Eindrapportage SGS Rotterdam 19-10-2017 15:32 Eindrapportage SGS Rotterdam Het effect van transities en bijbehorend instrumentarium | L. Kootstra TNO 2017 R10461
Eindrapportage SGS Rotterdam 19-10-2017 15:32 Management summary In het kader van het SGS programma van I&M, heeft de gemeente Rotterdam kennisvragen ingediend over de maatschappelijke trends en transities die impact zullen hebben op Nederlandse steden. De kennisvragen waren: “Welke transities (in relatie met mobiliteit) zijn mogelijk om de stad aantrekkelijk, gezond en bereikbaar te houden en met welke maatregelen zijn deze transities in de stad te realiseren?” “Wat voor soort instrumentarium (modellen) geeft daarbij inzicht in de effecten van deze maatregelen op aantrekkelijkheid, gezondheid en bereikbaarheid?” Eerst zijn in een workshop met de gemeente Rotterdam zijn de transities in kaart gebracht. Daarna zijn voor 11 transities verder uitgewerkt met Universiteit Utrecht. Er is gekeken naar: het effect van de transitie de uitdaging (positief of negatief) voor Nederlandse steden het beleid dat de effecten van transities positief of negatief kan beïnvloeden de eisen die het stelt aan instrumentarium dat besluitvorming ondersteunt uitgewerkt Conclusie is dat transities een mogelijk grote invloed kunnen hebben op bereikbaarheid, gezondheid, leefbaarheid en economische vitaliteit van Rotterdam, maar het effect vaak nog onzeker is. Meer inzichten in de effecten van transities zijn nodig en te verkrijgen via expert opinion, adaptief beleid, experimenten en/of modellen. Het huidige modelinstrumentarium beschrijft de effecten van transities onvoldoende. Er is behoefte naar modellen, die meer grip geven op individueel gedrag, fietsen als modaliteit meenemen en de bereikbaarheid, leefbaarheid en economische vitaliteit integraal kan worden beoordeeld. 2 | Eindrapportage SGS Rotterdam
Eindrapportage SGS Rotterdam 19-10-2017 15:32 Slimme & gezonde stad Het programma slimme en gezonde stad is een programma van I&M dat op zoek gaat naar slimme oplossingen voor gezonde, duurzame en leefbare steden zonder hierbij nieuwe normen op te leggen. In de zomer van 2016 is aan alle SGS Pilotsteden gevraagd kennisvragen in te dienen. TNO heeft de beantwoording van de kennisvragen opgepakt, en heeft in deze samengewerkt met de Universiteit van Utrecht. Ruimtelijke planning & ontwerp Integraal werken Thema’s slimme & gezonde stad Gedrag & motivatie Meten & rekenen Schoner verkeer & vervoer 3 | Eindrapportage SGS Rotterdam
Eindrapportage SGS Rotterdam 19-10-2017 15:32 Kennisvragen Aanleiding Kennisvragen Rotterdam wil een aantrekkelijke gezonde en bereikbare stad zijn, maar het is voor de gemeente lastig om goed onderbouwde beslissingen te nemen over de investeringen en de bijdrage die dit levert, omdat (1) er weinig bekend is over de effecten en (2) het instrumentarium te beperkt is. “Welke transities (in relatie met mobiliteit) zijn mogelijk om de stad aantrekkelijk, gezond en bereikbaar te houden en met welke maatregelen zijn deze transities in de stad te realiseren?” “Wat voor soort instrumentarium (modellen) geeft daarbij inzicht in de effecten van deze maatregelen op aantrekkelijkheid, gezondheid en bereikbaarheid?” Rotterdam wil een aantrekkelijke, gezonde en bereikbare stad zijn en heeft dit o.a. uitgewerkt in het stedelijk verkeersplan Rotterdam 2030+. Om deze ambitie te realiseren is een aantal transities nodig. Het autogebruik kan niet meer onbeperkt doorgroeien en om de stad leefbaar te houden worden diverse maatregelen overwogen, zoals investeringen in nieuwe fiets- en OV-verbindingen, meer ruimte voor de voetganger, stimuleren van deelmobiliteit (auto en fiets), last mile oplossingen voor het openbaar vervoer, Mobility as a Service (MaaS) etc. Het is voor de gemeente echter lastig om goed onderbouwde beslissingen te nemen over deze investeringen en de bijdrage die dit levert aan de doelstellingen van het verkeersplan. Ten eerste is er nog relatief weinig bekend over de effecten van dit soort maatregelen en de wijze waarop je de gebruikers mee kunt krijgen in deze transities (welke groepen gaat het treffen, hoe bereik je hen en wat kun je doen om het huidige gedrag te veranderen). Ten tweede is het instrumentarium (verkeersmodellen) dat nu gebruikt wordt om inzicht in de effecten te krijgen is meestal alleen gebaseerd op reistijd, kosten en bereikbaarheid en neemt het de effecten op gezondheid en aantrekkelijkheid niet in beschouwing. De hoofdvraag voor dit onderzoek is derhalve: Welke transities(in relatie met mobiliteit) zijn mogelijk om de stad aantrekkelijk, gezond en bereikbaar te houden en met welke maatregelen zijn deze transities in de stad te realiseren. Wat voor soort instrumentarium (modellen) geeft daarbij inzicht in de effecten van deze maatregelen op aantrekkelijkheid, gezondheid en bereikbaarheid. 4 | Eindrapportage SGS Rotterdam
