Hoofdstuk 5 De arbeidsmarkt.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Havo 4: Werk Hoofdstuk 6: Werkloosheid
Advertisements

Thema 2 Mensen gaan werken
Havo 4: De arbeidsmarkt Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op
VWO 4: Markten-1 Hoofdstuk 4: De Werkloosheid
Kennis & Cash voor werkgevers! Welkom! Marleen van Boheemen.
in de bovenbouw van HAVO en VWO
Sollicitatiegesprek.
Niveau 4 Kerntaak 1: personeelsmanagement Blz. 15
Scholing Werkritme krijgen.
Lesbrief Arbeidsmarkt
Productiefactor Arbeid
Inleiding arbeidsmarkt
Werkloosheid Nadelen en voordelen.
H6 werken Paragraaf
Markten 1 H1.
ARBEIDSMARKT. BEROEPSBEVOLKING Aanbod van arbeid Werkgelegenhei d* *Bezette arbeidsplaatsen Vraag naar arbeid** **+ vacatures Bedrijfsleven Overheid Werkenden.
Inkomen les 19a Begrippen & 95 t/m Begrippen AKW Algemene Kinderbijslagwet: wet die regelt dat mensen met kinderen tot 18 jaar een uitkering krijgen.
§3.1 Aanbod van arbeid blz. 24 Aanbod van arbeid 1. Aanbod van Werknemers 2. Aanbod van Zelfstandigen 3. Geregistreerde Werklozen Aanbod van arbeid.
Samenvatting Intro Samenvatting:
Paragraaf 1 Kennen: De verschillen tussen de formele en informele sector Verschillen tussen een individuele en een collectieve arbeidsovereenkomst Welke.
Persbijeenkomst UWV WERKbedrijf
AFGESTUDEERD? WERKZOEKEND?
AANBOD ARBEID IS GROTER DAN DE VRAAG NAAR ARBEID
3/4 vmbo 1 Arm en Rijk § 2-4.
Het nieuwe solliciteren:
Participatiewet vanaf 2015
5.4 Hoe werk je? De overheid is ook een producent. Ze levert vooral diensten. Bijvoorbeeld: Gezondheidszorg & Onderwijs Een groot gedeelte van de kosten.
8.1 Waarom handel met het buitenland?
Krimp beroepsbevolking betekent geen krappe arbeidsmarkt Paul de Beer Ruimteconferentie Workshop Demografische krimp en regionale economie 3 november 2009.
5.3 Heb je werk? De arbeidsmarkt is het geheel van vraag en aanbod naar werk. De vraag van arbeid komt van werkgevers. Het aanbod komt van de beroepsbevolking.
6.3 Geen werk? Wat zijn de gevolgen als je je baan verliest?
THEMA WERKLOOSHEID Werkloosheidswet / WW WW en TW.
Hoe leer je geschiedenis?
Arbeidsmarkt Als je op de markt loopt zie je om je heen verschillende kopers en verkopers. De vraag naar een product bestaat uit de mensen die een product.
Arbeidsmarkt Is een verzamelnaam voor diverse plekken waar werkzoekenden en werkgevers elkaar ontmoeten. BvB 2014.
J. de Lange ECONOMIE HOE KUN JE DAT NOU MAKEN?. Marktaandeel Ex-BTW en In-BTW Arbeidsproductiviteit Belangrijk PROGRAMMA:
| Aukje Nauta | Duurzame inzetbaarheid, van wens naar werkelijkheid Duurzame inzetbaarheid, van wens naar werkelijkheid.
Testvragen hoofdstuk 4 T2. Vraag 1 Welke van de volgende stellingen is juist? 1.Een huisarts doet zowel lichamelijk als geestelijk werk. 2.Een brandweerman.
Hoofdstuk 6 Productie.
4.1 DE WERKNEMER.
Presentatie scholingsmarkt speeddate UWV
Arbeidsmarkt.
Vmbo 2 economie Overheid overbodig?
Voorbeeld grafiek arbeidsmarkt
T4 ECONOMIE Hst 5 aan de slag!.
Welkom Havo 5..
Studieloopbaanbegeleiding
Hoofdstuk 7.2 Les 1.
Hst 4 Hoe wordt er gewerkt?
Welkom havo 4..
mankiw's macroeconomics modules
Voorbeeld Weging Indexcijfers 2011 Weging x indexcijfer Voeding
© UNIEK IN DE KLAS.
Welkom Havo 5..
Kiezen voor keuzedelen
Havo 4 Lesbrief Vervoer.
Welkom Havo 5..
ARBEIDSMARKT.
Vmbo 2 economie Waarom werken?
Duurzame inzetbaarheid
De maakindustrie in Midden-Limburg
Wet op de privacy.
Prijselasticiteit Hoofdstuk 5 markt havo 3 & vwo 3.
Vmbo 2 economie Waarom werken?
Hoofdstuk 1: Waarom werken we?
Hoofdstuk 3: Hoe kom je aan werk?
Hoofdstuk 6: De verzorgingsstaat
H3 Hoe kom je aan werk?.
Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Nee Ja Ja
De emancipatie -machine snort van 0 tot 100 Jong geleerd én oud gedaan
Transcript van de presentatie:

Hoofdstuk 5 De arbeidsmarkt

Antwoorden paragraaf 5.1 7 B 8a. Nee. Er komt geen extra vacature vrij als mevrouw Farouk op zoek gaat naar ander werk. 8b. De werkgelegenheid neemt dan toe. 9 Foto 1: winkel sluit  werkgelegenheid neemt af. Er is dan geen werk meer in de winkel. Foto 2: nieuw bedrijf  meer werkgelegenheid. Er komen 1 of meer banen bij op de arbeidsmarkt.

