Observatie consultvoering Evaluatie van een trainingsaanspak in de opleiding geneeskunde Bas Koole Leen Aper Fac. Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Centrum voor Onderwijsontwikkeling Praxisopdracht
Praxisopdracht Overzicht les Inleiding Opleiding geneeskunde Skillslab-onderwijs Consultvoering training Toelichting opdracht
Praxisopdracht Opleiding geneeskunde 7 jarige opleiding (3 bach, 4 masters) Geïntegreerde curriculum opbouw –Blokken –Lijnen E(xploratie)-lijn V(aardigheden)-lijn P(robleemoplossing)-lijn Z(elfstandig werk) -lijn
Praxisopdracht
5 Skillslabonderwijs Aanleren vaardigheden: - Venepunctie - Orthopedisch onderzoek
Praxisopdracht Skillslabonderwijs Zelfstandige inoefenen Boostersessies (herhalingssessies) Trainingen consultvoering (masterjaren) 6
Praxisopdracht Trainingen consultvoering 7
Praxisopdracht Trainingen consultvoering Integratie van verschillende vaardigheden –Communicatie –Klinisch redeneren –Technische vaardigheden
Praxisopdracht Trainingen consultvoering 9
Praxisopdracht Trainingen consultvoering Actoren –1 Simulatie Instructie Patiënt (SIP) –1 Supervisor –3 Studenten geneeskunde 10
Praxisopdracht Simulatie patiënt Een simulatie-instructie patiënt: een persoon die getraind wordt om een bepaalde patiëntenrol te spelen en ingezet wordt in het onderwijs. Voorbeeld: Je speelt de rol van een patiënt met buikpijn door galstenen en de student kruipt in de rol van arts, voert een gesprek en onderzoekt jouw buik.
Praxisopdracht Simulatie patiënt Allerdaagse mensen met verschillende achtergronden Gezonde mensen veinzen een medisch probleem (volgens een script) Meerdere trainingen voorzien olv artsen om scripts in te oefenen Simulatiepatiënten worden ingezet bij trainingen, examens en videoopnames
Praxisopdracht
Praxisopdracht Studenten geneeskunde Tijdens de training consultvoering krijgen de studenten de kans de theorie en praktische vaardigheden in te oefenen in een veilige omgeving vooraleer in contact te komen met echte patiënten.
Praxisopdracht Studenten geneeskunde 15 Voordelen Studenten kunnen in gecontroleerde omstandigheden meermaals hetzelfde oefenen Studenten leren de patiënt gericht te bevragen in een veilige omgeving Studenten kunnen bepaalde onderzoeksvaardigheden oefenen vb. het onderzoek van de borstkas Studenten krijgen individueel feedback van de supervisor
Praxisopdracht Studenten geneeskunde 16
Praxisopdracht Supervisor Huisartsen Deeltijds verbonden aan het skillslab Praktijkwerkzaamheden buiten skillslab Opdrachten Ontwikkelen lesmateriaal Ontwikkelen scripts In samenspraak met specialisaties
Praxisopdracht Supervisor Trainingen -SIP inoefenen scripts -studenten geneeskunde tijdens consultsessie feedback over het ingeoefende consultonderdeel
Praxisopdracht Voorbeeld van een training Klinische consultvoering (filmpje)
Praxisopdracht Trainingsessie consultvoering Structuur van het consult wordt ingeoefend: Intake Reason for Encounter ICE: ideeën, bezorgheden, verwachtingen Anamnese Klinisch onderzoek Uitleg, Advies en Planning Afsluiting
Praxisopdracht Als onderzoeker aan de slag … 21
Praxisopdracht Referentiekader onderwijskunde Bron: Onderwijskunde als ontwerpwetenschap
Praxisopdracht Microniveau Bron: Onderwijskunde als ontwerpwetenschap
Praxisopdracht Onderwijs in kleine groepen De interactie tussen instructieverantwoordelijke en lerende onder de loep Welke acties onderneemt de instructieverantwoordelijke zodat de lerende tot leren komt?
Praxisopdracht Onderwijs in kleine groepen Acties van de docent A. Instructies geven (doceren versus ruimte geven) B. Aanzetten tot reflectie C. Feedback geven D. Betrekken van medestudenten
Praxisopdracht Acties van de docent A. Instructies geven (doceren versus ruimte geven) 1. Docent legt uit hoe de structuur van het consultmodel in elkaar steekt. 2. Docent geeft voorbeeld om te verduidelijken wat hij/zij precies bedoelt 3. Wanneer de student vastloopt probeert de begeleider aan de hand van vragen en tips de student verder te helpen. 3 Soorten vragen: een reproductievraag: gesloten vraag rond de structuur van het consult of de medisch inhoudelijke kennis rond de diagnose. een diagnostische vraag: vraag naar het denkproces van de student: hoe kom je daar bij? Waar denken jullie nu aan? een evaluerende vraag: controleren of de student verder kan. ‘Heb je voor u wat je wil bevragen?’ een kritische vraag: vraag die de student aanzet tot kritisch nadenken over het probleem..
Praxisopdracht Acties van de docent A. Instructies geven (doceren versus ruimte geven) 4. Docent geeft aan de student de kans het onderdeel of een stukje ervan te hernemen. 5. Docent laat de student zijn/haar onderdeel afwerken zonder onderbreking en geeft daarna pas feedback 6. Wanneer bepaalde aspecten van het consultonderdeel niet goed verliepen laat docent de student zelf ontdekken hoe dit komt. 7. Op het moment dat de student een cruciale fout maakt bij zijn/haar onderdeel onderbreekt docent onmiddellijk.