Eindrapportage SGS Rotterdam 19-10-2017 15:32 aanpak 1 Literatuuronderzoek en workshop bij de gemeente Rotterdam Verzamelen van transities Samenbrengen initiatieven rondom nieuwe mobiliteitsconcepten 2 Verzamelde transities en ambities in breder kader zetten m.b.v. vier vragen: Wat is effect van transitie? Wat zijn de uitdaging voor de stad? Wat is effect van maatregel? Wat voor instrumentarium geeft inzicht? Activiteiten die hebben plaatsgevonden: 31/1 workshop met deelnemers van de gemeente Rotterdam 2. Deze stap is uitgevoerd in drie afspraken samen met Dick Ettema van de Universiteit van Utrecht en Will Clerx van de gemeente Rotterdam. 3. 29/4 de tweede workshop met de gemeente Rotterdam plaatsgevonden De resultaten zullen ook gedeeld worden tijdens: SGS lunch op 4/10 Algemene SGS presentaties op 11/5 Het boekje Acquire 3 Conclusies en delen van bevindingen aan stakeholders uit eerste fase. 5 | Eindrapportage SGS Rotterdam
Workshop Inventarisatie van transities 1 Workshop Inventarisatie van transities Overzicht van alle opgehaalde transities: Lezing van Kristiaan Leurs over stedelijk verkeersplan. Ophalen van transities. Aanwezigen: Will Clerx (gemeente Rotterdam; verkeer & vervoer) Marcus Edelenbosch (gemeente Rotterdam; verkeer & vervoer) Kristiaan Leurs (gemeente Rotterdam; verkeers & vervoers modellen) Roel van Rijthoven (gemeente Rotterdam; verkeers & vervoers modellen) Rob Tiemersma (gemeente Utrecht; parkeren en vervoer) Tom Koeman (GGD Rijmond) Raymond van Keerberghen (gemeente Rotterdam; verkeer & vervoer) Hetty van Rhijn-Stumphius (gemeente Rotterdam; milieu en duurzaamheid; SGS coördinator) Halya Oudeman-Kul (gemeente Rotterdam; verkeer & vervoer) Jos Streng (gemeente Rotterdam; verkeer & vervoer) Erik de Romph (TNO) Tanja Vonk (TNO) Lucinda Kootstra (TNO) 6 | Eindrapportage SGS Rotterdam
Workshop Inventarisatie van transities 1 Workshop Inventarisatie van transities Aan de hand van volgende tabel is een aantal transities verder uitgewerkt: Termijn – wanneer is transitie grootschalig ingevoerd? Wat drijft de transitie? Op welke doelgroepen en modaliteiten grijpt het in? Welke gedragswijzigingen zijn nodig? Welke stappen zijn nodig voor er besluiten over middelen kunnen worden genomen? Wat is het effect van de transitie op bereikbaarheid van stad, gezondheid van inwoners, milieu en leefbaarheid? Hoe kan je effect en impact van maatregelen meten? Inschatting van de kosten: kiezen uit laag – middel - hoog Met welke middelen kan de gemeente transitie beïnvloeden? 7 | Eindrapportage SGS Rotterdam
Resultaat van workshop Eindrapportage SGS Rotterdam 19-10-2017 15:32 1 Resultaat van workshop Ambities uit stedelijk verkeersplan Rotterdam: Wat hebben we opgehaald? Lijst met algemene maatschappelijke transities en inzicht in ambities van gemeente Rotterdam op gebied van mobiliteit. Minder autokilometers binnen de Ring: voorrang voor fiets en OV. Een samenhangend regionaal en stedelijk netwerk: wegen en OV in evenwicht. Regionale en stedelijke oeververbindingen: nieuwe en transformatie van bestaande. Aantrekkelijke en levendige (Binnen)stad: de citylounge versterkt. Versterken nieuwe vervoerswijzen: vervoer over water en Last Mile. Geen vervoersarmoede: sociale en maatschappelijke participatie versterkt. Gezonde leefomgeving: versterken Ruimtelijke kwaliteit en Zero Emissie. Slimme mobiliteit: technologische innovatie en ICT. Gebieden Buiten de Ring: duurzaam verbonden. Inzicht in de definitie van een transitie: “Een transitie is de overgang van oude naar nieuwe situatie die autonoom plaatsvindt.” Vervolgstap Vervolgens heeft TNO opgehaalde transities vergeleken met algemene maatschappelijke trends uit MIRT NOWA onderzoek. En uitgewerkt samen met de Universiteit Utrecht. 8 | Eindrapportage SGS Rotterdam
Eindrapportage SGS Rotterdam 19-10-2017 15:32 1 Transities Input vanuit de workshop Demografie Vergrijzing bevolking en toename gezonde levensjaren in Nederland. - Bevolkingstoename in de steden Verdichting van de stad; Trek van hoogopgeleide naar Noord, minder OV naar zuid; Leefbaarheid voor gezinnen Economie Opkomst deeleconomie en de omslag van “bezit” naar “gebruik” Opkomst deeleconomie Het nieuwe werken, flexibeler van arbeid (anytime, anywhere) zet door Technologie Technologische versnelling, convergentie van technologieën. Voertuigtechnologie, Opkomt van autonome voertuigen, Elektrificatie van vervoer, Voortgaande informatisering en digitalisering van samenleving. Digitalisering; MAAS Klimaatsverandering Gevolgen en schade door klimaatverandering worden zichtbaarder en nemen toe Klimaat adaptatie Energie