De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

BELGISCHE VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK Wettelijk kader Kathleen Deboutte Consulente bij het Kunstenloket.

Verwante presentaties


Presentatie over: "BELGISCHE VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK Wettelijk kader Kathleen Deboutte Consulente bij het Kunstenloket."— Transcript van de presentatie:

1 BELGISCHE VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK Wettelijk kader Kathleen Deboutte Consulente bij het Kunstenloket

2 Boekhouding kleine vzw Aansprakelijkheid Einde van de vzw
Overzicht VZW – Situering Essentie van de vzw Oprichting Organen Boekhouding kleine vzw Aansprakelijkheid Einde van de vzw

3 Essentiële verschillen met vennootschap:
1.VZW - Situering VZW = rechtspersoon Essentiële verschillen met vennootschap: Doel van de leden / oprichters: principieel niet op verrijking gericht Uitgeoefende activiteit: principieel geen winstbeogend activiteit

4 Wet: cummulatieve voorwaarden:
2.Essentie van de vzw Ledengroepering Wet: cummulatieve voorwaarden: “Geen nijverheids- of handelsactiviteiten drijven” “Geen stoffelijk voordeel aan de leden trachten te verschaffen” Om essentie van vzw zoals die vandaag bestaat te kunnen begrijpen: sprong terugmaken in de tijd m.n toen voor het eerst rechtspersoonlijkheid aan vzw werd toegekend Op dat moment: verenigingen die zich bezighielden met een zgn. 'hoger' doel dan het rechtstreeks of individueel belang van de deelnemenden bestonden reeds sinds eeuwen bv. armenzorg, ziekenzorg, congretaties, gildes...  geënt op het principe van vrijheid van vereniging zoals opgenomen in Belgische grondwet; collectieve activiteit waarbij mensen hun krachten bundelen om een hoger doel dan hun eigen belang te realiseren MAAR: hadden geen aparte juridische structuur, i.t.t. handelsvennootschappen; waren allemaal feitelijke verenigingen die sporadisch (punctueel) door bijzondere wet als rechtspersoon werden erkend zonder expliciet algemeen wettelijk kader Rond 1919: parlement stelt vast dat meer en meer algemeen sociale consensus bestaat rond noodzaak om wel aparte juridische persoonlijkheid toe te kennen aan die feitelijke verenigingen:  zonder rechtspersoonlijkheid kunnen verenigingen zich niet behoorlijk van hun taak kwijten  merendeel van zgn. 'moderne' staten reeds gebeurd --> België kan eigenlijk niet achter blijven omwille van o.a. imago van het land Enige reden waarom in België nog niet gebeurd: spookbeeld van "dode hand" --> voor velen verbonden met notie van rechtspersoonlijkheid Parlement: kan worden opgelost via rationele/pragmatische benadering:  enerzijds tegemoetkoming aan algemene zucht naar toekenning van rechtspersoonlijkheid aan vzw via creatie algemeen wettelijk kader, maar  anderzijds wettelijk kader gebruiken om gelijktijdig eventuele schade voor staat op te vangen => resultaat: Wet waarbij rechtspersoonlijkheid wordt toegekend aan vzw DUS voornaamste bekommernis van parlement ligt in verzoening tussen 'liberale noden' en 'belangen van de staat' WAT is dan precies vzw --> niet voornaamste bekommernis van parlement op dat moment; om die reden gedefinieerd als soort tegenpool op handels- en burgerlijke vennootschappen => uiteindelijk negatieve definitie: geen ...; geen... WAARBIJ uit debatten blijkt vooral op dat moment impliciete consensus over type verenigingen dat werd geviseerd; zelfs opgesomd bv. artistieke verenigingen --> kunst "per definitie" niet lucratief; idem religieuze verenigingen of armenzorg

