versie 1:
2 BESCHOUWEN is: met aandacht kijken naar… Deze powerpoint gaat over goed kijken en beschrijven en pas in tweede instantie over weten en kennen zie ook de KIJKWIJZER, pagina 10 en 11 Reflectie-1
3 Beantwoord voor elk werk de volgende vragen
4 VOORAF(kijk op kaartje naast het werk/opzoeken) 1Gegevens noemen, als ze er zijn (titel, maker, tijd, plaats, materiaal/techniek, functie enz.) VOORSTELLING(goed kijken + beschrijven) 2Noem het thema als dat er is (stilleven, landschap, portret, naakt enzovoort) 3Bespreek de voorstelling (ook de achtergrond). Wat valt je daarbij het meest op? 4Geef een wat uitgebreidere beschrijving van de voorstelling: wat staat waar? VORMGEVING (goed kijken + beschrijven en algemene kennis uit Blauwe Boekje) Doe steeds een bewering en geef een uitbreiding (argument/gevolg/voorbeeld/uitleg) 5Bespreek de belangrijkste beeldende middelen die zijn gebruikt. Je beperkt je tot het opvallendste over drie beeldende aspecten en materiaal/techniek. Het gaat hierbij niet om oppervlakkige algemeenheden die je voor elk werk wel zou kunnen noemen (zoals “RUIMTE: er is afsnijding/overlapping”), maar echt om wat in dit werk beeldend bepalend is, wat opvalt: wat is de beeldende essentie van dit werk? 6Bespreek de relatie product – omgeving als dat zinvol is. PLAATS/TIJD/INHOUD (goed kijken, kb- en kg-kennis hebben en combineren) 7Noem de tijd van ontstaan. Wat weet je nog meer van die tijd? 8Noem de stijl van dit werk en de stijlkenmerken die je ziet. Weet je meer van die stijl? 9Noem de functie van het werk. Bespreek de functie in de tijd. Bespreek de functionaliteit. 10 Bespreek de inhoud (of de betekenis, de bedoeling, de boodschap). Vergeet niet: titel verklaren, handeling/gebeurtenis/verhaal en moment uit verhaal, sfeer enzovoort. DE ESSENTIE (alles combineren in een kernachtige uitspraak) 11 Geef de essentie van het werk weer in een pakkende krantenkop. Voorlopig slaan we het aandeel kunstgeschiedenis even over in deze beschouwing en beperken we ons tot kunstbeschouwing. Het gaat daarbij vooral om goed kijken (en daarna goed beschrijven)! Beantwoord nu dus alleen vraag 1 t/m 6 en vraag 11.
5
6
7