Raadscommissie ruimte - 15 oktober 2014 Maatschappelijke effecten van grote projecten
Aanleiding Groot financieel en maatschappelijk belang van grote ruimtelijke projecten Begroting 2014: programma Ruimtelijke ordening € 278 miljoen lasten Grondexploitaties (2014) € 1 mld baten / € 1 mld lasten Risico’s: reservering van € 45 miljoen (2013) Projecten zijn geen doel op zich: beoogd worden maatschappelijke effecten voor de stad Eerder onderzoek Rekenkamer naar Grote projecten (2009/2010): meer grip op grote projecten
Doel van het onderzoek Bijdrage aan bewustzijn over belang van maatschappelijke effecten in sturing op grote projecten Het aanleveren van bouwstenen voor de gemeenteraad en het college om goede afspraken te maken over kaderstelling en controle op maatschappelijke effecten
Onderzoeksvraag en deelvragen In hoeverre is de sturing tijdens de uitvoering van grote projecten gericht op een evenwichtige afweging tussen de operationele sturingsaspecten tijd, geld en prestaties aan de ene kant en de beoogde maatschappelijke effecten van het project aan de andere kant? 1.Hoe zijn taken en verantwoordelijkheden bij de sturing op maatschappelijke effecten benoemd? 2.Hoe zijn beoogde maatschappelijke effecten in kaders vastgelegd? (stedelijk en op projectniveau) 3. Hoe wordt omgegaan met wijzigingen in projecten? 4. Hoe wordt verantwoording afgelegd over resultaten?
Aanpak onderzoek Documentanalyse: beleidskaders, procesafspraken, verantwoordingsinformatie, P&C-cyclus -Structuurvisie -Coalitieakkoorden -Investeringsplan Stedelijke Ontwikkeling (IpSO) -Woonvisie -Kantorenstrategie Casus analyse: Binckhorst Moerwijk Zuid
Hoofdconclusie en deelconclusies De gemeenteraad kan onvoldoende sturing geven aan de te bereiken maatschappelijke effecten van grote ruimtelijke projecten. 1. Afspraken tussen raad en college over beoogde effecten zijn onduidelijk 2. Bij veranderingen wordt onvoldoende aangegeven wat de gevolgen zijn voor de beoogde effecten 3. De resultaatverantwoording aan de gemeenteraad is onvoldoende
Conclusie 1: afspraken college - raad Afspraken over beoogde effecten zijn onduidelijk en bieden onvoldoende mogelijkheid tot sturing op aspect maatschappelijke effecten. De formulering is niet eenduidig en te weinig concreet Onderlinge samenhang tussen kaderstellende documenten is onduidelijk Relatie tussen projectkaders en stedelijke kaderstelling is niet helder en onvoldoende sturend (stedelijke kaders o.a. te ruim)
Voorbeeld uit casus Binckhorst Kaders niet eenduidig en weinig sturend Structuurvisie 2020 (2005): -‘gemengd woonvoorzieningen- en werkgebied met intensief en meervoudig grondgebruik’ -‘breed kenniscluster’ Masterplan Binckhorst (2008): -‘bijdragen aan de identiteit van Den Haag als de juridische wereldhoofdstad’
Conclusie 2: wijzigingen in grote projecten Bij veranderingen in de uitvoering van projecten is de analyse en doorvertaling van de gevolgen daarvan voor de (beoogde) maatschappelijke effecten onvoldoende. In projectkaders wordt bij een verandering in het project geen analyse gegeven van de gevolgen voor de beoogde maatschappelijke effecten In stedelijke kaders wordt niet ingegaan op de gevolgen van veranderingen van grote projecten voor de beoogde maatschappelijke effecten op stedelijk schaalniveau.
Voorbeelden Binckhorst (nieuwe gebiedsaanpak uit 2011): –‘Een grootschalige integrale gebiedsontwikkeling, met een bijbehorende actieve grondpolitiek, is niet langer realistisch en verantwoord’ –‘Toch geldt de Structuurvisie ‘Wereldstad aan zee’ nog steeds als kader voor de lange termijn’ Investeringsplan Stedelijke Ontwikkeling 2013: Veel projecten zijn ingrijpend aangepast. Het IpSO geeft geen analyse van gevolgen voor beoogde maatschappelijke effecten –‘Het woningbouwprogramma voor Vroondaal wordt bijgesteld. In de nieuwe plannen is meer ruimte voor grondgebonden woningen in meer marktconforme segmenten’.
Conclusie 3: verantwoording De resultaatverantwoording over grote projecten is onvoldoende De rapportage over maatschappelijke effecten van grote projecten is te beperkt. De informatie over voortgang van grote projecten en stedelijke ontwikkeling bevat onjuistheden en slordigheden.
Voorbeeld: resultaatverantwoording beperkt Resultaatverantwoording te beperkt: IpSO 2012, 2013 en 2014 gescand op resultaatverantwoording over maatschappelijke effecten : Van de 10 grote projecten (lijst vastgesteld door gemeenteraad) worden telkens slechts 2 genoemd Relatie maatschappelijk effect – projecten wordt niet gelegd Overzicht van wijzigingen in grote projecten wordt nergens gegeven
Voorbeeld: onjuiste informatie Woningbouw: Structuurvisie uit 2005: opgave in bestaande stad Evaluatie 2012: bij resultaat worden 8000 woningen in VINEX meegeteld Cijfers werkgelegenheid: Structuurvisie 2005: ambitie is gesteld in netto aantal arbeidsplaatsen (meer dan 12 uur per week) Evaluatie structuurvisie is in bruto aantal: alle arbeidsplaatsen, dus ook 12 uur en minder per week
Aanbevelingen Hoofdlijn: ‘Uitvoeringsprogramma maatschappelijke effecten’ als agenda voor de kortere termijn (bijvoorbeeld vier jaar) voor de beoogde maatschappelijke effecten. Gebruik een doelenboom waarmee onderlinge relatie tussen verschillende kaderstellende documenten en projectdocumenten wordt vastgelegd.
Raadsvoorstel, het college op te dragen: 1.Een Uitvoeringsprogramma maatschappelijke effecten te introduceren 2.In stedelijke- en projectkaders duidelijk en overzichtelijk te formuleren wat beoogde maatschappelijke effecten zijn 3.Daarbij een doelenboom te gebruiken waarmee de onderlinge verhouding tussen kaderstellende documenten inzichtelijk gemaakt wordt en bepaald kan worden hoe concreet beoogde effecten benoemd moeten worden. 4.Bij wijzigingen in grote projecten een analyse te verstrekken van de gevolgen voor de (beoogde) maatschappelijke effecten. 5.De ontwikkelingen van (te verwachten) maatschappelijke effecten in relatie tot de gestelde doelen te monitoren en de raad over de uitkomsten hiervan éénmaal per jaar bij het Investeringsplan Stedelijke Ontwikkeling te berichten. 6.Gepresenteerde resultaten van het ontwikkelen van grote projecten op consistente wijze te relateren aan gestelde doelen
Sturen op maatschappelijke effecten