Boventoonzang.

Presentatie over: "Boventoonzang."— Transcript van de presentatie:

1 Boventoonzang

2 samenwerkende formanten

3

4 Samenwerkende formanten: Boventoonzang
Amplitude Frequentie (Hz)

5 Boventoonzang (techniek 2)
F2+F3 Amplitude Frequentie (Hz)

6 F2 en F3 bij elkaar

7 Toevoeging van nasaliteit
Bij nasaal zingen doet de neusholte mee. Dat heeft akoestisch een dempend effect, een anti-resonantie. Nasale antiformant F1 Amplitude Frequentie (Hz)

8 Boventoonzang (techniek 1)
Nasale antiformant F1 Amplitude Frequentie (Hz)

9 Gemodelleerde omhullende met antiresonantie (ARMA analyse met 1 nulpunt)

10 Boventoonzang bij F0 = 138 Hz (Diem Groeneveld)

11 Boventoonzang bij F0 = 220 Hz (Diem Groeneveld)

12 Gemodelleerde omhullende spectra (akoestische theorie van spraakproductie voldoet)

13

14 Boventoonzang en articulatie
Boventoon ~ 4 tot 10 Articulatie van ‘o’ naar ‘aa’ (mondopening) Boventoon ~ 8 tot 20 Articulatie van ‘o’ naar ‘ie’ (tongpositie) Plus zeer krachtige stembandsluiting

15 Boventonen in formantvlak (articulatietechnieken)

16 Boventonen in formantvlak

17 Boventoontechnieken en toonhoogte
12e boventoon 8e boventoon 4e boventoon Westers

18 Hoe springt de boventoon eruit
Zwak Sterk

19 Waarneming van boventoonzang

20 Boventonenreeks en muzieknoten
Specifieke intervallen

21 Klinkers en boventonen in één luisterexperiment
Luisterproef Klinkers en boventonen in één luisterexperiment Luisteraars beoordelen klanken op semantische 5-punts schalen scherp – dof donker – licht etc. Uit resultaten kan een perceptieve klankenruimte gecontrueerd worden

22 Klankruimte met klinkers en boventonen
klinkerdriehoek

23 Klankkleurrichtingen in de klankruimte