DE LEZERSBRIEf
OPMAAK
MODALITEIT = de houding die je als mens tegenover je boodschap aanneemt
WERKELIJKHEIDSMODALITEIT zekerheid: “Syrië is gegarandeerd het meest onveilige land van de hele planeet op dit moment.” onzekerheid: “Ik ga misschien wel naar dat feestje in de Zenith vanavond.” niet-werkelijkheid: “Was het maar al weekend!”
wenSMODALITEIT specifieker: wens, bevel, toestemming, gebod, verbod, … voorbeeld: …
GEVOELSMODALITEIT specifieker: spijt, medeleven, tevredenheid, … voorbeeld: …
OPDRACHT Reageer met een lezersbrief op een nieuwsfeit, actueel thema of controversieel onderwerp in 250 tot 400 woorden. Doelpubliek: onbekende leeftijdsgenoten en volwassenen. Doel: probeer je lezers te overtuigen van je mening (persuasief).
EVALUATIECRITERIA Taalgebruik (spelling, zinsbouw, aangepast aan lezerspubliek) Opbouw (heldere opbouw, signaalwoorden, alinea-indeling) Inhoud (omschrijving van het standpunt, argumenten) Lay-out (verzorgd)
SUGGESTIE SCHRIJFKADER Aanspreking Verwijs naar wat je las/hoorde. Hoe denk jij daarover? Waarom? Slotformule (samenvatting, voorstel, conclusie)