Praxisopdracht Acties van de docent B. Aanzetten tot reflectie 1. De docent laat de student stil staan bij zijn/haar prestatie door te vragen: “Wat vond je er zelf van?” 2. De docent zet de student aan om na te denken over het “waarom?”. 3. Na het antwoord van de student over het “waarom” geeft de docent zijn mening als begeleider. 4. De docent laat de student leerdoelen formuleren die hij/zij kan meenemen naar een volgende sessie.
Praxisopdracht Acties van de docent C. Feedback geven: waarover? 1.Over ontbrekende delen uit de consultstructuur: Wat is de student vergeten? Wat was niet goed? op basis van de structuur van het consult (er was geen begroeting, student vergat open vragen, er was geen samenvatting, …) 2. Over onderdelen die de student goed bracht 3. Over medische “fouten” die de student maakt (bij de uitleg over de aandoening, verkeerde therapie) 4. Over de omgang van de student met de patiënt (student neemt een ondersteunende rol op, student stelt de patiënt gerust).
Praxisopdracht Acties van de docent C. Feedback geven: Hoe? 1. Docent benoemt in zijn feedback expliciet wat goed was: positieve feedback op de prestatie van een student. 2. Docent geeft negatieve feedback op de prestaties van een student. 3. De feedback van de docent is gericht op de werkpunten van de student. 4. In de feedback benoemt de begeleider steeds letterlijk de vragen/ de uitleg/ het gedrag van de student.
Praxisopdracht Acties van de docent C. Feedback geven: Hoe? 5. Elke student krijgt kort feedback van de begeleider. 6. De begeleider laat tijdens zijn/haar feedback ruimte voor interactie met de student. 7. De begeleider start steeds met de positieve punten en belicht daarna wat er niet goed was. 8. De begeleider gaat steeds na of de student de feedback erkent/ begrijpt.
Praxisopdracht Acties van de docent D. Betrekken van medestudenten 1. De docent betrekt de medestudenten op het moment dat de actieve student vastloopt. 2. De medestudenten worden gevraagd te antwoorden op de vraag: “Wat vonden jullie ervan? Kan er iemand feedback geven? 3. Tijdens het voorbereidend gesprek over de diagnose, KO, uitleg, advies en planning met de betrokken student laak de docent de medestudenten aanvullen. 4. Op het moment dat er vragen zijn speelt de docent deze door naar de studenten onderling. 5. Tijdens het geven van uitleg richt de docent zich tot alle studenten zodat de medestudenten kunnen bijspringen.
Praxisopdracht Onderwijs in kleine groepen Acties van de docent E. Gemiste kans De docent geeft zelf een antwoord op een vraag geeft zelf uitleg geven terwijl hij/zij dit ook kan doorgeven aan een medestudent. De docent had kunnen doorvragen bij een student om zijn/haar redenering en denkwijze verder te expliciteren.
Praxisopdracht De praxisopdracht In groepjes van 8 studenten (inschrijven via Minerva) Exploratief onderzoek: Observatie van de trainingen in consultvoering Interactie tussen docent en student in kaart brengen Doelstelling: Wat zijn de gelijkenissen/verschillen tussen twee docenten?
Praxisopdracht Observatie consultvoering Uitvoeren van een exploratief onderzoek: Hoe begeleiden de supervisoren de studenten tijdens de training? Hoe verloopt de interactie tussen supervisor en student?
Praxisopdracht Observatie consultvoering Onderzoeksmethode Observatie van het werkelijk gedrag van de beide supervisor Video-analyses aan de hand van codes
Praxisopdracht Hoe? Vier sessies in consultvoering worden bijgewoond Twee supervisoren worden geobserveerd Verzamelen van gegevens TIJDENS : 1. In vivo aan de hand van een observatieformulier de vijf grote variabelen worden voor ogen gehouden 2. Alles opnemen op video: film steeds diegene die spreekt!!
Praxisopdracht Verzamelen van gegevens NADIEN : Vier video-opnames deze worden elk éénmaal geanalyseerd aan de hand van het coderinginstrument Gegevens van de twee begeleiders in een excellfile plaatsen !Documenten op Minerva terug te vinden: link naar website Onderwijskunde!
Praxisopdracht Ontlenen van de camera + statief: Op het secretariaat van de vakgroep Onderwijskunde Strakke planning: De dag voordien: vanaf 14u30 afhalen De dag zelf: voor 14 terug brengen
Praxisopdracht Ontlenen van de camera + statief: Belangrijk! Licht je vooraf in over: het gebruik van het statief en de camera het gebruik van de batterij en adapter het inschuiven van de videocassette Probeer dit de avond ervoor eens thuis! Er wordt een testcassette voorzien. Op de dag zelf krijgen jullie voor elke sessie een videocassette van de begeleiders.
Praxisopdracht Evaluatie van een trainingsaanpak in de opleiding geneeskunde De begeleiding van twee supervisoren in kaart brengen Doel: Het concreet formuleren van gelijkenissen en verschillen tussen beide supervisoren
Praxisopdracht Alle informatie: consultobs.htm Voor verdere vragen: