Gedrag in organisaties hoofdstuk 12

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Gedrag in organisaties hoofdstuk XI
Advertisements

Hoofdstuk 17 Persoonlijke verkoop en sales promotion
….een korte presentatie
Alumni-event Dinsdag 17 september 2013
Visie op HNW juni Belang van een Visie Een Visie op Werken is de overkoepelende beschrijving hoe een organisatie werk in de toekomst ziet. De visie.
Arbeidstevredenheid en prestaties
Organisatiecultuur = het feitelijk gedrag van de medewerkers van een organisatie dat voortkomt uit een stelsel van impliciete en expliciete veronderstellingen,
Blz. 9 tot en met 28 Boekje Leidinggeven
Hoofdstuk 2 De fundamenten van individueel gedrag
Organisatiecultuur en veiligheidsgedrag Frank Guldenmund, Sectie Veiligheidskunde, TU Delft.
Consumentengedrag Neoklassieke economische theorie: afweging geld/nut.
Hoofdstuk 17 De organisatiecultuur bepalen en veranderen
Hoofdstuk 18 Veranderingen in organisaties tot stand brengen
De fundamenten van groepsgedrag
De fundamenten van de organisatiestructuur
Hoofdstuk 7 Anderen motiveren
Oude en nieuwe uitdagingen in personeelsmanagement.
Gedrag in organisaties, 9e editie
14-1 Copyright © 2005 Prentice-Hall Hoofdstuk 15 Een machtsbasis creëren Managementvaardigheden, 2/e editie door Phillip L. Hunsaker Copyright © 2005 Prentice-Hall.
Deel 1 Het managen van mensen en organi-saties.
Organisatiestructuur en
Gedrag in organisaties hoofdstuk XII
Gedrag in organisaties Hoofdstuk VIII
Leiderschap en organisatie
Gedrag in organisaties, 10e editie
© Pearson Education Benelux, 2003
Hoofdstuk 7 Motiveren van medewerkers
Hoofdstuk 1 Inleiding op gedrag in organisaties
Gedrag in organisaties, 10e editie
Gedrag in organisaties, 10e editie
 Pearson Education, 2002 Hoofdstuk 161 Organisatiecultuur.
Competent van kop tot teen! Studiedag 8 juni 2010
School-als-organisatie en schoolcultuur
TEKST CULTUUR & ORGANISATIE
Organisatiecultuur in OCMW en gemeente A clash of civilisations?
Een theoretische verkenning
Met Stakeholders Gedeelde Visie
Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur
11 Diversiteit & inclusie July 30, Overzicht Diversiteit en inclusie zijn een integraal onderdeel van onze business. Het is essentieel dat u.
Interne communicatie (IC) binnen ANB is een aandachtspunt. Er was al een degelijke basis aanwezig. Die wordt nu verder geoptimaliseerd en spoort samen.
High Performing Teams De Kunst van het Bewegen drs. Eric Slager.
SCHPA Organisatie en beleid week 2.
‘Actieve kaderleden als compagnon voor een collega met een beperking’ ‘Collega’s maken het verschil – Hart voor arbeidsbeperkten – 24 november, Scheveningen.
Week 2.  Theoretische inleiding vaardigheden  Bespreken van de verdiepende leervraag  Oefenen met vaardigheden  Laatste uur: zelfstandig oefenen.
SCHPA 2.57 Organisatie en beleid week 2.
SCHPA Organisatie en beleid week 6. cultuur Onder cultuur verstaan we een collectieve mentale programmering (software of the mind) welke groep.
DE HRM COCKPIT Naar de ontwikkeling, opvolging en evaluatie van een duurzaam HRM beleid.
PERSONEELSMANAGEMENT PPT 5 Onderdeel : CULTUUR
HOOFDSTUK VIII TEAMS IN ORGANISATIES 1. Hoe populair zijn teams? Wat is een team? Welke typen van teams bestaan er? − Adviserende teams − Zelfsturende.
Kwalitatieve Evaluatie van Handelen rond Suïcide KEHR Suïcide Marieke de Groot, Derek de Beurs, Remco de Winter, Ad Kerkhof Vrije Universiteit Amsterdam.
Evaluatie FAB-trainingen Mondriaan Parnassia GGz Centraal Een beknopt overzicht van uitkomsten 7 maart 2017.
Gedrag in organisaties hoofdstuk XI
Gedrag in organisaties hoofdstuk X
Gedrag in organisaties, 9e editie
De fundamenten van groepsgedrag
Gedrag in organisaties Hoofdstuk VIII
Sociale kaders: Hoofdstuk 14 Sociale structuur
DE HRM COCKPIT Naar de ontwikkeling, opvolging en evaluatie van een duurzaam HRM beleid.
Diversiteit & Inclusie
Hoe leg je meer focus op resultaat?
Hoe leg je meer focus op resultaat?
§ 1.1 Identiteit Identiteit is het beeld dat iemand van zichzelf heeft, dat hij uitdraagt en anderen voorhoudt en dat hij als kenmerkend en blijvend beschouwt.
BEDRIJFSCULTUUR.
BEDRIJFSCULTUUR.
Politieke socialisatie Politieke institutie Sociale institutie
Werken aan werkvermogen
Vol van verwachting? Studie naar de (mis)match tussen de verwachtingen ten aanzien van de etnisch-culturele federaties en hun mogelijkheden om daar aan.
Diversiteit en integratie
Groeien als team - het teamcharter als hulpmiddel
Instrument om teamwerking tegen het licht te houden
Transcript van de presentatie:

