De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

HOOFDSTUK III HUISHOUDELIJKE VERBRUIKSTOESTELLEN

Verwante presentaties


Presentatie over: "HOOFDSTUK III HUISHOUDELIJKE VERBRUIKSTOESTELLEN"— Transcript van de presentatie:

1 HOOFDSTUK III HUISHOUDELIJKE VERBRUIKSTOESTELLEN
SYLLABUS OPLEIDING AARDGAS PROFESSIONELE GASINSTALLATEUR HOOFDSTUK III HUISHOUDELIJKE VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009 1

2 DE VRIJGEKOMEN WARMTE BIJ DE VERBRANDING
INHOUD VERBRANDING DE VRIJGEKOMEN WARMTE BIJ DE VERBRANDING INDELING VAN DE VERBRUIKSTOESTELLEN BEVEILIGINGEN VOOR OPEN GASTOESTELLEN HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

3 INHOUD VERBRANDING DE VRIJGEKOMEN WARMTE BIJ DE VERBRANDING
INDELING VAN DE VERBRUIKSTOESTELLEN BEVEILIGINGEN VOOR OPEN GASTOESTELLEN HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

4 VERBRANDING DEFINITIE VOORWAARDEN VOOR DE VERBRANDING VAN AARDGAS
CHEMISCHE REACTIES VLAMTYPES HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

5 DEFINITIE EXOTHERME REACTIE OP HOGE TEMPERATUUR. COMPONENTEN:
CHEMISCHE ELEMENTEN VAN DE BRANDSTOF; ZUURSTOF UIT DE OMGEVINGSLUCHT. DE VRIJGEKOMEN WARMTE KAN BENUT WORDEN. HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

6 CH4 + 2 O2 + N2 CO2 + 2 H2O + N2 + WARMTE DEFINITIE AARDGAS
DROGE LUCHT 21% O % N2 Methaan CH4 CH4 + 2 O2 + N2 CO H2O + N2 + WARMTE HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

7 VOORWAARDEN VOOR EEN GOEDE VERBRANDING
1STE VOORWAARDE: CORRECT GAS/LUCHT MENGSEL 2DE VOORWAARDE: JUISTE ONTSTEKINGSTEMPERATUUR HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

8 EERSTE VOORWAARDE: HOMOGEEN GAS/LUCHT MENGSEL MET DE JUISTE VERHOUDING
Brandbaar Mengsel te arm Mengsel te rijk 5% 15% 100 % aardgas 0 % aardgas Ontstekingsgrenzen voor aardgas (bij omgevingstemperatuur van 20°C) ZELFONTBRANDING (onafgezien de aardgasconcentratie): boven 800°C HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

9 TWEEDE VOORWAARDE JUISTE ONTSTEKINGSTEMPERATUUR
WATERSTOF 400°C BUTAAN 405°C PROPAAN 450°C METHAAN 540°C L- EN H-AARDGAS 650°C HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

10 Aardgas = 0,4 mJ (millijoule)
2DE VOORWAARDE JUISTE ONTSTEKINGSTEMPERATUUR MINIMALE ONTSTEKINGSENERGIE Aardgas = 0,4 mJ (millijoule) bijv.: vonk, statische elektriciteit, niet ATEX-materiaal Ter vergelijking: Stadsgas = 0,08 mJ Waterstof = 0,02 mJ Propaan = 0,3 mJ HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

11 BRANDERTYPES ATMOSFERISCHE BRANDER
Elke branderstrip van een atmosferische brander is samengesteld uit: een spuitstuk; een mengbuis (venturi); een aanzuigopening voor de primaire lucht; een mengkamer; een branderkop met branderpoorten die allerlei vorm kunnen hebben. HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

12 BRANDERTYPES ATMOSFERISCHE BRANDER
Branderkop Spuitstuk Venturi Secundaire lucht Mengkamer Aanzuigopening voor de primaire lucht HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

13 PRINCIPE VAN EEN ATMOSFERISCHE BRANDER

14 BRANDERTYPES VOORGEMENGDE BRANDER
Het gas en de totale hoeveelheid lucht worden voorgemengd in een afzonderlijke kamer. Het mengsel wordt door de vlamhechter geblazen. Het oppervlak van de vlamhechter bestaat uit staal met aangepaste openingen of insnijdingen, uit gevlochten staaldraad of uit keramisch materiaal. HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