Goedkopere en schonere energie Energietransitie: elektrificatie & waterstof als brandstof Politiek Relatie overheid – samenleving verandert: primaat komt bij maatschappelijk initiatief Sociaal Bewustwording consumenten en bedrijven neemt toe. Hogere eisen aan de omgeving vanuit gezondheid van de inwoners; Meer fiets en voetgangers. Voortgaande individualisering en emancipatie Sociale weerbaarheid (iedereen moet kunnen meedoen) Bron: MIRT NOWA Binnen deze studie is gekeken naar het effect van de transities op Rotterdam. Deze transities zijn echter niet alleen toepasbaar op de gemeente Rotterdam, maar ook op andere Nederlandse steden. Ook hebben we ons gericht op transities binnen het personen vervoer. In dit project is of nauwelijks naar goederen en logistiek gekeken. 9 | Eindrapportage SGS Rotterdam
1 Impact van transities Aan de hand van workshop en overzicht van transities is de volgende schematische weergave gemaakt van de wijze waarop een stad om kan gaan met transities: Transitie Actief faciliteren? Interventies mogelijk? ja Effect van transitie Effect van interventies nee Besluit-vorming Informatie uit modellen, experimenten of van experts heroverweging 10 | Eindrapportage SGS Rotterdam
Eindrapportage SGS Rotterdam 19-10-2017 15:32 2 Verdere uitwerking Vanuit de schematische weergave zijn de volgende vervolgvragen opgesteld: Transities overkomen je en zijn moeilijk te beïnvloeden. Wil je als gemeente dan proactief of reactief opereren? Welke transities dragen bij of werken contraproductief aan de ambities van de stad? Wat is de impact van een transitie (op de mobiliteit)? Welke interventies/acties van de gemeente helpen de ambitie te verwezenlijken? Hoe kun je (politieke) bestuurders van de gewenste/juiste benodigde informatie voor besluitvorming voorzien? Welk instrument helpt bij welk vraagstuk? 11 | Eindrapportage SGS Rotterdam
Eindrapportage SGS Rotterdam 19-10-2017 15:32 2 Impact van transities In de volgende slides zijn alle transities zijn uitgewerkt in vier stappen: effect, uitdaging, invloed en inzicht. Soms is besloten op een transitie niet volledig uit te werken, omdat het effect minder urgent is. Welke invloed heeft Rotterdam om de transitie te sturen? Kan zowel actief als passief zijn. Welke maatregelen, interventies en beleid zijn er mogelijk? Wat is de uitdaging voor steden zoals Rotterdam, gezien het effect van de transitie? Hoe genereer je inzicht ten behoeve van de besluitvorming? Hoe kan je inzicht genereren in impact van maatregelen? Wat is het effect van de transitie (op gebied van mobiliteit?) Thema transitie Omschrijving van de transitie Effect Effect 1 “ Uitdaging Uitdaging 1 Invloed Invloed 1 Inzicht Inzicht 1 Keuze uit: Expert opinion Adaptief beleid/ Experimenten Modellen 12 | Eindrapportage SGS Rotterdam
Eindrapportage SGS Rotterdam 19-10-2017 15:32 2 Demografie Vergrijzing bevolking en toename gezonde levensjaren in Nederland (dit zal in de steden meevallen) Effect Meer actieve 65+ers. Activiteit buiten spitsen. Autobezit 65+ is relatief hoog. Uitdaging Stad aantrekkelijk houden; als het speelt wil je dat ouderen kunnen blijven mee doen Zorgen dat OV toegankelijk blijft voor ouderen. Invloed Mix en dichtheid van voorzieningen op peil te houden Informeren. Zorgen dat OV gebruikt blijft door deze groep. Inzicht Bereikbaarheismodellen kunnen dit toetsen Klassieke modellen geven hier voldoende inzicht in (ouderen van 2030 zijn niet de ouderen van nu) 13 | Eindrapportage SGS Rotterdam
Eindrapportage SGS Rotterdam 19-10-2017 15:32 2 Effect Meer mensen, meer mobiliteit van, naar en binnen de steden. Toename van aantal jongeren en mensen met een immigratie-achtergrond. Hoogopgeleide gezinnen blijven langer in centrumgebied wonen (was dit een effect van de economische crisis? Bekijken of het doorzet --> indicatoren nodig). Toename verschil arm en rijk (risico) Het verdelingsvraagstuk ruimte wordt complexer. Wonen, werken, parkeren en recreatie moeten worden gecombineerd op kleiner oppervlak. Daardoor stijgt de dichtheid van de bebouwing en staat de leefbaarheid onder druk (geluidhinder, luchtkwaliteit, recreatieruimte) Uitdaging Meer mensen, meer verkeer. Minder autoverkeer is gewenst, groei in vraag naar mobiliteit opvangen met vervoer per fiets, voet en OV. Onderwijs (jongeren) en geschikte werklocaties (immigranten) bereikbaar houden. Goed evenwicht vinden, tegengaan/voorkomen sociale segregatie noord (rijker en duurder) en zuid (minder geschikt voor gezinnen), kans op mobiliteitsarmoede (nu m.n. in zuid). Stad leefbaar houden voor alle doelgroepen. Aantrekkelijke woonmilieu voor elke groep. Evenwicht vinden tussen bereikbaarheid en leefbaarheid. Invloed Qua ruimtelijke planning kan er minder ruimte voor de auto worden gemaakt