Afdeling Intensive Care Volwassenen. Casus 1 U wordt geroepen als onderdeel van het spoedinterventieteam bij een 73 jarige patiënte die ruim tien jaar.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Basisboek Interviewen 3e druk 2012
Advertisements

Coloscopie in het SKB Week van de Darm Bron inhoud: www
Uitleg meewerkend voorwerp (mv)
Echte Vrienden zijn belangrijk in het leven.
Samenwerken aan “rechtstreeks toegankelijke hulp”.
Bijna betrapt!. Drie vrouwen werken op hetzelfde kantoor. Op een dag komen ze erachter dat hun bazin telkens eerder naar huis gaat dan normaal.
Grenzen aan medisch handelen Mw B (oud) VG/ Paar jaar geleden CVA  woonachtig in vplg huis de Rijp. 3 weken geleden nogmaals groot bloedig.
Woorden en tijd.....
Zeven kleuren Een Oosterse wijze leermeester ging eens
Hij laat de ingreep doen en verlaat overgelukkig het ziekenhuis.
Diabetes Carroussel Transmuraal
Moeder komt met kind praktijk binnen rennen: moeder in paniek en kind hard huilend; Je ziet een buil op het voorhoofd..
Klik telkens met de linkermuisknop om verder te gaan.
Oefenles examen bloedsomloop Script Concordance Test
Dyna-Vision Praktische opzet RS TechMedic BV – August 2008.
Een gebrek aan patiëntveiligheid Gevolgen en oplossingen Workshop Congres Veilig Incident Melden KNMG, Utrecht 24 november 2006 Mr Sophie Hankes Slachtoffers.
Een handreiking voor een goede interpretatie van een (groeps)profiel
Een mediastinale massa
De Grote ACS Kennis Quiz
Sandra Tamis 1 september 2006
Workshop Medicamenteuze therapie bij COPD
Maandag 3 juni 2013 WELKOM. Waarom het ouderportaal? Leerlingvolg- en administratiesysteem van de school. Openheid naar ouders. Bijdrage leveren aan een.
Postanoxische encephalopathie
Conditioneel Compatibilisme
Wat is de weg naar goed CVRM?
Palliatieve sedatie en euthanasie transmuraal
Foto 1 Sofera kreunt en wist het zweet van haar voorhoofd. Ze heeft zoveel pijn, weet niet wat te doen. Het is de tweede keer dat Sofera bevalt van een.
CASUS KEELPIJN.
Mindfulness.
CASUS PIJNLIJKE ENKEL.
5 manieren van praten over de dood
Er was eens een oud koppel van 85 jaar
Samenvatting casus 68 jarige mevr. Gevonden op het toilet door haar dochter. Mogelijk hele nacht daar gelegen. Geen kracht in benen, spreekt onsamenhangend.
Voedselovergevoeligheid bij kinderen
Opdracht krantenartikelen
Mannen en vrouwen Verschil?! Overeenkomst?! Naam: Mathilde den Boer
Dit willen we NIET in Vilvoorde
DE SPIEGEL.
VUURVERBRANDING BIJ OUDEREN
Wees niet bang, maar alert
Apartamenta “Bouwvallia” Groeten uit Kluswoude Deel 5.
Op zijn 95ste besluit Don Juan nog te trouwen …
SHOCK.
Windesheim zet kennis in werking Update Beeldcommunicatie in de GGZ Nieuwe verpleegkundige zorg. Opduikende interventies in telezorgpraktijken.
Perspectief van de cliënt
Bloeddruk E. Flink 2012.
Hoofdstuk 5: Lastige gesprekken met individuele studenten.
1 T-onderwijs 9 Een man met lichte hypertensie & Een man met een recent hartinfarct.
T.O. Aalders Huisarts i.o. Vumc huisartsopleiding
De (long)verpleegkundige en het slaap-apneu syndroom
Jozua, de dienaar van de HEER, was gestorven toen hij 110 jaar oud was. Toen ook zijn leeftijdsgenoten met hun voorouders waren verenigd, kwam er een volgende.
Niertransplantatie in het LUMC Procedures voor ontvangers en donoren.
Gnathologie Casus mevrouw De Wilde. Mevrouw De Wilde heeft in het verleden bij u in de praktijk als tandartsassistente gewerkt. Ondanks dat zij haar dienstverband.
HbA1c Leonie van der Heul Klinisch chemicus io Symposium 17 jan 2014.
Politie Zeeland West Brabant. District Zeeland. Komt een agent bij de dokter Beroepsgeheim en politie/justitie.
Man, 57 jr. Rookt 1 pakje/dag, Alcohol 4E/dag.
Reanimatie richtlijnen Mieke van Campen-Hoekstra, SEH-arts MMC Maaike Maas, SEH-arts CZH Ylva Onderwater, Huisarts.
Week 2 CAT vragen oefenen Dr. U.M.H. Klumpers (cursuscoördinator, psychiater ) Psychisch Functioneren 2016.
Samenwerking is prima, Dat houden we zo! Wie staat voor u Cora Hoffmann IC verpleegkundige van oorsprong Sinds 1973 werkzaam in Ziekenhuis Terneuzen.
Een 64 jarige man presenteert zich op de Eerste Hulp met vermoeidheid en koorts. Zijn voorgeschiedenis is behoudens hypertensie waarvoor hij een AII-antagonist.
Casus Ketenzorg Groningen 19 mei Casus Ketenzorg Man, 37 jaar Thuis aangetroffen door zijn vader Niet aanspreekbaar; rochelende ademhaling Fors.
Bloeddruk E. Flink 2017.
Traumatische reanimatie is HOTT
Discrepantie patiënt en dokter
Intensieve herstelzorg
Actief bloedverlies en Shock
Acute psychiatrie in het algemeen ziekenhuis


IHT samenwerking met regionaal ziekenhuis – eerste hulp
Transcript van de presentatie:

Afdeling Intensive Care Volwassenen

Casus 1 U wordt geroepen als onderdeel van het spoedinterventieteam bij een 73 jarige patiënte die ruim tien jaar geleden een CABG (LIMA- LAD, Ao-MO-RD) heeft ondergaan en zich nu op uw spoedeisende hulp afdeling presenteert met min of meer acute ontstane dyspnoe, hypertensie, RR 220/140 mmHg, sinustachycardie 128/min en hypoxemie, spO2 85%. Het ECG leek behoudens de sinustachycardie onveranderd t.o.v. eerder met een bekend linkerbundeltakblok. De ambulanceverpleegkundige was onder de verdenking asthma cardiale al begonnen met furosemide, NTG en O2 en had net het CPAP masker aangesloten.

Casus 1 – Vraag 1a Welke effecten zijn te verwachten op de situatie van patiënt door het gebruik van continuous positive airway pressure (CPAP)

Casus 1 – Vraag 1b Helaas faalt de initiële poging met CPAP en besluit men om patiënt te intuberen en volledig mechanisch te ventileren. Bij nader onderzoek blijkt deze patiënt naast linkszijdige ook rechtzijdige decompensatio cordis te hebben. Zijn er rondom het starten van mechanische ventilatie specifieke problemen te verwachten? Zo ja welke en waarom?

Casus 2 Een 31 jarige man met een blanco voorgeschiedenis wordt op de shockroom gepresenteerd. Hij is zichtbaar ernstig dyspnoïsch met een ademhalingsfrequentie van 44/min, waarbij ondanks 15 L/min O2 via een non-rebreather mask er toch nog slechts 88% SpO2 wordt behaald. Bloeddruk is 110/60 mmHg bij een sinustachycardie 112/min. Er blijkt tevens sprake te zijn van koorts. X-thorax toont bilaterale infiltraten. Bij navraag bestaat er sinds enkele dagen een productieve hoest. Hoewel hij in de eerste minuten nog vrij vlot reageerde, merkt u nu dat patiënt weliswaar wekbaar is, maar aanzienlijk minder goed reageert.

Casus 2 – Vraag 2a U vermoed dat er waarschijnlijk sprake is van een community- acquired pneumonia met secundair een ARDS en is van mening dat patiënt geïntubeerd moet worden gezien zijn klinische conditie. Na empirische antibiotica en ondertussen voorbereiding voor de intubatie wordt patiënt geïntubeerd en beademd. Op welke wijze beademd u patiënt en waarom?

Casus 2 – Vraag 2b Helaas blijkt dat ondanks intubatie en de door u gekozen mechanische ventilatievorm er nog weinig verbetering optreedt. In het bijzonder persisteert een ernstige hypoxemie (PaO2 55 mmHg) ondanks een FiO2 van 100%. Overige bloedgasanalyse: pH 7,24, pCO2 54 mmHg, pO2 55 mm Hg, act. HCO3 22,4. BE - 4,3 mmol/l. Welke opties ziet u om de gaswisseling te verbeteren en waarom?

Casus 3 U wordt op de afdeling Neurologie in consult gevraagd bij een 58 jarige man die twee dagen geleden aldaar opgenomen was na een val van de trap voor “neurocontroles” i.v.m. een spoor subarchnoïdaal bloed en enkele kleine contusiehaardjes. Initieel was patiënt nog redelijk helder en adequaat, maar in de loop van de dagen ontwikkelde een beeld van een delier dat niet goed onder controle kwam. De reden voor het consult is de sinds vanochtend ontstane dyspnoe met koorts waarbij de neuroloog dacht aan een aspiratiepneumonie. Bij onderzoek blijkt sprake te zijn van een somnolente patiënt met koorts die “reutelt”.

