De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

DE ELEMENTEN WORKSHOP DOCENTENDAG 4 oktober 2013 WELKOM DIVERSITEIT.

Verwante presentaties


Presentatie over: "DE ELEMENTEN WORKSHOP DOCENTENDAG 4 oktober 2013 WELKOM DIVERSITEIT."— Transcript van de presentatie:

1 DE ELEMENTEN WORKSHOP DOCENTENDAG 4 oktober 2013 WELKOM DIVERSITEIT

2

3

4 VUURWATERLUCHT AARDE Eigenschapgedrevenopensoepel van denkenrustig Klank"ra!""pa""tsa tsa""nah" Lichaamsdeelhartnavelkeelstuitbeen Dierleeuwdolfijnadelaarschildpad Waarnemingruikenhorenaanraken, proevenzien

5 Als docent speel je geen toneel, hoewel dat soms best aardig kan zijn, maar wel een rol en je moet in staat zijn om in verschillende situaties in de klas, op school verschillende rollen te spelen. De rol die je speelt wordt mede bepaald door de situatie, maar ook door de mogelijkheden van de docent. Soms zul je meer je gevoel laten spreken, andere keren meer je verstand en soms kun je beter helemaal niet spreken. De leer der elementen gaat ervan uit dat gedrag ingegeven wordt door temperamenten en dat er grofweg 4 dominante temperamenten onderscheiden kunnen worden. Metaforisch worden die aangeduid met de elementen vuur, lucht, aarde en water. Die metaforen worden op allerlei manieren ingevuld met gedragskenmerken en het blijkt elke weer verrassend hoe mensen zich herkennen in de ogenschijnlijk vage metaforen. We gaan oefenen met gedrag vanuit de elementen vuur, lucht, aarde en water. Je wordt je bewust van het belang voor de docent van het flexibel kunnen schakelen met rollen. Je past je aan de situatie aan maar geeft die ook mede vorm. Daarnaast ontstaat in de basis een idee van je eigen gedragsrepertoire en hoe je dat kunt uitbreiden. FLEXIBILITEITFLEXIBILITEIT. Als leraar is een flexibele houding ten opzichte van je omgeving noodzakelijk. Je krijgt te maken met veel verschillende soorten kinderen en situaties. Je moet dan ook snel kunnen schakelen.

6 Welke kwaliteiten en vaardigheden heb je nodig om snel te kunnen schakelen? Energie hebben Kun jij flink doorhalen als dat nodig is, zonder met een gezicht als een donderwolk te gaan zuchten en te steunen? Dan heb je waarschijnlijk veel energie. Stressbestendigheid Kun jij effectief blijven presteren onder tijdsdruk, druk van meerdere of moeilijke taken of sociale druk? Houd je bij tegenslag, teleurstelling, tegenspel of crises je hoofd koel? Dan ben jij super stressbestendig! Visie hebben Er is weinig zo motiverend en inspirerend als het hebben van een visie. Een visie is een inspirerend toekomstbeeld, voor de school, je vak en/of voor jezelf. Dat wil je bereiken! Hiervoor moet je afstand kunnen nemen van de dagelijkse praktijk om de mogelijkheden te zien.

7 De mate waarin je kunt schakelen hangt af van een aantal factoren:  je karakter: sommige mensen hebben structuur, rust en concentratie nodig. Ze raken snel geïrriteerd of overbelast als de druk toeneemt en er in korte tijd verschillende dingen van ze gevraagd worden.  de mate waarin je met stress om kunt gaan: kun je spanning ten goede gebruiken?  de mate waarin je het overzicht kunt behouden als er veel dingen tegelijkertijd op je af komen. Kun je dan het onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken?  in hoeverre je baan aansluit bij je sterktes, zwaktes, vaardigheden en ervaring.  je motivatie om je (werk)doelen te bereiken.

8 VUUR "De waarheid is hard en heeft consequenties. Ik ben bereid die te aanvaarden en ze anderen op te leggen.“  Vuur staat voor gedrevenheid: het moet gebeuren.  Het dier dat symbool staat voor vuur is de leeuw.  Vuur zit midden op de borst, ter hoogte van het hart. Verder op de dijen en de kaken.  Het zintuig dat bij vuur hoort is de reuk.  De houding die bij vuur hoort is naar voren gericht, op het puntje van de stoel, stevig.  Het vuur houdt van tegenstanders en tegenstand. Het voelt zich prettig als het tegenstanders heeft, dan kan het floreren, dan kan het zich tegen die tegenstanders afzetten.  Vuur kan slecht tegen het 'rondpraten' dat lucht doet.  Lucht wakkert het vuur aan.  Vuur is de vader van de situatie.  Het vuur houdt van recht toe recht aan.  Vuur is direct en praat vanuit 'ik en jij'.  Vuur is onredelijk en luistert niet.  Het vuur is als een generaal. Vuur eist en commandeert. Niet in het wilde weg, maar heel gericht.  Het vuur zoekt de ogen van de ander op en probeert door te dringen