en meer ruimte voor duurzame mobiliteit worden gemaakt. Goed OV, op maat vervoer naar specifieke locaties (met veel werkgelegenheid), OV afstemmen op werktijden verzorgenden etc. Zuid goed aanhaken op de rest van de (rand)stad door bijvoorbeeld ontsluiten met OV of multi-modale oeververbindingen. In combinatie met woningen en voorzieningen voor gezinnen. Ruimtelijk ordening; ruimte voor actieve mobiliteit en recreatie (voor bewoners en bezoekers); Stadsboulevards Inzicht Inzicht in trek naar steden. Waarom? Waarvandaan? Is mobiliteit oorzaak of gevolg van trek naar steden? (1) Een model dat inzicht geeft in de afweging van bewoners of voor auto (privé + woon-werk) dan wel andere (actieve) mobiliteiten + (2) effect van maatregelen die OV gebruik en actieve mobiliteit stimuleren meeneemt + (3) aanvult is met leefbaarheid en economische vitaliteit. (4) Effecten van maatregelen die duurzame mobiliteit stimuleren zouden ook in experimenten kunnen worden getoetst. Het model moet (1) onderscheid maken tussen verschillende groepen/leefstijlen (2) aangepast worden aan werklocaties en het nieuwe werken en (3) worden uitgebreid met woningmarkt prognoses. Daarnaast moeten (4) de veronderstellingen en aannames waar we nu vanuit gaan nader onderzoeken Modellen die bereikbaarheid en leefbaarheid meer integraal kunnen afwegen, zodat deze gewaarborgd kan worden. Modellen die bereikbaarheid kunnen combineren met leefbaarheid en economische vitaliteit. Rekening houdend met impact op meer mensen (verdichting). Demografie Trek naar steden: Aantal inwoners neemt toe en bevolkingssamenstelling verandert. 14 | Eindrapportage SGS Rotterdam
Eindrapportage SGS Rotterdam 19-10-2017 15:32 2 Effect Bedrijven focussen zich op gezondheid van werknemers en hebben belang bij gezonde werknemers, goed imago en goede bereikbaarheid. Private initiatieven nemen toe. Bewoners willen een gezonde leefomgeving voor zichzelf en hun kinderen. Bewoners willen een veilige leefomgeving voor zichzelf en hun kinderen. Een mensenleven is meer waard. Grote bedrijven verzamelen zich om OV knooppunten vanuit maatschappelijke verantwoordelijkheid (duurzaamheidsoogpunt). Uitdaging Participatie processen moeten op gang gehouden worden, gemeente moet zorgen dat je participeert. Inwoners de stad als gezonder laten ervaren. Alle doelgroepen bij mee laten participeren. Bijvoorbeeld Happy streets en buurt bestuurt. Veilige en prettige actieve mobiliteit voor iedereen. Voorzien in behoefte van kantoorruimtes. Invloed Ruimte bieden aan deze initiatieven (door bijv. aanbieden van fietsenstallingen). Ruimtelijke inrichting, ruimte bieden aan fiets, OV en voetgangers (en dus minder aan de auto). Meer aandacht voor fiets en voetganger. Inrichten van kantoren rondom OV knooppunten. Inzicht Kennis en inzicht verzamelen aan de hand van interviews/enquetes en monitoren van effecten op een aantal indicatoren Modellen met meer aandacht voor effect van maatregelen op leefbaarheid (naast bereikbaarheid en reistijden). Niet alle doelgroepen in een wijk doen even goed mee, een verkeersmodel kan ondersteunen om effecten zichtbaar te maken en dient dan als 'praatstuk‘ voor álle doelgroepen. Modellen die inzicht geven in leefbaarheid en gezondheids indicatoren zoals nabijheid van groen, water en voorzieningen. Je hebt inzicht nodig in wie mee doen aan deze transitie en hoe groot het effect is. Als je fietsgedrag wil modelleren is eerst meer gedragskennis nodig (experimenten, pilots) om te valideren hoe dit in de modellen past. Modellen die de effecten op modal-split kunnen inschatten en keten-verplaatsingen. Modellen voor scenarioverkenningen. Hoe kun je de effecten van (kleinschalige) experimenten (want die zijn er al, ook in andere domeinen) vertalen naar model-input/opschaling Sociaal Bewustwording consumenten en bedrijven neemt toe. 15 | Eindrapportage SGS Rotterdam
Eindrapportage SGS Rotterdam 19-10-2017 15:32 2 Sociaal Voortgaande individualisering en emancipatie. Effect Overheid verwacht een grotere zelfredzaamheid van burgers (participatie maatschappij). Uitdaging Sociale weerbaarheid; iedereen laten meedoen; interactie met de afdeling werk en inkomen. Mensen die geen geld hebben voor een auto moeten ook op hun werk kunnen komen Invloed Goed OV en vervoer op maat in de gehele stad: vervoer naar arbeidplaatsen op niveau moeten beschikbaar zijn gewenste tijden. Vervoer op maat Inzicht Pilots om te testen welke oplossing (bijv. aanbieden van fiets bij nieuwe baan) past bij de doelgroep. Modellen die doelgroep, werkgelegenheid (en andere functies) geografisch koppelen. Economie Het nieuwe werken, flexibeler van arbeid (anytime, anywhere) zet door. Effect Deel van bevolking heeft geen vast HB patroon meer. Ze hebben ruimte om