Integrale palliatieve zorg

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Palliatieve Sedatie Hot item?
Advertisements

Wat is Pipo+ PIPO (pies en poep) is een polikliniek speciaal voor kinderen vanaf vijf jaar met plas- en/of poepproblemen. De + betekent dat het gaat om.
Kanker gerelateerde vermoeidheid
Financiering van palliatieve zorg
Bipolaire stoornissen
Terminale palliatieve zorg
Obstipatie.
Hartfalen De voedingsadviezen Barbara K. van Dam
Voeding en vocht in de palliatieve fase
De rol van de internist-oncoloog in netwerken palliatieve zorg
Ileus - conservatieve behandeling
Reflecties vanuit de medische praktijk
Ileus bij gemetastaseerde ziekte: is er een perspectief
Casper Jansen Specialist Ouderengeneeskunde GGNet
Palliatieve sedatie Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn
Casuïstiekbespreking 10 november 2011
Palliatieve sedatie Het opzettelijk verlagen van het bewustzijn
Signalering in de palliatieve fase
Palliatieve sedatie: ‘DOOD’-SIMPEL ?
Palliatieve zorg en hartfalen
Palske Zandstra CPV Maxima Medisch Centrum Eindhoven
Misselijkheid en braken
Het Amphia ziekenhuis en de nazorg voor mensen met kanker
Stervensfase Symptoombestrijding..
Programma 2.11 & 3.11 Inleiding Inventarisatie knelpunten
Samenwerkingsafspraken terminaal hartfalen
TPA Westelijke Mijnstreek Bedsideconsultatie E. van den Berken & N. Lenaerts.
Palliatieve sedatie en euthanasie transmuraal
Palliatieve zorg thuis
Ziekte-specifieke voedingen
“Tijdig spreken over levenseinde”
Welke factoren spelen een rol bij het praten over het levenseinde?
Richtlijnen Anorexie en gewichtsverlies Misselijkheid en braken
Misselijkheid en braken
Niet alles wat kan, hoeft
Netwerk Palliatieve Zorg Westhoek-Oostende  Informeren, Sensibiliseren, Vorming  Registreren  Partners samenbrengen Medewerkers  Algemeen Coördinator.
Eerstelijnsbegeleiding, wat mag je verwachten?
Afdeling Trombose en Hemostase; Trombosedienst Leiden
Omgaan met de gevolgen van trombose
De rol van de huisarts in de laatste levensfase
STOPPEN MET DIALYSEREN
S YMPTOMEN EN BEHANDELING VAN OUDERE PALLIATIEVE PATIËNTEN MET KANKER Van Lancker, A., Beeckman, D., Van Den Noortgate, N., Verhaeghe, S., Van Hecke, A.
Palliatieve zorg voor mensen met een VB Stand van zaken Anke de Veer (NIVEL)
1 Medische Heroïne-Unit (MHU). 2 De MHU biedt: Gecontroleerde heroïnebehandeling onder medisch toezicht aan 20 patiënten Methadonverstrekking aan ca.
Vroegtijdige zorgplanning in de thuissituatie Yolanda Hustings Kim Haesen.
Hoop op een goed einde en dat de dood niet het laatste woord heeft 27 mei 2016 Piet van Leeuwen specialist ouderengeneeskunde hospice-arts van Johannes.
Palliatieve zorg voor niet-westerse migranten februari 2016 ROC Midden-Nederland studenten verpleegkunde 1.
Bespreken van prognose en einde van het leven op hartfalenpoli’s in Nederland en Zweden Martje van der Wal
Palliatieve zorg en dementie
Obstipatie Definitie: Ontlasting komt minder vaak dan normaal en is hard(minder dan 3 maal per week), Gevolg: Verstopping.
Palliatieve zorg voor niet-westerse migranten
Voeding in de palliatieve fase
PALLIATIEF NETWERK casus Liemerije
Euthanasie en Palliatieve sedatie
Palliatieve sedatie Franca Horstink-Wortel
Discrepantie patiënt en dokter
Zorgpad Stervensfase Zorg en Kwaliteit van leven in de stervensfase
Palliatieve sedatie Geen momentopname maar mogelijke uitkomst in kaderpalliatief zorgtraject. Doel: Lijden verlichten en rust brengen met behulp van middelen.
Het PPTG is 2! Ervaringen eerste 2 jaar consultatieteam PPTG
Onderzoek …in vogelvlucht!
transmuraal PALLIATIEF ADVIES TEAM
Art Asrian,Huisarts 20 april 2017
Is dit een probleem in Nederland?
Aandoeningen van het spijsverteringskanaal
  Verzorging van ouderen in de thuissituatie. Waar lopen wij als verpleegkundige tegenaan?
Brugge-Heidehuis 18 november 2017
Palliatieve zorg voor niet-westerse migranten
15 januari 2019 Tineke Vos, psychiater
“Dilemma’s bij vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling
Levenseindebeleid 12 september 2019 Boswijk.
Transcript van de presentatie:

Integrale palliatieve zorg Van diagnose tot einde behandeling Marcel Janssen, huisarts / kaderarts palliatieve zorg Birgit Vriens,internist–oncoloog CZE Art Vreugdenhil , internist-oncoloog MMC Kristien Jansen, specialist ouderengeneeskunde / kaderarts palliatieve zorg

Programma Organisatie van de palliatieve zorg Stellingen Casus ovariumcarcinoom Casus coloncarcinoom Overdracht over en weer in de palliatieve zorg Conclusie

Regionale organisatie palliatieve zorg Palliatieve zorg thuis Palliatieve teams in ziekenhuizen Palliatieve unit in ziekenhuis Hospice-voorzieningen los of deel van verpleeghuis PCAT via IKNL Netwerk palliatieve zorg

Organisatie Catharina ziekenhuis Palliatief artsen en verpleegkundigen Alleen klinische consulten Nemen behandeling niet over Wekelijks MDO

Organisatie Maxima MC Palliatief artsen en verpleegkundigen Poliklinische en klinische consulten Nemen behandeling niet over, wel evt. medebehandeling Wel evt. opname op palliatieve unit Wekelijks MDO

Hospice-voorzieningen in regio High-care: De Regenboog, In Via in Eindhoven en Valkenhaeghe Helmond (Anna klooster), De Populier in Bakel (Zorgboog) PTU in Valkenswaard (Valkenhof ) Hospice Merefelt in Veldhoven (RSZK) Hospice Wissenhaeghe in Eindhoven (Vitalis) Hospice Ekelhof in Eindhoven (Archipel): PG Hospice Berkenheuvel in Geldrop (Annanz) Low-care: Bijna thuis huizen in Best en Son (huisartsen en thuiszorg)

Palliatieve ketenzorg RTA tijdig spreken over het levenseinde RTA Overdracht palliatieve zorg RTA pijn in de palliatieve fase Overdrachtsformulier palliatieve zorg Patz groepen Transmurale geestelijke verzorging thuis Wat zijn jullie behoeftes op dit gebied ?

Stellingen Arts palliatieve geneeskunde is overbodig, iedere huisarts en specialist behoort dit te beheersen

Stellingen De huisarts dient uitgenodigd te worden bij een palliatief MDO indien eigen patiënt besproken wordt. Hiertoe dienst een video-verbinding tussen ziekenhuis en huisarts gefaciliteerd te worden (b.v. Skype)

Palliatieve zorg: Ovariumcarcinoom CASUS

Epidemiologie Incidentie ovarium- en tubacarcinoom in Nederland +/- 1400 per jaar, mn vrouwen boven de 50 jaar Incidentie per huisarts per jaar / 1 patiënt +/- 1050 patiënten overlijden per jaar aan een ovarium- of tubacarcinoom 25% van de oudere patiënten met een gevorderd stadium krijgt/wenst geen behandeling Diagnose in 60-70% van de gevallen gesteld in vergevorderd stadium (FIGO-stadium III of IV)

Casus WAT NU? Patiënte 68 jaar Nagenoeg blanco voorgeschiedenis, tot 2 maanden geleden vitaal 1 maand geleden patiënte gezien tijdens het spreekuur met ‘vage’ klachten; buikpijn, vaker plassen, vaker opgezet abdomen en iets verminderde inspanningstolerantie  laxans gestart. Nu huisbezoek ivm progressie klachten: forse toename van de buikomvang door ascites, misselijk/overgeven, obstipatie, minimale energie intake, zeer beperkte inspanningstolerantie, ligt gehele dag op bed. WAT NU?

