4.1 de Pruikentijd.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
1.5 Vorsten in Europa Republiek De Nederlanden waren een republiek: - De macht lag bij de Staten Generaal - Opvolgers werden gekozen. Monarchie Frankrijk,
Advertisements

Hoofdstuk 4: Pruiken en Revoluties
De verlichting Paragraaf 2.
Hfd. 1.4 opkomst van machtige vorsten
4.1 De Pruikentijd.
Paragraaf 1: Frankrijk in de 18e eeuw
Machtige heren, halfvrije boeren
Verdediger van het Christendom
De standen Door God gegeven taak:
1.1 De koningen van Engeland en Frankrijk
Romeinse Rijk: -goed bestuur -sterk leger Landbouwstedelijke
Verlichting: Stroming uit de 18de eeuw waarin geloof en absolute macht plaats moest maken voor verstand, vrijheid en gelijkheid.
Verlichting (18e eeuw) Tegen Absolutisme en standenmaatschappij.
De Republiek in een tijd van vorsten
Kenmerk 30 De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en taatsburgerschap Les 1: Oorzaken.
H7:§ 2:p164-6 Rationeel optimisme Onderzoekers (lees: Verlichters) in de 18e eeuw vormen een andere visie op onderzoek en kijk op de wereld Met verstand.
De Verlichting.
Verlicht despotisme.
Absolutisme.
Tijd van Pruiken en Revoluties
Westerse wortels in de Grieks-Romeinse wereld.
Machtige heren, halfvrije boeren
4.3 Revolutie in Frankrijk
Republiek versus Frankrijk
17de eeuw: Wetenschappelijke revolutie
1.2: geschiedenis van de rechtsstaat
Tijd van Pruiken en revoluties
Wetenschappelijke revolutie
H4:§ 6:p79-80 Rationeel optimisme Onderzoekers (lees: verlichters) in de 18e eeuw vormen een andere visie op onderzoek en kijk op de wereld Met verstand.
Pruiken en revoluties – 1700 tot Aanloop naar de Franse Revolutie - De Franse revolutie - Napoleon grijpt de macht - Bataafse revolutie in de.
Bestuur in andere landen
Wat moet je weten aan het eind van de les
Wat moet je weten aan het eind van de les?
Welke groepen in Frankrijk waren ontevreden in de 18de eeuw
Een Christelijke samenleving
Paragraaf 3 Opkomst van machtige vorsten
Opkomst van machtige vorsten 1.4. Vorsten brengen een scheiding aan tussen Kerk en Staat Tot de dertiende eeuw dachten de meeste Europeanen dat God maar.
Republiek in de Gouden eeuw
Context 4 Verlichtingsideeën en de democratische revoluties
Tijd van jagers en boeren
Tijdvak 7- Tijd van pruiken en revoluties ( ) Achttiende Eeuw
Ontstaan van een decentrale, feodale standensamenleving
Bestuur Europa 18 e eeuw. Frankrijk 18 e eeuw Welke drie standen waren er in Frankrijk in de 18 e eeuw? Hoe zie je deze standen vertegenwoordigd op de.
1.5 Vorsten in Europa Absolute vorsten
H2 Pruiken en revoluties§2.3 Revolutie in Frankrijk Welke groepen in Frankrijk waren ontevreden in de 18 de eeuw en waarom waren zij ontevreden? Waarom.
Verlichting: Filosofische stroming uit de 18de eeuw waarin geloof en absolute macht plaats moest maken voor verstand, vrijheid en gelijkheid.
Pruiken en revoluties – 1700 tot 1800
Revoluties in Europa. Doelen van dit blok Je leert waarom het Franse volk in 1789 in opstand kwam. Je leert hoe de bestorming van Bastille verliep. Je.
Revoluties in Europa.
5.3 Democratie in Nederland Tijd van burgers en stoommachines
De tijd van pruiken en revoluties 4.3 Revolutie in Frankrijk.
23 Het streven van vorsten naar absolute macht 27 Rationeel optimisme en een ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:
Immanuel Kant. Immanuel Kant: ‘Sapere Aude’ = durf te weten Kritische houding is goed, vraag bij alles na of het klopt. Onderzoek helpt de mens vooruit.
Waarom is de Franse revolutie eigenlijk belangrijk?
De tijd van de pruiken en de revoluties
Monniken en ridders 5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
Revolutie in Frankrijk
Tijd van pruiken en revoluties 1700 – 1800
Absolute vorsten De vorsten (koningen) waren afhankelijk van de adel, de adel betaalde namelijk veel geld en zorgden voor soldaten  een koning is dit.
Monniken en ridders 5.3 Machtige heren, halfvrije boeren
De vroege middeleeuwen
Regenten en vorsten 3.1 Machthebbers in Europa
Pruiken en revoluties 3.1 De pruikentijd
Pruiken en revoluties 4.1 De pruikentijd
Tijd van pruiken en revoluties 1700 – 1800
VROEG MODERNE TIJD HET RATIONEEL OPTIMISME EN HET VERLICHT DENKEN IN GODSDIENST, POLITIEK, ECONOMIE EN SOCIALE VERHOUDINGEN.
Cursus 3.2 Hoe verloren vorsten hun macht Klas 2 BK Lesweek 4
Wetenschappelijke Revolutie, Verlichting en Franse Revolutie
Par 3: Oorzaken van de Franse Revolutie
Tijd van jagers en boeren Jagers-verzamelaars -Jagen / verzamelen -Taakverdeling -Nomaden -geloof Boeren -Akkerbouw / veeteelt -Ontstaan verschillen in.
Transcript van de presentatie:

4.1 de Pruikentijd

Wat gaan we doen? Nederland in verval De Franse standenmaatschappij De Verlichting Verlichte politieke denkbeelden Boeken en genootschappen

Nederland in verval 17e eeuw  Nederland rijkste land 18e eeuw Nederland in verval Pruikentijd: statussymbbool

De Franse standenmaatschappij Geestelijkheid Adel Burgers / boeren Iedere stand had eigen bepaalde rechten en plichten. Frankrijk was aan het einde van de 18e nog steeds een landbouwsamenleving.

De Geestelijkheid Geestelijke stand: Rechten: Betaalden heel weinig belasting Hadden een eigen rechtspraak  minder hoge straffen Hoefden niet te vechten in oorlogstijd Mochten eigen belastingen heffen (kerkelijke belastingen) Plichten: Bidden voor het zielenheil van de koning en het volk (= zorgen dat de koning en het volk in de hemel kwamen)

De Adel Adellijke stand: Rechten: Betaalde weinig belasting Hadden eigen rechtspraak  minder hoge straffen Hoge positie in het leger / het hof Mochten belastingen innen Herendiensten (alleen voor de plattelandse adel) Plichten: Beschermen van de staat Koning! Beschermen van de 1e en 3e stand Bestuur van het land

De Burgers / Boeren De derde stand (burgers / boeren) Plichten: Schatkist koning vullen Werken voor adel / geestelijkheid Grootste deel leefde op het platteland. Klein deel leefde van handel en nijverheid

Verlichting Mensen gingen kritisch kijken naar: De natuur  natuurwetten De overheid De bazen Zichzelf Het geloof OPKOMST ATHEÏSME  geloven dat er geen God is.

Trias Politica (Jean Jacques Rousseau) Uitvoerende macht: Rechtsprekende macht: Wetgevende macht:

Verschillen: Verlichting: Absolutisme: Koning is koning dankzij het volk Koning moet verantwoording afleggen aan het volk (volk mag dus koning laten aftreden) Macht wordt gedeeld Absolutisme: Koning dankzij God Hoeft geen verantwoording af te leggen Alle macht is voor de koning