per dag locatie (thuis of extern) en tijdstip van reizen te bepalen. Mensen werken meer onderweg en reizen meer naar verschillende bestemmingen Uitdaging Hoe kan je het beste gebruik maken van deze trend, zodat piekbelasting tijdens spits wordt afgevlakt. Je moet er rekening mee houden dat de flexibilisering in andere domeinen veel minder ver is: schooltijden zijn vast, sportlessen hebben vaste tijden. HB-patronen worden minder voorspelbaar en minder vast Invloed stimuleren door het inrichten van flexibele werklocaties (ontmoeten, vergaderen en alleen werken) op OV locaties, in stads-centra, P&R knooppunten, bij oplaadpunten of benzine stations. Mogelijkheid tot thuiswerken ondersteunen door bijv. aanleg van snelle internetverbinding. Faciliteer/maak slimme combinaties: WiFi op een oplaadpunt maakt het een tijdelijke werkplek Inzicht (1) De huidige HB matrices moeten worden aangepast aan flexibele werknemers: modellen kunnen er niet meer vanuit gaan dat persoon X vijf dagen per week van A naar B reist, maar elke dag ergens anders (=ook thuis) kan werken. Dit kan deels worden bereikt door tijdsvenster van modellen te verfijnen en leefstijl en opleiding (= kans op mogelijkheid tot thuis en flexwerken) toe te voegen. (2) onderzoek/experimenten naar stimuleren van het nieuwe werken om de spits te ontlasten. 16 | Eindrapportage SGS Rotterdam
Eindrapportage SGS Rotterdam 19-10-2017 15:32 2 Economie Opkomst deeleconomie 1 (scope: autodelen). Twee mogelijkheden van autodelen: 1. Autodelen (via peer-to-peer of organisatie). Meestal geen eigen auto, maar wel toegang tot deelauto. 2. Ritdelen (via apps). Dit lijkt meer op een taxi-achtige dienst, maar dan voor en door iedereen (sheet 18). Soort deelsysteem Door het CROW worden 6 typen van autodelen onderscheiden: 1. Klassiek: aanbieders met een eigen vloot verhuren auto’s via abonnement 2. Autohuurabonnement: verhuur van auto’s via abonnement. 3. Oneway: aanbieders met een eigen vloot verhuren auto’s via lidmaatschap. 4. Peer-2-peer: open marktplaats voor verhuren van auto. 5. Particulier: auto delen via bekenden. 6. Poolauto (zakelijk): Werknemers delen auto van werkgever. Effect De algemene impact van autodelen op de ruimte is positief (minder ruimte door stilstaande voertuigen in gebruik), maar de impact op de capaciteit van het netwerk is onduidelijk. Voor (1) stijgt de vraag naar (geserveerde) parkeerplaatsen stijgt. + onderstaande gevolgen. Uitdaging Autodelen is is alleen een succes als veel mensen deelnemen, dus uitdaging is zorgen dat dit gebeurt. De vraag en aanbod van deelauto's moeten op elkaar aansluiten. Voor (1), (2) en (3) geldt dat de verschillende aanbieders de ruimte kan worden geboden om business te voeren parkeren van de auto's) én de acceptatie van omwonenden daarvan. Voor (6) is de vraag hoe je werkgevers kan stimuleren om auto delen te implementeren. Interactie met OV/fiets Invloed Faciliteren van autodelen, omdat parkeer druk afneemt en mogelijkheid is om sneller schonere voertuigen in de stad te krijgen. Dit kan door: (i) aanbieders de ruimte geven door bijv. parkeerfaciliteit (nabij OV knooppunten) aan te bieden. Dit moet wel in evenwicht zijn met de behoefte van de buurt. (ii) technologische ondersteuning bieden om vraag en aanbod aan elkaar te matchen. (iii) Beprijzingsmaatregelen. (iv) Participatieproces met bewoners/betrokkenen opzetten Inzicht - Experimenteren naar impact van stimulatiemaatregelen op het autobezit in wijken. De keuzemechanismen van mensen worden anders, die moeten we goed begrijpen. - Modellen met nieuwe modaliteit "autodelen" en gericht of lifestyles. - De extremen zijn te modelleren of bij opgegeven acceptatie (hoeveel % doet mee). Onderzoek is vereist naar hoe groot dit percentage kan zijn en wat dit beïnvloedt. Zo kan ook kantelpunt worden berekend (aantal % mensen dat mee moet doen om parkeer druk te verlagen) Op basis van 6 vormen van autodelen van CROW: https://www.crow.nl/downloads/pdf/verkeer-en-vervoer/crow-kpvv/factsheet-autodelen-6-vormen-van-autodelen.aspx 17 | Eindrapportage SGS Rotterdam