9 WATER "De waarheid is hard en vraagt begrip en medelijden. Wat jou vandaag gebeurt kan mij morgen overkomen.“  Water staat voor openheid.  Het dier dat symbool staat voor water is de dolfijn.  Water zit in de buik rond de navel. De navel is het belangrijkste aanknopingspunt. De navel der wereld duidde niet alleen de plaats van ontstaan en groei aan, van waaruit de wereld haar voedsel ontving, maar was het een plaats van toevlucht en veiligheid. Daarnaast zit het in alles wat rond is aan het lichaam: de borsten, billen, de ballen van je voet.  Het zintuig dat bij water hoort is het gehoor, het luisteren.  Het 'gevoel' in je ogen halen maakt die ogen open. Dat is de kracht van water: openheid.  Ik stel me kwetsbaar op. Ik wil niemand als tegenstander zien. Je kunt me zeggen wat je wilt, ik sta open voor elke vorm van kritiek op mijn persoon.  Wij zijn allemaal mensen en mensen maken fouten, soms onbewust. Water is de moeder van de situatie.  De houding van water is open, ontvangend.  De benen naast elkaar op de grond, de armen naast het lichaam. Water is eerlijk en praat vanuit 'wij'.  Water luistert echt, heeft begrip en laat zijn eigen pijn zien.  Niet door zielig te doen, niet door het te beredeneren, maar door de ogen van de ander op te zoeken en te laten zien wat hem diep van binnen echt roert.  Op die manier hoopt het water dat de ander zal begrijpen dat het echt niet anders kan. Water probeert de ander open te maken.

10 LUCHT "De waarheid is altijd omkeerbaar.“  Lucht staat voor soepelheid van denken: als het zo niet lukt, dan lukt het wel op een andere manier.  Het dier dat symbool staat voor lucht is de adelaar.  Lucht zit in je strot, op de keel. Lucht zit ook op de schouders en de schouderbladen, waar het soms wel lijkt of er ooit vleugels hebben gezeten.  Zintuiglijk zit lucht op het puntje van de tong, als smaak, en op de toppen van de vingers.  De houding van lucht is 'in beweging'.  Als lucht praat gebruikt hij vaak zijn handen en armen.  Lucht kan eigenlijk niet goed op een stoel blijven zitten.  Lucht kan de ogen ook niet goed op een punt gericht houden. Als je de 'lucht in je ogen' haalt, gaan je ogen voortdurend heen en weer.  Ze combineren, ze delen in, ze scheiden, ze verbinden.  Lucht praat veel, is snel van geest en kan goed fantaseren en alles erbij halen.  Lucht probeert zijn doel te bereiken door oplossingen te verzinnen.  Lucht is opgewekt en ziet altijd kansen, mogelijkheden.  Lucht zit vooral in zijn hoofd. Is rationalist, overziet de zaken  Aan alles wat de ander opwerpt kan wel een wending gegeven worden.  Lucht is als de stofzuigerverkoper, die niet ophoudt tot de stofzuiger is verkocht. Of de lucht praat in 'ik en jij' of in 'wij' hangt af van de situatie.  Lucht probeert de ander rond te praten

11  AARDE "Dit is de waarheid en het is niet anders.“  Aarde staat voor rust.  Het dier dat symbool staat voor aarde is de schildpad.  Aarde zit op het stuitje, met andere woorden: tussen voor en achter in.  Aarde beheert het kijken, de ogen, het zicht, observeren!  Als ik iemands schoenen bekijk, dan bekijk ik die schoenen. Ik bekijk ze zo objectief mogelijk, ik stel niet vast of ik ze mooi of lelijk vind.  Stap voor stap wordt iets of iemand bekeken, steeds een ding tegelijk.  De houding van aarde is rustig, stevig, geaard. De voeten naast elkaar op de grond.  Aarde heeft niet veel woorden nodig, het is wat het is.  Aarde praat vooral op een feitelijke manier.  Aarde is betrokken, maar dat zal je niet makkelijk zien.  Aarde probeert zijn doel te bereiken door zich niet van de wijs te laten brengen.  Dit is wat er gaat gebeuren, punt. 'Ik en jij' of 'wij'?  Aarde vindt dat hele onderscheid onzin. 'Ik en jij' is hetzelfde als 'wij'.  Aarde houdt zich aan de feiten