Casus 3 – Vraag 3a Na poging tot bronchiaal toilet waarbij weliswaar veel sputum wordt gemobiliseerd, concludeert u dat patiënt “het zo niet gaat redden”. U plaats patiënt over naar de Intensive Care en besluit patiënt te intuberen na inductie middels ethomidate en rocuronium. Enigszins verbaasd valt u op dat de hemodynamiek toch minders stabiel is dan geanticipeerd. Welk sedativum en/of analgeticum start u nadat u patiënt geïntubeerd heeft?

Vraag 3b Onder adequate (antibiotische) therapie verbetert patiënt na enkele dagen en vraagt ook de verpleegkundige of de sedatie niet afgebouwd kan worden? Welke strategie kiest u om patiënt de sedatie weg te nemen? Direct staken? Afbouwen?

Casus 3 - Vraag 3c Na de zojuist gekozen strategie valt op dat patiënt motorisch erg onrustig is, waarbij hij ook enkele malen naar de tube grijpt, waarbij helaas de ondersteuning die hij van de beademing krijgt nog teveel is voor extubatie. De verpleegkundig vindt dat het zo niet langer kan en wil dat u patiënt weer sedeert of een andere oplossing bedenkt. Is hier sprake van een delier en hoe stelt u dit vast? Wat voor therapeutische mogelijkheden ziet u?

Casus 4 Een 73-jarige man met in de voorgeschiedenis benigne prostaathypertrofie wordt gepresenteerd op de spoedeisende hulp met een beeld van ernstige septische shock, waarbij op basis van het klachtenpatroon en het urinesediment geconcludeerd wordt dat er sprake is van een urosepsis. Er wordt gestart met antibiotica, vloeistofresuscitatie en uiteindelijk ook vasopressoren. Patiënt wordt opgenomen op de afdeling Intensive Care voor verder behandeling, waarbij uiteindelijk bij de ernstige lactaatacidose respiratoire uitputting optrad, waarna intubatie volgde.

Casus 4 – Vraag 4a Bij inbrengen van de blaaskatheter t.b.v. het urinesediment bleek sprake te zijn van een retentieblaas van ongeveer 400 ml. Echter, ondank vloeistofresuscitatie en vasopressoren waarbij een “adequate bloeddruk” werd behaald, bleef patiënt oliguur en werd uiteindelijk anuur. Kreatinine bij opname was 277 mmol/l. Ureum 24,2. Poliklinisch was het kreatinine normaal. Wat is de meest waarschijnlijk oorzaak voor de anurie? Wilt u aanvullende diagnostiek?

Casus 4 – Vraag 4b Inmiddels is patiënt nu ondanks uw inspanningen enkele uren anuur en ook metabool nog niet op orde met de volgende bloedgasanalyse pH 7,24, pCO2 28 mmHg, pO2 83 mmHg, act. HCO3 11,5 mmol/l, BE -14,4 mmol/l, lactaal 12,3 mmol/l. Ziet u een indicatie voor nierfunctievervangende therapie? Waarom?

Casus 4 – Vraag 4c Het behandelteam besluit tot nierfunctievervangende therapie op basis van uw eerdere argumenten. Welke vormen van nierfunctievervangende therapie kent u en welke acht u het meest geschikt in deze situatie? Waarom?

Casus 5 Het reanimatiesein gaat af en u wordt verzocht naar de eerste hulp te gaan voor een patiënt die daar gepresenteerd wordt. Het blijkt een 55 jarige vrouw te zijn die rookte maar verder een blanco voorgeschiedenis heeft volgens haar vriendin, die overigens niet bij haar was op dat moment. De ambulance komt al reanimerend binnen, waarbij ze inmiddels 20 minuten bezig zijn. Het eerste ritme zou PEA zijn (bradycardie zonder output) en er is inmiddels 6 mg adrenaline zijn gegeven. Het SEH-team neemt de reanimatie over en er wordt geopperd om zo slecht mogelijk een diagnose te stellen middels de 4H’s en 4T’s

Casus 5 – 5a Als moderne internist besluit u uw echovaardigheden in te zetten om bepaalde oorzaken in ieder geval uit te sluiten. Kunt u met uw echo met zekerheid zeggen dat er geen spanningspneumothorax is? Wat verwacht u te zien als er wél een pneumothorax is?

Casus 5 – 5b Later blijkt dat patiënte net terug is van een lange vliegreis. Inmiddels is er enig herstel van circulatie, zij het met vasopressie en inotropie. Wat zou u kunnen zien bij een massale longembolus als oorzaak voor de reanimatie? Zou u o.b.v. hiervan de behandeling thrombolyse en aansluitend heparine willen toepassen of wacht u de CT-angiografie af?