15 PRINCIPE VAN EEN PREMIX- BRANDER

16 BRANDERTYPES VENTILATOR- OF GEBLAZEN BRANDER
De verbrandingslucht wordt aangevoerd met een ventilator. GEEN voorafgaande menging van het gas en de verbrandingslucht – gas en lucht worden afzonderlijk aangevoerd tot in de verbrandingszone – verbranding in gesloten verbrandingsruimte. Aansteek- en beveiligingsmechanisme, filters, stopkraan, lekdetectie en andere apparatuur vormen samen de gasstraat. HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

17 PRINCIPE VAN EEN VENTILATORBRANDER

18 BRANDBARE ELEMENTEN IN HET AARDGAS
CHEMISCHE REACTIES BRANDBARE ELEMENTEN IN HET AARDGAS ONBRANDBARE ELEMENTEN IN HET AARDGAS HOOFDZAKELIJK KOOLWATERSTOFFEN o.a. STIKSTOF (N2) en KOOLSTOFDIOXYDE (CO2) HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

19 CHEMISCHE REACTIES NODIGE STOECHIOMETRISCHE (OPTIMALE) LUCHTBEHOEFTE
VOOR L-GAS (Slochteren aardgas) VOOR H-GAS (aardgas uit de Noordzee) 8,8 mn³ lucht / mn ³ aardgas 9,7 mn³ lucht / mn³ aardgas HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

20 NODIGE STOECHIOMETRISCHE LUCHTBEHOEFTE
CHEMISCHE REACTIES NODIGE STOECHIOMETRISCHE LUCHTBEHOEFTE LUCHTFACTOR n = werkelijke benutte hoeveelheid lucht in m³ stoechiometrische hoeveelheid lucht in m³ Stoechiometrische verbranding n = 1 HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

21 OPTIMALE VERBRANDING VAN 1 mn3 H-GAS UIT DE NOORDZEE % GAS
3 elementen: Brandstof  aardgas : 1 mn Zuurstof  lucht : 9,7 mn Ontstekingstemperatuur : 650 °C MENGSEL BRANDBAAR MENGSEL TE ARM MENGSEL TE RIJK 100 % gas 5% 15% 0 % gas 9,3% optimale verbranding HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

22 warmte + + 9,7 mn3 droge lucht 1 mn3 aardgas + +
VERBRANDINGSPRODUCTEN BIJ DE OPTIMALE VERBRANDING VAN 1 mn3 H-GAS UIT DE NOORDZEE 7,7 mn3 stikstof (N2) + warmte 9,7 mn3 droge lucht (21% O2 79% N2) 1 mn3 aardgas (CH4) + 1 mn3 CO2 + 2 mn3 waterdamp (H2O) + HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

23 CO2 als % v/d droge verbrandingsgassen
DROGE VERBRANDINGSPRODUCTEN = totaal volume verbrandingsproducten bij volledige theoretische verbranding, waaruit alle geproduceerde waterdamp onttrokken is. Gas 1 m³n CO2 m³n CO2 als % v/d droge verbrandingsgassen N2 Waterdamp Aardgas (type L – Slochteren) 0,96 11,9 7,09 1,83 (type H – Noordzee) 1,06 12,1 7,71 1,99 (type H – QATAR) 1,11 12,0 8,15 2,10 Propaan (zuiver) 3 13,9 18,66 3,02 Butaan 4 14,1 24,36 3,87 HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

24 Volledige verbranding met luchtovermaat
CHEMISCHE REACTIES VERBRANDINGSTYPES Volledige verbranding met luchtovermaat luchtfactor n > 1 De verbrandingsproducten bevatten H2O, CO2 en N2 maar ook een hoeveelheid onverbruikte lucht die niet aan de reactie heeft deelgenomen maar wel is opgewarmd. Hierdoor gaat een hoeveelheid warmte, die via het afvoerkanaal wordt afgevoerd, verloren.  LUCHTOVERMAAT TOT HET MINIMUM BEPERKEN. HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

