Download de presentatie
1
Jeugd = sociale constructie
D.w.z. (a) het toebedelen van (b) een (andere) maatschappelijke positie (c) aan een groepering met als gemeenschappelijk kenmerk (d) een bepaalde leeftijdsklasse
2
(a) TOEBEDELEN Verdeling maatschappelijke goederen over maatschappelijke groeperingen Op basis van (1) categorisering en (= indeling in maatschappelijke groeperingen) (2) classificering (= onderlinge vergelijking en ordening van maatschappelijke groeperingen)
3
Categorisering Geeft binnen een cultuur vigerende machtslijn aan
In Westerse cultuur, o.m. Man/vrouw Autochtoon/allochtoon Jong/oud Arbeidsbekwaam/niet arbeidsbekwaam Binnen deze machtslijnen: gelijke behandeling individu = vertegenwoordiger categorie
4
Classificering Toekennen van een eigen plaats binnen de samenleving
Via aanduiding van het van elke maatschappelijke categorie verwachte gedrag toewijzing sociale positie proces extern aan de betrokkenen beïnvloeding individuele bewegingsruimte
5
Positietoewijzing t.a.v. jongeren
18de eeuw: « harmonische en gelukkige jeugd » = voorwaarde voor positieve houding t.o.v. de wereld Opvoeding = eigen weg vinden in samenleving jeugdperiode = hiervoor nodige periode
6
(b) Maatschappelijke positie
Toekennen sociale status + sociale rol Verschillende aspecten: Economisch Juridisch Sociaal cultureel Wisselwerking tussen deze aspecten Maatschappelijke positie jongeren: moratorium: maatschappelijk nog-niet gebonden
7
(c) Groepering Categorisering feitelijk bewaarheid: ontdekken gemeenschappelijke belangen « Samen jong zijn » cognitief emotioneel evaluatief Jong zijn = gedifferentieerde ervaring
8
Jong zijn = gedifferentieerd
Cfr. Jeugdculturen, subculturen, tegenculturen Voor merendeel jongeren: « gewone jeugd » Niet immanente karakter jeugdculturen ook door jongeren zelf mogelijks gezien als « overgangsfase »
9
(d) Leeftijdsklasse Feitelijk homogene benadering heterogene groep (jeugd als leeftijdscategorie) Adolescentie losmaking ouders psychisch verwerken lichamelijke rijping ontwikkelen eigen identiteit Sociale pedagogiek: vraag of constructie « jeugdbegrip » niet aan basis ligt van « jeugdproblemen »
10
Jeugd als sociale constructie
Constructie jeugdproblemen? Cfr. Historische ontwikkeling (Lea Dasberg): Niet meer volwassen « moeten » zijn Niet meer volwassen « mogen » zijn Niet meer volwassen « willen » zijn Niet meer volwassen « kunnen » zijn.
11
Jeugd als sociale constructie
Cfr. Empirische bevindingen: « Jeugdonderzoek » kan toets effecten van onderwijs, gezinssituatie en ouderschap slechts (zeer) beperkt doorstaan (zie bijv. waardenonderzoek Elchardus, 1996)
12
Paradigmata binnen sociale pedagogiek
Jeugd als psycho-sociaal moratorium Jeugd = voorbereiding op volwassenheid Jeugd als toeleidingsmoratorium Jeugd = aanbodscategorie op arbeidsmarkt Jeugd als cultureel moratorium Jeugd = standaardbeeld, dat van dit beeld afwijkende jongeren maginaliseert Jeugd als onderdeel sociale structuur Jeugd = actief deel maatschappij, vergelijkbaar met andere bevolkingsgroepen.