Diagnostiek/Diagnose Behandeling maligniteit ja/nee Symptoom behandeling - Ileus

Diagnostiek Anamnese Lichamelijk onderzoek: opgezette buik, versterkte (gootsteengeruisen) of afwezige peristaltiek, hypersonore (bij ophoping van lucht) of tympanitische (bij ascites) percussie, soms palpabele tumor Evt. aanvullend onderzoek: laboratoriumonderzoek (nierfunctie, elektrolyten), buikoverzicht, echo, CT-scan, endoscopisch onderzoek

Diagnose en behandelplan Ovariumcarcinoom FIGO IIIc Behandeling maligniteit ja/nee?

Behandelmogelijkheden gevorderd ovariumcarcinoom Combinatie van chirurgie complete debulking (macroscopisch geen tumorresten meer zichtbaar na de ingreep) en chemotherapie  vijfjaarsoverleving 30-65%. Volgorde is afhankelijk of primaire debulking haalbaar is ja/nee. “Standaard – chemotherapie” combinatie van carboplatine en paclitaxel zes kuren, interval van drie weken Ziektegerichte therapiemogelijkheden - Wens van de patiënt

Responskans behandeling Chemotherapie: 80% respons kans paclitaxel/platinum chemotherapie Kans op een complete remissie bij patiënten met grote tumorresten en in een slechte conditie slechts 20% Patiënten met een macroscopische resectie van alle tumorlaesies daarentegen, hebben een kans op een (pathologisch) complete remissie van 80% De vijfjaarsoverleving van alle patiënten die met chemotherapie werden behandeld is 30% Patiënten bij wie een macroscopisch complete debulking kon worden verricht hebben een vijfjaarsoverleving van ruim 60%

Behandeling maligniteit ja/nee met curatieve intentie, maar grote kans op recidief ziekte-activiteit?

Multidimensioneel en multidisciplinair Kwaliteit van leven en sterven Balans tussen draagkracht en draaglast Communicatie, overdracht en samenwerking Palliatieve zorg gaat over meer dan alleen de zorg voor de lichamelijke aspecten van ziekte en behandeling. Ook het verwerkings- en aanpassingsproces, de interacties met de omgeving, de beleving van de ziekte en zingevingvraagstukken horen hier bij. Bij patiënten met een ongeneeslijke ziekte zijn de verschillende dimensies sterk met elkaar verweven. Bv de pijn die de patiënt voelt, wordt op een bepaalde manier ook ervaren door de partner of de kinderen en heeft effect op het sociaal functioneren. Angst om dood te gaan, beïnvloedt veel beslissingen. Daarom rekening houden met alle dimensies. Deze dimensies samen, in combinatie met de verhouding draagkracht en draaglast, bepalen de kwaliteit van leven (en later ook van sterven). Communicatie is het sleutelwoord in de palliatieve zorg: met patiënt en naaste, maar ook tussen verschillende zorgverleners onderling. Van Ad horen we dat hij op een heel nadrukkelijke manier bezig is met zijn ziekte en met het naderend einde: hij denkt na over wat dat op lichamelijk gebied gaat betekenen voor hemzelf, maar ook voor zijn omgeving. Hij betrekt zijn vrienden erbij door hen te vragen om zijn kist te maken; hij maakt de balans op van zijn leven en komt (gelukkig) tot de conclusie dat hij een rijk leven heeft gehad: een dikke 8 of 9! Maar zo is het natuurlijk niet voor iedereen: er zijn ook mensen die niet op een 8 of 9 uitkomen, maar hun leven een onvoldoende geven. En dan is er geen tijd meer om dat nog te veranderen. Dan is het naderend einde misschien wel extra verdrietig en heeft iemand hierbij mogelijk extra zorg nodig. Zo zie je dat palliatieve zorg per definitie multidisciplinair is. En uiteraard is daarbij goede communicatie, overdracht (continuïteit van zorg) en samenwerking belangrijk! 19 19