Eindrapportage SGS Rotterdam 19-10-2017 15:32 2 Economie Opkomst deeleconomie 2 (scope: autodelen). Twee mogelijkheden van autodelen: 1. Autodelen (via peer-to-peer of organisatie). Meestal geen eigen auto, maar wel toegang tot deelauto. 2. Ritdelen (via apps). Dit lijkt meer op een taxi-achtige dienst, maar dan voor en door iedereen. Effect Ritdelen: Mensen rijden met elkaar mee (car-poolen). Dit kan privé of via organisaties met een laagdrempelig afrekensysteem. Dit resulteert in minder auto's, minder km's en lagere parkeerbehoefte. Dit scenario is combineerbaar met autonome voertuigen waardoor acceptatie wellicht vergroot. Deel systemen voor andere modaliteiten, bijvoorbeeld fiets, electrische fietsen, scooters, etc. Uitdaging Hoe te voorkomen dat deze diensten niet alleen maar als taxi dienst fungeren. Dit is alleen een succes als veel mensen deelnemen en er balans is tussen vraag en aanbod en gebruikt wordt voor ritten die al gemaakt worden. Dus vehoging bezettingsgraad. Potentieel is de impact heel groot (80% reductie auto's1), maar of mensen dit ook echt gaan doen en in welke mate is de grote vraag. Vraag en aanbod in balans brengen. Fietsparkeren. Succes van OV-fiets is onverwacht. Faciliteren van fiets-infrastructuur. Invloed Ride sharing stimuleren door bedrijven als Uber de ruimte te geven. Voorkomen dat ze alleen als taxidienst fungeren. Parkeren van deelauto's faciliteren: (1) Parkeren (gratis bij stations oid) (2) Parkeren non-shared duurder maken (3) specifieke infrastructuur voor gedeelde voertuigen (4) andere beprijzingsmaatregelen. Andere modaliteiten dan auto zijn meestal goed voor leefbaarheid in de stad. Faciliteren van deze initiatieven door ruimte te beiden voor stalling. Inzicht (1) Modellen waarin "meerijden met anderen" een nieuwe modaliteit is. (2) Experimenten die meer inzicht geven naar beweegredenen en randvoorwaarden van personen om auto te delen. (3) onderzoek of experiment naar impact van ritdelen op autobezit. (4) onderzoek naar acceptatie van ritdelen; in hoeverre sluiten vraag en aanbod op elkaar aan? (1) Inzicht door experimenten. (2) Modellen waarin deze modaliteiten goed worden meegenomen. Als voor en natransport OV spelen ze een belangrijke rol (succes OV-fiets) 80% afnamen in aantal auto’s, studie in Lissabon (zie verwijzing) 1) Urban Mobility System Upgrade, How shared self-driving cars could change city traffic, International Transport Forum OECD, 18 | Eindrapportage SGS Rotterdam
2 Sharing Automation Technologie Technologische versnelling, convergentie van technologieën. Focus op ontwikkeling autonome voertuigen icm delen van voertuigen # auto’s neemt af vraag naar OV neemt toe # auto’s neemt af OV verandert, “people movers” Sharing De combinatie van autonome voertuigen en auto’s delen levert vier mogelijke toekomst scenario’s1. 1) Overgenomen van KIM rapport; Chauffeur aan het stuur. hoog Multimodal and shared automation Mobility as a Service Automation laag hoog Letting go on highways Fully automated private luxury Vraag naar OV blijft gelijk laag OV neemt af, lange afstand # auto’s blijft gelijk # auto’s neemt toe 19 | Eindrapportage SGS Rotterdam
2 Scenario Effect Uitdaging Invloed Inzicht Letting go on highways. Automation laag (alleen op snelwegen) en sharing laag Fully automated private luxury. Automation hoog, ook in de stad en sharing laag. Multimodal and shared automation. Automation laag en sharing hoog. Mobility as a service. Automation hoog en sharing hoog. Effect Auto blijft succes. Druk op parkeerplaatsen neemt toe. Auto is groot succes. Ook in de stad automatisch. Aantal auto’s neemt toe. OV krimpt. Inkomen speelt rol in beschikbaarheid auto. Geen zelfrijdende auto’s in de stad maar delen van auto’s en combineren met OV is succesvol. OV groeit, aantal auto’s neemt af. Eigen auto bezit verdwijnt. Alles collectief, shared en ook nog automatisch. Uitdaging Aantal auto’s in stad blijft hoog. Zoekgedrag neemt af maar parkeerdruk blijft hoog Veel auto’s in straatbeeld. Parkeerdruk valt mee door zelfrijdend (leeg) parkeren. Vervoersarmoede neemt toe. Druk op high-capacity OV backbone neemt toe. Overig OV neemt af. Voor en na-transport wordt met gedeelde voertuigen uitgevoerd. Zorg dat fiets aantrekkelijk blijft. Ontwerp van de stad kan heel anders. OV backbone blijft belangrijk. Voor en natransport met pods. Parkeren wordt overbodig. Zorg dat fiets aantrekkelijk blijft. Invloed Door beprijzen andere modaliteiten afdwingen. Parkeren aan rand van stad. Door beprijzen beperken van aantal auto’s. Inrichting stad aanpassen op zelf-parkerende auto’s. Sharing stimuleren. Combinatie OV bewaken Weginrichting aanpassen. In en uitstappen kan overal. OV backbone aantrekkelijk houden. Fiets aantrekkelijk houden. Sharing stimuleren. Combinatie OV bewaken. OV backbone aantrekkelijk houden. Fiets aantrekkelijk houden. Nieuwe fiets infrastructuur. Inzicht Modellen moeten kunnen omgaan met zelf-parkeren. Effect lagere value of time auto op modal split. Effect voor fietsen en OV. Effect van dalende value of time in de auto op modal split. Groepen die buiten de boot vallen. Modelleren van zelfrijdende (soms lege) auto’s. Effect op OV en fiets. Modellen om ontwerp OV te toetsen. Modellen die inzicht geven in keuzes individuen. Ketenverplaatsingen in modellen. Combinatie auto, fiets en OV. Technologie Technologische versnelling, convergentie van technologieën. Focus op ontwikkeling van automatisch rijden en auto delen. 20 | Eindrapportage SGS Rotterdam