10a. 7.395.000 banen 10b. Beroepsbevolking – aantal banen = werkloosheid. 11 12 Beschrijving De werkgelegenheid: Er zijn veel te veel telefoonwinkels. De één na de ander moet sluiten. Het personeel wordt ontslagen. daalt Iedereen wil ineens een gemotoriseerde step hebben. De fabrikant van de steppen opent een tweede fabriekshal. Hij heeft extra personeel nodig. stijgt Veel paprikatelers verhuizen naar andere landen omdat daar de energie en de arbeiders veel goedkoper zijn.

13 Als veel (jonge) mensen nu de opleiding gaan volgen, is er over enkele jaren misschien geen tekort meer aan dat beroep. 14 Verpleegkundige / Arts  Met de toenemende vergrijzing is de verwachting dat er veel werk zal zijn in de verzorging / medische sector.

De arbeidsmarkt Arbeid Aanbod van arbeid(ers) Vraag naar arbeid(ers) - Iedereen tussen de 15 en 65 jaar - Die minimaal 12 uur per week werkt of wil werken - Daarvoor is ingeschreven bij het UWV-WERKbedrijf Vraag naar arbeid(ers) Het aantal beschikbare arbeidsplaatsen/banen

Vraag & Aanbod Wat is groter? De vraag of het aanbod? Krappe arbeidsmarkt: Vraag is groter dan het aanbod. Ruime arbeidsmarkt: Aanbod is groter dan de vraag. Wanneer kun je bijvoorbeeld een hoger loon eisen? Bij een krappe of ruime arbeidsmarkt? Leg uit waarom.

UWV-WERKbedrijf Helpt mensen bij het vinden van een baan. Lukt het vinden van een baan niet, dan kun je bij het UWV een uitkering aanvragen Je moet dan wel blijven zoeken naar werk! Anders krijg je geen uitkering.

DOEN: Maak hh paragraaf 5.1 blz. 159 NIET: 7+9

Paragraaf 5.2

Soorten werkloosheid Geregistreerde werkloosheid Iedereen tussen de 15 en 65 jaar die: Minimaal 12 uur p/week werk zoeken en hiervoor bij het UWV staan ingeschreven. Verborgen werkloosheid Mensen die wel werk zoeken, maar niet ingeschreven staan. Tijdelijke werkloosheid Je zoekt maar kort naar werk, bv. maar een ½ jaar. Langdurige werkloosheid Mensen die langer dan 1 jaar naar werk zoeken. Seizoenswerkloosheid Werkloos omdat er in de winter minder ijs wordt verkocht.

OPGAVEN Welk van onderstaande beweringen is juist? Het is moeilijk om de verborgen werkloosheid te meten, omdat je niet precies weet hoeveel mensen een baan zoeken als ze zich niet inschrijven. Er zijn meer werkzoekende mensen dan alleen de geregistreerde werklozen. Antwoord: a. en b. zijn juist.

OPGAVEN Ben je verplicht je in te schrijven? Antwoord: Nee. Je moet het wel doen als je geen werk hebt en in aanmerking wilt komen voor een uitkering. Niet ingeschreven = geen uitkering. Slaan we over. De werkloosheid was in januari 2011 ongeveer 5,2% op een beroepsbevolking van 7.817.000 mensen. Bereken hoeveel mensen werkloos waren. Antwoord: 7.817.000 : 100 x 5,2 = 406.484 mensen.

OPGAVEN Eens of oneens? De kans dat je werk vindt is groter als je een diploma hebt, omdat je daarmee aantoont dat je een opleiding hebt afgemaakt. Je hebt kennis en vaardigheden opgedaan. Je hebt laten zien dat je doorzettingsvermogen hebt om iets af te maken. Dat is belangrijk voor degene die jou wil aannemen. Zonder diploma zul je het moeilijker hebben om een baan te vinden.

OPGAVEN Bedenk 3 redenen waarom het moeilijk is om langer dan een jaar werkloos te zijn. Antwoord: Je hebt lang geen inkomen. Je moet leven van een uitkering. Je hebt geen regelmaat in je dag. Je hebt minder geld om nieuwe cursussen te doen. Je komt misschien weinig mensen tegen, je kunt eenzaam worden.

Soorten werkloosheid DOEN: Maak opg. H19 (blz. 160) Klaar? Maak: blz. 160 NIET: 14-20-21 Niet af = HW Geregistreerde werkloosheid Iedereen tussen de 15 en 65 jaar die: Minimaal 12 uur p/week werk zoeken en hiervoor bij het UWV staan ingeschreven. Verborgen werkloosheid Mensen die wel werk zoeken, maar niet ingeschreven staan. Tijdelijke werkloosheid Je zoekt maar kort naar werk, bv. maar een ½ jaar. Langdurige werkloosheid Mensen die langer dan 1 jaar naar werk zoeken. Seizoenswerkloosheid Werkloos omdat er in de winter minder ijs wordt verkocht.