Gedrag in organisaties hoofdstuk 12 Organisatiecultuur

Overzicht ORGANISATIECULTUUR Definitie en kenmerken Typologieën typologie van Harrison en Handy typologie van Deal en Kenedy indeling op basis van 7 kenmerken dichotomie tussen sterke en zwakke organisatieculturen Functies, voordelen en nadelen van een sterke organisatiecultuur functies van een organisatiecultuur voordelen van een sterke organisatiecultuur nadelen van een sterke organisatiecultuur Hoe ontstaat een organisatiecultuur? Hoe wordt cultuur over gedragen?

VERVOLG OVERZICHT ORGANISATIECULTUUR Diagnosticeren van de organisatiecultuur Veranderen van organisatiecultuur Organisatiecultuur en nationale cultuur low context vs. high context cultuur zes kenmerken van nationale cultuur

Organisatiecultuur

12.1 ORGANISATIECULTUUR: definitie en kenmerken = ‘een systeem van gedeelde betekenisgeving dat de leden van de ene organisatie van de leden van andere organisaties onderscheidt.’ ‘het karakter van de organisatie’ Maak kennis met de cultuur van Google: ‘de belangrijkste kenmerken die in de organisatie worden gewaardeerd en die haar van andere organisaties onderscheiden.’ ‘geheel van gedrag, kennis, waarden en normen die gedeeld worden door een groep medewerkers’

12.1 KENMERKEN: ORGANISATIECULTUUR IS … Beschrijvend van aard Geeft weer hoe werknemers de organisatie ervaren Bijvoorbeeld: ‘in dit bedrijf kan je echt jezelf zijn, er is aandacht voor iedereen zijn talent’ 2. Impliciet aanwezig Niet elke werknemer is er zich noodzakelijk van bewust Wordt meestal duidelijk bij fusies Bijvoorbeeld: nieuwe vs. ervaren collega’s 3. Moeilijk te veranderen Het is een ‘ mentale state of mind’ Impliceert dat veranderen een langzaam en moeilijk proces is (cf. change management)

12.1 KENMERKEN (4): ORGANISATIECULTUUR IS … 4. een collectieve perceptie van de organisatieleden Iedereen binnen organisatie deelt meestal zelfde kernwaarden MAAR… dominante vs. subcultuur Denk bv. aan verschillende afdelingen of geografische locaties

12.2 Typologieën Harrison & Handy Deal & Kennedy Indeling op basis van 7 kenmerken Dichotomie sterke en zwakke cultuur

12.2.1.Harrison & Handy 4 dimensies in een organisatie Taken Personen Regels Macht Naargelang meer of minder focus op één van de dimensies spreken we van (1) Taakgerichte cultuur (2) Persoongerichte cultuur (3) Rolgerichte cultuur (regels) (4) Machtsgerichte cultuur

(1) TAAKGERICHTE CULTUUR Hoge mate van taakgerichtheid en professionaliteit Teamwerk en professionele expertise worden geapprecieerd. Resultaten zijn belangrijker dan regels, macht, persoonlijke behoeften Bijvoorbeeld: Onderzoeksteams, kleine welzijnsorganisaties, bedrijven met een hoog risico, …

