SYLLABUS OPLEIDING AARDGAS PROFESSIONELE GASINSTALLATEUR HOOFDSTUK I INLEIDING 1 JULI 2009
AARDGAS Aardgas is een natuurlijk product ontstaan uit de vergassing van organische resten in diepe aardlagen. De samenstelling en dus ook de eigenschappen van aardgas variëren in functie van de vindplaats. Het aardgas bereikt de verbruikszones via pijpleidingen. Om grote afstanden over de oceaan te overbruggen worden methaantankers gebruikt. HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
TRANSPORT PER SCHIP LNG-TERMINAL ZEEBRUGGE HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
OPSLAG IN TANKS DUDZELE HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
WIJKCABINE DISTRIBUTIENET HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
station de Distrigaz réception cabine de quartier cabine de client clients industriels cabine de client cabine de quartier Station FLUXYS Wijkcabine Ontvang- station DNB Residentiële klanten Industriële klanten Klanten cabines Van bron tot klant
FYSISCHE GROOTHEDEN DRUK: Algemeenheden A : oppervlakte in m² p : druk in Pascal (Pa) F : kracht in Newton (N = kg m/s²) 1 Pa = 1 N / m² Eenheid bij gastechnische toepassingen: bar 1 bar = 1.000 mbar 1 bar = 105 Pa HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
FYSISCHE GROOTHEDEN DRUK: Algemeenheden Absolute druk = effectieve of overdruk + atmosferische druk Aardgas in LD-net (lagedruk net): L-gas: overdruk van 2500 Pa / 25 mbar H-gas: overdruk van 2000 Pa / 20 mbar HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
FYSISCHE GROOTHEDEN DRUK: HOOGSTE WERKDRUK IN GASLEIDINGEN (MOP) Lagedruk Middendruk Hogedruk Tot en met 100 mbar A: Hoger dan 100 mbar, maar niet hoger dan 500 mbar B: Hoger dan 500 mbar, maar niet hoger dan 5 bar C: Hoger dan 5 bar, maar niet hoger dan 15 bar Hoger dan 15 bar HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
FYSISCHE GROOTHEDEN DRUK - Drukmeting De werkdruk van een toestel wordt steeds gemeten: aan de ingang van het verbruikstoestel; bij maximaal debiet van dit toestel. We meten steeds de effectieve of overdruk. HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
FYSISCHE GROOTHEDEN - DRUK Meten van overdruk - vloeistofmanometer atmosferische druk atmosferische druk gas 50 100 150 50 100 150 overdruk absolute gasdruk U - buis gevuld met vloeistof HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
FYSISCHE GROOTHEDEN - DRUK Meten van kleine onder- of overdruk 10 20 30 40 50 60 70 micromanometer P HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
MICROMANOMETER
FYSISCHE GROOTHEDEN - DRUK Meten van grote overdrukken - Bourdonmanometer 20 40 60 80 100 mbar HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
FYSISCHE GROOTHEDEN - DRUK Meten van grote overdrukken - Bourdonmanometer HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
FYSISCHE GROOTHEDEN TEMPERATUUR Temperatuur is de fysische grootheid die de warmtetoestand van een lichaam beschrijft. Eenheden: graad Celsius – symbool: °C Kelvin – symbool: K 0 °C komt overeen met 273,15 K HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
FYSISCHE GROOTHEDEN DICHTHEID Relatieve dichtheid van een gas – symbool: d Verhouding tussen de massa van een volume van het gas en de massa van eenzelfde volume droge lucht, genomen in dezelfde omstandigheden van temperatuur en druk – onbenoemd getal Lucht: 1 Aardgas: 0,62 – 0,64 Propaan: 1,56 Butaan: 2,09 aardgas is lichter dan lucht butaan en propaan zijn zwaarder dan lucht HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
FYSISCHE GROOTHEDEN VOLUMEDEBIET Het volumedebiet is het volume vloeistof of gas dat per tijdseenheid verplaatst wordt, bijv. in een leiding. Eenheden: internationaal: m³/s (kubiek meter per seconde) afgeleide eenheden: l/h (liter per uur) m³/h (kubiek meter per uur) voorbeeld: met behulp van de gasmeter kan men een debietmeting uitvoeren door het aflezen van het volume gas dat door de meter stroomt gedurende een bepaalde tijd. HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