12 Jung onderscheidt vier functionele typen: Aarde – FYSIEK - gewaarwordingtype; ik doe. Dit type vertelt ons dat iets bestaat. Er bestaat een sterke verbondenheid met materie en met de aarde, en met gronding. Heel zintuiglijk ingesteld, ziet, ruikt, proeft de wereld om zich heen. Een sterk, zorgzaam en beschermend type. Water – EMOTIONEEL - gevoelstype; ik voel. Dit type vertelt ons of iets wel of niet aangenaam is en onderscheidt de wereld in gevoelsmatig prettig of onprettig. Vaak mediamiek begaafd, en heeft mystieke interesse. Sterk gericht op de gevoelswaarde. Vuur – SPIRITUEEL – Intuïtief type; ik wil. Dit type vertelt ons waar iets vandaan komt en waar het heengaat (beweging). Gaat daarbij af op innerlijke weten en de ingeving. Is vaak zelfbewust, soms trots. Streeft naar intensiteit en waarde. Lucht – MENTAAL - denktype; ik denk. Dit type vertelt ons wat iets is, heel rationeel en intellectueel. Kan goed differentiëren, afstand nemen en patronen waarnemen. Scherpzinnig en soms wat koel en/of afstandelijk

13 Aarde Sterk: Enorme vasthoudendheid, starheid, 'de waarheid' verkondigen. Er is geen plaats voor twijfel of onzekerheid. Vastlopen in patronen. Zwak: onrealistisch, onpraktisch en impulsief. Water Sterk: Moeilijk afstand kunnen doen van subjectieve betrokkenheid. Snel gekwetst, en dan niet boos maar verdrietig. Vaak defensief, verwijt de ander niet te luisteren. Voelt zich snel afgewezen en onbegrepen. Zwak: ongevoelig, oppervlakkig, kil. Lucht - Sterk: Gaat soms tot het uiterste om geen gevoelsmatige betrokkenheid te tonen. Eindeloos argumenteren. Soms geen respect voor andermans mening. Zwak: vaag en verward denken, vooringenomen. Vuur Sterk: Steeds nieuwe ideeën en plannen, druk, ervaart de rest van de wereld als traag. Leven met beperkingen is de grootste ergernis. Met passie koppig, ongeduldig, snel driftig, zeer eigenwijs. Zwak: verlegen, geen eigenwaarde, apathisch, passief. VASTGELOPEN ELEMENTEN

14 1. Over het algemeen ben ik iemand die: vol energie is, enthousiast en inspirerend. heldere (briljante) ideeën heeft. houdt van mensen om zich heen. staat voor resultaat. 2. Mensen waar ik moeilijk mee overweg kan, zijn: mensen die de boel ophouden. oppervlakkige mensen zonder inhoud. asociale mensen. vage mensen die niet concreet worden. 3. Geef mij maar: een nieuwe, uitdagende opdracht waar een creatieve oplossing nodig is. een complexe opdracht, waar een nieuw concept moet worden uitgewerkt. een interessante opdracht, met een aantal goede mensen om me heen. een moeilijke opdracht, met een concreet doel en een strakke deadline. TEST JEZELF: http://www.ervaar.nl/jezelf/test.phphttp://www.ervaar.nl/jezelf/test.php

15 4. Mijn favoriete vakantie: bungy jumpen in de Grand Canyon. ontdekkingsreis door Egypte. met de hele familie, maakt niet uit waar. drie weken, appartement aan de Middellandse Zee. 5. Soms, ben ik wel eens drammerig. bouw ik wel eens luchtkastelen. cijfer ik mezelf teveel weg. ben ik wel eens star en bot. 6. Mensen waarderen mij om: mijn creatieve ideeën. mijn heldere inzicht. om wie ik als mens ben. om de resultaten die ik heb bereikt. 7. Mijn postitieve eigenschappen: enthousiasme slim en helder sociaal resultaatgerichtheid

16 8. Als ik een wens zo mogen doen: een keertje mee op een reis naar de maan Nobelprijs voor mijn gehele werk een landgoed waar ik elk jaar een feest kan geven voor al mijn vrienden multimiljonair 9. Ik moet opletten dan ik niet te drammerig ben. veel luchtkastelen bouw. mezelf te veel wegcijfer. star en bot ben. 10. De laatste vraag, wat zou je nog willen nog weten? schiet op wat, zijn de antwoorden! heb je meer informatie over het achterliggende model? wie heeft deze test eigenlijk gemaakt? is deze test wel gevalideerd?