2 Effect Uitdaging Invloed Inzicht Elektrificatie van het wagenpark. Aanschafkosten auto neemt toe maar kilometerprijs daalt en emissie wordt nul. Reden om auto te laten staan neemt af. Daardoor minder ov, fietsen en lopen Het gebruik van de snelle elektrische fiets neemt toe (voor reizen over langere afstanden). Toename van klassieke goederenvervoer en nieuwe methoden (zoals kluisjes, vervoer van goederen naar P&R e.d.) Uitdaging Populariteit auto beperken. OV in stand houden voor lagere inkomens Snelheidsverschillen van verschillende modaliteiten wordt groter. Uitdaging is om vervoer via alle modaliteiten (dus ook voetgangers en fiets) veilig te houden en voldoende ruimte te bieden. Interactie tussen modaliteiten moet ook ruimte krijgen Aantal gereden kilometers van goederenvervoer niet laten toenemen. Invloed Aantal auto’s reguleren door beprijzen (parkeren). Parkeren aan rand van stad en met OV verder Stimuleren fiets Gebruik van elektrische fiets kan worden gestimuleerd door (1) te investeren in goede (lange afstand) fietspaden voor (snelle) fietsen door kruispunten te verbeteren. (2) aanleg van genoeg stallingen en oplaadpunten. Ruimte voor alle modaliteiten kan worden geboden door aanpassing in RO (aparte rijbanen, bredere fietspaden e.d.). Ruimte bieden aan nieuwe initiatieven die aantal autokilometers verminderen. Regelgeving als sturingsinstrument inzetten. Bevoorrading met schone voertuigen faciliteren/stimuleren Inzicht Modellen die inzicht geven in ontwikkeling wagenpark. Effect op modalsplit van elektrische auto’s (gedrag). Meer differentiatie in vervoerswijze keuzes. (1) E-Fiets als modaliteit toevoegen aan de huidige modellen. (2) meer inzicht in routekeuze van fietsers (wat in invloed van comfort, schoon, beleving e.d.). Alle modaliteiten met capaciteit laten rekenen, nu is dat alleen voor de auto zo. Routekeuze modelleren De hele logistiek en ontwikkeling van pakketdiensten als aparte modaliteit modelleren. Combinatie tussen logistiek en personenvervoer onderzoeken en mogelijk maken in modellen. Technologie Technologische versnelling, convergentie van technologieën. Focus op ontwikkeling van elektrisch rijden 21 | Eindrapportage SGS Rotterdam
Eindrapportage SGS Rotterdam 19-10-2017 15:32 2 Technologie Voortgaande informatisering en digitalisering van samenleving. Effect Door informatisering en digitalisering wordt MAAS mogelijk gemaakt: In MAAS wordt zowel het plannen, uitvoeren als betalen gecombineerd. Dit resulteert erin dat combineren van modaliteiten makkelijker wordt. (zie ook MAAS scenario bij automation en sharing) Digitalisering maakt thuiswerken gemakkelijker. Zie punt Economie > Nieuwe werken. Uitdaging Reisinformatie moet op orde zijn, inclusief verstoringen. MAAS stimuleren, kan bedrijfsleven een positieve businesscase creëren. Andere manier van concessie verlenen. Zie punt Economie > Nieuwe werken Invloed Goede informatie leveren. Faciliteren dat overstappen OV en fiets verbeteren (bijv. aanleg fietsenstalling). Overstappen op OV en fiets verbeteren. Concessie eisen opnemen die goed voor MAAS zijn. Inzicht Modellen waarmee multi-modale ketens gemodelleerd kunnen worden. Simulaties van mogelijke toekomstige scenario;s Onderzoek gedrag, adaptatie, potentie 22 | Eindrapportage SGS Rotterdam
Eindrapportage SGS Rotterdam 19-10-2017 15:32 2 Klimaat Gevolgen en schade door klimaatverandering worden zichtbaarder en nemen toe. Effect Grotere kans op schade aan het netwerk: impact op bereikbaarheid en betrouwbaarheid Uitdaging Stad robuust maken voor extreem weer, bijvoorbeeld laadpalen tegen overstroming beschermen. Invloed Niet verder uitgewerkt Inzicht Politiek Relatie overheid – samenleving verandert: primaat komt bij maatschappelijk initiatief. Effect Kans dat overheid grip op mobiliteitsdomein verliest. Bedrijven hebben de data, de modellen en de diensten. Uitdaging Hoe hou je hier toch grip op.? Invloed Nieuwe manier van concessies verlenen Inzicht Niet verder uitgewerkt 23 | Eindrapportage SGS Rotterdam
3 Belangrijkste transities Bevolkingstoename en andere samenstelling Grootste uitdagingen Elektrificatie Druk op leefbaarheid Uiteindelijk doel Automation & sharing Impact op mobiliteitssysteem Evenwicht tussen bereikbaarheid, leefbaarheid, gezondheid en economische functie van de stad Impact op ontwerp van de stad 24 | Eindrapportage SGS Rotterdam
Inzet van Instrumentarium 3 Complexiteit van probleemstelling Inzet van Instrumentarium Dit is een versimpelde voorstelling. Vaak worden combinaties toegepast. Daarnaast spelen aspecten als data, draagvlak verwerven en acceptatie een belangrijke rol. Gezond verstand / Expert opinion Adaptief beleid / Experimenten Modelleren 25 | Eindrapportage SGS Rotterdam 25 | Eindrapportage SGS Rotterdam