13
Jeugd als psycho-sociaal moratorium
Jeugd = tijd nodig om volwassen te worden langerdurende jeugdperiode naarmate samenleving moderniseert Centraal thema: identiteitsontwikkeling Identiteit = besef van eigen eenheid en continuïteit in tijd en ruimte en van het feit dat anderen deze eenheid en continuïteit erkennen : besef uniek en steeds dezelfde te zijn (Erikson)
14
Jeugd als psycho-sociaal moratorium
Selectieve permissiviteit t.a.v. jongeren (cfr. « experimenteerruimte ») Jeugdbeleid = scheppen van ruimte dit experimenteren mogelijk te maken Accent op vrije tijd en jeugdwerk Accent op algemene vorming (onderwijs) Vragen jongeren zelf = uitgangspunt hulpverlening
15
Jeugd als psycho-sociaal moratorium
Risico’s : Te intense beleving moratorium Niet meer aankunnen ( cfr. Bijv. zelfmoord bij jongeren) Er niet meer uit willen (cfr. bijv. « autonomen ») Mogelijke overschatting psycho-sociale problemen >< feitelijke vaststelling geen al te grote schokken
16
Jeugd als psyco-sociaal moratorium
Verschillende invulling naargelang maatschappelijke omstandigheden Cfr.Behoefte aan experimenteerruimte is voor meisjes veeleer recent voor meisjes actueel dubbele opgave: evenwicht tussen « traditionele » rol en « nieuwe » rol Psycho-sociaal moratorium = verbonden met rationaliteit samenlevingsordening
17
Jeugd als toeleidingsmoratorium
Cfr. dubbele beweging in jeugdbeleid vanaf jaren ’70 van psycho-sociale benadering naar sociaal-economische Van algemene ontplooiing naar positietoewijzing benadering jeugdperiode als biografische fase Van psycho-sociaal moratorium naar toeleidingsmoratorium Beide paradigma’s blijven ook naast elkaar bestaan
18
Toeleidingsmoratorium
Jongeren = lerende en zich oriënterende burgers Oriëntering naar verwerven maatschappelijke positie verwerven plaats op de arbeidsmarkt als centrale factor Cfr. Maatschappelijke context vanaf midden jaren ‘70 Hoge werkloosheid Inkrimping overheidsuitgaven beleid gericht op zo laat mogelijke intrede jongeren op de arbeidsmarkt
19
Zo laat mogelijke intrede, enkele voorbeelden
Ingrepen inkomens- en uitkeringsrechten jongeren Verlenging wachttijden Introductie wachtuitkering i.p.v. werkloosheidsuitkering Verlaging uitkering werkloosheid Veranderende aard tewerkstelling jongeren Toenemende koppeling aan opleidingskarakter Toenemend tijdelijk karakter Grotere nadruk op familiale solidariteit
20
Grotere nadruk op familiale solidariteit
grote verschillen naargelang materiële mogelijkheden thuismilieu cfr. verschillen in inkomen, en in status inkomen Belang sociale zekerheid/sociale voorzieningen Actueel: bestaansonzekerheid voor één jongere op vier uit éénverdienersgezinnen Risico bestaansonzekerheid laaggeschoolde jongeren die zelfstandig wonen Voor deze jongeren slechts beperkt beroep op familiale solidariteit mogelijk
21
Verschillen naargelang thuismilieu
Grotere nadruk op verantwoordelijkheid ouders inzake opvoeding b.v. correctionalisering controle leerplicht in hoofde van de ouders Nieuwe pedagogische « werkterreinen » , cfr. bijv. opvoedingsondersteuning Aandachtspunt : risico pedagogische bevestiging maatschappelijke verschillen naargelang thuismilieu
22
Jeugd als toeleidingsmoratorium
Centrale begrippen: doorstroming naar de arbeidsmarkt Sociale activering Argumenten hiervoor verwijzen naar moratorium-idee Gebrek aan ervaring Minder (inkomens)behoeften (notie « kostwinner ») Lagere welvaartsambities, gezien startpositie Gevaar zich in te nestelen in sociale zekerheid Risico vervreemding van de samenleving Risico delinquente carrière
23
Jeugd als toeleidingsmoratorium
Kern paradigmaverschuiving : jeugd als aanbodcategorie op de arbeidsmarkt Jeugd als biografische fase =opgave, voor elke jongere, individuele en zelfstandige oplossingen uit te werken voor ontwerpen eigen levensplan cfr bijv onderwijs : afstemming onderwijs-arbeidsmarkt = maken van een verantwoorde studiekeuze van « gelijkheid van kansen » naar « benutten aanwezige kansen »
24
Jeugd als toeleidingsmoratorium
In jeugdwerk/jeugdhulpverlening : toenemende aandacht voor « probleemgroepen » versterking positie onderwijs (inz. tov. jeugdwerk/jeugdhulpverlening) Spanningsveld onderwijs en andere voorzieningen als « publiek » aanbod en « marktgericht » denken Cfr. Overheid = verantwoordelijk voor gegarandeerd minimumpakket
25
Jeugd als toeleidingsmoratorium
