Windenergie, lokale autonomie en Omgevingswet Prof. mr. A.G.A. Nijmeijer 24 juni 2016
Onderwerpen Huidige situatie Van Wro naar Omgevingswet Omgevingsplan centraal Enkele conclusies
Huidige situatie Voor ruimtelijke ordening (waar bouwen, waar niet) bestemmingsplan maatgevend Gemeenteraad bepaalt inhoud bestemmingsplan Maar: Wet ruimtelijke ordening (Wro) en Crisis- en herstelwet (Chw) bevatten dwingende sturingsinstrumenten voor Rijk en provincie 1.‘Algemene regels’ (Barro en provinciale verordeningen) kunnen inhoud bestemmingsplan bepalen> gemeenteraad buiten spel 2.Rijk en provincie kunnen inpassingsplannen vaststellen> gemeenteraad buiten spel
Van Wro naar Omgevingswet Verwacht in 2019 (was 2018, maar wordt waarschijnlijk 2020 of later…): inwerkingtreding Omgevingswet Boodschap kabinet: omgevingsrecht wordt eenvoudiger en beter Nuance: eenvoudig wordt het nooit en nogal wat zaken blijven inhoudelijk gelijk maar krijgen een nieuw etiket (voorbeeld watervergunning wordt omgevingsvergunning, structuurvisie wordt omgevingsvisie, provinciale verordening wordt omgevingsverordening) Pluspunt(?): bundeling van wet- en regelgeving in één wet en vier uitvoeringsregelingen (amvb)
Omgevingsplan centraal Omgevingsplan vervangt (o.a.) het bestemmingsplan Ruimere reikwijdte> niet alleen ruimtelijke ordening maar bijv. ook gemeentelijke monumenten, evenementen en milieu Gemeenteraad bepaalt inhoud omgevingsplan Nieuw: mogelijkheid delegatie aan college van b en w> hoever kan dat gaan?> knelpunten?
vervolg Maar ook onder Omgevingswet: Rijk en provincie behouden dwingende sturingsinstrumenten t.a.v. inhoud omgevingsplan> instructieregels Provincie kan in omgevingsverordening functies toedelen aan locaties (o.a. windturbines) Begrenzing: subsidiariteit (art. 2.3 Omgevingswet)> dusdanig onbepaald dat Rijk en provincie zelfde beleidsdoelstellingen kunnen opdringen aan gemeenten> politieke keuze! “Centraal wat moet, decentraal wat kan”…
Vervolg Omgevingswet brengt t.a.v. huidige situatie niet meer ‘lokale autonomie’ Wel verschuiving denkbaar van gemeenteraad naar college van b en w, maar dat bepaalt de raad zélf (delegatie) Planologische sturing (windturbines, gasopslag, defensieterreinen, kustverdediging, Natura 2000) door Rijk en provincie politiek-bestuurlijk ingezet, juridische traject is volgend> beinvloedingsmogelijkheden individuele gemeente in dat traject (zeer) beperkt> rechter toetst ‘terughoudend’
Enkele conclusies Zorg voor adequate gemeentelijke inbreng in de politiek-bestuurlijke fase!!> rol VNG en andere lobbypartijen Haak in ieder geval aan bij besluitvorming over nationale/provinciale structuurvisie (Wro) en omgevingsvisie (Omgevingswet), anders veelal te laat Bedenk wel: sommige ontwikkelingen zijn maatschappelijk gewenst, maar niemand wil ze ‘in de achtertuin’> wellicht mogelijkheden tot compensatie gemeente? > breng dat in politiek-bestuurlijk traject ter sprake en leg het zoveel mogelijk vast in uitvoeringsparagraaf structuurvisie/omgevingsvisie