25 Volledige verbranding met tekort aan lucht luchtfactor n < 1
CHEMISCHE REACTIES VERBRANDINGSTYPES Volledige verbranding met tekort aan lucht luchtfactor n < 1 De verbrandingsproducten bevatten H2O, CO2 en N2 maar ook H2 en het giftige CO (koolstofmonoxyde) en soms vrije koolstof (roet) en onverbrande koolwaterstoffen. Dit verbrandingstype wordt gekenmerkt door de volledige afwezigheid van zuurstof in de verbrandingsproducten. HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

26 koolstofmonoxyde (CO)
stikstof (N2) + CO2 + warmte 2 m3 waterdamp (H2O) < 9,7 mn3 droge lucht (21% O2 79% N2) + 1 mn3 aardgas (methaan CH4) + waterstof (H2) + methaan (CH4) + koolstofmonoxyde (CO) + koolstof / roet (C) +

27 Onvolledige verbranding
CHEMISCHE REACTIES VERBRANDINGSTYPES Onvolledige verbranding Indien de verbrandingsproducten GELIJKTIJDIG onverbrande koolwaterstoffen, H2, CO en ZUURSTOF bevatten is de verbranding onvolledig. In het algemeen ontstaat onvolledige verbranding door een gebrekkige werking van de brander of door een onoordeelkundige samenbouw van ketel en brander. HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

28 koolstofmonoxyde (CO)
+ stikstof (N2) + CO2 2 m3 waterdamp (H2O) warmte + droge lucht (21% O2 79% N2) 1 mn3 aardgas (methaan CH4) waterstof (H2) + + methaan (CH4) + koolstofmonoxyde (CO) + + koolstof / roet (C) + zuurstof (O2)

29 VLAMTYPES - BLAUWE VLAM ATMOSFERISCHE BRANDER
Æ Å SECUNDAIRE LUCHT PRIMAIRE GAS HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

30 VLAMTYPES - BLAUWE VLAM ATMOSFERISCHE BRANDER

31 VLAMTYPES BLAUWE VLAM Een gedeelte van de verbrandingslucht is voorgemengd met de gasstroom – primaire lucht. De overige verbrandingslucht wordt ter hoogte van de branderpoort toegevoegd – secundaire lucht. Blauw-groene kegel omringd door een minder gekleurde transparante zone. HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

32 SLECHTE VERBRANDING DOOR TEKORT AAN VERBRANDINGSLUCHT
GELE VLAM ATMOSFERISCHE BRANDER SLECHTE VERBRANDING DOOR TEKORT AAN VERBRANDINGSLUCHT SECUNDAIRE LUCHT Å Æ TE WEINIG PRIMAIRE LUCHT STOFAFZETTING GAS HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

33 Zonder luchtvoormenging.
VLAMTYPES GELE VLAM Zonder luchtvoormenging. Gele kleur  onverbrande koolstofdeeltjes in de vlam. HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

34 1 en 2 zijn vlammenbeelden bij onvolledige verbranding
1 en 2 zijn vlammenbeelden bij onvolledige verbranding. 3 is het vlammenbeeld bij quasi totale verbranding. 4 is het vlammenbeeld bij volledige verbranding HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

35 VLAMTYPES LENGTE VAN DE VLAM
De afmeting van de vlam is afhankelijk van: de kwaliteit van de toegevoerde primaire lucht; de hoeveelheid toegevoerde primaire lucht; de homogeniteit van het gas-lucht mengsel; de namenging met secundaire lucht in de vlam. ONSTABIELE VLAM De stabiliteit van de vlam is afhankelijk van de uitstroom-snelheid van het gasmengsel uit de branderpoort en van de voortplantingssnelheid van de vlam. Terugslag of inslag van de vlam. Afblazen van de vlam. HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

36 DE VRIJGEKOMEN WARMTE BIJ DE VERBRANDING
INHOUD VERBRANDING DE VRIJGEKOMEN WARMTE BIJ DE VERBRANDING INDELING VAN DE VERBRUIKSTOESTELLEN BEVEILIGINGEN VOOR OPEN GASTOESTELLEN HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

37 DE VRIJGEKOMEN WARMTE BIJ DE VERBRANDING
DE CALORISCHE WAARDEN WOBBE-INDEX CALORISCH DEBIET – NUTTIG VERMOGEN - RENDEMENT HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

