Nederland en de Eerste Wereldoorlog.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Crises zijn van alle tijden
Advertisements

Transport en Infrastructuur
Handel en marketing hoofdstuk 9
H3 Industralisatie en Ismen.
Machtige internationale bedrijven
1 Rol private equity in de NL economie •Groei en innovatie •Werkgelegenheid •Herstructurering van bedrijven en sectoren.
1.3 globalisering verovert de wereld
Paragraaf 4. Schaalvergroting na 1945.
Nederland na WO II de economische ontwikkeling
De Grote Depressie Herman de Jong / Faculteit Economie en Bedrijfskunde.
België en de wereldhandel: Wat is de reden van de achteruitgang? Hoe kan de situatie worden verholpen? Guy Quaden Gouverneur ICC Belgium, 3 mei 2010.
Concurrentie, Complementariteit en Buitenlandse Investeringen Martijn J. Burger.
De Republiek in een tijd van vorsten De Republiek verliest haar voorsprong § 4.3.
1 1 Diagnoseadvies van de sociale partners over O&O en innovatie ‘Naar een meer innovatieve economie’ 18 september 2006.
NL na 1945: Sober en spaarzaam
Productiefactor Arbeid
De Republiek in een tijd van vorsten
gespannen arbeidsmarkt
Globalisering H2.
Globalisering H2.
Modellen VWO 6.
Internationale handel. Wisselkoersen Internationale handel Wisselkoersen Meer handel.
2.4 Het begin van de Gouden Eeuw
De Verenigde Staten en hun federale overheid Welvaart, crisis & oorlog § 3.1.
De Republiek in Europa.
1.2 De grens gaat open Mexico had vroeger een gesloten economie kenmerken: - hoge invoerrechten - quota - importsubstitutie - uitvoer van landbouwproducten.
Uitdagingen voor Boskoop
Transport en Infrastructuur
Wat kunnen we eraan doen?
De economie in de Zilveren Eeuw
H5 Koude Oorlog §3 Duitsland verdeeld.
Paragraaf 2: Economische crisis
Grafiek 1 – BBP-groei Nederland
1 De Nederlandse conjunctuur in 2007 Michiel Vergeer.
Persconferentie 12 mei 2010 De Nederlandse economie 1e kwartaal 2010 PROGRAMMA Opening en uitreiken persmap 09.30–09.33 Leespauze 09.33–09.48 Presentatie.
Antwoorden herhalingsopgaven
2 th 1 Ontwikkeling § 6-7.
1 De Nederlandse conjunctuur in 2008 Michiel Vergeer.
NeutraliteitspolitiekNeutraliteitspolitiek Nederland kwam net buiten het Von Schliffenplan te liggen. Duitse troepen trokken onder Zuid-Limburg door Belgie.
Hoofdstuk 2: Interbellum Les 1 – par. 1A Roaring Twenties Les 1 – par. 1A Roaring Twenties.
Het passagierspotentieel van Luchthaven Twente: de conclusies  Provincie Overijssel:  Bandbreedte van 0.19 tot 5.2 miljoen passagiersbewegingen plausibel.
Economische en demografische aspecten van vergrijzing Roel Beetsma MN Chair in Pension Economics Vice-decaan FEB Universiteit van Amsterdam.
H o o f d s t u k 3 H e t W e l v a a r t s p e i l § 3.1 Werken en waar? Drie bestaansmiddelen of economische sectoren Primaire, secundaire en tertiaire.
Persconferentie 12 februari 2010 De Nederlandse economie 2009 PROGRAMMA Opening en uitreiken persmap – Leespauze – Presentatie.
Hoofdstuk 6 Productie.
Nieuw onderzoek naar de moderne Nederlandse scheepsbouw Hein A.M. Klemann.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
1 De Nederlandse economie 2e kwartaal 2009 Michiel Vergeer.
Jaagpaden langs een onbedijkte rivier Hein A.M. Klemann
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen
Burgers en stoommachines §5.1 Industrie en samenleving
De Nederlandse conjunctuur in 2008
Lesbrief Verdienen en Uitgeven
Hst 4 Hoe wordt er gewerkt?
Voorbeeld Weging Indexcijfers 2011 Weging x indexcijfer Voeding
Economische groei Hfst 20 Hfst 26.
Hoofdstuk 3 Bronnen van energie: Brazilië
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
3.1 NEDERLAND BLIJFT NEUTRAAL
H6 Salvatore: International Economics, 10th Edition © 2009 John Wiley & Sons, Inc.
De exploitatie van Nederland door de bezetter in Europees perspectief
Aardrijkskunde voor de 2e fase VWO 5 en VWO 6. Samenvatting
Economisch bekeken Mavo 4
Hoofdstuk 2 Nederland als industriële samenleving § 4
MNO’s = TNO’s = transnationale ondernemingen Productiebedrijven
Voordelen globalisering voor bevolking:
Nederland en de rest van de wereld
1.1 Globalisering: one world?
Transcript van de presentatie:

Nederland en de Eerste Wereldoorlog. Hein A.M. Klemann Nederland en de Eerste Wereldoorlog. Heeft Nederland flink verdiend aan de Eerste Wereldoorlog?

De Duitse inval in België vanaf de Nederlandse grens

Waarom bleef Nederland neutraal? Duitse keus Helmuth von Moltke in 1908: Die deutsche Interessen fordern, daß holländisches Gebiet nicht betreten wird. Ein feindliches Holland im Rücken könnte bei dem Vormarsch des deutschen Heeres nach Westen von verhängnisvollen Folgen sein. Bleibt Holland neutral, so sichert es uns damit den Rücken, denn England wird die holländische Neutralität nicht seinerseits verletzen können, wenn es uns wegen unserer Verletzung der Belgischen Neutralität den Krieg erklärt. Ferner wird es für uns von den größten Bedeutung sein in Holland ein Land zu haben, dessen Neutralität Ein- und Zuführern gestattet. Es muß unsere Luftröhre bleiben damit wir atmen können.

Rijnvaart Huidige Rijn: goeddeels kunstmatig Dieper en smaller Zijtakken en eilanden verdwenen Efficiënte vaarweg doel Acte van Mannhein 1868: Gratis beschikbaar voor iedereen Vervoer late 19e eeuw efficiënter Stoomvaart: Hogere snelheid, maar kon de trein beter Vooral grotere schaal en efficiëntie Capaciteit stoomsleper met vier aken vertienvoudigde Stoomslepers na 1890 de overhand Houten aken vervangen door ijzeren: minder brandstoom, duurzamer Nieuwe stoomschepen: Schroefschepen i.p.v. radarschepen Efficiëntere motoren Rijnvaart

Raderschip ‘Ragnar’ met vier aken bij Bingen, ca. 1900

Grafiek 1 Transportkosten 1870-1913, 1870=100

Rijnvaart en Rotterdam Vanaf de jaren 1890: Rijnvaart voor bulkvervoer goedkoper dan spoor Kosten Rijnvaart daalden 1870-1913 met 80 procent Goedkoop transport zorgde voor een concurrentievoordeel voor de gehele Rijnregio Maakte deze regio economisch klein Met Rijnvaart won Rotterdam van Antwerpen

Neutraliteit en de Rijn Van 1890-1914: Duitsland agressiever: Dreiging van een Europese oorlog Nederland kon gemangeld worden, net als België In Schlieffen- en von Knorr-plan Nederland en België slachtoffer Duitse doortocht Vanaf 1890: Nederland economisch belangrijker voor Duitsland. In oorlog essentieel voor doorvoer geacht Neutraal gehouden: De Rijn redde Nederland

Tijdens oorlog 1914-1918 Nederland neutraal: Bedrijfsleven: Voor Duitsland economisch te belangrijk Aan- en afvoer belangrijkste industriegebied Europa over Nederlandse haven Bedrijfsleven: Wegvallen buitenlandse concurrentie: Grotere vraag Vraag naar voorheen geïmporteerde producten Importsubstitutie Problemen aan- en afvoer

Blokkade Invoersubstitutie en schaalvergroting: Bedrijven gingen problemen gezamenlijk te lijf: Horizontale integratie Familiebedrijven werden NV’s Aantal beursgenoteerde ondernemingen verdubbelde Nieuwe bedrijven en snelle groei in sectoren als de machine-, scheeps- mijnbouw etc. Bedrijven incorporeerden eerdere of latere fases van de bedrijfskolom om aan- en afvoer te garanderen. Grotere schaal en hogere efficiency