17 DEMONSTRATIE

18 Vuur Water Lucht Aarde Emotioneel Emotioneel Rationeel Rationeel Komt tot actie Komt niet tot actie Komt niet tot actie Komt tot actie Gepassioneerd, staat voorop, extrovert, hard naar buiten, enthousiast, boos, brengt alles naar buiten, wil zich graag laten zien. Voelt veel van binnen, lijdt meer, is soms wat poëtischer, of “wat erg…”, voelt alles heel erg en is gevoelige en kwetsbaar Alles van meerdere kanten bekijken en beredeneren, flexibel, ruimdenkend, beredenerend, bekijkt alles van allerlei kanten en analyseert. Hij beweegt veel. Nuchter komt gelijk tot een daad, maakt niet veel woorden vuil, handelingsgericht, concreet, gevoel is niet snel op de voorgrond. - Italiaan - Kapitein - De dichter - Architect - Wetenschapper - Boer

19 WAAR GA JE ZITTEN? Een aardetype zal eerst kijken waar er voor hem nog een stoel staat en hij zal nadenken waar hij het beste kan gaan zitten, mede met het oog op de verdere ruimte-indeling. Pas daarna volgen allerlei andere inventarisaties en acties. Een watertype zal eerst kijken naar de mensen die in de ruimte zitten en vooral zal hij letten op hoe hun gezichten staan en verder zal hij proberen de sfeer te voelen, c.q. te ruiken. Een luchttype zal als hij binnenkomt vooral luisteren naar de uitgesproken woorden of kijken naar de geprojecteerde teksten, schema’s of beelden en daarover gaan denken; of hij het kan volgen, of hij denkt dat het klopt, of hij het relevant vindt. Een vuurtype zal vooral luisteren naar de uitgesproken woorden en voelen of hij het interessant vindt, of het leuk is, boeiend, nieuw, inspirerend en of dat nieuw leven in de brouwerij zal geven. In het meest extreme geval zal hij kijken in hoeverre hij datgene wat de trainer meldt kan aanvullen met zijn eigen ideeën.

20 1. ORIËNTATIE Je hebt je georiënteerd op je meest dominante element. Ga daar zitten waar je je het meeste thuis voelt. Leg aan elkaar uit waarom je bent gaan zitten/staan waar je staat. Dat kan in je professionele rol zijn of daarbuiten.

21 2. INLEVEN Je neemt de zittende houding aan van je element. Je neemt de expressie aan van je element. Je maakt een gebaar wat bij je element past. Je zegt een zin, passend bij je element. Je loopt als je element Je voert een korte dialoog: Onderwerp: Het Nederlandse onderwijs is fantastisch!!

22 DUO’S OPLOSSINGEN Je bent naar de markt geweest en je hebt een koopje gehaald. Tien sinaasappels voor twee euro. Maar als je thuis komt blijken er zes van de tien rot te zijn. Je gaat terug naar de markt en lost het op zoals het element het zou oplossen.

23 3. WISSELEN Zelfde procedure als bij 1 en 2 STELLING: Als je leraar kunt worden kun je alles worden. Of: Als je niks kunt worden kun je nog altijd leraar worden. Een voor een tegen.

24 4. ONTMOETINGEN Tweetallen: V-W en wissel Conflict: leerling is regelmatig te laat. Tweetallen A-L en wissel Conflict: collega veegt bord nooit uit en ruimt lokaal niet op Tweetallen: V-A en wissel Conflict: leerling zit tijdens les te appen (was dringend)

25 VIER ELEMENTEN Kledingwinkel Je wil iets ruilen zonder bon Elektronicazaak Je hebt een klacht over een product CD winkel Je hebt iets gestolen onder je jas Slagerij Je hebt veel besteld als je ontdekt dat je geen geld hebt Servieswinkel Je hebt iets duurs kapot gemaakt Supermarkt Je bent heel langzaam terwijl er een lange rij staat Drogisterij Je hebt veel moeilijke vragen over het product Bakkerij Je bent stiekem voor gekropen omdat je haast hebt Groentewinkel Je bent je boodschappenbriefje kwijt en belt naar huis Schoenenwinkel Je ziet het bedrag op de kassa en vindt het té duur

26 5. CONFLICTEN ALLEN ZELFDE ELEMENT a. Leerling vertelt dat hij verliefd op je is b. Leerling zegt dat hij homofiel is en dat hij het tegen niemand durft te vertellen c. Leerling vertelt dat hij thuis geslagen wordt d. Directeur vertelt je dat je slecht functioneert. e. Je vriend/vriendin deelt je mee dat hij/zij vreemd is gegaan

