Het landelijk gebied van Noord- Brabant onder Reconstructie Presentatie Commissievergadering EZA & RLG Provincie Noord-Brabant - 3 februari 2003 Drs. Jan Maarten de Vet en Dr.ir. Frans van der Zee
ECORYS-NEI rapport in vogelvlucht Doel: Inzicht in sociaal-economische gevolgen van reconstructiebeleid in Noord-Brabant (toegespitst op RBV) Opbouw presentatie 1. Economische effecten naar sector 2. Gevolgen voor vitaliteit en leefbaarheid 3. Vooruitblik op sociaal-economische toekomst platteland 4. Conclusies en aanbevelingen
1. Economische effecten RBV RBV 1RBV 2 Aantal aanvragen Toekenningen 74% 69% w.v. varkensh. 81% 71% w.v. sloop 69% 85%
Karakteristieken gebruik RBV 58% van Brabantse hokdierbedrijven maakt gebruik van RBV1 of 2 Sloop wijst op veel bedrijfsbeëindigingen RBV 2 populair onder jongere veehouders (54% < 50 jaar) -> Uitstoot van arbeid uit sector, alternatieven nodig
Gevolgen voor de NB economie BanenToegevoegde waard (mln. €) Intensieve veehouderij Toeleverende industrie en diensten Verwerkende industrie Totaal > Grootste klappen in slachterijen/vleesverwerking, toelevering en agrarische dienstverlening
Economische effecten in perspectief Effecten deels ook te verwachten zonder RBV (circa 50%) Berekeningen betreffen korte termijn (3 jaar) Verlies van 7% toegevoegde waarde voor landbouw/bosbouw in NB (0,5% toegevoegde waarde industrie) -> Effecten echter groter voor specifieke regio’s en sectoren
Impact RBV naar ‘hot spot’ gemeenten Meer dan 46 Tussen 23 e n 46 Tussen 0 en 23
Impact RBV op langere termijn Werkgelegenheidseffect RBV fors – versnelling met factor 3 t.o.v. autonome ontwikkeling intensieve veehouderij Opvang werkgelegenheidsgevolgen onduidelijk – verwachting = trek richting stedelijk gebied Opvang op platteland zelf - toerisme, natuurbeheer en verbrede landbouw – ontoereikend RBV werkt pro-cyclisch uit, risico forse toename werkloosheid (13%) landelijk gebied korte termijn Agribusinesscomplex sterk onder druk – risico van afkalving op middellange termijn en grotere werkgelegenheidsgevolgen.
2. Effecten voor vitaliteit en leefbaarheid Vitaliteit: vermogen van een gebied om op structurele economische veranderingen adequaat en binnen afzienbare termijn op te vangen Leefbaarheid: draagvlak voor wonen, werken en leven
Checklist leefbaarheid Cluster 1: Voorzieningen en woningaanbod Vervoer (OV/taxi); zorg, welzijn en sport; winkels, postkantoor en bank; horeca en dorpshuizen; scholen; kwaliteit en kwantiteit woningaanbod Cluster 2: Plattelandsleven en sociale omgevingsbeleving Identiteit/eigenheid gebied; Verenigingsleven; tradities/feesten; sociale betrokkenheid Cluster 3: Fysieke omgeving en omgevingsbeleving Omgevingskwaliteit; bereikbaarheid; toegankelijkheid; veiligheid (criminaliteit en verkeer)
Checklist vitaliteit (1): basisgegevens Economische structuur Aantal bedrijven/vestigingen naar sector Aantal starters en opheffingen naar sector Omzet, resultaat en investeringen naar sector Arbeidsmarkt Aantal werkzame personen, werkzoekenden en uitkeringen Participatiegraad Ratio wonen/werken Vestigingssituatie Bedrijventerreinen Vestigingsmogelijkheden Vrijkomende Agrarische Gebouwen Overige vestigingsmogelijkheden
Checklist vitaliteit (2): Expert judgment Marktomstandigheden Afzetmarkt/koopkracht Toeleveranciers Zakelijke diensten Collega-bedrijven met ankerfunctie Ondernemerschap Innovativiteit Samenwerking tussen bedrijven Arbeidsmarkt: Houding van werknemers Lokale overheden: Belastingen, houding, subsidies en premies
3. Vooruitblik: Brabantse landbouw Krimp intensieve veehouderij, ingezet met RBV, gaat door – perspectieven niet gunstig Groei ‘open’ tuinbouw kent grenzen Biologische productie goed, maar consument moet wel willen betalen (risico) Inzet op duurzame landbouwsector problematisch voor delen van de agroketen – kritieke massa is en blijft nodig Voor overleving landbouwbedrijf is schaal- vergroting noodzaak – maar selectief! Verbrede landbouw is maar in beperkte mate ‘drager’ van agro-inkomens
Vooruitblik: buiten landbouw Opvang op platteland zelf - toerisme, natuurbeheer en verbrede landbouw – ontoereikend Agro-toerisme, zorg, natuurbeheer zijn snel verzadigde markten En: Reconstructie gaat met zeer hoge kosten als verplaatsing bedrijven doorgaat Nieuwe afweging – waar besteden we de middelen aan – is moeite waard! -> Behoefte aan toekomstperspectieven voor het Brabantse platteland
Kiezen voor perspectieven (1)
Kiezen voor perspectieven (2)
Kiezen voor perspectieven (3)
Kiezen voor perspectieven (4)
4. Voorzichtige conclusies Vitaliteit wordt bepaald door spankracht en veerkracht Rol overheid is randvoorwaardenscheppend, financieel, juridisch en bestuurlijk Er moet meer gebeuren dan herstructureren landbouw of verbrede landbouw… Evalueer inzet van financiële middelen - andere doeleinden? Checklists vitaliteit en leefbaarheid laten invullen door gemeenten/kernen Geïntegreerd beleid nodig; inclusief ‘top-down’ beleid Ontwikkel ideeën voor activiteiten platteland in bestaande denktanks
Centrale aanbevelingen Naar innovatief en randvoorwaardenscheppend beleid Benader de agribusiness als integraal cluster Focus op agribusiness Zoek meer en eerdere aansluiting bij EU programma’s (identificeer nu al de kansen voor na 2006) Beperk administratieve lasten -> Bied uitzicht aan het platte land!