Download de presentatie
1
Waarom enzymen? Hun werking
Waarom enzymen? Hun werking enzymen
2
Temperatuur van belang botsingen
Zonder enzymen vraagt het veel meer energie om vanAf de reagentia het product te maken
3
Het enzym bindt met het substraat substraatspecifiek E= Enzym
S = substraat ES = enzymsubstraatcomplex P = product Enzym + Substraat ↔ Enzym-Substraat-Complex ↔ Enzym + Product E + S ES E+P
4
enzymsubstraatcomplex
5
substraatspecifiek Of zo Of nog
6
1. Aan de naam van het enzym kan je zien welk substraat er wordt omgezet
-ase Zetmeel :Amylum amylase Eiwit : Proteïne proteïnase 2. Of de chemische reactie die plaatsheeft Hydrolase A–B + H2O → A–OH + B–H (bouwt water in) Polymerase (maakt polymeer) Vb DNA-polymerase Enzym naam Vb. Glucose oxidase
7
ruimtelijke structuur
Triosefosfaatisomerase purinenucleosidefosforylase (PNP) Glucose oxidase
8
Splitsen of verbinden
9
Bij de reacties blijven de enzymmoleculen intact
10
een opbouwend enzym blijft ook intact na reactie
11
substraatspecifiek enzymen= eiwitten of proteïnen
Worden gemaakt in de cellen van organismen Zeer selectief in het versnellen van 1 chemische reactie. = Alleen die ene reactie waarbij het enzym precies past wordt versneld 10 000en verschillende chemische reacties 10 000en enzymen die maar 1 reactie katalyseren = versnellen (als een sleutel op een slot) 10 000en substraten= chemische stof waarmee het enzym reageert
12
Optimumcurve van het enzym
De enzymwerking is afhankelijk van de temperatuur Optimumcurve van het enzym
13
minimumtemperatuur Om enzymen te laten werken moeten de substraatmoleculen en de enzym-moleculen met elkaar in contact komen Hoe lager de temperatuur hoe minder enzymen met het substraat gaan botsen en een enzym-substraatcomplex gaan vormen
14
maximumtemperatuur enzymen zijn eiwitten
Hoe hoger de temperatuur hoe meer moleculen er van ruimtelijke structuur veranderen ( kapot gaan) en inactief worden Hoe minder substraat wordt omgezet Bij de maximum temperatuur zijn alle enzymmoleculen van ruimtelijke structuur veranderd en inactief Dit proces is onomkeerbaar
15
De enzymwerking is afhankelijk van de PH
Voor verschillende enzymen geldt een ander PH optimum
16
PH
17
Optimum-PH Bij een lagere PH (zuurder) zal het eiwit denatureren, de ruimtelijke structuur verandert en het wordt inactief Bij een hogere PH ( basischer) zal het eiwit denatureren en dus kapot gaan inactief
18
Overzicht invloed temperatuur en PH
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.