Behandeling ileus

Ileus ovariumcarcinoom Verminderde tot opgeheven passage van de dunne of dikke darm. Bij ovariumcarcinoom vaak pseudo-obstructie, een verminderde of opgeheven motiliteit van een darmsegment door obstructie door primaire tumor of metastase, pseudo-obstructie door peritonitis carcinomatosa (meest voorkomende oorzaak), ingroei van tumor in zenuwen, autonome disfunctie of medicatie Klachten ontstaan meestal geleidelijk (dagen tot weken) er is geen (volledige) obstructie. Doordat de passage vaak maar gedeeltelijk opgeheven is, kan de symptomatologie in de loop van de tijd sterk wisselen. Andere oorzaken: adhaesies, faecale impactie, medicamenteus, elektrolytstoornissen, acute peritonitis

Gevolgen ileus Misselijkheid en braken Pijn: aanvalsgewijs (als gevolg van darmspasmen), en/of continu (door uitzetting van de darmlissen of door infiltratie van de darmwand door tumor) Opzetten van de buik (door ophoping van lucht en/of vocht in de darm en in sommige gevallen door tevens aanwezige ascites) Obstipatie of paradoxale diarree Op langere termijn: verslechterende voedingstoestand

Ileus Acute stadium Laxeren Niet-medicamenteuze behandeling van obstipatie Saneren van medicatie (mn indien opioïden, middelen met anticholinerge (bij)werking) Bij braken en/of intentie tot operatie: maagheveling via neussonde Voedingsinterventie Bestrijding van pijn en misselijkheid Bij ascites ontlastende punctie

Laxeren 1e keuze: Macrogol/elektrolyten 1-2 sachets Alternatieven: Magnesium(hydr)oxide 3 dd 500(724)-1000(1444) mg Lactitol 1-2 dd 20-30 cc Lactulose 1-2 dd 15-30 cc 12-24 mg granulaat Indien orale toediening niet mogelijk is: Bisacodyl 10-20 mg supp ‘s morgens Bij obstipatie met zachte ontlasting of paralytische ileus: sennosiden A+B of bisacodyl Bij onvoldoende effect van monotherapie toevoegen: Sennosiden A+B 1 dd 10-20 cc Bisacodyl 5-10 mg a.n. Bij fecale impactie: Macrogol/elektrolyten tot 8 sachets dd gedurende maximaal 3 dagen Natriumlaurylsulfoacetaat-miniklysma of natriumfosfaatklysma (evt. voorafgegaan door natriumdocusaatklysma) Manuele evacuatie

Niet-medicamenteuze behandeling obstipatie Inname van voldoende vocht (mimimaal 1,5 l/24 hr), mits haalbaar Inname van voldoende vezels (meestal niet haalbaar, mede gezien beperkte vochtintake) Lichaamsactiviteit (effect beperkt, soms niet haalbaar) Zorgen voor goede toiletfaciliteiten (zittende houding, privacy)

Voedingsinterventie Doel: handhaving of verbetering van de voedingstoestand, levensverwachting maanden/jaren Adequate voeding of energie-en eiwit verrijkte voeding, al dan niet aangevuld met drinkvoeding Sondevoeding Parenterale voeding, alleen als tijdelijke oplossing bij ileus en oplosbaar onderliggend probleem

Ascitesdrainage Ascites: ontlastende ascitespunctie

Diagnose en Behandelplan FIGO stadium IIIc Ovariumcarcinoom Besloten tot start neoadjuvante chemotherapie (3 kuren) gevolgd door debulking en adjuvante chemotherapie (3 kuren)

Post - operatief Tijdens episode van chemotherapie misselijkheid en braken Oorzaak? Behandeling?