27 6. DRIETALLEN a. Docent-ouder-leerling over slecht functionerende leerling b. Directeur-docent-leerling over pesten c. Twee leerlingen en docent over drugsgebruik d. Drie docenten over waardeloze directie e. Drie vrienden over vakantieplannen

28 7. VIERTALLEN a. Vader-moeder-zoon-dochter over cijfers op school, huiswerk, etc. Zoon doet het slecht, dochter is grote voorbeeld b. Docent-vader-moeder-kind over schorsing c. 4 docenten over disfunctioneren directie d. Klas met docent in verschillende temperamenten Klas is ongemotiveerd Klas is druk Klas heeft gespiekt Klas heeft gespijbeld Er wordt gepest

29 VOOR DE KLAS Bedenk een situatie waarin je één van de elementen als docent zou moeten laten zien.

30 1) Het gebroken gebaksbordje Een aantal keurig nette mensen zijn aan het rondkijken in een servieswinkel. Een bijzonder duur gebaksbordje spreekt hen meteen aan. Op het moment dat een hen het vastpakt, glijdt het uit de handen. Wat gebeurt er? 2) De gescheurde broek Een aantal mensen van een amateur zanggroep zullen gaan optreden voor een belangrijk publiek. Net voordat ze naar het podium willen lopen, ontdekt een iemand dat hij uit zijn broek is gescheurd. Het resultaat is niet om aan te zien, maar het optreden moet doorgaan. Wat gebeurt er? 3) De omgevallen soep Een aantal mensen van een vriendengroep zit lekker te eten in een restaurant. Als de ober de soep komt brengen, laat hij per ongeluk het bord uit zijn handen vallen. De soep valt zo over de kleding van een van de klanten. Wat gebeurt er? 4) De bloemen allergie Een aantal mensen is uitgenodigd om een zeer belangrijk persoon tijdens een bijeenkomst een bos bloemen aan te bieden. De bos bloemen hebben ze zelf uitgezocht. Op het moment dat ze de bloemen overhandigen, krijgt de belangrijke persoon een ontzettende niesaanval en overal jeuk. Wat gebeurt er? 5) De mislukte overval Een aantal mensen van een bende hebben dagenlang overleg gehad over de te plegen bankoverval. Vandaag zal deze plaats gaan vinden. Terwijl de bende de bank binnen loopt en de leider het pistool uit zijn zak wil halen, blijkt deze kwijt te zijn. Wat gebeurt er?

31 6) De stroomstoring Een aantal artsen en chirurgen zullen vandaag een lastige operatie moeten uitvoeren. De operatie is in volle gang als de stroom opeens uitvalt. Het is pikdonker en de patiënt ligt in een kritieke toestand. Wat gebeurt er? 7) Het alarm Een aantal mensen van een bejaardenhuis bezoekt een museum. Alle schilderijen en beelden worden bekeken. Terwijl ze rondlopen stoot een persoon per ongeluk met zijn stok tegen een beeld aan. Het alarm gaat direct af. Wat gebeurt er? 8) De verkeerde naam Een aantal mensen is meegegaan naar de prijsuitreiking van hun vriend. De vriend is eergisteren gebeld omdat hij de hoofdprijs heeft gewonnen bij de loterij. Op het moment dat de prijs uitgereikt gaat worden blijkt er sprake te zijn van een vergissing in de naam. Wat gebeurt er? 9) De maagkrampen Een aantal mensen van een toneelvereniging zal een optreden gaan verzorgen. Voordat ze het podium opgaan hebben ze lekker pizza gegeten. Met een volle maag betreden ze het podium. Alles gaat goed, tot dat een van hen opeens enorme maagkrampen krijgt. De pizza bleek niet goed gaar te zijn en zijn hele maag raakt overstuur. Wat gebeurt er? 10) De drugssmokkel Een aantal mensen van een smokkelbende zijn op schiphol aangekomen om een flinke partij drugs te smokkelen. Alles loopt gesmeerd, en zonder enig probleem komen ze de douanepoortjes door. Eenmaal aangekomen in het land van bestemming willen ze de drugs overhandigen. Als het opengemaakt wordt blijkt er helemaal geen drugs in te zitten. Wat gebeurt er?


Download ppt "DE ELEMENTEN WORKSHOP DOCENTENDAG 4 oktober 2013 WELKOM DIVERSITEIT."

Verwante presentaties


Ads door Google