5 Praktijk: handelsactiviteiten zijn toegelaten maar
2.Essentie van de vzw Praktijk: handelsactiviteiten zijn toegelaten maar Toetsing aan het doel van de vereniging: mag niet commercieel zijn Winst moet worden bestemd tot verwezenlijking van het doel Verbod op winstverdeling aan leden definitie heeft aanleiding gegeven tot heel veel discussie die tot op heden blijft bestaan ten tijde van laatste wetswijziging: in oorspronkelijk voorontwerp wordt gesproken van ‘ vereniging die niet beoogt haar leden stoffelijk voordeel te verschaffen en geen handels- of nijverheidsdaden stelt, behalve als het gaat om nevenactiviteiten verricht naar een niet-winstgevende hoofdactiviteit die noodzakelijk zijn om het doel te verwezenlijken’  sluit aan bij de tot dan toe bestaande uitlegging van rechtspraak en rechtsleer Raad van State  erop gewezen dat dit opnieuw tot problemen zou aanleiding geven bv. - wat is nevenactiviteit ? - wanneer wordt hoofdactiviteit beschouwd als ‘niet-winstgevend ?’ => eerder opteren om ook in België een meer positieve definitie te introduceren, bv. naar het model van de Europese vereniging “iedere economische activiteit uitgeoefend door een Europese vereniging is uitsluitend bestemd voor verwezenlijking van haar doel, waarbij winstverdeling onder de leden uitgesloten is”  zou neerkomen op wettelijke aanvaarding van reeds bestaande praktijk dat economische activiteit is toegelaten, zolang de eventuele winst gaat naar verwezenlijking van het “hoger” (moreel) doel  sluit aan bij geest zoals die reeds in 1921 bestond cfr. limonadier uiteindelijk niet gedaan omdat men vreesde dat de gebruikte begrippen (hoofdactiviteit, prioriteir…) opnieuw tot rechtsonzekerheid aanleiding zouden geven => bestaande definitie gehandhaafd vermits daar uiteindelijk al 80 jaar rechtspraak over bestond, en ook omdat er maatschappelijk een soort consensus bestond over de idee achter de vzw; voor het tegengaan van eventuele misbruiken van de rechtsfiguur vzw ging men ervan uit dat verstrengde financiële controle zou volstaan tot op heden vanzelfsprekend hier en daar misbruik maar eigenlijk relatief kleinschalig probleem => onvoldoende impact op de maatschappij om een wetswijziging te verantwoorden Wat betekent dit concreet voor de praktijk ? Onderscheid tussen doel van vereniging en haar activiteiten, waarbij het doel niet winstgevend mag zijn maar activiteiten eventueel wel van commerciële aard cfr. Paters Westmalle Er wordt, minstens impliciet aanvaard dat winst kan worden gemaakt vermits het onmogelijk de bedoeling kan zijn dat vzw structureel deficitair zou werken Winst uit de eventuele commerciële activiteiten moeten worden bestemd om het niet-commercieel doel te realiseren In geen geval mag winst worden verdeeld onder de leden Onrechtstreekse voordelen  sinds lang in praktijk aanvaard bv. christelijk theater  bezoldiging acteurs  geen buitenproportionele vergoeding voor diensten

6 Authentieke of onderhandse akte
3.Oprichting Authentieke of onderhandse akte Verplichte vermeldingen statuten m.b.t. “Identiteit” rechtspersoon Natuurlijke personen achter rechtspersoon Structuur rechtspersoon Wijze van functioneren Oprichting vzw gebeurt tijdens stichtingsvergadering  concreet: aantal mensen die vzw willen oprichten (stichters) komen samen in een vergadering Geschreven weerslag van die vergadering = oprichtingsakte  veel ruimer dan de statuten alleen, nl verschillende onderdelen:  Datum & plaats van de vergadering  Opsomming aanwezigen  Vermelding dat die personen beslist hebben om vzw op te richten  Statuten volgens dewelke vzw zal functioneren, dwz grondregels mbt algemeen functioneren van de rechtspersoon; deze omvatten een aantal verplichte vermeldingen  Aansluitend: aanstelling raad van bestuur + eventueel dagelijkse bestuurders Doorgaans: oprichting onderhands; soms authentiek verplicht bv. inbreng onroerend goed