Isolement door oorlog en blokkade Nederlandse handel beperkt Geallieerde blokkade Duitse duikboten Vele goederen voor eigen oorlogsvoering nodig Nederlandse bedrijven Importsubstitutie Verticale integratie Horizontale integratie Terwijl de omringende landen elkaars economieën vernietigden, in Nederland modernisering Financiering: Tot 1917 werkloosheid Lonen niet aangepast aan prijsstijging Enorme winsten Aantal beursgenoteerde ondernemingen verdubbelde

Tabel 1 Industriële productie en BBP per werkende in enige landen Tabel 1 Industriële productie en BBP per werkende in enige landen. Indexcijfers, Nederland=100 Industriële productie Totale productie 1913 1921* 1929 Duitsland 150 110 109 87 69 België - 105 99 90 76 Groot-Brittannië 132 118 88 Bronnen: H.J. de Jong, De Nederlandse industrie 1913-1965. Een vergelijkende analyse op basis van de productiestatistieken (Amsterdam 1999) * Voor Duitsland 1925.

Tabel 2 Gemiddelde jaarlijks groei van het BBP in Nederland en Noord-West Europa, 1913-’29 BBP per Hoofd BBP per uur Neder-land NW-Europa ’13 -’21 2,1 -0,4 0,6 -1,0 2,8 -- ’21 -’29 4,7 4,8 3,2 4,0 ’13 -’29 3,4 2,2 1,9 1,4 3,8 Bron: B. van Ark en H.J. de Jong, ‘Accounting for Economic Growth in the Netherlands since 1913.’ Economic and Social History in the Netherlands, 7 (1996) 199-242, daar 201

Tabel 3 Industriële ondernemingen naar aantallen werknemers en procenten van de industriële werkgelegenheid Aantal werknemers 1913 1920 0-4 14 11 5-9 9 7 10-49 24 22 50-199 200-499 13 500-999 10 >1000 Totaal 99 100 Bronnen: CBS, Jaarcijfers voor Nederland, 1917 en 1925

Duitse chantage 1917: Blokkade bijna volledig Hongerrellen in Nederlandse steden Nederland voor steenkool, staal en ijzer afhankelijk van Duitsland Duitse kartels beheersten de markt voor zulke producten vóór 1914 Nu politieke eisen aan leveranties Den Haag grijpt in: Hoogovens opgezet Staatsmijnen een enorme impuls Kon. Nederl. Zout: Chemie Basisindustrie van de grond Minder afhankelijk van buitenland

Na 1918: economie versterkt Grote bedrijven gebruiken monetaire failliet in vnml. Duitsland om bedrijven op te kopen Philips, Jurgens, Van den Bergh, Aku: Grote multinationals Sterkere positie in nieuwe kartels Valutaproblemen maken concurrentie moeilijk Enkele bedrijfstakken in problemen Banken worden voorzichtiger Na monetaire stabilisatie: Groeiend aandeel in krimpende wereldhandel Economische groei en volledige werk-gelegenheid ondanks snelle groei beroepsbevolking Glasblazerij Philips 1916

Financieel krachtig Na 1918: Amsterdam belangrijkse financiële centrum Europese vasteland Duits vluchtkapitaal naar Amsterdam Duitse banken zetten filialen op: 66 nieuwe banken Sterke concurrentiepositie: Grote goudvoorraden 1929: Economische terugslag Daling internationale handel Daling prijzen 1931 financiële Crises: Gulden of banken niet in problemen Wel instorting prijspeil Gouden Standaard verkocht als een principiële kwestie In Feite: Depreciatie technisch niet nodig

Nederland en de Eerste Wereldoorlog Heeft Nederland flink verdiend aan de Eerste Wereldoorlog? Antwoord: zonder twijfel Geen exploitatie van de oorlog Smokkel of cocaïnehandel speelden een geringe rol Nederlandse bedrijfsleven gedwongen zich aan te passen Modernisering: Na 1918 industrieel geen achterlijk land meer Financieel veel krachtiger Door inflatie in omringende landen: grote multinationals