Marchien Folkerts en Paul Westeneng Persoonlijk digitaal leren met

Presentatie over: "Marchien Folkerts en Paul Westeneng Persoonlijk digitaal leren met"— Transcript van de presentatie:

1 Marchien Folkerts en Paul Westeneng Persoonlijk digitaal leren met
VAPthemadag Marchien Folkerts en Paul Westeneng Persoonlijk digitaal leren met

2 Waarom persoonlijk leren?
Leerlingen hebben verschillende aanvangsniveaus Leerlingen hebben verschillende leervoorkeuren Uitgangspunt: Je leert beter als je leerstof aangeboden krijgt die past bij je niveau en bij je leervoorkeur.

3 Typisch niveauverschil in een klas?

4 De verdeling per onderwerp ...

5 leerling 1 leerling 2 leerling 3 profiel - stijl: reproductief
- modaliteit: video - interesse: paarden - stijl: toepassingsgericht - modaliteit: tekstueel - interesse: brommers - stijl: inzicht - modaliteit: auditief - interesse: Ajax

6 gekoppeld aan leerdoel
1 2 5 3 4 leerobjecten leerdoelen hiërarchie voorwaarde leerpad actief gekoppeld aan leerdoel profiel leerling B profiel leerling A profiel leerling C profiel leerling D profielen Conceptuele werking platform: 1. Tussen leerdoelen bestaan twee soorten relaties: a. hierarchische, die laten zien hoe een algemener leerdoel beschreven kan worden op een gedetailleerder nivo en b. voorwaardelijke, die aangeven dat een bepaald leerdoel behaald moet zijn voordat aan een andere wordt begonnen. 2. Uit de leerdoelen ontstaat een leerpad voor de leerling. Het leerpad bestaat uit een aantal leerdoelen in een volgorde. In het voorbeeld hier moeten de roodachtige leerdoelen achter elkaar behaald zijn om vervolgens te werken aan de geelgekleurde doelen. Die laatsten mogen blijkbaar parallel uitgevoerd worden. De volgorde is niet belangrijk. 3. Het leerdoel waaronder “actief” staat is het leerdoel waar een leerling nu mee bezig is. De leerobjecten 1, 2 en 3 zijn gekoppeld aan dit leerdoel, via veld 9 van het LOM metadataschema. 4. De leerobjecten 1, 2 en 3 willen zich verbinden/willen zich tonen aan de leerling omdat ze weten dat het leerdoel waarmee ze zijn verbonden actief is. 5. De profielen van leerlingen bepalen of een leerobject zich mag verbinden met een leerdoel. In de profielen kunnen kenmerken van leerlingen opgenomen worden. Bijvoorbeeld een voorkeur op de RTTI-schaal of een voorkeur voor video-leerobjecten. Het systeem probeert rekening te houden met de voorkeur van leerlingen en de meest geschikte leerobjecten te vinden. 6. Het profiel van leerling A staat alleen toe dat leerobject 1 zich verbindt met het rode leerdoel. Het profiel van leerling B staat toe dat leerobject 2 en 3 zich tonen.

7 PulseOn is een open omgeving
houdt rekening met niveau en leervoorkeur van de leerling geeft de docent de informatie die nodig is om leerlingen optimaal te begeleiden stimuleert excellente leerlingen tot betere prestaties ondersteunt leerlingen bij het oefenen van zwakke onderdelen geeft ouders gedetailleerd inzicht in de vorderingen.