Schrijfvaardigheid en argumentatie

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Schrijfvaardigheid en argumentatie
Advertisements

Schrijfplan Globalisering
Tekstdoelen Wat wil de tekst?.
THEORIE LEESVAARDIGHEID IN BEELD
Zakelijk lezen Nederlands.
Werkproces 1.5 Externe relaties opbouwen en onderhouden
SAMENVATTEN van leerteksten… Tekst verkennen
Zakelijk schrijven Bijeenkomst 5.
Cursus Lezen 5 vwo.
Beschouwing – De Laatste Tips
Lezen Nu Nederlands.
Vragenlijst groepje 3 Wiki.
Bouwplan 4Hc.
Betogende spreekbeurt
Samenvatting h1-h3.
Inleiding, middenstuk, slot
Leesvaardigheid Hoofdstuk 1 t/m 3
inleiding leesvaardigheid Leesstrategieën & schrijfdoel
Teksten schrijven. Teksten schrijven Teksten schrijven – Waar gaat het over Onderwerp Titel Lead Tussenkopjes Illustraties Woorden vet/cursief.
Tekstsoort en tekstdoel
Tekstverklaring Hoe doe je dat?.
Hoofdstuk 2 par 1 Schrijfdoelen.
SET schrijfvaardigheid H5
Leesvaardig Examentraining.
Het schrijven van een betoog
Hoofdzaken/bijzaken/kernzinnen
Effecten van taal Onderzoek naar wat woorden, zinsconstructies en tekststructuren doen met de ontvanger.
LEZEN 5.2 SOORTEN SAMENVATTINGEN. AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET/KUN JE.. Welke soorten samenvattingen er zijn. Hoe je deze samenvattingen moet maken.
Leesvaardigheid Tekststructuren. Vandaag: Inleiding Tekststructuren.
LEZEN 5.4 BESCHOUWING. DEZE LES LEER JE: Wat de tekstvorm ‘beschouwing’ is. Welke tekstdoel een beschouwing heeft. Hoe een beschouwing is opgebouwd. Wat.
Lezen, schrijven en argumenteren
Cursus Leesvaardigheid
Groep 8 Begrijpend lezen lezen
SET schrijfvaardigheid H5
GEDOCUMENTEERD SCHRIJVEN Revisited
Een informatief Artikel schrijven
Lezen H1 t/m H3 In deze PowerPoint: Op onderwerp: Op leesstrategie:
Schrijven beschouwing.
Overtuigende tekst/betoog
Tekstsoort en tekstdoel
Essay Een essay is een beschouwende tekst over een literair, maatschappelijk of wetenschappelijk onderwerp, met een duidelijk persoonlijke inslag. Een.
7 lessen tot het eindexamen – Tips en Tricks
Een beschouwing schrijven
4 havo Schrijflijn les 4
Alinea’s, inleiding, middenstuk en slot
H1, H2, H3 Nieuw nederlands Klas 3
Les 1 Doelgroep: mbo niveau 4 – taalreferentieniveau 3F Docent: Anja Vergeer-Negenman Nederlands leesvaardigheid.
De indeling van teksten
Betoog Hoe herken ik een betoog en hoe weet ik hoe de schrijver mij probeert te overtuigen? NU Nederlands 2F.
Lezen meningen, argumenten en conclusie
Informatieve teksten Hoe herken ik informatieve teksten en weet ik waarover de schrijver mij wil informeren? NU Nederlands 2F.
Hoe schrijf je een recensie?
Recensie schrijven Klas 1e , RSFN.
4 havo Schrijflijn les 2
Inleiding, slot, functies, samenvattend tekstverband
Inleiding en slot schrijven
Informatieve teksten, interviewverslag

De betogende voordracht
4 havo Schrijflijn les 3
Betoog.
SPREKEN: HET BETOOG Betoog: een spreekbeurt waarin je een standpunt inneemt ten aanzien van een stelling en dat standpunt verdedigt. Formuleer een duidelijk.
Inleiding, middenstuk, slot
Schrijven Zakelijke brief.
4 havo Schrijflijn les 5
diagnostische toets leesvaardigheid
Een (informatief) Artikel schrijven
Schrijven 2.7 en 2.8 Formuleren en stijl 3.1
Belangrijke begrippen ‘Lezen’
OVERTUIGEN.
Transcript van de presentatie:

Schrijfvaardigheid en argumentatie

Volgens het communicatiemodel Schrijfdoelen Volgens het communicatiemodel BOODSCHAP ONTVANGER ZENDER Wat de schrijver met zijn boodschap bij de lezer wil bereiken = het schrijfdoel DE LEZER DE SCHRIJVER

Schrijfdoelen Wij onderscheiden de volgende schrijfdoelen: - Amuseren (bij niet-zakelijke teksten) Je wilt met jouw tekst een lezer vermaken. Informeren Je wilt met jouw tekst een lezer meer informatie geven over een bepaald onderwerp, zodat de lezer wat leert over dit onderwerp. Opiniëren Je wilt met jouw tekst een lezer de kans geven zelf een mening te vormen over een bepaald onderwerp. Dit doe je door meningen van andere tegenover elkaar te zetten en de lezer verder te informeren over een bepaald onderwerp. Overtuigen Je wilt met jouw tekst een lezer overtuigen van het standpunt dat jij in jouw tekst inneemt en met argumenten ondersteunt. Activeren Je wilt met jouw tekst een lezer aanzetten tot handelen.

Opbouw van een tekst Een tekst bestaat uit drie delen. Ieder deel heeft zijn eigen functie: Inleiding Middenstuk Slot

Opbouw van een tekst Inleiding Een inleiding heeft over het algemeen twee functies: De aandacht van de lezer trekken Het onderwerp van de tekst introduceren Hoe trek je de aandacht van de lezer? Door een voorbeeld te geven (verhaaltje, anekdote, weetje). Door terug te grijpen op de geschiedenis (hoe er in het verleden met het onderwerp is omgegaan). Door in te spelen op de actualiteit ( je sluit aan bij iets wat nu in het middelpunt van de belangstelling staat. Let!! Hierdoor kan je tekst een minder lange houdbaarheidsdatum krijgen!) Door in te spelen op het belang van de lezer (Je laat aan je doelgroep zien dat het nut heeft om jouw tekst te lezen).

Opbouw van een tekst Inleiding Hoe introduceer je een onderwerp? Een of meerdere vragen stellen Een probleem formuleren Een mening of standpunt verkondigen (bij een overtuigende tekst!) De opbouw van een tekst aan te geven

Opbouw van een tekst Middenstuk Het middenstuk is het grootste deel van de tekst. Hierin wordt de inhoud van je tekst uitgewerkt  deelonderwerpen komen hierin aan bod. Bepaalde tekstsoorten hebben een vaste structuur voor het middenstuk. Je kunt je structuur verduidelijken door het gebruik van: Tussenkoppen duidelijke alinea-indeling

Opbouw van een tekst Slot Het slot bevat in ieder geval de hoofdgedachte van de tekst. (Bij een overtuigende tekst is dit dus wederom het standpunt). Je rondt in het slot jouw tekst af. Naast de hoofdgedachte kan het slot bestaan uit: Een korte samenvatting (meestal bij informatieve teksten) een afweging (meestal bij opiniërende teksten) een toekomstverwachting een aansporing (meestal bij activerende teksten) BELANGRIJK! In het slot mogen geen nieuwe deelonderwerpen of argumenten meer gegeven worden! Die horen in het middenstuk.

Tekstsoorten Aan de hand van de verschillende schrijfdoelen onderscheiden we ook verschillende tekstsoorten: Informerende tekst Opiniërende tekst Overtuigende tekst Instructie Een reeks aanwijzingen; legt uit hoe de lezer iets moet doen. Recensie Een tekst waarin een recensent zijn oordeel geeft en je informeert over een onderwerp, zodat de lezer zijn mening kan vormen. Betoog Een tekst waarin een schrijver een standpunt in neemt t.o.v. een onderwerp en dit standpunt beargumenteert. Nieuwsbericht Over een actuele gebeurtenis; geeft objectieve en betrouwbare informatie. Verslag Een beschrijving van een gebeurtenis (evenement of wedstrijd). Bevat ook de mening van de schrijver over de gebeurtenis. Ingezonden brief Schrijvers reageren op een gebeurtenis of tekst en geven hun beargumenteerde mening.