7 Organische vertegenwoordiging Toerekening aan de vzw
4.Organen van de vzw Rechtspersoon: uitoefening van rechten door natuurlijke (fysieke personen) Organische vertegenwoordiging Toerekening aan de vzw Wettelijk: AV – RvB – OVV - DB Aangezien rechtspersoon slechts een juridische fictie is  kan zelf als dusdanig geen handelingen stellen (alleen een natuurlijk persoon kan een pen vastpakken en handtekening onder een stuk papier zetten) => Altijd vertegenwoordiging door natuurlijke personen Wet heeft hiervoor ‘organen’ voorzien Wanneer orgaan handeling stelt  toerekening aan vzw

8 Beraadslaging & stemming Sancties bij miskenning reglementering
4.1.Algemene vergadering Samenstelling Bevoegdheden Bijeenroeping Agenda Beraadslaging & stemming Sancties bij miskenning reglementering Alles wat AV betreft = vrij strikt geregeld in de wet + mogelijkheid tot verdere uitwerking in statuten

9 4.1. Algemene vergadering Samenstelling
Wettelijk minimum = 3 (< ontbinding) Werkelijke/werkende leden Toegetreden: - ‘Derden die een band hebben met de vereniging’ Rechten uitsluitend bepaald door statuten & reglement NOOIT stemrecht (want geen effectieve leden)

10 4.1.Algemene vergadering Samenstelling
Stichtend of niet stichtend Statutair of niet-statutair Toetredingsvoorwaarden (inhoud+ vorm) = verplichte vermelding in statuten Aanvaarding: vrij te bepalen in statuten door wie (AV, RVB, DB…); indien niets bepaald: RVB

11 Wettelijk voorbehouden (exclusief)
4.1.Algemene vergadering Bevoegdheden: Wettelijk voorbehouden (exclusief) Strategisch bepaald door de wetgever: Identiteit – procedures – belangrijkste organen – cijfers – ontbinding – uitbreiding via statuten

12 4.1.Algemene vergadering Belangrijkste bevoegdheden
Wijziging statuten Benoeming + afzetting bestuurders Benoeming + afzetting + bezoldiging commissarissen Kwijting bestuurders & commissarissen

13 4.1.Algemene vergadering Belangrijkste bevoegdheden
Goedkeuring begroting & rekening Ontbinding vereniging Uitsluiting lid Omzetting naar VSO Alle bevoegdheden voorzien in statuten

14 4.1.Algemene vergadering Bijeenroeping
Wie ?  bepaald in statuten; indien niets bepaald: RvB (=> voorafgaande vergadering) Wanneer ? min. 1 x / jaar 1/5 werkende leden verzoekt hierom statutair bepaalde datum (praktijk: voldoende tijd voorzien om boekjaar af te sluiten en jaarrekening op te maken)

15 4.1.Algemene vergadering Bijeenroeping
Hoe ?  verplicht vermeld in statuten Termijn ? min. 8 kalenderdagen voor vergadering

16 Gewone vs. buitengewone algemene vergadering Agenda:
Jaarlijks: rekening, kwijting, begroting Buitengewoon: uitsluiting lid, wijziging statuten, omvorming VSO

17 4.1.Algemene vergadering Beraadslaging & stemming - voorwaarden
Geldige samenstelling: aanwezigheidsquorum (%) of –aantal (wet: aanwezigheid 1 lid = voldoende) Verdeling functies bv. voorzitter Meerderheidsquorum Gewone: normale agendapunten Bijzondere: buitengewone agendapunten

18 4.1.Algemene vergadering Sancties bij miskenning reglementering
Ontbinding vzw wegens zware miskenning statuten of wet Vernietiging betwiste rechtshandeling Vordering door elke belanghebbende Uitspraak door rechtbank Vernietiging betwiste rechtshandeling bv. beslissing van AV waarbij bestuurders worden afgezet en nieuwe bestuurders benoemd; AV is niet rechtsgeldig samengeroepen Bv. bij overheidsvereniging  ambtenaar aangesteld die ‘grote kuis’ hield: op eigen houtje (zonder medeweten van de bestuurders) nieuwe statuten gemaakt en AV samengeroepen; deze duidt nieuwe bestuurders aan en keurt statuten goed. = onregelmatigheid in vormvereiste => nietigheid (kan enkel indien men als belanghebbende optreedt)