Misselijkheid en braken Vertraagde maagontlediging Obstipatie Medicamenteus Chemisch/metabole oorzaken Cerebrale/psychologische oorzaken Vestibulaire oorzaken

Misselijkheid en braken Gereguleerd door het braakcentrum gelokaliseerd in de hersenstam. Hierbij zijn verschillende neurotransmitters en receptoren betrokken De belangrijkste aanvoerende banen: - nervus vagus - chemoreceptor triggerzone, - evenwichtsorgaan - hogere corticale centra

Chemotherapie geïnduceerd braken Acuut braken; binnen 1-2 uur na chemotherapie 5HT3-antagonisten, NK1 receptor-antagonisten, steroïden Delayed braken; langer dan 24 uur na chemotherapie Steroïden spelen de grootste rol bij delayed braken Anticipatoir braken Beperkte behandelopties vb benzodiazepines

Beloop Na intensieve behandelperiode; Goed herstel, onderneemt weer van alles Na 15 maanden recidief ziekte-activiteit Patiënte ondergaat wederom chemotherapie behandeling, palliatief Carboplatin – Paclitaxel 1 per 3 weken, totaal 6 kuren gevolgd door expectatief beleid Na 5 maanden progressie ziekte waarna liposomaal doxorubicine 1 per 4 weken, totaal 6 kuren gevolgd door expectatief beleid Na 3 maanden progressie ziekte waarna topotecan, tijdens behandeling progressie ziekte……….

Advance care planning Van reageren naar anticiperen Gesprek over het levenseinde en beslissingen hierover Vooraf met patient (en naaste) doorspreken wat er kan gaan gebeuren (scenario’s en beslismomenten) en wat patiënt dan zou willen: bv wat te doen in crisissituaties, exacerbatie, wel/niet opname ziekenhuis, voeding, medicatie, IC-beleid, plaats van sterven, reanimatie, euthanasie. Advance care planning: vantevoren met patient (en naaste) doorspreken wat er kan gaan gebeuren (scenario’s en beslismomenten) en wat patiënt dan zou willen: bv wat te doen in crisissituaties, exacerbatie, wel/niet opname ziekenhuis, voeding, medicatie, IC-beleid, plaats van sterven, reanimatie, euthanasie. Een bijzonder aspect van advance care planning is het gesprek over het levenseinde. (hiervoor heeft de KNMG een handreiking uitgebracht, zowel voor zorgverleners als voor patiënten (KNMG Handreiking en Publieksbrochure 2012).

Specifieke anamnese Verzwakking/zeer matige karnofsky score/ligt grotendeels op de bank Eten smaakt niet meer/snel vol gevoel, gewichtsverlies Ileus Toename pijnklachten abdomen Forse obstipatie Progressief misselijk Progressie toename buikomvang Medicatie: morfine 2 dd 60 mg kortwerkende morfine zo nodig lactulose 1 dd 15 ml

Welke supportieve maatregelen?

Bij beslissing over diagnostiek en behandeling spelen de situatie en wensen patiënt en omgeving een belangrijke rol. Belangrijke overweging is ingeschatte levensverwachting Artsen hebben over het algemeen de neiging levensverwachting te overschatten Belangrijkste indicator is lichamelijk toestand van patiënt (gewichtsverloop/ambulant) Indicaties voor stervensfase: toename bedlegerigheid, niet meer eten, weinig drinken, sufheid en verwardheid

Ascitesdrainage Ascites: ontlastende ascitespunctie, permanente drainage

Ileus-conservatieve behandeling Beoordeel of parenterale vochttoediening (indien reeds gestart) gestaakt kan worden behandeling van braken: Bij sterke productie van maaghevel of bij heftig braken: proefbehandeling met octreotide 3 dd of continu per 24uur Indien geen effect van octreotide na 48 uur: octreotide staken Start metoclopramide of; Butylcopolamine intermitterend of continu s.c./i.v. of; Haloperidol intermitterend of continu s.c. /i.v. bij persisterend en hinderlijk braken: overweeg continue maaghevel d.m.v. neussonde (bij levensverwachting <4 weken) of (indien technisch mogelijk) PEG-katheter (bij levensverwachting >4 weken) Behandeling van pijn: Scopolaminebutyl (buscopan) Morfine intermitterend of continu s.c. / alternatief fentanyl pleister Zorg voor goede mondverzorging Opioidrotatie

Oorzaken gewichtsverlies in palliatieve fase?