Eindrapportage SGS Rotterdam 19-10-2017 15:32 3 Modelleren (i) Het klassieke geaggregeerde model voldoet niet in geval van enkele transities, omdat: Kenmerken van individuen als inkomen maar ook attitude (innovatief, milieu, status) spelen toenemende rol in keuzes. Aantal mogelijkheden neemt toe, meer modaliteiten (shared, e-bikes). Verplaatsingen worden ketens waarbinnen verschillende activiteiten en modaliteiten gecombineerd worden. Fiets is belangrijk en is vaak onderdeel van ketenverplaatsing. Verplaatsingspatroon wordt complexer door o.a. het nieuwe werken Er is behoefte aan integratie van domeinen: Bereikbaarheid, gezondheid, economie integraal benaderen Effect op leefbaarheid moeilijk kwantificeerbaar Er is de wens van de gemeente om de rol van parkeren (kosten) en fietsen (gedrag) beter te kunnen modelleren. 26 | Eindrapportage SGS Rotterdam
Eindrapportage SGS Rotterdam 19-10-2017 15:32 3 Modelleren (II) Om aan deze eisen te voldoen is een ander type model nodig, zoals activity based modelling, system-dynamische modellen, gedesaggegeerd 4-staps model en/of quick-scan. In geval dat ketens inzichtelijk moeten worden gemaakt bied een activity based model biedt mogelijkheden: Individueel Open voor innovatie Lifestyle Milieubewust Inkomen Gedragsonderzoek Integraal Gezondheid / Leefbaarheid Economisch Individuele kenmerken Activiteiten & keten- verplaatsingen ACTIVITY BASED MODEL GEZONDHEID & LEEFBAARHEID Parkeren MOBILITEIT Meerdere activiteiten Nieuwe werken Ligging in tijd ECONOMIE Multimodaal Fiets E-Bikes Deelauto Autonome auto Pods 27 | Eindrapportage SGS Rotterdam
Eindrapportage SGS Rotterdam 19-10-2017 15:32 3 Conclusie Een transitie houd je als stad niet tegen, maar kan je wel sturen of op anticiperen. Het effect van transities is onzeker en naar verwachting groot. Inzichten in effecten van transities zijn nodig en te verkrijgen via expert opinion, adaptief beleid, experimenten en/of modellen. Met de huidige modellen kan het effect van transities niet goed in kaart worden gebracht: Er is behoefte aan modellen die: Gedesaggregeerd zijn (incl. life-style-achtige kenmerken) Meer grip op individueel gedrag geven Ketenverplaatsingen kunnen modelleren Fietsen en parkeren goed modelleren De impact op bereikbaarheid, leefbaarheid, gezondheid en economische vitaliteit integraal kunnen beoordelen. 28 | Eindrapportage SGS Rotterdam
3 Aanbevelingen Gebruik (al bestaande) experimenteren, pilots e.d. om inzicht te genereren in gedrag en het effect van maatregelen. Borg de resultaten en leer ook van andere steden. Onderzoek potentie van nieuwe generatie modellen (samen met andere instituten of instellingen) zoals, gedesaggregeerde 4-staps modellen, activity based modelling, system-dynamische modellen en/of quick-scan. Onderzoek per transitie of effect aansluit bij de ambities van de stad en hoe je meer inzicht kan genereren ten behoeve van de besluitvorming. In geval modellen wilt gebruiken, kijk welk type model geschikt is. De overgang naar een nieuw type model kan gefaseerd worden ingevoerd. Eerst de overstap van geaggregeerd naar gedesaggregeerd en later eventueel naar activity based modelling. De eerste stap voor een activity-based model is om een model te maken met veel aannames stap-voor-stap aan te vullen met (real-time) data, resultaten uit experimenten e.d. 29 | Eindrapportage SGS Rotterdam
Bijlage - activity based modelling
Probleem met geaggregeerde modellen 3 Probleem met geaggregeerde modellen Zones don’t move! People move Basis is een zone Gedrag is generiek Splitsing (4000 zones) Dagdeel (4x) Modaliteit (4x) Motief (6x) Interactie binnen huishouden? Nieuwe technologie? Verschillend gedrag Leefstijl Generaties Shared vehicles? Autonome voertuigen? 40002 x 4 x 4 x 6 = 1.5 miljard ? Dynamisch? Multi modaal ? Multi purpose? Attitude naar nieuwe opties? Lifestyles? Fountain?
Activity based modellen 3 Activity based modellen population synthesizer activity generator mode planner route planner simulation Travel times In activity based modellen is: Het uitgangspunt niet zone maar individu Met persoonlijke eigenschappen Binnen een huishouden En/of met lifestyle Een activiteit de basis voor een verplaatsing Verplaatsingen vinden plaats in een “activity chain” Tijdligging Multi-modaal
3 State of the art Kennis en prototypes bij universiteiten, o.a. TU Eindhoven (Albatross) IMOB Hasselt (Feathers) Berlijn (MatSIM) Toepassingen vooral in de VS CT-RAMP (Ohio, Tahoe, Atlanta, San Francisco, San Diego, Phoenix, Jerusalem) DaySIM (Seattle, Sacramento, Denver, Atlanta, Copenhagen) ILute (Toronto) Models for a Healthy City
Bedankt voor uw aandacht Voor meer inspiratie: TIME.TNO.NL