19 4.2.Raad van Bestuur Samenstelling Bevoegdheden Werking Bezoldiging

20 4.2.Raad van Bestuur Samenstelling
Aantal < aantal leden Leden of niet-leden Natuurlijke of rechtspersonen Eventuele statutaire beperkingen (bv. specifieke bekwaamheid, paritaire samenstelling…) Aanstelling door AV (coöptatie = onwettig) Wijze van aanstelling: verplicht vermeld in statuten Over samenstelling RVB  bijzonder weinig bepaald nl. ‘kleiner dan AV’  strikt juridisch: min of meer alle soorten samenstellingen zijn mogelijk Wat is dan een 'goede' RVB ?  niet in de wet bepaald => niet juridisch geregeld; nochtans erg belangrijk vermits dit het orgaan is dat de koers van de vzw bepaalt Vanuit gedachte dat term ‘raad van bestuur’ geintroduceerd is in 2002 om meer analogie te creëren met figuur van handelsvennootschappen  niet ondenkbaar om inspiratie te vinden in 'corporate governance'  engelstalige term voor 'ondernemingsbestuur'  term uit bedrijfskunde (organisatie van bedrijven) heeft tot doel te  Discipline m.b.t. vraag hoe een onderneming (in ruime zin) GOED, VERANTWOORD en EFFICIENT moet worden bestuurd op ALLE vlakken (organisatie, marketing, strategisch management = eerder gericht op lange termijndoelstellingen, human resources, communicatie...) => veel ruimer dan het loutere 'juridisch in orde zijn met alles' --> is uiteindelijk slechts een evidente basisvereiste Code van de Commissie Corporate Governance: aantal richtlijnen  ‘goede’ RVB is klein genoeg om efficiënt te kunnen vergaderen maar groot genoeg om - kennis en ervaring uit verschillende domeinen te kunnen aandragen; en - om wijzigingen in de samenstelling ongehinderd te kunnen opvangen  besluitvorming binnen RVB mag niet door één individu worden gedomineerd  Bestuurders moeten blijk geven integriteit en toewijding  DAARNAAST: idealiter policy inzake onafhankelijkheidscriteria Binnen praktijk van doorsnee ‘culturele’ vzw: uiteraard eerder ‘zware’ basisvereisten wanneer het gaat om individuele kunstenaar Echter niet zo vergezocht voor vzw met grote bugetten bv. gezelschappen > Eur => Op internationaal vlak ontstaat meer en meer tendens van “non profit” governance  specifiek gericht op bestuur van non profit organisatie met het oog op realiseren van hun doelstellingen op lange termijn.

21 4.2.Raad van Bestuur Bevoegdheden
residuair  alles wat niet aan een ander orgaan is toegewezen beperkingen kunnen statutair voorzien worden verantwoording aan AV (kwijting) Gebruikelijke bevoegdheden en taken van RVB binnen vzw: eerder gericht op voorbereiden van jaarrekening en begroting Terugkoppelend naar nonprofit governance: daaruit blijkt dat belangrijkste probleem in meeste nonprofits bestaat uit een onvoldoende toezicht van RVB op dagelijkse leiding van de organisatie Zeer belangrijk taak voor RVB zou erin bestaan om prestaties van dagelijkse leiding regelmatig te evalueren In praktijk gebeurt dit vaak niet: Kernfiguren van dagelijkse leiding liggen heel vaak aan de oorsprong van vzw  hebben zelf de leden van RVB aangezocht => nadien moeilijk om evaluatie te laten plaatsvinden Vaak onbezoldigde functie => wordt minder ‘professioneel’ benaderd dan een ‘echte’ job Andere belangrijke taak: dagelijkse leiding aanmoedigen en helpen zonder al te veel inmenging

22 4.2.Raad van Bestuur Werking
Principe: collegialiteit  consensus Werking: geen wettelijke bepalingen Oriëntatieregels: Collegialiteit =>minstens ½ aanwezig Beraadslaging & stemming: gewone meerderheid Agenda, frequentie, vorm…  vrij

23 4.2.Raad van Bestuur Bezoldiging
Principe: onbezoldigd tenzij AV bezoldiging toekent Juridische kwalificatie: zelfstandige of werknemer ?

