De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

23 maart 2014 Zoetermeer. Galaten 2 1 Daarna ging ik na verloop van veertien jaar weder naar Jeruzalem met Barnabas en nam ook Titus mede; = na het.

Verwante presentaties


Presentatie over: "23 maart 2014 Zoetermeer. Galaten 2 1 Daarna ging ik na verloop van veertien jaar weder naar Jeruzalem met Barnabas en nam ook Titus mede; = na het."— Transcript van de presentatie:

1 23 maart 2014 Zoetermeer

2

3 Galaten 2 1 Daarna ging ik na verloop van veertien jaar weder naar Jeruzalem met Barnabas en nam ook Titus mede; = na het eerst genoemde bezoek aan Jeruzalem (1:18)

4 Galaten 2 2 en ik ging op grond van een openbaring. het evangelie voor, En ik legde hun het evangelie voor, dat ik onder de heidenen verkondig dat ik onder de heidenen verkondig, afzonderlijk echter aan hen, die in aanzien waren, opdat ik niet vruchteloos liep of gelopen had.

5 Galaten 2 2 en ik ging op grond van een openbaring. En ik legde hun het evangelie voor, dat ik onder de heidenen verkondig, afzonderlijk echter aan hen, die in aanzien waren, opdat ik niet vruchteloos liep of gelopen had.

6 Galaten 2 3 Maar zelfs Titus, die bij mij was, werd, ofschoon hij een Griek was, toch niet gedwongen zich te laten besnijden;

7 Galaten 2 4 en dat met het oog op de binnengedrongen valse broeders, lieden, die waren binnengeslopen, onze vrijheid, om onze vrijheid, die wij in Christus Jezus hebben die wij in Christus Jezus hebben, te bespieden, en zo ons tot slavernij te brengen.

8 Galaten 2 5 Wij zijn voor hen de waarheid van het evangelie geen ogenblik gedwee uit de weg gegaan, opdat de waarheid van het evangelie ook verder bij u zou blijven.

9 Galaten 2 6 Maar wat hen betreft, die in zeker aanzien waren wat zij vroeger geweest mogen zijn, (wat zij vroeger geweest mogen zijn, doet er voor mij niets toe doet er voor mij niets toe: God ziet de persoon niet aan) mij immers hebben zij, die in aanzien waren, verder niets opgelegd. = de twaalf

10 Galaten 2 6 Maar wat hen betreft, die in zeker aanzien waren (wat zij vroeger geweest mogen zijn, doet er voor mij niets toe: God ziet de persoon niet aan) mij immers hebben zij, die in aanzien waren, verder niets opgelegd.

11 Galaten 2 7 Maar integendeel: toen zij zagen, dat mij de prediking van het evangelie aan de onbesnedenen toevertrouwd was, gelijk aan Petrus die aan de besnedenen,

12 Galaten 2 7 Maar integendeel: toen zij zagen, dat mij de prediking van het evangelie aan de onbesnedenen toevertrouwd was, gelijk aan Petrus die aan de besnedenen, van de lett. het Evangelie van de voorhuid

13 Galaten 2 7 Maar integendeel: toen zij zagen, dat mij de prediking van het evangelie aan de onbesnedenen toevertrouwd was, gelijk aan Petrus die aan de besnedenen, van de lett. van de besnijdenis

14 Galaten 2 8 (immers Hij, die Petrus kracht gaf om apostel te zijn voor de besnedenen, gaf die kracht ook aan mij voor de heidenen),

15 Galaten 2 8 (immers Hij, die Petrus kracht gaf om apostel te zijn voor de besnedenen, gaf die kracht ook aan mij voor de heidenen), van de lett. apostel van de besnijdenis

16 Galaten 2 8 (immers Hij, die Petrus kracht gaf om apostel te zijn voor de besnedenen, gaf die kracht ook aan mij voor de heidenen), lett. tot-in de natien

17 Galaten 2 9 en toen zij de genade, die mij geschonken was, opmerkten, reikten Jakobus, Kefas en Johannes, die voor steunpilaren golden, mij en Barnabas de broederhand: wij zouden naar de heidenen, zij naar de besnedenen gaan. lett. kennende de genade

18 Galaten 2 9 en toen zij de genade, die mij geschonken was, opmerkten, reikten Jakobus, Kefas en Johannes, die voor steunpilaren golden, mij en Barnabas de broederhand: wij zouden naar de heidenen, zij naar de besnedenen gaan. > de Jakobus-brief

19 Galaten 2 9 en toen zij de genade, die mij geschonken was, opmerkten, reikten Jakobus, Kefas en Johannes, die voor steunpilaren golden, mij en Barnabas de broederhand: wij zouden naar de heidenen, zij naar de besnedenen gaan. > de beide Petrus-brieven

20 Galaten 2 9 en toen zij de genade, die mij geschonken was, opmerkten, reikten Jakobus, Kefas en Johannes, die voor steunpilaren golden, mij en Barnabas de broederhand: wij zouden naar de heidenen, zij naar de besnedenen gaan. > de drie Johannes-brieven + Openbaring

21 Galaten 2 9 en toen zij de genade, die mij geschonken was, opmerkten, reikten Jakobus, Kefas en Johannes, die voor steunpilaren golden, mij en Barnabas de broederhand: wij zouden naar de heidenen, zij naar de besnedenen gaan.

22 Galaten 2 9 en toen zij de genade, die mij geschonken was, opmerkten, reikten Jakobus, Kefas en Johannes, die voor steunpilaren golden, mij en Barnabas de broederhand: wij zouden naar de heidenen, zij naar de besnedenen gaan. lett. de rechterhanden der gemeenschap

23 het fundament... gebouwd op het fundament van de apostelen van de apostelen en profeten, Christus Jezus zelf de hoeksteen terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is. -Efeze 2:20-

24 En God heeft sommigen aangesteld in de gemeente, ten eerste apostelen ten eerste apostelen... -1Korinthe 12:28-

25 Galaten 2 9 en toen zij de genade, die mij geschonken was, opmerkten, reikten Jakobus, Kefas en Johannes, die voor steunpilaren golden, mij en Barnabas de broederhand: wij zouden naar de heidenen, zij naar de besnedenen gaan. lett. wij tot-in de natien

26 Galaten 2 9 en toen zij de genade, die mij geschonken was, opmerkten, reikten Jakobus, Kefas en Johannes, die voor steunpilaren golden, mij en Barnabas de broederhand: wij zouden naar de heidenen, zij naar de besnedenen gaan. lett. zij echter tot-in de besnijdenis

27


Download ppt "23 maart 2014 Zoetermeer. Galaten 2 1 Daarna ging ik na verloop van veertien jaar weder naar Jeruzalem met Barnabas en nam ook Titus mede; = na het."

Verwante presentaties


Ads door Google