Oorzaken gewichtsverlies in palliatieve fase Verminderde inname of resorptie van voedingsstoffen -algemene symptomen, vermoeidheid, pijn, dyspnoe, depressie -anorexie -symptomen van het maagdarmkanaal -verminderd vermogen tot zelfzorg en inname van voedsel Verhoogd verlies of gebruik van voedingsstoffen -diarree, fistels, ascites, ulcerende wonden -verhoogd gebruik bij koorts Metabole veranderingen (toename door tumor geproduceerde cytokinen)

Psychosociale aspecten verminderde intake Voeding wordt gezien als bijdrage aan leven en gezondheid In terminale fase verandert de functie van voeding en zal uiteindelijk geen bijdrage meer leveren aan gezondheid, bestrijding van ziekte en verlenging van het leven Naasten vinden voeding vaak een belangrijk deel van de zorg die zij kunnen bieden Het niet kunnen eten versterkt vaak het gevoel van machteloosheid bij patient en naasten

Beleid en behandeling tav anorexie en gewichtsverlies Primaire doel: verbeteren cq handhaven kwaliteit van leven Gewichtsverlies is vaak ziektegerelateed en daardoor onvermijdelijk acceptatie -voorlichting over zin/onzin voedingsinterventies -patient gaat niet dood doordat hij niet meer eet; maar eet niet omdat hij/zij doodgaat

Literatuur referenties Kruitwagen RFPM, Van Gorp T. Ovarium- en tubacarcinoom, nieuwe ontwikkelingen. Huisarts Wet 2012;55(10):460-3. Gordon C Jayson, Elise C Kohn, Henry C Kitchener, Jonathan A Ledermann. Ovarian Cancer. Lancet 2014; 384: 1376–88. Pallialine Oncoline http://www.cijfersoverkanker.nl/

Stellingen De eerste lijn dient vertegenwoordigd te zijn in de transmurale palliatieve teams in ziekenhuizen

Stellingen Het heeft de voorkeur dat artsen palliatieve geneeskunde in ziekenhuizen een generalistische achtergrond hebben.

Hoe ver doorbehandelen ? Art Vreugdenhil Medisch oncoloog/hematoloog, MMC

Ongeneeslijk ziek, hoe ver gaan we ? Hoe kunnen we het leven verlengen met behoud van kwaliteit van leven ?

Palliatieve Zorg “Bestrijding van ieder symptoom dat is gerelateerd aan kanker evenals bijverschijnselen van therapie” Begint bij diagnose en eindigt (indien van toepassing) bij overlijden Indeling: Gericht op ziektebestrijding Gericht op klachtenbestrijding

Inleiding http://www.opgevenisgeenoptie.nl (Alpe d’Hu6) Militaire benadering: doorvechten tot je erbij neervalt: Altijd goed ? Angst om niet aan die rol te kunnen voldoen To be good physicians, we must all fight against the battle against cancer (Berger DW)

Inleiding 90 jarige vrouw, weduwe halfzijdig verlamd, hart- en nierproblemen licht dementerend Uitgezaaide vorm van borstkanker  (gericht) behandelen of niet ?

Inleiding 28 jarige vrouw, lerares, gehuwd Kinderen van 2 en 4 jaar oud Veel klachten; kan niet goed eten en veel pijn Uitgebreid uitgezaaid melanoom  (gericht) behandelen of niet ?

Inleiding Wat moet je weten om te kunnen kiezen ? Invalshoeken: Soort kanker Behandelingsmogelijkheden Type patient Type dokter

Soort kanker Verschil in uitgebreidheid bij vaststellen Endeldarm vaak vroeg vastgesteld Eierstok vaak laat vastgesteld Verschil in beloop Chronische leukemie weinig agressief Melanoom vaak agressief Verschil in gevoeligheid voor behandeling borst- en eierstokkanker gevoelig Alvleesklierkanker weinig gevoelig

Behandelingsmogelijkheden Wanneer is een behandeling zinvol ? Verschilt per ziekte/stadium Kans op genezing ? Kans op langer leven ? Hoeveel langer ? Kans op langer rustig blijven van de ziekte ? Minder klachten/betere kwaliteit van leven ? Wat is kwaliteit van leven ? Bijwerkingen Hoe lang/hoe ernstig ? Beperkingen ? Lange termijn ?

Behandelingsmogelijkheden Criteria voor een succesvolle behandeling: Goedkeuring (NL, EU) Vergoeding Commissie inzake nut van een behandeling: 2 maanden langer leven met minimale bijwerkingen Kosten: Wat is betaalbaar ? Engeland: maximale kosten voor een gewonnen levensjaar

Type patient (patientgebonden factoren) Conditie van de patient Door de ziekte zelf of door andere oorzaken Bijkomende andere ernstige ziekten Ernstige hart- en longaandoeningen Leeftijd ?? Meer kans op bijkomende ziekten, andere kijk op het leven Kwaliteit of kwantiteit van leven ? Vaak misvattingen over chemotherapie obv omgeving

Type patient (patientgebonden factoren De patient heeft de regie en bepaalt de keuze ! Voldoende geinformeerd ? Inschatting informatiebehoefte door behandelteam Shared Decision Making Instrumenten Nog veel onderzoek nodig  wel de gewenste richting

Type behandelaar (zorgverlenergebonden factoren) Weinig harde gegevens Leeftijd en ervaring ? Veelal nadruk op actieve behandeling tov ondersteunende zorg Wordt de visie van de behandelaar overgenomen door de patient ? Vaak veel zorgverleners betrokken bij de behandeling Veel onderzoek noodzakelijk !

Palliatieve Zorg “Bestrijding van ieder symptoom dat is gerelateerd aan kanker evenals bijverschijnselen van therapie” Begint bij diagnose en eindigt (indien van toepassing) bij overlijden Vroege inzet PZ deskundigen verbetert zorg Indeling: Gericht op ziektebestrijding Gericht op klachtenbestrijding

Shared Decision Making (gezamenlijk beslissen) Welke vragen komen op een patient af ? Doe ik mee aan screeningsprogramma’s ? Bij welke klachten ga ik naar de HA ? Hoe ver laat ik klachten uitzoeken ? Welke behandeling wil ik (genezend) ? Laat ik mij controleren na behandeling ? Verder onderzoek bij uitzaaiingen (geen genezing mogelijk) ? Tot hoe ver ga ik met behandelen ?

Shared Decision Making (gezamenlijk beslissen) Hoe kunnen we dit verbeteren ? MDO met alle betrokkenen specifiek over wel/niet behandelen; beter advies Die betrokkenen moeten goed samenwerken; continuiteit van zorg Als behandelaar meer de alternatieven van (niet-) behandeling van de ziekte benadrukken Beter checken of patient goed geinformeerd is Patient en naasten meer tijd geven zich over het advies te beraden Ontwikkelen van instrumenten waarbij alle factoren beter afgewogen kunnen worden door patienten en hun naasten

Shared Decision Making (gezamenlijk beslissen) Hoe mooi zijn die mooie woorden ?  Daden ? Visie mevrouw A ?

Mevrouw A 73 jaar VG astma, laparoscopische sterilisatie Oncologische VG: 2006 T4N1M0 adenocarcinoom colon ascendens; adjuvante chemotherapie tot 2007 2013 wigresectie longmetastase CRC 2014 huidexcisies metastasen CRC, paramediastinale zwelling. Drie cycli palliatieve chemotherapie met paramediastinale RT; 8 maanden therapievrij “wil het maximale” 2015-06 progressieve ziekte; herstart palliatieve chemotherapie, RT ivm pijnlijke femur- en L1- metastasen, massale longembolie Na 3 cycli respons obv kliniek en CEA. Ontwikkeling metastase in Re wang, locale behandeling 2015-12 progressie en opname PZU ivm heftige pijn; eerdere RT lijkt niet meer te werken. Start 3e lijns chemotherapie met irinotecan; aangepaste dosis en redelijke tolerantie 2016-01 opname toename zwelling kaak en malaise. RT kaak; uieindelijk afname 2016-02/03 progressie. Wil stoppen met chemotherapie. 2016-03 telefonisch consult: geen pijn, gaat naar omstandigheden goed, eten en drinken goed. Geniet van luisterboeken

Stellingen Voordat ontslag van een terminale patiënt uit het ziekenhuis met de patiënt besproken wordt, dient hierover overeenstemming met de huisarts te zijn.

Stellingen Na diagnose stelling en opstelling behandelplan dient een palliatieve patiënt door de specialist naar de huisarts verwezen te worden voor een gesprek hierover. De huisarts dient op dat moment te beschikken over alle relevante informatie.

Palliatieve (terminale) zorg OVERDRACHT

Waar verblijven palliatieve patiënten : Thuis Ziekenhuis Verpleeghuis Hospice Waar verblijven onze palliatieve patiënten?

Ziekenhuis Hospice Thuis Overdrachten tussen deze 3 spelers onderling – in beide richtingen. Communicatie/overdracht tussen deze partijen erg belangrijk om continuïteit van zorg te waarborgen door goede afstemming Maar ook overdracht van huisarts naar HAP als je als HA zorgt overdraagt in ANW-uren HAP

Hospice Kempenhof (PTU) 6 bedden High care hospice Multidisciplinair team Terminale indicatie – ZZP10 80% uit ziekenhuis / 20% uit thuissituatie 90% overlijdt op hospice / 10% stabiliseert High care hospice : verpleging 24h/dag + arts palliatieve geneeskunde Multidisciplinair team : palliatief arts, verpleging, ET, FT, oedeemtherapeut, GV, psycholoog, MW, AB ZZP10 : levensverwachting < 3maand

Ervaringen met overdracht in hospice (1) + Vaker medische overdracht aanwezig + Altijd verpleegkundige overdracht + Vaker voor opname telefonisch contact behandelaar + Beleidsafspraken meestal wel bekend

Ervaringen met overdracht in hospice (2) Niet altijd schriftelijke medische overdracht Vaak meerdere verschillende medicatielijsten Weinig info over indicatie van bepaalde medicijnen Weinig info over reeds uitgeprobeerde medicatie Medicatielijst vanuit thuissituatie ontbreekt geregeld : medicatiehistorie – medicatiestatus (verantwoordelijkheid van huisarts) Meerdere apotheken (niet altijd vaste apotheek – bv na ziekenhuisbezoek) Actueel houden van medicatielijst belangrijk!!

Wat is belangrijk voor ons om te weten? Medisch : Algemene informatie Medicatie Beleidsafspraken Algemene info : Ziektebeeld – comorbiditeit Behandelingen tot op heden + effect Huidige situatie Te verwachten problemen + evt. advies Wat gecommuniceerd met patiënt/familie Relevante afspraken? Medicatie: Correcte medicatielijst Allergieën Gebruikte medicatie + effect / reden van stoppen NF, afwijkende bloedwaarden Beleidsafspraken : Reanimatie / beademing / IC Ziekenhuisopname? AB-beleid Transfusies? Wilsverklaring / euthanasieverklaring

Wat is belangrijk voor ons om te weten? Zorginhoudelijk : Lichamelijke symptomen Cognitie Omgaan met ziekte Psychosociaal Zingeving Andere betrokken hulpverleners Lichamelijke symptomen : pijn, dyspnoe, misselijkheid-braken, ontlasting, mictie, slapen, wonden, mobiliteit Cognitie : delier, oriëntatie, geheugen Omgaan met ziekte : angst, emoties, stemming Psychosociaal : partner, kinderen – familiesysteem Zingeving : religie, spirituele vragen, afscheidsrituelen Andere betrokken hulpverleners

Bestaande overdrachtsformulieren : Overdrachtsformulier Palliatieve Zorg (RTA) Overdracht patiënteninformatie voor terminale en andere complexe en aandachtvragende zorg (HAP) RTA PZ overdracht voor alle palliatieve patiënten (niet alleen van palliatieve unit) : niet alleen oncologische patiënten maar ook terminaal HF / COPD / NF PZ meerdere dimensies – niet alleen medisch. RTA voldoende bekend bij andere specialismen? Rol hiervoor voor palliatieve ziekenhuisteams? Gebruik van RTA door huisartsen? Wie maakt daar gebruik van? Momenteel overdracht PZ alleen gebruikt door palliatieve unit MMC Wat maakt dat we dit niet gebruiken? HAP Beperktere info – wat nodig in spoedsituaties? Actueel houden – wie doet dat? Via fax of webhis?