Discussie pedagogisch aanbod als « Maatschappelijk goed » in relatie tot verwerving economisch, sociaal en cultureel kapitaal (= individualistische benadering) « Maatschappelijke dienstverlening » in relatie tot realisatie maatschappelijk project: « doorgangsgebied tussen private en publieke domein » (= collectivistische benadering) Onderscheiden opvattingen over « participatie » en « burgerschap » (utilitair >< normatief)
26
Jeugd als toeleidingsmoratorium
Jongeren: grote « afwezige » in paradigmaverschuiving, cfr. weinig verzet Door verschillen tussen jeugdigen ? Laaggeschoolden verschuiving = beperking mogelijkheden tot vinden werk/realisatie inkomen Hooggeschoolden verschuiving = grotere nadruk op studiekeuze/ vereiste prestaties Door gebrek aan « maatschappelijke ruimte »? Cfr. ervaring werkloosheid als acute bedreiging
27
Jeugd als toeleidingsmoratorium
Tegelijk met toenemende sociaal culturele zelfstandigheid van jongeren cfr. Verlaging meerderjarigheid Jongeren aangesproken op individuele keuzes inzake onderwijs, media, consumptie … is geen éénduidige ontwikkeling: grotere zelfstandigheid vereist ook grotere zelfcontrole
28
Jeugd als toeleidingsmoratorium
Economische afhankelijkheid >< culturele zelfstandigheid Risico dualisering jeugdperiode Breuklijn: onderwijs en sociaal milieu ontwikkeling paradigma jeugd als cultureel moratorium
29
Jeugd als cultureel moratorium
Introductie algemene leerplicht + democratisering onderwijs verandering maatschappelijke betekenis « jeugdmoratorium » van opvoedingsmodel voor elite naar standaardbeeld jeugd
30
Jeugd als cultureel moratorium
marginalisering van van dit beeld afwijkende patronen Structureel door afsluiting van maatschappelijk belangrijke hulpbronnen Cultureel door ervaring jeugd niet « ten volle » te kunnen beleven Inz. - Kinderen etnische minderheden in grootsteden -Kinderen laaggeschoolden
31
Jeugd als cultureel moratorium
Ontwikkeling standaardbeeld o.i.v. Stijgende welvaart na-oorlogse periode Jeugdbeleid, pedagogische praktijken, theorievorming thematisering jeugdproblemen Diverse types probleemdefiniëring Voorspelbare kind Sociaal vernieuwde kind Kind morele herbewapening
32
potentiële probleem wordt belangrijk aandachtspunt in opvoeding
Voorspelbare kind Cfr. Toenemende mogelijkheden ontwikkelingsproblemen vroegtijdig op te sporen preventief beleid mogelijk maatschappelijke attitudeverandering: potentiële probleem wordt belangrijk aandachtspunt in opvoeding opvoeding minder vanzelfsprekend + in toenemende mate gestuurd vanuit wetenschappelijke inzichten
33
Sociaal vernieuwde kind
Verschuiving aandacht van algemene oriëntatie op problemen die alle kinderen kunnen treffen naar oriëntatie op specifieke probleemgroepen, cfr bijv « maatschappelijke kwetsbaarheid » Risicogroepen bij uitstek = Kansarme kinderen en jongeren Allochtone kinderen en jongeren
34
Sociaal vernieuwde kind
Toenemende aandacht voor « probleemgroepen » vanuit: Economische motieven: effectieve en efficiënte inzet schaarse preventiemiddelen Ethische motieven: solidariteit met kansarmen Politieke motieven: bescherming maatschappij Professionele motieven: nieuwe cliëntgroepen
35
Sociaal vernieuwde kind
Oriëntatie naar specifieke probleemgroepen Ontwikkeling nieuwe interventiemethoden Kritieken op individualiseren en objectiverend karakter nuanceringen « risicofactoren » « beschermende factoren » Versterken beschermende factoren >< verscherping doelgroepenbenadering « kind morele herbewapening »
36
Kind morele herbewapening
Van kansarmoedebestrijding naar bestrijding (vermeende) gevolgen van kansarmoede Criminaliteit Vandalisme Niet gebruik/misbruik sociale voorzieningen Zwerfgedrag …
37
Kind morele herbewapening
Beeld normvervaging en vrijblijvendheid opvoeders, inz. ouders Probleemgroepen zelf dragen verantwoordelijkheid sociale problemen Inzet welzijnsinterventies waar ook problemen van criminaliteit en onveiligheid aan de orde zijn
38
Kind morele herbewapening
Consequenties Risico verdergaande marginalisering/ criminalisering Risico reductie participatievragen tot verzorgingsvragen Risico verdergaande sociale uitsluiting door loslaten verband waardenrealisatie en maatschappelijke voorwaarden tot waardenrealisatie Tegelijk: versterking standaardbeeld van de jeugd
39
Standaardbeeld jeugd Toenemende impact culturele en vrijetijdssfeer ( grotere culturele autonomie jongeren) Verschuiving van « opvoeding van » naar « dienstverlening aan » jongeren ook binnen overheidsbeleid « einde van de opvoeding »? « streven naar leeftijdsdemocratie »?