38 Calorische bovenwaarde (HS)
DE CALORISCHE WAARDEN Calorische bovenwaarde (HS) Hoeveelheid warmte die vrijkomt bij de volledige verbranding als de verbrandingsproducten weer terug naar 0°C worden afgekoeld. Het gevormde water bevindt zich in de vloeistoffase Calorische onderwaarde (Hi) Hoeveelheid warmte die vrijkomt bij de volledige verbranding als de verbrandingsproducten weer terug naar 0°C worden afgekoeld. Het gevormde water bevindt zich in de dampfase HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

39 DE CALORISCHE WAARDEN GAS Hs (kWh/mn3) Hi (kWh/mn3)
Het calorisch vermogen wordt uitgedrukt in MJ/mn3. In de onderstaande tabel is als eenheid kWh/mn3 genomen, wat het gebruik bij berekeningen vergemakkelijkt W = 1 J/s  1 kWh = 3,6 MJ  1 MJ = 0,2778 kWh Gemiddelde waarden van HS en Hi onder referentieomstandigheden (0°C / 1013 mbar) – gemiddelde waarden 2008 GAS Hs (kWh/mn3) Hi (kWh/mn3) Labo-gas G20 11,073 9,970 L-gas 10,18 9,19 H-gas (Noordzee) 11,45 10,34 Propaan 28,11 26,00 Butaan 37,14 34,34 HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

40 HS = Hi + verdampingswarmte
DE CALORISCHE WAARDEN Verdampingswarmte Het verschil tussen de bovenwaarde en de onderwaarde is de verdampingswarmte of condensatiewarmte van het chemisch gevormde water. Bij 25°C : ,5 kJ/kg HS = Hi verdampingswarmte HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

41 Waterdamp / dauwpunt DE CALORISCHE WAARDEN
Bij condenserende toestellen kan de condensatiewarmte die in de verbrandingsproducten aanwezig is vrijgemaakt worden. De temperatuur waarop de waterdamp condenseert tot water heet het dauwpunt. Het dauwpunt is functie van: de brandstof: 59 °C voor aardgas; de druk en de samenstelling van de verbrandingslucht; de hoeveelheid lucht in de verbrandingsproducten (verdunningslucht = tertiaire lucht; luchtovermaat) HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

42 DAUWPUNT IN FUNCTIE VAN DE LUCHTOVERMAAT
HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

43 WOBBE INDEX De Wobbe-index (symbool W) is een maat voor de hoeveelheid energie die door het gas aan het spuitstuk van de brander wordt toegevoerd. De verschillende aardgassen hebben hun eigen karakteristieken, voor elke soort moet de “warmtebelasting”, zijnde de toegevoerde energie per tijdseenheid, zo constant mogelijk zijn om het toestel optimaal te kunnen laten werken. De gasleverancier moet de Wobbe-index van het geleverde gas binnen contractueel vastgelegde grenzen houden. HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

44 IN BELGIË GEDISTRIBUEERDE AARDGASSEN
14,96 kWh/mn3 H – gas (Noordzee) "rijk" aardgas 12,94 kWh/mn3 WOBBE-INDEX 12,35 kWh/mn3 L – gas (Nederland) "arm" aardgas 11,56 kWh/mn3 HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

45 CALORISCH DEBIET (Qn) op basis van de calorische onderwaarde = input
CALORISCH DEBIET EN NUTTIG VERMOGEN CALORISCH DEBIET (Qn) op basis van de calorische onderwaarde = input eenheid: kW (gasdebiet (mn3/h) x Hi (kWh/mn3)) NUTTIG VERMOGEN (Pn) = output eenheid: kW HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

46 ( onbenoemd getal ) RENDEMENT HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN
1 JULI 2009

47 RENDEMENT Voorbeeld 1: op het kenplaatje van een toestel staat: gasdebiet G20: 6 m³/h ; Pn = 50 kW  calorisch debiet: 6 mn³/h x 9,97 kWh/mn³ = 59,82 kW. Voorbeeld 2 : condensatietoestel G20 ; Pn = 62 kW ; zelfde gasdebiet  calorisch debiet onveranderd HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

48 RENDEMENT Pn Qn VERLIEZEN: - STRALINGSVERLIEZEN - SCHOORSTEENVERLIEZEN
OUTPUT VERLIEZEN: - STRALINGSVERLIEZEN - SCHOORSTEENVERLIEZEN Pn Nuttig afgegeven energie = NUTTIG VERMOGEN (kW) INPUT Qn Toegevoerde energie = BELASTING (kW) = CALORISCH DEBIET (kW) GASTOESTEL HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

