Godsdienst. Herdenken Jij weet het wel maar twijfelt of het waar is? Doe de twijfeltest!

Presentatie over: "Godsdienst. Herdenken Jij weet het wel maar twijfelt of het waar is? Doe de twijfeltest!"— Transcript van de presentatie:

1 Godsdienst

2 Herdenken

3

4

5 Jij weet het wel maar twijfelt of het waar is? Doe de twijfeltest!

6

7 Een kapper bestaat niet!

8

9 Jezus twijfelt niet – Hij weet wat komen gaat maar vertrouwt op Zijn Vader Waarom kwam Jezus niet in opstand? Jezus kon mensen genezen…. Hij kon toch ook wel vluchten?

10 Paasfeest, waarom vieren wij dat Witte donderdag Goede vrijdag Stille zaterdag 1 e Paasdag

11 Witte donderdag

12 Pesachfeest

13 Voetenwassing Voeten zijn de werktuigen, waarmee mensen de weg van de bevrijding en van de Tora gaan.

14 Niet om te heersen, maar om te dienen is de opdracht. Dat is de weg voor de volgelingen van Jezus.

15 Avondmaal

16 Judas Iskariot Onder het eten zei hij tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: een van jullie zal mij uitleveren.’ Dit bedroefde hen zeer, en de een na de ander vroegen ze hem: ‘Ik toch niet, Heer?’ Toen zei Judas, die hem zou uitleveren: ‘Ik ben het toch niet, rabbi?’ Jezus antwoordde: ‘Jij zegt het.’ ‘Wat krijg ik van u als ik hem aan u uitlever?’ Ze betaalden hem dertig zilverstukken

17 Jezus weet wat er zal gaan gebeuren …

18 Romeinen aan de macht

19 Farizeeën, wetgeleerden en priesters … Ze keren zich steeds meer tegen Jezus

20 Het volk houdt van Jezus Ze zien hem als een groot profeet

21 Maar … Jezus komt niet met geweld … De Farizeeërs bedenken een plan. Het volk vertrouwt Jezus niet meer... ze zijn ongeduldig.

22 Judas verraad Jezus aan de Romeinen Voor 30 zilverstukken wordt Jezus verraden

23 Jezus wordt gearresteerd

24 De hoge priester Kajafas Zij die Jezus gevangen genomen hadden, leidden Hem weg naar Kajafas, de hogepriester, bij wie de schriftgeleerden en de oudsten bijeengekomen waren.(Matt.26: 57)

25 Jezus is niet bang Hij vertrouwt op God

26 Judas hoort dat ze Jezus willen doden en krijgt berouw Toen Judas, die hem had uitgeleverd, zag dat Jezus ter dood veroordeeld was, kreeg hij berouw. Hij bracht de dertig zilverstukken naar de hogepriesters en oudsten terug 4 en zei: ‘Ik heb een zonde begaan door een onschuldige uit te leveren.’ Maar zij zeiden: ‘Wat gaat ons dat aan? Zie dat zelf maar op te lossen!’ 5 Toen smeet hij de zilverstukken de tempel in, vluchtte weg en verhing zich. 6 De hogepriesters verzamelden de zilverstukken en zeiden tegen elkaar: ‘We mogen ze niet bij de tempelschat voegen, aangezien het bloedgeld is.’

27 Jezus bij Pilatus De Joden konden wel iemand stenigen, maar iemand kruisigen was kon alleen de Romeinse overheid. Pilatus moest toestemming geven.

28