Hoofdstuk 2 Spelling Hoofdletters. Een zin begint met een hoofdletter. Let op! -Begint de zin met een afkorting of verkort woord dan krijgt het eerste.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Spelling en Schrijven en formuleren hoofdstuk 1,2&3
Advertisements

Overige spellingregels
Citeren, verwijzen, voetnoten, paginanummering … GIP
Briefconventies 6 januari 2014
Spelling Puntkomma 3 vmbo.
Persoonsvorm Saskia Hoekx.
KOMMAGEBRUIK.
2012 Nieuwjaar: zondag 1 januari – Drie Koningen: vrijdag 6 januari.
Het hele werkwoord.
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
DE SOLLICITATIEBRIEF = VISTEKAARTJE NUMMER 1
WERKWOORDSPELLING Hoe doe je dat ?.
Woordenschat en kijk op taal Hoofdstuk 2 en 3
Leestekens . ? , : ; ! “ ‘.
Brugklas Werkwoordspelling.
De dag van het solliciteren Blok 1
Vandaag gaan we werken aan spelling.
QUIZ hoofdstuk 1.
Beschouwing – De Laatste Tips
Samenvatting Havo 5.
Les 23 Vak : Nederlands.
Nederlands Onderwerp.
Leestekens 5 vwo.
Overige spellingsregels
Overzicht ViP’s* ViP-1: structuur 1
Spelling Blok 1 t/m Kader 3.
Het jaartje rond … maart juni september december april juli oktober
Van tijd tot tijd Woordenschat.
Examen schrijven Kan de volgende tekstsoorten bevatten:
HOOFDLETTERS Theorie taalverzorging. Hoofdletters  Begin van de zin  Vandaag gaan we naar buiten.  …Maar alleen als de zin met een letter begint. 
Samengestelde zin + Tussenletters in samenstellingen.
TAAL BIJ TOETSEN Extra uitleg bij een aantal lastige kwesties.
Centraal Examen Nederlands
S/K/L 1.7 INTERVIEWEN. ONDERWERPREGEL Ik OF je/jij achter de pv stam Iets andersStam+t meervoudHele werkwoord ONDERWERPREGEL enkelvoudStam+-te/-de meervoudStam+-ten/-den.
SPELLING BLOK Uitleg en voorbeelden Basis leerjaar 4.
GRAMMATICA BLOK 1 T/M 4 Uitleg en voorbeelden Woordsoorten Basis leerjaar 4.
Dit is de PowerPoint van kobe en jill.
De vraag is je beste vriend
Hoofdstuk 7.1.
Standaard briefmodel (briefconventies)
Spellingregels G1.
Schulprüfung Schreibfertigkeit
Hoofdstuk 1 Spelling Spellen volgens de regels
Werkwoordspelling. Werkwoordspelling Tegenwoordige tijd Als de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd staat, kun je kiezen uit drie vormen: 1 = ik-vorm.
Hoofdstuk 3 Spelling Hoofdletters
Spelling Hoofdletters
Lesplanning Eerste 5 minuten: maak de opdracht die je op papier gekregen hebt (leestekens invullen) Daarna: theorie en opdracht bespreken Opdrachten maken.
Standaard briefmodel (briefconventies)
Begrijpelijk schrijven
Hoofdletters en leestekens
Spelling Woorden afbreken.
Hoe schrijf je een recensie?
Hoofdletters en leestekens
Hoofdstuk 3 Grammatica en spelling
Recensie schrijven Klas 1e , RSFN.
Les 7 Grammatica 5.1, 5.2 en 5.3.
Spelling Niveau 4.
Spelling Niveau 4.
Luisteren naar de stilte
Spelling.
Spelling Niveau 4.
Leesboekjes Zie je het voor je? Carmen Meester.
Bijvoeglijk gebruikt deelwoord hoofdlettergebruik
Punten en komma’s Valt onder leestekens.
Een brief schrijven.
Semantisatieverhaal Ken jullie het filmpje van die lachende man in het openbaar vervoer, in de metro? Openbaar vervoer is vervoer dat iedereen mag gebruiken,
Spelling.
Hoofdstuk 5 Taalverzorging
Examen samenvatten 2010 II Hoe luidt de beoordeling van de samenvatting? Hoe ziet de samenvatting eruit?
[Voer de titel van de overtuigende toespraak hier in]
Transcript van de presentatie:

Hoofdstuk 2 Spelling Hoofdletters

Een zin begint met een hoofdletter. Let op! -Begint de zin met een afkorting of verkort woord dan krijgt het eerste complete woord een hoofdletter. ‘s Ochtends het ontbijt overslaan, is ongezond. -Begint de zin met een cijfer of een ander teken dan volgt er géén hoofdletter. 47 procent van de Nederlanders heeft wel eens last van een koortslip.