49 RENDEMENTSVERGELIJKING
HR HR+ HR TOP HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

50 INDELING VAN DE VERBRUIKSTOESTELLEN
INHOUD VERBRANDING DE VRIJGEKOMEN WARMTE BIJ DE VERBRANDING INDELING VAN DE VERBRUIKSTOESTELLEN BEVEILIGINGEN VOOR OPEN GASTOESTELLEN HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

51 INDELING VAN DE VERBRUIKSTOESTELLEN
INDELING VOLGENS GASSOORT INDELING VOLGENS LUCHTTOEVOER EN/OF AFVOER VAN DE VERBRANDINGSPRODUCTEN HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

52 INDELING VOLGENS GASSOORT GASSOORTEN
1STE FAMILIE: “STADSGAS” 2DE FAMILIE: AARDGASSEN Groep H : hoge calorische waarde – bijv. Noordzeegas Groep L : lage calorische waarde – bijv. Slochterengas Groep E : bijna volledige overkoepeling van L- en H-aardgas 3DE FAMILIE: VLOEIBAAR GEMAAKTE PETROLEUMGASSEN Groep B/P : commercieel butaan en propaan Groep P : commercieel propaan HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

53 INDELING VOLGENS GASSOORT TOESTELCATEGORIËN
CATEGORIE I2E+ Alle gassen van de groep E; Overgang van L- naar H-gas zonder ingreep op het toestel; Optie gekozen door België; 2 varianten I2E(S)B I2E(R)B HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

54 INDELING VOLGENS GASSOORT TOESTELCATEGORIËN
CATEGORIE I2E+ I2E(S)B Drukregelaar afgesteld en verzegeld door fabrikant; Geregeld en verzegeld voor het normgas G20 bij 20mbar; Toegelaten voor toestellen voorzien van een brander met volledige voormenging; Er zijn twee nominale vermogens op de kenplaat vermeld. HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

55 INDELING VOLGENS GASSOORT TOESTELCATEGORIËN
CATEGORIE I2E I2E(R)B Drukregelaar afgesteld en verzegeld door fabrikant; Geregeld voor het normgas G20 bij 20mbar; Mag door een installateur geregeld voor het normgas G25 bij 25 mbar op een net dat permanent gevoed wordt met L-gas; Toegelaten voor: toestellen voorzien van een ventilatorbrander; toestellen voorzien van een brander met atmosferische inductie bestemd voor gebruik in niet huishoudelijke professionele installaties. HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

56 INDELING VOLGENS GASSOORT TOESTELCATEGORIËN
DE TOESTELCATEGORIE MOET STEEDS OP DE KENPLAAT VERMELD ZIJN HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

57 INDELING VOLGENS LUCHTTOEVOER EN/OF AFVOER VAN DE VERBRANDINGSPRODUCTEN
TOESTELLEN TYPE A TOESTELLEN TYPE B TOESTELLEN TYPE C HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

58 INDELING VOLGENS LUCHTTOEVOER EN/OF AFVOER VAN VERBRANDINGSPRODUCTEN
TYPE A MOET NIET AANGESLOTEN ZIJN OP EEN AFVOERKANAAL VOOR VERBRANDINGSPRODUCTEN TYPE A1AS : bijv. keukengeiser met atmosfeerbeveiliging HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

59 INDELING VOLGENS LUCHTTOEVOER EN/OF AFVOER VAN VERBRANDINGSPRODUCTEN
TYPE B: AANGESLOTEN OP AFVOERKANAAL VERBRANDINGSLUCHT UIT OPSTELLINGSRUIMTE Type B1 Met trekonderbreker-valwindafleider Type B11AS Type B11BS Type B11CS Atmosfeerbeveiliging Inrichting voor controle van de afvoer VMC gasinstallatie met inrichting voor controle van de afvoer Type B2 Geen trekonderbreker-valwindafleider HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

60 GASKETELS TYPE B23

61 INDELING VOLGENS LUCHTTOEVOER EN/OF AFVOER VAN VERBRANDINGSPRODUCTEN
Type B 3 zonder trekonderbreker–valwindafleider; aansluiting op individueel luchtdicht afvoerkanaal; verbrandingslucht uit de opstellingsruimte met behulp van een kanaal dat het afvoerkanaal concentrisch omsluit. Type B4 met trekonderbreker–valwindafleider; CE-gekeurd afvoersysteem HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