24 Onderscheid kleine, grote en zeer grote V.Z.W.
5.Boekhouding Onderscheid kleine, grote en zeer grote V.Z.W. Belang van het onderscheid: Voeren van de dubbele boekhouding (volgens Wet van 17 juli 1975 m.b.t. boekhouding van ondernemingen, aangepast model) Neerlegging van de jaarrekening Aanstellen van een revisor

25 5.Boekhouding – kleine V.Z.W.’s
Vereenvoudigde boekhouding Jaarlijkse staat van ontvangsten en uitgaven Jaarlijkse staat van het vermogen Volgens modellen (K.B. van 26 juni 2003) (zie ook onder documenten en tools voor modellen jaarrekening en begroting)

26 5.Boekhouding – kleine V.Z.W.’s
Keuze om een dubbele boekhouding te voeren (zoals voor grote VZW’s) mits: Minstens gedurende 3 boekjaren toepassen Verantwoording (in de toelichting)

27 5.Boekhouding – kleine V.Z.W.’s
Staat van Ontvangsten en Uitgaven: mutaties in contanten en op rekening) Aangepast aan de aard v.d. activiteiten Dagboeken Genummerd; geïdentificeerd; Ondertekend bij 1e gebruik + ieder jaar Zonder uitstel bijgehouden; Geen weglatingen; geen witte vakken Mutaties in contant geld of op rekening Bewaartermijn 10 jaar

28 5.Boekhouding – kleine V.Z.W.’s
UITZONDERING: Verenigingen die wegens de aard van hun activiteit onderworpen zijn aan bijzondere, uit een wetgeving of overheidsreglementering voortvloeiende regels betreffende het houden van een boekhouding en betreffende hun jaarrekening voor zover zij minstens gelijkwaardig zijn aan die bepaald op grond van de V.Z.W.-wet

29 5.Boekhouding – kleine V.Z.W.’s
Verplichtingen voor alle V.Z.W.’s Goedkeuring van een begroting (geen vormelijke verplichting) =raming van de voorziene inkomsten en uitgaven Goedkeuring van een jaarrekening (volgens verplichte modellen) op voorstel van de raad van bestuur binnen een termijn van 6 maanden na afsluitingsdatum van het boekjaar beslissing door de algemene vergadering

30 5.Boekhouding – kleine V.Z.W.’s
Neerlegging van de jaarrekening < 1 maand na goedkeuring van de jaarrekening door de algemene vergadering Kleine V.Z.W: Bij de griffie van de rechtbank van Koophandel

31 5.Boekhouding – kleine V.Z.W.’s
Sanctie: indien gedurende 3 opeenvolgende jaren niet voorgelegd aan algemene vergadering of niet neergelegd:  ontbinding kan gevorderd worden

32 (= essentie van rechtspersoonlijkheid) Diverse uitzonderingen
6.Aansprakelijkheid Principe: geen aansprakelijkheid  betrokkenen verbinden niet zichzelf, maar vereniging (= essentie van rechtspersoonlijkheid) Diverse uitzonderingen Tgo vzw Tgo derden Strafrechtelijk Principes aansprakelijkheid: Contractuele: niet nakoming contractuele verplichting met schade tot gevolg Buitencontractuele: ook burgerrechtelijke of aquiliaanse aansprakelijkheid genoemd  Daad of nalatigheid  Vermoeden van aansprakelijkheid (weerlegbaar en onweerlegbaar); Binnen deze categorie wordt notie ‘fout’ volledig buiten spel gezet; hierbinnen bv. aansprakelijkheid van opdrachtgevers voor fouten van hun aangestelden

33 6.1.Aansprakelijkheid algemene vergadering
Tgo vzw: concrete verbintenissen bv. betaling lidgeld Tgo derden: niet aansprakelijk tenzij andere hoedanigheid dan als lid (bv. borgsteller, sterkmaking…) eigen fouten (burgerrechtelijke aansprakelijkheid) Indien nodige publicaties voor verwerven rechtspersoonlijkheid niet (rechtsgeldig) gebeurden