40
Grotere culturele autonomie jongeren
Cfr. maatschappelijke ontwikkeling: toenemend belang « cultureel kapitaal » Stimulansen tot verwerven van cultureel kapitaal via Gekwalificeerde opleiding Verwerven culturele vaardigheden in vrije tijd
41
Grotere culturele autonomie jongeren
Net als volwassenen ontwikkelen kinderen een « eigen levensstijl » Verdieping « standaardbeeld » in richting model gecultiveerde elite Sexespecifieke anticipatie op volwassen maatschappij Meisjes: oriëntering culturele sfeer Jongens: oriëntering technisch-economsche sfeer
42
Kinderen en jongeren geven mee vorm aan cultureel moratorium
hulpbronnen: Fysieke mogelijkheden, bv. Sport Cognitieve mogelijkheden, bv. Snelheid leren Algemene houding volwassenen tov. Kinderen/jongeren, bv. grotere tolerantie « experimenteergedrag »
43
Kinderen en jongeren geven mee vorm aan cultureel moratorium
Standaardbeeld jeugd ergelijkbaar situatie dominante elites Afwijking standaardbeeld: « ouderwetse jeugd » In vgl. met hooggeschoolden « materialistischer, traditionalistischer, egoïstischer, etnocentrischer, autoritairder, … Standaardbeeld = marginaliseringsstrategie
44
Kinder- en jeugdperiode als sociaal verschijnsel
Nadruk op jongeren als deel actuele samenleving Nadruk op feit dat levensomstandigheden jongeren fundamenteel door dezelfde krachten bepaald worden als deze van volwassenen
45
Kinder- en jeugdperiode als sociaal verschijnsel
Vaststelling: uitwerking maatschappelijke krachten niet voor éénieder op dezelfde wijze welke factoren hebben directe invloed op constructie jeugd als sociale categorie?
46
Kinderen en jongeren als sociaal verschijnsel
Verminderend aandeel jeugd in westerse bevolking « ontgroening » Vragen naar intergenerationele uitwisseling Sociaal pedagogische thema’s Solidariteitsverhouding generaties Maatschappelijk draagvlak « kindvriendelijke samenleving » Maatschappelijke ruimte voor ouderschap (bv. Via inkomens(her)verdeling)
47
Kinderen en jongeren als sociaal verschijnsel
Informatieverzameling vanuit perspectief kind Bv. aantal echtscheidingen><aantal kinderen geconfronteerd met echtscheiding ouders Bv. aantal grote gezinnen><aantal kinderen opgroeiend in groot gezin
48
Kinderen en jongeren als sociaal verschijnsel
Scolarisering is geen einde van, wel transmutatie kinderarbeid cfr. scholing niet enkel een recht, ook een plicht historische continuïteit betrokkenheid kinderen op samenleving : jeugdperiode als moratorium geeft uitdrukking aan veranderende relatie jongeren tot arbeidsmarkt: van synchroon naar diachroon
49
Kinderen en jongeren als sociaal verschijnsel
Schoolmoeheid, spijbelen, …: reacties op vervreemdende arbeids-omstandigheden/niet respecteren diachrone relatie Juridische en maatschappelijke positie kinderen Kinderrechten cfr. V.N.-verdrag
50
Kinderen en jongeren als sociaal verschijnsel
Van reactief naar proactief beleid : decreet kinderrechtencommissariaat decreet kindereffectenrapport Congruentie beleid met V.N.-verdrag Congruentie beleid participatierechten kinderen en jongeren Debat verhouding participatie, bescherming en dienstverlening aan jeugdigen (zgn. « 3 P’s »)
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.