Hoofdletters Eigennamen krijgen een hoofdletter: personen: Ray, Suzan straten: Koninginneweg, Rembrandtstraat rivieren: IJssel, Schelde talen: Italiaans, Spaans Feestdagen : Pasen, Pinksteren, Kerstmis, Koningsdag historische gebeurtenissen: Tweede Wereldoorlog organisaties: Longfonds, Unicef wetten: AOW, ZW

Hoofdletters Achternamen schrijven we met een hoofdletter: Joris Bakker Achternamen met een tussenvoegsel (de, van, van de, van den of van der) krijgen géén hoofdletter als er een voorletter of voornaam staat: Carla de Groot, C. de Groot, mevrouw De Groot Let op: Mevrouw Van de Groot, Meneer Van den Beek

Hoofdletters Een bijvoeglijk naamwoord dat van een eigennaam is afgeleid, krijgt ook een hoofdletter. Goudse stroopwafels, Zuid-Afrikaanse wijn Aan het begin van een citaat De docent vroeg: ‘Wie het snapt, mag beginnen met zijn werk.’

Kleine letter Je gebruikt een kleine letter: bij woorden die afgeleid zijn van feestdagen: kerstgala, paasei; bij windstreken: oosten, zuidoost; bij namen van seizoenen: herfst, zomer; bij maanden of weekdagen: januari, maandag; bij namen die niet meer aan een persoon doen denken: melkertbaan. LET OP: downsyndroom, maar syndroom van Down

Welke woorden krijgen een hoofdletter? andy – dinsdag – europese unie – hemelvaart – maart – meneer – nijl – paasbrood – ricky – spoorstraat – velperplein – westen – zweedse

Leestekens Een zin eindigt met een punt (.), vraagteken (?) of uitroepteken (!). Een komma (,) gebruik je voor of na een aanspreking: Snoopy, kom eens hier! tussen de delen van een opsomming: bus, metro, tram en trein. tussen twee persoonsvormen: Toen de zakenman geen succes had, gooide hij het over een andere boeg. voor en achter een bijstelling: Ranomi Kromowidjojo, de beste zwemster van Nederland, doet mee aan een televisiequiz.

Waar moet de komma staan? Koop voor €3 een lot en maak kans op een iPad mini een fiets een fashioncheque t.w.v. €25,- of twee toegangskaarten voor attractiepark Slagharen. > tussen delen van een opsomming,,

Waar moet de komma staan? Toen ik te lang in de zon zat kreeg ik last van jeuk. > tussen twee persoonsvormen,

Dubbele punt : Je schrijft een dubbele punt als je een gesproken tekst aankondigt, een gedachte weergeeft, een opsomming aankondigt of een toelichting/uitleg geeft. Voorbeeld: Ik citeer uit de toespraak van de Amerikaanse president John F. Kennedy op 26 juni 1963: Ich bin ein Berliner. Ik ga op kamp en ik neem de volgende spullen mee: een luchtbed, een slaapzak, een tandenborstel en mijn pyjama.

‘Aanhalingstekens’ Je gebruikt aanhalingstekens bij citaten. Voorbeeld: ‘Een vakantie in een vijf sterren hotel kan ik niet betalen’, zei vader. Je gebruikt aanhalingstekens als je het woord zelf bedoelt en niet de betekenis. Voorbeeld: Het woord sprookje is afkomstig van het middeleeuwse woord ‘sproke’, dat verhaal betekent.

Puntkomma ; Je gebruikt een puntkomma tussen hoofdzinnen die sterker met elkaar samenhangen dan losse zinnen. Voorbeeld: Laura had goed geleerd; toch had ze een onvoldoende.

Puntkomma ; Je gebruikt een puntkomma bij een opsomming van zinnen. Voorbeeld: Tijdens een presentatie wordt gelet op: - contact met het publiek; - houding; - verstaanbaarheid; - verteltempo.

Welke woorden krijgen een hoofdletter en waar komt er een leesteken? meneer van dalen kon op het pinksterfeest kiezen uit diverse gerechten noorse zalm duitse braadworst of zeeuwse mosselen Meneer Van Dalen kon op het pinksterfeest kiezen uit drie gerechten: Noorse zalm, Duitse braadworst of Zeeuwse mosselen.

Welke woorden krijgen een hoofdletter en waar komt er een leesteken? onze vleesvervangers worden in supermarkt jumbo verkocht zei de vegetarische slager ‘Onze vleesvervangers worden in supermarkt Jumbo verkocht,’ zei de vegetarische slager.

Welke woorden krijgen een hoofdletter en waar komt er een leesteken? 10% van de nederlanders gaat op vakantie met het vliegtuig het geeft hen een echt vakantiegevoel 10% van de Nederlanders gaat op vakantie met het vliegtuig; het geeft hen een echt vakantiegevoel.