34 6.2.Aansprakelijkheid RvB
Tgo vzw: schending van de overeenkomst (opdracht) als bestuurder Tgo derden: ‘onrechtmatige daden’ bv. schending van de wet, gebruik subsidies voor andere doeleinden…

35 6.2.Aansprakelijkheid RvB
Strafrechtelijke aansprakelijkheid: Strafbaar feit door bestuurder zelf gepleegd Strafbaar feit gepleegd door werknemer van de vzw waarvoor bestuurder verantwoordelijkheid draagt Specifiek verbonden aan verenigingsleven (bv. subsidiemisbruik) Andere hoedanigheid dan als bestuurder (bv. borg) Strafbaar feit door bestuurder OF door RvB gepleegd:  Speficieke misdrijven inzake subsidiefraude: subsidieafwending, subsidiebedrog, subsidieheling…  Bedoeling: bedrieglijke praktijken ten nadele van het communautair budget te beperken (bestond reeds in 1933; uitgebreid in 1994  Zeer zware straffen, gaande van geldboetes tot gevangenisstraffen  Straf kan worden opgelegd zowel aan vzw (rechtspersonen kunnen ook worden bestraft) als aan RvB als aan directie (afhankelijk aan wie het voordeel is toegekomen Gaat echter verder: aansprakelijkheid voor feit gepleegd door werknemers die onder verantwoordelijkheid van RvB vallen; zelfs voor vrijwilligers die voor een vzw werken bv. monitor van jeugdbeweging die is georganiseerd onder vorm van vzw; kind steekt straat over en wordt doodgereden Samenloop van verschillende aansprakelijkheden bv. correctionele rechtbank Namen  veroordeling kinderarts wegens foutieve diagnose (1 jaar gevangenisstraf met uitstel) + gelijktijdige schadevergoeding in het kader van burgerrechtelijke aansprakelijkheid te betalen door vzw ziekenhuis (= objectieve aansprakelijkheid voor fout van aangestelden) “15 april NAMEN - De correctionele rechtbank van Namen heeft maandag een vrouwelijke kinderarts van het ziekenhuis Val de Sambre d'Auvelais veroordeeld tot een jaar cel met uitstel voor een foute diagnose. De jonge vrouw, een kinderarts in haar derde jaar stage, kreeg op 27 november 2004 de 12-jarige Kévin Mauroy bij zich. De jongen had hevige keelpijn en overleed enkele dagen later aan ernstige problemen aan zijn strotklep. De kinderarts had echter niet alle noodzakelijke onderzoeken gedaan omdat ze ervan overtuigd was dat de jongen een angstaanval had. De rechtbank sprak in zijn vonnis van een zware fout. De rechter sprak wel een verpleegster die dienst had vrij omdat ze geen fouten heeft gemaakt. Volgens de rechtbank had ze geen enkele opdracht gekregen van de arts en greep ze meteen in toen de toestand van jonge verergerde door de kinderarts te verwittigen. Op burgerlijk vlak werd het ziekenhuis veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van euro aan elk van de ouders van Kévin en euro aan elk van de grootouders van vaderszijde.”

36 6.2.Aansprakelijkheid RvB
Beperkingen persoonlijke aansprakelijkheid: Kwijting (tgo vzw) Vrijwaring door vzw (tgo derden) Verzekering (opzet = altijd uitgesloten) Verjaring Ook vrijwaringsclausules bv. “de organisatie is niet verantwoordelijk voor gebeurlijke ongevallen”

37 Nietigheid (bv. geen doel) Vrijwillige ontbinding
7.Einde van de vzw Einde vzw als Belgische vzw (bv. verplaatsing zetel naar land dat geen buitenlandse vzw toelaat) Nietigheid (bv. geen doel) Vrijwillige ontbinding Gerechtelijke ontbinding Ontbinding van rechtswege (= ‘semi’-automatisch bv. verstrijken duur) Omzetting naar VSO Belangrijk: activa  altijd naar vereniging met gelijkaardig doel


Download ppt "BELGISCHE VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK Wettelijk kader Kathleen Deboutte Consulente bij het Kunstenloket."

Verwante presentaties


Ads door Google