62 INDELING VOLGENS LUCHTTOEVOER EN/OF AFVOER VAN VERBRANDINGSPRODUCTEN
Type BP zonder trekonderbreker–valwindafleider; ontworpen om te werken in overdruk. momenteel in België: B22P , B23P HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

63 INDELING VOLGENS LUCHTTOEVOER EN/OF AFVOER VAN VERBRANDINGSPRODUCTEN
TYPE C GESLOTEN VERBRANDINGSRUIMTE EUROPESE CLASSIFICATIE C n m HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

64 INDELING VOLGENS LUCHTTOEVOER EN/OF AFVOER VAN VERBRANDINGSPRODUCTEN
EUROPESE CLASSIFICATIE AARD V.D. AFVOER DER VERBRANDINGSPRODUCTEN 1 = afvoer door natuurlijke trek 2 = ventilator nà de verbrandingskamer 3 = ventilator vóór de brander C n m AARD VAN DE AANSLUITING HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

65 KENPLAAT VAN EEN CV-KETEL
HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

66 BESLUIT: ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE VERBRUIKSTOESTELLEN
Elk nieuw geïnstalleerd aardgastoestel moet: bestemd zijn voor het Belgisch distributienet en een CE-keurmerk hebben; ontworpen zijn voor de gassen van de 2de familie toegelaten in België; geschikt zijn voor de aanwezige toevoer van verbrandingslucht (zie Hoofdstuk V); geschikt zijn voor het aanwezige afvoerkanaal voor de verbrandingsproducten (zie Hoofdstuk V). HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

67 BEVEILIGINGEN VOOR OPEN GASTOESTELLEN
INHOUD VERBRANDING DE VRIJGEKOMEN WARMTE BIJ DE VERBRANDING INDELING VAN DE VERBRUIKSTOESTELLEN BEVEILIGINGEN VOOR OPEN GASTOESTELLEN HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

68 BEVEILIGINGEN VOOR OPEN GASTOESTELLEN
KEUKENGEISER TYPE A1AS MET ATMOSFEERCONTROLE TOESTELLEN TYPE "BS" MET AFVOERCONTROLE HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

69 KEUKENGEISER VAN 5 liter/min MET ATMOSFEERBEVEILIGING (TYPE A1AS)
De verbrandingsproducten worden in de opstellingsruimte afgevoerd. De atmosfeerbeveiliging stelt het toestel buiten werking bij: onvoldoende afvoer van de verbrandingspro- ducten via een afvoeropening; vervuiling van de warmtewisselaar. HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

70 KEUKENGEISER TYPE A11AS MET ATMOSFEERBEVEILIGING

71 BEVEILIGINGEN VOOR OPEN GASTOESTELLEN
KEUKENGEISER TYPE A1AS MET ATMOSFEERCONTROLE TOESTELLEN TYPE "BS" MET AFVOERCONTROLE HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

72 TOESTELLEN TYPE "BS" MET AFVOERCONTROLE
CONTROLE VAN DE AFVOER VAN DE VERBRANDINGSPRODUCTEN Thermisch element (clixon, voeler, NTC,…) geplaatst aan de inlaat voor de tertiaire lucht aan de trekonderbreker-valwindafleider  TTB bijv. toestel type B11BS. HET IS ABSOLUUT VERBODEN DEZE BEVEILIGING (ZOALS TROUWENS ELKE BEVEILIGING) VAN HET TOESTEL BUITEN DIENST TE STELLEN. HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

73 TOESTELLEN TYPE "BS" MET AFVOERCONTROLE
CONTROLESYSTEEM Afvoer verloopt niet correct T Terugslag GAS Toestel in veiligheid HOOFDSTUK III - VERBRUIKSTOESTELLEN 1 JULI 2009

74 TREKONDERBREKER - VALWINDAFLEIDER
TTB TOESTEL TYPE B11BS

75 TREKONDERBREKER - VALWINDAFLEIDER
TTB TOESTEL TYPE B11BS


Download ppt "HOOFDSTUK III HUISHOUDELIJKE VERBRUIKSTOESTELLEN"

Verwante presentaties


Ads door Google