De overtuigende tekst: argumentatie BOODSCHAP DE SCHRIJVER DE LEZER

De overtuigende tekst: argumentatie STANDPUNT: Mening van een schrijver of de positie die een schrijver inneemt t.o.v een bepaalde stelling STELLING: Illegaal downloaden van muziek moet harder worden aangepakt. STANDPUNT SCHRIJVER: Positief: Ik vind dat het illegaal downloaden van muziek harder moet worden aangepakt. Negatief: Ik vind dat het illegaal downloaden van muziek niet harder moet worden aangepakt/ versoepeld moet worden.

De overtuigende tekst: argumentatie STANDPUNT: Mening van een schrijver of de positie die een schrijver inneemt t.o.v een bepaalde stelling In een overtuigende tekst moet het standpunt van de schrijver beargumenteerd worden, zodat de lezer inzicht krijgt in de positiekeuze van de schrijver. Middenstuk In het middenstuk van een overtuigende tekst wordt de argumentatie uitgewerkt.

De overtuigende tekst: argumentatie In schema kan een overtuigende tekst er als volgt uitzien: STANDPUNT ARGUMENT 1 (= KERNZIN) + ONDERSTEUNING VOORBEELD ARGUMENT 2 (= KERNZIN) + ONDERSTEUNING VOORBEELD ARGUMENT 3 (= KERNZIN) + ONDERSTEUNING VOORBEELD

De overtuigende tekst: argumentatie Om te laten zien dat je als schrijver geen eenzijdig beeld wilt geven, geef je ook enkele tegenargumenten: STANDPUNT ARGUMENT 1 + ONDERSTEUNING voorbeeld ARGUMENT 2 + ONDERSTEUNING voorbeeld ARGUMENT 3 + ONDERSTEUNING voorbeeld Tegenargument 1 + weerlegging Tegenargument 2 + weerlegging Een weerlegging geeft aan waarom het tegenargument niet een reden is om het oneens te worden met het standpunt van de schrijver

De overtuigende tekst: argumentatie Hoe ziet een alinea met een argument eruit? Standpunt: Ik vind dat het illegaal downloaden van muziek niet harder moet worden aangepakt/ versoepeld moet worden. Alinea met argument 1 Door illegaal downloaden verdienen beginnende bands meer aan de verkoop van concertkaartjes.(argument 1) = KERNZIN De universiteit van Leuven heeft onderzocht dat 60% van nieuwe bands die zijn opgericht tussen 2007 en 2010 40% meer kaarten bij concerten verkopen in hun beginjaren, dan bands die zijn begonnen in de periode tussen 1995 en 2000 toen het illegaal downloaden van muziek nog geen rol speelde. (ondersteuning)

De overtuigende tekst: argumentatie INDELING VAN DE TEKST STANDPUNT INLEIDING MIDDENSTUK ALINEA ALINEA ALINEA ARGUMENT 1 + ONDERSTEUNING voorbeeld ARGUMENT 2 + ONDERSTEUNING voorbeeld ARGUMENT 3 + ONDERSTEUNING voorbeeld Tegenargument 1 + weerlegging Tegenargument 2 + weerlegging ALINEA ALINEA

INLEIDING: H E T B O G - S R U C AANDACHT TREKKEN ONDERWERP EN STELLING INTRODUCEREN STANDPUNT INNEMEN EN FORMULEREN H E T B O G - S R U C ARGUMENT 1 ONDERSTEUNING + voorbeeld ARGUMENT 2 ONDERSTEUNING + voorbeeld ARGUMENT 3 ONDERSTEUNING + voorbeeld TEGENARGUMENT 1 + WEERLEGGING (met uitwerking) TEGENARGUMENT 2 + WEERLEGGING (met uitwerking) SLOT: STANDPUNT HERHALING ALS CONCLUSIE EVENTUEEL ALGEMENE CONTEXT OF KERNACHTIG HERHALEN TOPARGUMENTEN TEKST AFSLUITEN (uitsmijter)