practicum-vragen.
Programma week 3 Terugblik: kennismakingsgesprek Toelichting: basis LSD-techniek Oefening 1: actief luisteren Oefening 2: echt actief luisteren Huiswerk.
Kwaliteit. Theorie en Toetsing Theorie is te vinden op Wordt vandaag klassikaal.
Het maken van een toets. Inleiding Voordat je aan de toets gaat beginnen doe je er verstandig aan om aan de volgende tips te denken: 1.Goed lezen Goed.
Effecten van taal Onderzoek naar wat woorden, zinsconstructies en tekststructuren doen met de ontvanger.
MODULE 3 GESPREKSTECHNIEKEN. INHOUD 1.Soorten open vragen en het belang er van 2.Tips bij het voeren van gesprekken 3.Regels van feedback 4.Valkuilen.
Beroepenwerkstuk.
Hannah Wielenga januari 2017
Training 3 Kennis van programma van de student en kunnen werken met de instrumenten (bv. werken met leerwerkplan, rubric, evaluatieformulier), Binnen verschillende.
Communicatie (les 1) verbaal (mondeling,praten,luisteren)
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Gesprekstechnieken Hoofdstuk 17 VP15 Begeleidingskunde Carin Hogenbirk
Ons zonnestelsel QUIZ.
Meest voorkomende vragen bij examenteksten.
Met STAR(R) meer zicht op competentieontwikkeling
Hand-Out.
S/k/l interviewen.
Met wie app jij? Mediabegrip week
LOB zeven stappen naar succes
Vragen, wat voor vragen?.
Deel 6: Lezen Hoofdstuk 2 Notulen 1.
Cursus 1.1 Werken met Kaarten Klas 1 KGT Lesweek 4
Covey trainingsavond.
Week 1, les 8 Ga zitten in de kring.
Les 5: Het marketingplan
Interview voorbereiden
Gesprekstechnieken 12 mei 2017.
Educatie & voorlichting Communicatie & Didactiek
Spreken en gesprekken 2.2 en 2.3 Schrijven 1.5 en 1.6 Grammatica 3.3
Samenwerken en communicatie
Vaardigheden Interviewen
Opdracht interview Ouderen & Technologie
Gesprekstechnieken Les 3.
Les 7 en 8 Spreken en gesprekken hoofdstuk 5 - tweegesprekken 5.1 – zakelijk telefoongesprek 5.2 – Adviesgesprek 5.3 – Klantgesprek 5.4 – klachtgesprek.
Gesprekstechnieken Les 1.
Gesprekstechnieken Les 6.
Gesprekstechnieken Les 2.
Omgaan met verschillen
Loopbaan en burgerschap les 3
Omgaan met verschillen
gesprekstechnieken Les 2
Bouwen aan succesvolle teams LSD en Casuïstiek
Presentatie VMBO 1&2.
Presentatie Groep 7 & 8.
volgende bladzijde terug
Transcript van de presentatie:

Deel 4: Spreken en gesprekken Hoofdstuk 4: Interview 1

Gespreksregels Gebruik beleefde taal en pas je taalgebruik aan Laat elkaar uitpraten Neem op gepaste wijze de beurt Blijf bij het onderwerp, begin niet zomaar ergens anders over Ga in op wat de gesprekspartner zegt

4.1 Het interview Interview: vraaggesprek tussen interviewer (de vragensteller) en geïnterviewde (degene die de vragen beantwoordt).

4.1.1 Doel vaststellen Voorbeelden van doelen: Informeren naar een onderwerp. Informeren naar een persoon: de geïnterviewde. Meningen peilen.

4.1.2 Inlezen Hoe meer je van tevoren weet, hoe beter je interview verloopt.

4.1.3 Vragen bedenken Schrijf je vragen van tevoren op.

4.1.4 Interview afnemen Tips voor een goed interview: Spreek af op een rustige plek. Vertel het doel van het interview. Luister goed en vraag door. Controleer of je vraag goed is begrepen. Maak een opname of aantekeningen. Bedank de geïnterviewde.

4.2 Open en gesloten vragen beperkte antwoordmogelijkheden specifieke informatie Open vragen: wie, wat, waar, waarom, hoe, wanneer, etc. uitgebreid antwoord meer ruimte voor geïnterviewde

- Begint met werkwoord (Bent u met de auto?) Antwoord is ja of nee Gesloten vragen - Begint met werkwoord (Bent u met de auto?) Antwoord is ja of nee Voordelen: - kan op 1 manier uitgelegd worden - stuurt het gesprek een richting op Nadeel: je hoort alleen wat je hebt gevraagd  

Open vragen - Begint met vraagwoord (5 W’s en H) Voordeel: meer informatie dan gesloten vraag Nadeel: antwoorden moeilijker te verwerken  

Gebruik de LSD-methode! L = luisteren S = samenvatten D = doorvragen  

Opdracht Lees deze vraag: - Wat is het doel van deze vraag? Dus als ik het goed begrijp, wordt het arbeidscontract vandaag verstuurd? - Wat is het doel van deze vraag? - Is dit een open of een gesloten vraag? - Wat voor type vraag is het?  

Het doel is na te gaan of de vraagsteller het goed heeft begrepen Het doel is na te gaan of de vraagsteller het goed heeft begrepen. Het is een gesloten vraag, want je kan er met ‘ja’, of ‘nee’, op antwoorden. Het type vraag is een controlevraag.  

4.3 Soorten vragen Suggestieve vraag. Impertinente vraag. Vervolgvraag (doorvraag). Controlevraag. Wedervraag. Reflectieve vraag. Meerkeuzevraag.

4.3.1 Suggestieve vraag Antwoord zit in de vraag. Wantrouwend. Voorbeeld: U heeft zeker geen vertrouwen in de politie?

4.3.2 Impertinente vraag Brutaal. Voorbeeld: Klopt het dat uw vrouw bij u weg wil?

4.3.3 Vervolgvraag Doorvragen. Reactie op een antwoord van de geïnterviewde. Voorbeeld: Wat bedoelt u daarmee?

4.3.4 Controlevraag Gesloten vraag. Om te controleren of je de geïnterviewde goed hebt begrepen. Voorbeeld: Begrijp ik het goed dat …?

4.3.5 Wedervraag Vraag als reactie op een andere vraag. Vaak kritisch. Voorbeeld: Waarom wilt u dat van me weten?

4.3.6 Reflectieve vraag Om iemand na te laten denken over zijn eigen situatie. Voorbeeld: Wat denkt u dat er van u verwacht wordt?

4.3.6 Meerkeuzevraag Vraag met gegeven antwoordopties. Voorbeeld: Hoe tevreden bent u met onze diensten? Zeer tevreden. Tevreden. Ontevreden. Zeer ontevreden.