Verband tussen druk, temperatuur en volume VAST VLOEIBAAR GASVORMIG EIGENSCHAPPEN VAN GASSEN Verband tussen druk, temperatuur en volume Stoffen kunnen in 3 toestanden (fasen) voorkomen VAST VLOEIBAAR GASVORMIG Verandering van toestand of fase kan door: Warmte toevoegen of onttrekken (bij constante druk) Druk verhogen of verlagen (bij constante temperatuur) Voorbeeld water: ijs water waterdamp HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
Normale absolute druk van 1013 mbar NORMAAL KUBIEK METER GASVOLUMES DIENEN STEEDS VERGELEKEN ONDER DEZELFDE OMSTANDIGHEDEN VAN DRUK EN TEMPERATUUR 1 normaal m³ = symbool m3n = Volume van 1 m³ Normale absolute druk van 1013 mbar Normale temperatuur van 0°C (of 273,15 K) HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
KOOKPUNT – DAMPSPANNING – DAUWPUNT Kookpunt = alle toegevoegde warmte wordt op dat ogenblik gebruikt om de vloeistof te verdampen De bij de verbranding gevormde waterdamp maakt deel uit van de verbrandingsproducten en heeft daarin een bepaalde druk – dampspanning De dampspanning verandert met de temperatuur van de waterdamp – bij een bepaalde temperatuur bereikt die druk een maximum waarde – de maximale dampspanning - de waterdamp gaat dan condenseren. De temperatuur waarbij dit gebeurt heet het dauwpunt HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
SAMENSTELLING VAN AARDGAS Hoofdbestanddeel: METHAAN – CH4 Atoom H Atoom C HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
SAMENSTELLING VAN AARDGAS Aardgas behoort tot de groep van de koolwaterstoffen. Andere koolwaterstoffen: gasvormig: methaan, ethaan, propaan, butaan,… vloeibaar: benzine, stookolie,... vast: bitumen (asfalt), steenkolen,… HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
Andere Koolwater-stoffen Samenstelling van de aardgassen in België Gemiddelde volumetrische samenstelling (2008) Gas Compo-nenten L-gas (Verrijkt Slochteren) % H-gas (Noordzee – Qatar) Labo-gas G20 Zuiver Methaan Labo-gas G25 Methaan (CH4) 82,996 90,034 100 86 Andere Koolwater-stoffen 4,562 6,843 - Koolwater-stoffen 87,558 96,877 Kooldioxide (CO2) 1,419 1,043 Koolmon-oxide (CO) Stikstof (N2) 10,985 2,082 14 G20 en G25 zijn referentiegassen die bij de keuring van toestellen gebruikt worden HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
EIGENSCHAPPEN VAN AARDGAS Aardgas is lichter dan lucht Aardgas is niet giftig Aardgas is in natuurlijke staat reuk- en kleurloos Aardgas is brandbaar en explosief HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
EIGENSCHAPPEN VAN AARDGAS Aardgas is lichter dan lucht 1 m³ Aardgas 10 m³ 10% naar 0% in seconden Evacuatie door natuurlijke bovenverluchting. 10 m³ Butaan propaan 1 m³ minuten uren GEEN evacuatie door natuurlijke bovenverluchting. Afvoer op het laagste punt noodzakelijk. AARDGAS GEDRAAGT ZICH OP EEN ANDERE WIJZE DAN BUTAAN/PROPAAN HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
EIGENSCHAPPEN VAN AARDGAS Aardgas is niet giftig Aardgas bevat geen giftige elementen Niet verwarren met : Verstikking door gebrek aan ademlucht. Vergiftiging door CO (koolmonoxide) dat kan ontstaan bij onvolledige verbranding, door gebrek aan primaire lucht of door vervuiling van de brander. HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
EIGENSCHAPPEN VAN AARDGAS Aardgas is reuk- en kleurloos MAAR Aardgas wordt waarneembaar gemaakt door toevoeging van reukstof : THT = tetrahydrothiofeen SCENTINEL E = mengsel van 3 mercaptanen (o.a.TBM) Mengsel Brandbaar Mengsel te arm Mengsel te rijk 5% 15% Waarneembaarheidsdrempel van aardgas: vanaf 1% gas in lucht 100 % gas 0 % gas Alle klanten op het distributienet ontvangen geodoriseerd aardgas. De meeste klanten rechtstreeks aangesloten op het Fluxys transportnet ontvangen niet-geodoriseerd aardgas. HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
EIGENSCHAPPEN VAN AARDGAS Aardgas is brandbaar in aanwezigheid van zuurstof (uit de lucht) bij toevoeging van energie Vuurdriehoek CH4 CH4 + 2 O2 => CO2 + 2 H20 + warmte O2 T° Ontstekingsenergie HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009
EIGENSCHAPPEN VAN AARDGAS Aardgas is explosief Explosie = een zeer snelle verbranding aardgas mengt zich met lucht vorming brandbaar mengsel ophoping van het gas-luchtmengsel in een afgesloten ruimte ontsteking op één punt voortplanting ontsteking in alle richtingen Ontsteking gas – luchtmengsel : Plotse warmtetoename Druktoename EXPLOSIE HOOFDSTUK I - INLEIDING 1 JULI 2009