(2) PERSOONGERICHTE CULTUUR Individu staat centraal: persoonlijke kenmerken > gewaardeerd dan de beklede functie Leidinggevenden zijn meer ‘collega’ i.p.v. ‘superieur’ en doen meer beroep charisma i.p.v. macht Bijvoorbeeld: adviesbureaus, advocatenkantoor, artisitieke sectoren, universiteiten …

(3) ROLGERICHTE CULTUUR (REGELS) Basis wordt gevormd door regels en procedures (cf. bureaucratie) Individuele verantwoordelijkheid en prestatiegerichtheid Functies in organogram > individu dat functie bekleedt Bijvoorbeeld: sommige overheidsinstanties, grote ‘klassieke’ bedrijven, … .

(4) MACHTSGERICHTE CULTUUR Topmanager staat centraal, organisatie wordt vereenzelvigd met leider Weinig procedures en regels, beslissingen worden ad hoc genomen Leider omringd door trouwe medewerkers Bijvoorbeeld: kleine familiebedrijven (Cf. pioniersregime, weinig bureaucratie aanwezig) .

12.2.2 Deal & Kennedy

12.2.2 Deal & kenNedy Indeling op basis van 2 dimensies Mate van risico (bv. beurskantoren vs. hogeschool) Snelheid van feedback (bv. Apple vs. overheid) Cultuur afhankelijk van combinatie (1) macho cultuur: veel risico en snelle feedback (2) werkcultuur: weinig risico en snelle feedback (3) risicocultuur: veel risico en late feedback (4) procedure cultuur: weinig risico en late feedback

12.2.2 Welke cultuur is ideaaL? Optimale cultuur is afhankelijk van situationele omstandigheden: - de fase in de ontwikkeling van de organisatie - de omgevind van de organisatie - de aard van de activiteiten die uitgevoerd dienen te worden.

12.2.3 indeling op basis van kenmerken Organisatieculturen in te delen op: (1) innovatie en risico (2) aandacht voor details (3) gerichtheid op resultaten (4) nastreven groei (5) gerichtheid op mensen (6) teamgerichtheid (7) assertiviteit. Lage of hoge score op elk van de dimensies

12.2.4 dichotomie sterke en zwakke cultuur Sterke cultuur kernwaarden van de organisatie worden erkend door de leden cultuur maakt duidelijk wat belangrijk is en wat niet er worden in de organisatie consistente boodschappen uitgedragen leden kennen geschiedenis van de organisatie leden identificeren zich met de organisatie sterk verband tussen gedeelde waarden en gedrag Cfr. arbeiders Opel, cultuur Google, Apple, …

dichotomie sterke en zwakke cultuur de kernwaarden zijn niet voldoende gekend door alle leden cultuur geeft tegenstrijdige berichten leden kennen de geschiedenis van de organisatie niet weinig identificatie met de organisatie

12.3 Functies, voor- en nadelen van sterke cultuur Functies van organisatiecultuur (5) Voordelen van sterke organisatiecultuur (7) Nadelen van sterke organisatiecultuur (3)

12.3.1 functies (5) biedt onderscheid met andere organisaties geeft medewerkers identiteit vergroot de betrokkenheid van de leden stuurt en controleert attitudes en gedrag van de leden zorgt voor sociale samenhang

12.3.2 voordelen van sterke cultuur (7) geeft betrokken en loyale medewerkers verhogen groepscohesie betere (financiële) resultaten laag personeelsverloop geeft duidelijkheid over wat verwacht wordt leidt tot meer arbeidstevredenheid is een concurrentieel voordeel

12.3.3 nadelen van sterke cultuur(3) kan verandering belemmeren kan diversiteit afremmen kunnen barrière vormen bij fusies en overnames

12.4 Hoe ontstaat een organisatiecultuur? Oorsprong van de organisatiecultuur de oprichter Heeft een mentaal beeld v/d organisatie en werkt organisatie uit volgens dat mentaal beeld 3 manieren om een organisatiecultuur te scheppen: selectie van de medewerkers socialisatie voorbeeldgedrag

12.4 Hoe ontstaat een organisatiecultuur?

12.4 in stand houden van de organisatiecultuur selectie van medewerkers voorbeeldgedrag van leidinggevenden socialisatie van nieuwe medewerkers bevorderen Opleiding en training Voorbeeldgedrag van ervaren medewerkers ondersteunen Promotie en ontslag

12.5 Overdracht van cultuur Door symbolen Kleding, uniform Logo, huisstijl Slagzinnen Maar ook: interieur, bouwstijl gebouw, … Door verhalen Anekdotes van oprichter Succesverhalen Reacties op fouten in het verleden Hoe de organisatie crisissen in het verleden heeft overleefd

12.5 Overdracht van cultuur Door rituelen Wijze van elkaar begroeten Eet en drink pauzes Verjaardagen … Door taal Taal op boekhoudafdeling vs. ICT’ers -

12.6 Diagnosticeren van cultuur onderzoeksmethoden (hoe meten?) directe observatie diepte interviews documentanalyse vragenlijsten

12.6 Diagnosticeren van cultuur wat diagnosticeren? Wat moeten we gaan meten om cultuur in kaart te brengen? Vragenlijsten voor beschikbaar bv. OCAI (Cameron & Quinn) = (organizational culture assessment instrument) Doe de test: http://www.ocai-online.com/

12.6 Diagnosticeren van cultuur Mogelijk resultaat van OCAI

12.7 Veranderen van cultuur Waarom veranderen? gewijzigde omgeving cultuurdiagnose Tijdrovend proces Meer kans op succes des te groter de crisis Naarmate organisatie kleiner en jonger is zwakke organisatieculturen geven meer kans op succes mogelijkheden nemen toe met de komst van een nieuwe leider

12.7 Veranderen van cultuur Bovendien is een goed managementplan nodig Gevoel van noodzaak creëren Duidelijke toekomstvisie formuleren Draagvlak creëren binnen organisatie In opleiding voorzien Ondersteunende elementen voorzien (verhalen, rituelen, nieuwe huisstijl, … )

12.8 Nationale cultuur Nationale cultuur gaat over waarden, normen die de inwoners van een bepaald land delen en die tevens hun gedrag en mening stuurt Organisatiecultuur van één organisatie met ≠ geografische afdelingen kan verschillen Moeilijk zaken doen met andere nationaliteiten Mensen die in een ander land gaan werken, ervaren een cultuurshock

12.8.1 low-context vs. high context cultuur (Hall) hoge context cultuur: de boodschap wordt mede overgebracht door de context (hoe wordt de mededeling verteld) bv. Japan, China, Korea Vertrouwensbasis en ontwikkelen van persoonlijke relaties ‘Gegeven woord is een gegeven woord’ lage context cultuur: de boodschap wordt vooral overgebracht door taal (bv. België) ‘zaken doen’ Expertise en performantie staan centraal Juridische documenten

12.8.2 DIMENSIES VAN HOFSTEDE (6) 100 000 IBM medewerkers wereldwijd bevraagd; vervolgstudies Op basis van factoranalyse: zes dimensies (1) acceptatie van macht (2) aversie ten opzichte van onzekerheid (3) individualisme versus collectivisme (4) mannelijkheid versus vrouwelijkheid (5) lange termijn versus korte termijn denken (6) toegeeflijkheid versus terughoudendheid

12.8.2 Dimensies van hofstede

Doelstellingen I Na de studie van dit hoofdstuk ben je in staat: een omschrijving te geven van het begrip organisatiecultuur de typologie van Harrison en Handy toe te lichten de typologie van Deal en Kennedy te bespreken de verschillen op te sommen en toe te lichten tussen zwakke en sterke organisatiecultuur

Doelstellingen II Na de studie van dit hoofdstuk ben je in staat: enkele primaire kenmerken van de organisatiecultuur op te sommen tenminste drie nadelen en drie voordelen van een sterke organisatiecultuur te benoemen aan te geven op welke wijze een organisatiecultuur ontstaat en in stand gehouden wordt uit te leggen welke onderzoeks-methoden er zijn om de organisatiecultuur in kaart te brengen toe te lichten of organisatiecultuur snel of langzaam kan veranderen en wat hierin een rol speelt

Doelstellingen III Na de studie van dit hoofdstuk ben je in staat: het onderscheid aan te geven tussen landen met een hoge en lage context cultuur de verschillen aan te duiden tussen een Belgische en Nederlandse cultuur op basis van de dimensies van Hofstede en Bond de volgende begrippen uit te leggen: tegencultuur, cultuurstrijd, culturele compatibiliteit, cultuurshok, en nationale cultuur begrijp je de specifieke terminologie rond organisatiecultuur en kan deze ook begrijpen.

Gedrag in organisaties hoofdstuk 12 Organisatiecultuur